Streven. Jaargang 3
(1949-1950)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 527]
| |
Politiek OverzichtInternationaal20 Juni kwamen de vertegenwoordigers der zes mogendheden, die in beginsel het plan-Schuman hebben aanvaard, te Parijs bijeen. Voor de eerste maal na de Tweede Wereldoorlog nam een Duitse delegatie deel aan een internationale conferentie. Voor de eerste maal ook ontbrak juist het voornaamste lid van de West-Europese wereld: Engeland. Het Britse kabinet maakte bezwaar tegen de 'huidige vorm' van dit plan en bedoelde daarmee, dat het in beginsel niet van te voren een hoog internationaal gezagsorgaan kon aanvaarden zonder te weten hoe en met welke volmachten het was samengesteld en voorzien. Men moest wel bedenken, dat Engeland niet alleen maar een Europees eiland is, maar tevens het zenuwknooppunt van een Gemenebest, dat over geheel de aardbol verspreid ligt en met welks belangen in de eerste plaats rekening moet worden gehouden. Ter kwader ure mengde zich het partijbestuur, onder leiding van Dalton, van de Labour-Party in het gesprek en verkondigde, naast enkele aanvaardbare stellingen, de enormiteit, dat 'het tot stand komen van volledige economische eenheid in West-Europa uitgesloten is, daar hiermede een niet te verwezenlijken graad van gelijkvormigheid der binnenlandse politiek van de betrokken staten gepaard zou moeten gaan'. Met andere woorden: zolang West-Europa niet door socialisten geregeerd wordt is een dergelijke samenwerking uitgesloten. Zowel in de niet-socialistische kringen van Engeland zelf als in de V. St. en in andere landen verwekte deze eenzijdige partij-taal grote beroering. In de V. St. werd opgemerkt, dat deze verklaring in volkomen tegenstelling staat tot alles wat de V. St. door het plan-Marshall trachten te bereiken: 'Wij schenken gelden aan Engeland en zijn socialistische regering, maar zij isoleert zich van de rest van Europa'. De Engelse premier Attlee poogde de geesten te bezweren door te zeggen, dat er goede redenen zijn om zo groot mogelijke steun te geven voor de nieuwe ontwikkeling van de Frans-Duitse betrekkingen. Zijn regering zal de zaak steunen en niet tegenwerken en afwachten of zij wellicht daadwerkelijke hulp kan verlenen. Op een vraag van Churchill antwoordde Attlee, dat er geen verband moest gezien worden tussen zijn verklaring en die van zijn partij. 'De verklaring van de partij gaf de partijpolitiek weer en niet de politiek van de regering'. Waarop Churchill snedig constateerde, dat er dus twee versies van de buitenlandse politiek van Labour bestonden. Hij diende daarom, gesteund door een aantal liberalen, een motie in, waarbij de Engelse regering in het belang van de vrede verzocht werd, de uitnodiging om deel te nemen aan de besprekingen van het plan-Schuman op dezelfde voorwaarden te aanvaarden als die van de Nederlandse regering, namelijk, dat 'als de besprekingen tonen, dat het plan onuitvoerbaar is, de vrijheid tot zelfstandig handelen voorbehouden wordt'. Deze motie der oppositie werd, met een tiental stemmen méér voor de regering, verworpen. | |
[pagina 528]
| |
Niettegenstaande deze afwijzende houding sprak Schuman bij de opening van de conferentie de hoop uit, dat de Britse regering, die op de hoogte der besprekingen zal worden gehouden, de weg voor deelneming nog zal kunnen vinden. Aan de aanwezige delegaties deelde hij mee, dat zijn ontwerp-verdrag de basis zou vormen, waarop de conferentie zou kunnen werken. Hiertegen verzette zich de vice-voorzitter der Nederlandse delegatie, Mr Blaisse, die van mening was, dat vóór alles de concrete bijzonderheden van het samensmeltingsplan bekend moesten zijn. Eerst op grond daarvan kon een ontwerp-verdrag worden opgesteld. De geestelijke vader van het plan-Schuman, Jean Monnet, verzekerde daarop, dat de Franse regering op geen enkele manier druk wilde uitoefenen op de gedelegeerden en begon het plan te ontrollen. Het doel was de vorming van één enkele macht met de laagst mogelijke prijzen en het opvoeren van de levensstandaard. Het supemationaal beheersorgaan over de kolen- en staalindustrie zou verantwoording schuldig zijn aan een gemeenschappelijke vergadering der betrokken landen, samengesteld uit