Nobelprijzen voor Geneeskunde en Scheikunde
De nobelprijs voor Geneeskunde werd dit jaar toegekend aan een geneesheer, Dr Hench van de Mayokliniek te Rochester in de Staat Minnesota (V.S.), en aan twee chemici: Prof. Kendall van de Mayo Foundation, en Prof. Reichstein van de Universiteit te Basel. Deze onderscheiding werd aan deze drie onderzoekers verleend om het uitzonderlijke werk dat zij presteerden voor de bestrijding van gewrichtsrheuma en verwante ziekten.
Dr Hench kwam zich te Freiburg in Breisgau en te München specialiseren voor hij ging werken in de Mayokliniek, waar hij nu als algemeen erkend specialist van rheumatische ziekten bekend staat. Hij was de eerste die een verband zag tussen de rheumakwaal, en de werking van hormonen afgescheiden door de bijnier. Dit werd het uitgangspunt van het onderzoek van Prof. Kendall. Deze was sinds 1914 bezig met hormonenchemie het schildklierhormon werd het eerst door hem geïsoleerd. Later werkte hij op de bijnierhormonen, en in 1936 isoleerde hij er een van: het 'cortisone', een jaar te voren door Wintersteiner ontdekt.
Prof. Reichstein is een der grote figuren in de huidige organische chemie. Na de ontdekking in 1933 van vitamine C door Szent-Györgyi en haar structuur door Karrer, vond hij slag op slag in 1933 en 1934 twee belangrijke methoden om de vitamine te synthetiseren. Sinds 1935 is hij een der voornaamste onderzoekers op het gebied der structuur van de bijnierhormonen. Hij was het die de eerste aanwijzingen gaf voor de synthese van 'cortisone' uit galzuur, waarlangs Kendall tot het eindproduct is gekomen, hetgeen niet minder dan negen en twintig tussenbewerkingen vereist.
Dit hormon dat nu door synthese kan verkregen worden, schijnt werkelijk spectaculaire verbeteringen te brengen aan rheumalijders, zonder ze evenwel definitief te kunnen genezen Ongelukkig blijft cortisone tot nu te zeldzaam en te duur om voor het gewone gebruik in aanmerking te kunnen komen: voor de behandeling van één patient gedurende één dag heeft men de gal van veertig runderen nodig.
De nobelprijs voor Scheikunde werd aan Prof. Diels uit Kiel en zijn voormalige leerling Prof. Alder van Keulen toegekend. Beide namen worden reeds sinds jaren door de organici in één adem genoemd om de 'Alder-Diels dieensynthese' aan te geven, een speciaal procédé door hen samen uitgewerkt, dat op eenvoudige en gladde wijze een synthese tot stand brengt, die anders zeer moeizaam verloopt. Met behulp van deze methode werd het mogelijk om enige structuurproblemen op te lossen; dezelfde methode wordt bovendien gebruikt bij de bereiding van plastics, en men vermoedt dat ze de weg aangeeft, welke de natuur voor dergelijke synthesen volgt.
De naam van Diels blijft ook verbonden aan verschillende etappen van het langdurig onderzoek naar de structuur van cholesterine of galzuur en verwante sterolen als vitamine D, de geslachtshormonen en bijnierhormonen.
Fr. Elliott