Jan Palfijn (1650-1733)
Deze grote chirurg werd op 28 November 1650 te Kortrijk geboren. Het derde eeuwfeest werd onlangs door de Vlaamse Akademie voor Geneeskunde plechtig herdacht. In een tijd waarin de chirurgie aan de onkunde van scheerbazen werd overgelaten, stelde deze eenvoudige barbierszoon zich tot taak een gezonde en wetenschappelijke heelkunde onder zijn volk te verbreiden. Door zijn stadgenoten miskend en vervolgd, zocht hij zijn toevlucht te Gent. In deze stad, waar hij meerdere jaren van zijn leven doorbracht, genoot hij een weldadige gastvrijheid. Hij kon er zijn heelkundige studies vrij voortzetten als helper van een professor in de chirurgie, en verkreeg er later zelf een leerstoel. Door geldnood en gebrek aan dissectiemateriaal verhinderd om zich volledig aan het onderzoek te kunnen wijden, zoals Vesalius, Faloppe, Aquependente, Eustachius, Malpighi en anderen, besteedde hij zijn krachten vooral aan zijn leerambt, waarvoor hij trouwens uitzonderlijke gaven bezat.
Nadat hij zich een twintigtal jaren had beziggehouden met het verzamelen van allerlei geneeskundige geschriften, die over heel Europa verspreid waren, begon hij met het opstellen van zijn eigen tractaten. Deze maakten hem tot de algemeen erkende grondlegger der chirurgische anatomie en der heelkunde, en golden weldra in West-Europa voor die vakken als model-tekstboeken. Zo verscheen in 1701 zijn 'Osteologie' of beenderenstudie, die zeer spoedig in Duitsland, Engeland, Holland, Frankrijk bekend werd. Een toenmalig beroemd duitse heelkundige stelde het boven de tractaten van zijn soort, en in Frankrijk werd het aanbevolen door het 'Journal des sçavans' met de volgende vleiende bewoordingen: 'Toutes les explications ou descriptions de notre auteur sont d'une même clareté, brièveté et exactitude qui doivent faire préférer son ostéologie à un grand nombre d'autres'.
Te groot geleerde om met de wetenschap van zijn medeburgers genoegen te nemen, was hij dikwijls op reis om zijn kennis te vervolmaken. Hij bereisde de Nederlanden en ontmoette van Leeuwenhoek en Boerhave. Hij bezocht vooral meermalen Parijs, en maakte zich daar vele vrienden onder de grootste heelkundigen van dien tijd, die hem op de hoogte brachten van de laatste vorderingen der chirurgie.
Palfijn, die relaties onderhield met de grootste specialisten van Europa, bleef steeds een eenvoudig man. Weinig gesteld op zijn eer, publiceerde hij meestal in het vlaams, om beter zijn vakkennis in dienst van zijn volk te kunnen stellen. Want die grote Nederlander was vooreerst een goed mens. Die goedheid bracht hem er toe een bijzondere zorg te besteden aan de studie der toen erg barbaars geworden verloskunde; zo werd hij de uitvinder van de 'forceps', hetgeen geldt als een zijner schoonste glorietitels.
Fr. Elliott.