Streven. Jaargang 4
(1950-1951)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd† Edward Arthur MilneOp 21 Sept. 1950 overleed plotseling, terwijl hij op weg was naar de vergadering der Royal Astronomical Society te Dublin, de Engelse geleerde Edward Arthur Milne. Zijn vroegtijdige dood, op de leeftijd van 54 jaren, was een onherstelbaar verlies voor de wetenschap. Gedurende meer dan een kwart eeuw was Milne een der meest vooraanstaande pioniers ter bevordering van de vooruitgang der astro- physica en cosmogonie. Al zijn werk draagt de stempel van die verrassende oorspronkelijkheid, die het kenmerk is van een waar wetenschappelijk genie. Hij kon een probleem aanpakken met volkomen kennis van wat er reeds bereikt was, en het toch onderzoeken van uit een geheel nieuw gezichtspunt. Zijn rijkdom aan nieuwe ideën ging gepaard met een vindingrijk meesterschap over de wiskundige techniek, dat hem in staat stelde zijn theorie geheel zelfstandig uit te werken, en hij bezat de gave die in klare stijl uiteen te zetten. Milne's werk betrof hoofdzakelijk drie verschillende onderwerpen: het stralingsevenwicht in de uiterste lagen der sterre-atmosferen, de inwendige bouw der sterren, en zijn opzienbarende kinematische theorie van het heelal, die aanleiding gaf tot een grondige herziening van de grondslagen der moderne cosmogonische theorieën. Milne was geboren te Huil op 14 Febr. 1896, als zoon van het hoofd van een 'Church of England'-school. Achtereenvolgens was hij assistent-directeur der zonne-sterrewacht en lector in de astro-physica en mathesis te Cambridge (1920-'25), lector aan de universiteit te Manchester (1925-'28), professor der wiskunde te Oxford (1928-'50). Aan onderscheidingen heeft het hem niet ontbroken: zo ontving hij de gouden medaljes van de Royal Society en van de Royal Astronomical Society, het ere-doctoraat van de Universiteit van Amsterdam, enz. Gevoelig voor de waardering van zijn eigen werk, was hij altijd gaarne geneigd dat van anderen te waarderen en van harte aan te moedigen, ook bij eventueel meningsverschil. Was zijn verlies voor de wetenschap groot, nog meer werd zijn heengaan betreurd door zijn vrienden als dat van een der edelste en beminnelijkste mensen. Maar op zijn best deed hij zich kennen als zorgzame vader in eigen huis. In 1928 trouwde hij met Margaret Scott, die hem twee dochters en een zoon schonk. Zij stierf in 1938 kort na de geboorte van haar zoon. Milne hertrouwde in 1940 met Beatrice Brevoort, en hem werd in 1943 een derde dochter geboren. Maar reeds in 1945 overleed ook zijn tweede vrouw, blijkbaar ten gevolge van de overspanning tijdens de oorlogsjaren. Gesteund door zijn geloof en diepe godsdienstige overtuiging wist hij met rustige waardigheid de tragiek van zijn familieleven te dragen, en zette zich na elke beproeving met bovenmenselijke wilskracht weer opnieuw aan het werk. In het jaar 1923 had hij een aanval van hersen-ontsteking gehad, die hij wel is waar goed teboven kwam, zodat hij in de eerstvolgende twintig jaren zich nog met volle energie kon wijden aan zijn taak. Maar in de laatste jaren deed zich de nawerking der ziekte opnieuw gevoelen, en een hartkwaal maakte een plotseling einde aan zijn leven. In de laatste maanden schreef hij een cursus van tien voordrachten over 'Mo- | |
[pagina 652]
| |
derne cosmologie en de christelijke idee van God de Schepper'Ga naar voetnoot1). Hij zou die cursus te Birmingham hebben gehouden, indien God hem het leven gespaard had. Ongeveer tien dagen vóór zijn dood legde hij daaraan de laatste hand. 'Wij zien verlangend uit naar de publicatie' aldus de schrijver zijner biografieGa naar voetnoot2) - 'die ons het inzicht zal doen kennen van een wondervol begaafde geest in zake de diepste vragen van ons bestaan'. Dr J. Stein S.J. |
|