leden der verschillende parlementen, die eens per jaar bijeen zouden komen ter bespreking van een rapport, uit te brengen door het beheersorgaan. Na de uitvoerige uiteenzetting van Monnet en nadat de delegaties ook onderling van elkanders standpunten op de hoogte waren gesteld, is de conferentie geschorst om aan de delegaties gelegenheid te geven in overleg te treden met de respectievelijke regeringen. Acht dagen later werd besloten in commissies de plannen te bespreken. Van wijdere strekking dan het plan-Schuman is het plan-Stikker. Ter bespoediging van de Europese samenwerking op economisch en politiek gebied streeft dit plan in 28 punten naar een integratie van West-Europa, West-Duitsland en Engeland inbegrepen, op het gebied van een vrijer handelsverkeer onderling. De tariefbelemmeringen dienen te verdwijnen en voor 75% moet de handel vrij worden. Om de resterende 25% van de handel vrij te maken, zal later een integratie-fonds steun moeten verlenen. De details van dit plan zijn nog niet uitgewerkt, maar het gaat er om de principiële medewerking van de andere landen te verkrijgen. Het plan is reeds besproken in de Raad der ministers van de O.E.E.S. en men zegt, dat de onderhandelingen een bevredigend verloop hebben. De toepassing zal echter wat langer op zich laten wachten dan de uitvoering van het plan-Schuman. Wil het plan-Stikker slagen, dan is de toetreding van West-Duitsland tot de Raad van Europa een noodzakelijke vereiste. Ofschoon de socialist Schumacher zich in het debat hierover in de Bondsdag minachtend uitsprak: - 'Straatsburg was een verbond van regeringen en niet van volken' - heeft de meerderheid zich voor toetreding uitgesproken. Bij dezelfde gelegenheid werd geprotesteerd tegen het accoord tussen Polen en Oost-Duitsland gesloten. Bij een overeenkomst op 7 Juni werd te Warschau vastgelegd, dat de Oder-Neisse-grens de onschendbare grens zal zijn tussen beide landen. Dit is een overtreding van het verdrag van Potsdam, waarbij deze grens slechts als tijdelijk werd beschouwd. Daarin kan alleen wijziging worden aangebracht door een | |
[pagina 529]
| |
definitief vredesverdrag met geheel Duitsland. Dit verdrag van Warschau viel min of meer samen met de terugkomst van Trygve Lie uit Moskou. Hij was er zelfs toegelaten tot een audiëntie bij Stalin en was van mening, dat de wereldvrede voor twintig jaar verzekerd zou zijn, wanneer zijn program van 10 punten door de V.N. zou worden aanvaard. Zijn optimisme vond geen weerklank, nóch bij president Truman, nóch bij Dean Acheson. 'De leiders van de Sovjet-unie', sprak Truman, 'hebben de mond vol van democratie, doch oefenen in werkelijkheid een dictatuur uit. Zij spreken van nationale onafhankelijkheid, doch in werkelijkheid heerst er in hun land nationale slavernij. Zij prediken vrede met de mond, doch wijden alle energie aan het aankweken van agressie en aan het voorbereiden van een oorlog. Door middel van infiltratie, subversie, propaganda en indirecte agressie hebben de heersers van de Sovjet-unie getracht, de grenzen van hun totalitaire macht uit te breiden'. En de staatssecretaris voor buitenlandse zaken voegde er aan toe: 'Moskou's tactiek stelt de wereld de mogelijkheid voor ogen, dat de Sovjet-leiders, als zij zich sterk genoeg voelen, de verleiding niet zullen kunnen weerstaan om hun gewapende macht te gebruiken als een instrument van hun politiek'. Toen dan ook op 25 Juni de wereld opgeschrikt werd door het bericht, dat het communistisch leger van Noord-Korea de 38ste breedtegraad had overschreden, konden boven aangehaalde woorden de indruk van 'profetisch' maken, indien we niet tegelijkertijd waren ingelicht, dat reeds een maand geleden de Amerikaanse ambassadeur in Zuid-Korea gewaarschuwd had, dat een eventuele aanval van de Noordelijken met hun onmiskenbare materiële superioriteit niet door de Zuidelijken zou kunnen worden afgeslagen. Uit alles blijkt echter, dat deze profeten de verwezenlijking van hun voorspelling niet zo spoedig verwacht hadden. Nochtans vormde Zuid-Korea, evenals West-Duitsland een gevaarlijk vacuum. Door de toegefelijkheid der andere grote overwinnaars van Japan, bezette de Sovjet-Unie Noord-Korea, dat een economisch-militair