Streven. Jaargang 4
(1950-1951)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
ForumDe IIde Wereldoorlog in het beeld van de Nederlandse geschiedschrijvingDe IIde Wereldoorlog, welke thans vrijwel zes jaar geleden tot een einde kwam, heeft op het leven van volkeren en van individuen een zó ingrijpende invloed gehad als misschien geen andere oorlog ooit tevoren. In de ware zin des woords was dit een Wereldoorlog, die gehele continenten in haar verloop betrok. Met name voor Nederland eindigde in 1945 een strijd, welke ons volksbestaan radicaal en ingrijpend had gewijzigd. Geen wonder, dat deze fel bewogen periode zich in de Nederlandse geschiedschrijving, welke het onderwerp is van deze studie, duidelijk afspiegelt. Uiteraard is het ondoenlijk om reeds nu tot een volledig en samenvattend oordeel te geraken over een literatuur, welke nog dagelijks aangroeit. Wel is het mogelijk om enige hoogtepunten aan te wijzen en tevens een voorlopige karakteristiek te geven van de Nederlandse historische literatuur over de IIde Wereldoorlog. Het is vanzelfsprekend, dat de voor ons zo tragische periode 1940-1945 terstond na de bevrijding de volle aandacht kreeg van de historische publiciteit. Nog nimmer verscheen over een in tijd zo beperkte periode een dergelijke stroom van mémoires, brochures en andere boekwerken, welke iedere toekomstige geschiedschrijver tot vergelijking en critische lezing zal dwingen. Reeds nu valt vast te stellen, dat zich zeer veel kaf onder het koren bevindt, al kan ongetwijfeld voor de geschiedschrijving ieder détail, ook het kleinste, van nut zijn. Men moet deze kwestie namelijk relatief zien: vele delen vormen een geheel, en geen der delen mag derhalve veronachtzaamd worden. Eigen ervaringen leerden mij, dat uit de meest onbelangrijke publicaties nog wel eens een essentiële aanvulling van een bestaande lacune naar voren kwam. Dit dus vooropgesteld, kan over het algemeen toch een gestadig stijgende lijn in het peil van de sinds 1945 verschenen publicaties over de IIde Wereldoorlog geconstateerd worden. Dit is ook zeer goed verklaarbaar. Terstond na de bevrijding bestond bij het Nederlandse publiek meer behoefte aan een gloedvolle, dramatisch getinte beschrijving van de oorlogsjaren dan aan een critisch, wetenschappelijk onderzoek, dat uit de aard der zaak meestal nuchterder uitvalt. Zo ontstonden direct na 1945 de verschillende genres dagboeken uit internerings- en concentratiekampen, gedenkboeken van ondergrondse verzetsorganisaties, beschrijvingen van deportatie en dwangarbeid, en journalistieke overzichtswerken, welke meestal nergens aan de bronnen waren getoetst. Het publiek vroeg hierom en raakte de eerste maanden nog niet verzadigd van dergelijke heet van de naald geschreven brochures en boekwerken, welke vrijwel alle gekenmerkt zijn door actualiteit en een meer of minder grote mate van sensatie. Uitzonderingen bestonden er natuurlijk ook, getuige het reeds in 1945 verschenen sobere en goed gedocumenteerde werk van Magister dr Stokman over het verzet van de Nederlandse BisschoppenGa naar voetnoot1) en een voortreffelijk werk over het eerste ondergrondse verzet en de 'Engelandvaart', van de hand van wijlen de Luitenantvlieger Mr Erik Michielsen, zelf één der eerste EngelandvaardersGa naar voetnoot2). | |
[pagina 198]
| |
Evenwel, de be vrij ding sroes verdween tenslotte en met haar de behoefte aan fel gekleurde of propagandistische oorlogslectuur. Langzamerhand werd het leven normaal en geraakte men tot een werkelijke en diepere bezinning op de oorlogsjaren. Nu ontstond vanzelf de behoefte aan een meer serieuze en verantwoorde geschiedschrijving. Zeer globaal genomen, komt deze kentering in 1947, al wil dit niet zeggen dat hierna geen inferieur werk meer verscheen. Het genre van de actualiteits-geschriften is dan evenwel vrijwel verdwenen. In dit jaar 1947 verscheen b.v. het Beknopt Overzicht van de Krijgsverrichtingen der Koninklijke Landmacht. 