verdrag met Rusland sloot en een militair sterke communistische staat stichtte. Nadat deze voldoende geconsolideerd was, deelde Moskou mee in Januari 1949, dat de Russische troepen waren teruggetrokken. In Zuid-Korea beperkten zich de Amerikanen tot de poging deze republiek 'democratisch' op te voeden, zonder voldoende militaire opleiding te geven en tevens de dictator Syngman Rhee een door de meesten verafschuwd regiem te laten voeren. In Mei 1949 evacueerde de Amerikaanse bezetting de republiek, die, ofschoon als lid van de V.N. erkend, door een Russisch veto verhinderd werd zitting te nemen. Een commissie door de V.N. naar Korea gezonden, om de toestanden aldaar te onderzoeken, werd in Noord-Korea nooit toegelaten. Economisch hebben beide delen elkaar nodig en hun hereniging zou een winst zijn, als niet de heerschappij van de 'volksrepubliek', minstens voor Oost-Azië, rampzalig was. Nog dezelfde dag kwam de Veiligheidsraad bijeen en aanvaardde de resolutie, dat de inval in Zuid-Korea een 'daad van agressie' was. De Noord-Koreaanse legers ontvingen bevel zich achter de grenslijn terug | |
[pagina 530]
| |
te trekken. De Sovjet-afgevaardigde was afwezig met die van de satellietstaten. Twee dagen later, 27 Juni, kwam de V.R. wederom bijeen, omdat Noord-Korea niet aan het bevel had gehoorzaamd. Toen viel het besluit, dat aan alle leden van de V.N. werd toegestaan de republiek Zuid-Korea te helpen bij het afslaan van de gewapende aanval. Reeds 47 van de 59 leden hebben verklaard zich achter het besluit van de V.R. te scharen. Egypte heeft geweigerd, omdat het de V.R. in gebreke stelt wegens de ongestrafte agressie van Israël. Ook Zweden, zoals altijd bevreesd voor de machtige nabuur, zal zich van hulp en steun onthouden. Aan de weifelende houding van de V. St. ten opzichte van Oost-Azië is door deze agressie ten ene male een einde gekomen. Truman heeft niet alleen verklaard, dat Korea moet verdedigd worden, maar ook, dat iedere eventuele aanval op Formosa verhinderd zal worden, omdat in de huidige omstandigheden een der gelijke bezetting door communisten een directe bedreiging van de veiligheid in het gebied van de Stille Oceaan zou zijn. Ook de Philippijnen en Indo-China zullen dekking en steun krijgen. Omdat Moskou behalve dan door het uitbrengen van een ongemotiveerd protest tegen de besluiten van de V.N. zich zwijgend op de achtergrond hield en men de deur voor onderhandelingen niet wilde sluiten, werd het Kremlin een nota toegezonden, waarin het werd verzocht zijn invloed aan te wenden om een terugtrekken van de Noord-Koreaanse troepen uit Zuid-Korea te bewerkstelligen. Het antwoord van Stalin was een ontwijking van de gestelde vraag. Volgens deze Russische nota zijn de Zuid-Koreaanse autoriteiten en 'diegenen, die achter haar staan', verantwoordelijk voor de huidige toestand. De Sovjet-Unie houdt zich aan het beginsel, dat buitenlandse mogendheden zich niet mogen mengen in de binnenlandse aangelegenheden van Korea. Volgens gewoonte keert ook in deze zaak Moskou de rollen om. Intussen heeft Truman het niet bij woorden alleen gelaten. Onder goedkeuring van de V.R. hebben de V.St. de politionele actie ingezet. Het Zuid-Koreaanse leger, in paniekstemming voor de Russische monstertanks, is op de vlucht geslagen en generaal Mac Arthur is belast met de taak om, nu de hoofdstad Seoel bezet is en het enige goed bruikbare vliegveld, Kimpo, in handen van de vijand is, met een luchtvloot en met een landingsleger de moed der Zuid-Koreanen te verlevendigen en de Koem-linie te heroveren. Hij achtte zich niet gebonden om zijn activiteit tot bendeen de 38ste breedtegraad te beperken, maar bestookte ook de bases in Noord-Korea zelf. Voorlopig is het nog improvisatie-werk. Dit behoeft geen onrust voor de definitieve uitslag te wekken, want in het verleden is komen vast te staan, dat de V.St. hierin meesters zijn en tenslotte wel de overhand weten te krijgen. Zij hebben de sterkte en het uithoudingsvermogen der Noord-Koreanen onderschat, zij waren te weinig op de hoogte van de klimatologische toestanden in Korea. Dit alles is te overwinnen. Of deze strijd tot een politionele actie beperkt kan blijven, is een vraagteken, zolang het communistische China en de Sovjet-Unie hun kaarten niet op tafel | |