10-19 Mei 1940, samengesteld door de Sectie Krijgsgeschiedenis van de Generale Staf, dat het Nederlandse publiek voor het eerst een samenvattend overzicht gaf van de verrichtingen van ons leger in de Meidagen van 1940. Dit Overzicht steunde op de toentertijd bekende gegevens, die thans uiteraard weer aanmerkelijk zijn uitgebreid door verdergaand onderzoek en kennisname van Duitse documenten. Te zelfder tijd liet ook het voormalige Militair Gezag haar geschiedenis door een aantal Leidse historici beschrijven, die hiertoe de schaarse archieven onderzochten en bewerkten. Als resultaat hiervan verscheen in 1948 een 645 pagina's tellend, lijvig boekwerk over de werkzaamheden van het M.G., met een uitgebreide bibliografieGa naar voetnoot3). Door het karakter van zuiver feitelijk gehouden Witboek, bleven helaas aard en wezen van het zo veel omstreden M.G. duister en is van levende geschiedenis hier geen sprake. Anderzijds werd voor de toekomstige geschiedschrijver een schat van gegevens verzameld, welke hij zelf misschien niet meer had kunnen bijeengaren. Zo was althans de basis gelegd voor een geschiedschrijving van meer wetenschappelijke allure. Ook het peil van de niet-officiële historische werken over de oorlog steeg na 1946 aanmerkelijk. Zeer betrouwbaar zijn, om slechts een enkel voorbeeld te noemen, de boeken van J.F. van DuimGa naar voetnoot4), oud-commandant der O-21, en van Ch.B. Droste, loods te Tjilatjap in de oorlogsjarenGa naar voetnoot5). In dit summier overzicht moeten helaas verdere titels achterwege gelaten worden. Het belangrijke in deze ontwikkeling is, als ik het wel zie, dat mythe en verdichtsel plaats gaan maken voor documentatie en bezonkenheid. Zeer verdienstelijk in dit opzicht maakte zich ook het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, met haar bronnenpublicaties en monografieën. Sinds 1949 verschijnen de omvangrijke delen Verslagen, Verhoren en Bijlagen van de Parlementaire Enquête Commissie, welke het Regeringsbeleid 1940-1945 onderzoekt. Deze delen, waarvan er thans vier verschenen zijn, vormen een wel zeer belangrijke bijdrage tot onze kennis van de IIde Wereldoorlog. Vrijwel alle nog in leven zijnde dramatis personae konden voor deze Commissie vrijelijk hun mening uiten over de gebeurtenissen in Londen en elders, getuigenissen van uiteraard onschatbare waarde. Op voortreffelijke wijze heeft deze Commissie zich tot dusverre van haar moeilijke taak gekweten om het Nederlandse publiek in te lichten over het beleid van haar bestuurders. Begin 1949 tenslotte maakte ook de Koninklijke Marine een aanvang met het wetenschappelijk doen bewerken van haar geschiedenis, door aan de Leidse hoogleraar in de zeegeschiedenis, Prof. dr T.H. Milo, opdracht hiertoe te verstrekken. Het ligt in de bedoeling om een werk in verschillende delen te publiceren over de | |
[pagina 199]
| |
operaties van de Marine, die gedurende vijf bewogen jaren zich volledig inzette voor de Geallieerde zaak en onze vlag in de vrije wereld hooghield. Gestadig groeit inmiddels de stroom aan van literatuur over de oorlogsjaren. Ik moge dit overzicht besluiten met het vermelden van nog twee in 1950 verschenen boekwerken, welke boven de middelmaat uitkomen, te weten de zeer belangrijke Mémoires van Admiraal HelfrichGa naar voetnoot6), welke het eerste volledige en zeer boeiende overzicht geven van de voor ons land zo uiterst belangrijke gebeurtenissen in het Verre Oosten van 1939 tot 1946, en daarnaast een uitmuntend gedocumenteerde studie van S.H. Hoogterp over de geschiedenis van onze luchtverdediging in de Meidagen van 1940Ga naar voetnoot7). Laatstgenoemde studie kan beschouwd worden als een essentiële aanvulling op het reeds genoemde Beknopt Overzicht van de verrichtingen van ons leger. Zo ontstaat langzamerhand een meer volledig en betrouwbaar overzicht van de gebeurtenissen in de achter ons liggende oorlogsjaren, die zelfs in de meest nuchtere publicaties waarlijk nog dramatisch genoeg zijn. Reeds nu is het aantal boekwerken over de Tweede Wereldoorlog ontstellend groot, en dan zijn hier nog slechts de Nederlandse publicaties behandeld. Een enigszins volledige bibliografie van over de gehele wereld verschenen publicaties over de Tweede Wereldoorlog zou reeds nu op zichzelf al een boekwerk van enige honderden pagina's folio uitmaken! Vandaar dat een in kort bestek samenvattend overzicht van de Nederlandse historiografie, zoals hier beproefd werd te geven, over enige jaren reeds tot de onmogelijkheden zal behoren. Niet alleen verschijnen over de meest gevariëerde onderwerpen uit de geschiedenis van de IIde Wereldoorlog steeds nieuwe gegevens, ook de stellingname van de historicus verandert voortdurend, en hiermede zijn oordeel over de gebeurtenissen. De geschiedenis immers wordt nooit definitief geschreven en is eeuwig nieuw en anders, voor degene die zich de moeite geeft haar te benaderen. C.T. De Jong Valkenboskade 451, 's-Gravenhage |
|