[pagina 531]
| |
hebben gelegd. Gromyko sprak wel dreigende taal en had een onderhoud met de ontboden Britse gezant - waarheen echter gestuurd wordt blijft het geheim van Stalin. Frankrijk beleefde sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn 12de kabinetscrisis. De minister van financiën, Petsche, weigerde in te gaan op het socialistisch voorstel om de salarissen der rijksambtenaren met 3 milliard te verhogen. Bidault verklaarde, dat deze vermeerderde uitgave, gezien de toestand van 's lands financiën, onmogelijk was, waarop aan het kabinet het vertrouwen werd ontzegd door een meerderheid van verschillende oppositie-partijen. Spoedig vond president Auriol de oud-minister Queuille bereid als formateur op te treden en toen Queuille zich in die kwaliteit aan de Assemblée voorstelde, verwierf hij een flinke meerderheid: 360 tegen 195. Toen hij twee en een halve dag later zijn collega's aan de Assemblée presenteerde, werd het 13de kabinet naar huis gestuurd. Na enkele andere informateurs is Guy Mollet aan het werk getogen. De moeilijkheid zit hoofdzakelijk bij de socialisten, die slechts in de regering willen treden, als zij het volle pond krijgen, daarbij meer bezorgd kiezers te winnen dan het land uit de impasse te helpen. | |
NederlandHoe dichter de termijn nadert, waarop een definitieve beslissing over Nieuw-Guinea moet vallen, des te heftiger wordt van Indonesische zijde de propaganda tot aansluiting van dit gebied bij de R.I.S. gevoerd. Sukarno spande Pandit Nehru voor zijn wagen en hield in diens tegenwoordigheid een redevoering te Bandung, waarin hij herhaalde, dat Nieuw-Guinea vóór 1951 in de R.I.S. moet zijn opgenomen. Het werd hoog tijd, dat van Nederlandse zijde tegen dit drijven stelling werd genomen. Minister van Maarseveen heeft in dé Eerste Kamer zijn argumenten gegeven, waarom Nieuw-Guinea onder Nederlands gezag behoort te blijven en wel in het belang vari dat land zelf en volgens de wens van zijn bewoners. Indonesië is volstrekt niet bij machte de taak van Nederland over te nemen. Het heeft zelf nog een groot tekort aan onderwijskrachten, het heeft een achterstand op economisch en op technisch terrein. Een Indonesisch gezag zou een voorlopige stilstand betekenen in de ontwikkeling van dat land. Later kan Nieuw-Guinea in volkomen vrijheid zijn status bepalen, maar wanneer het nu reeds onder Indonesisch gezag kwam te staan, dan zal van de vrijheid voor het bepalen van zijn eigen status niet veel terecht komen. In een adres ondertekend door 627 hoogleraren en andere intellectuelen werden de Staten-Generaal verzocht het behoud van Nieuw-Guinea te bevorderen, zonder inmenging van vreemde mogendheden en zo nodig tijdig in te grijpen, opdat Nederland zich niet wederom voor een in ongunstige zin uitgemaakte zaak ziet geplaatst. Het adres wijst er tevens op, dat de meeste kustpapoea's zijn gekerstend en dat er reden is om aan te nemen, dat onder Nederlands bestuur ook het overige deel der bevolking binnen afzienbare tijd tot het christendom zal worden gebracht. Ook in ander opzicht zijn de Nederlanders door | |
[pagina 532]
| |
hun tropische ervaring en door hun voorgeschiedenis het aangewezen volk om de openlegging ter hand te nemen en het land in de wereld-economie in te schakelen. De Tweede Kamer heeft zich een verhoogde schadeloosstelling toegekend. Zij is van 6000 gulden verhoogd tot 7200 gulden voor hen, die ift Den Haag woonachtig zijn, tot 7800 gulden voor hen, die op minder dan 25 km afstand van Den Haag wonen en tot 8400 gulden voor hen, die nog verder wonen. Het is nooit plezierig zelf de financiële waarde van eigen prestaties te moeten taxeren en nog minder ze zich zelf toe te kennen. Uit het feit echter, dat de communisten er demagogie mee bedreven en het geld toch wel zullen opstrijken, al was het slechts om mét een deel ervan de partijkas te sterken, mag men, afgezien van andere argumenten, die er voor pleiten, aannemen, dat deze verhoging, in de huidige levensomstandigheden en in de veelvuldige werkzaamheden der parlementsleden haar redelijke grond heeft. Men zal niet ontkennen, dat de Tweede Kamer, zeker gedurende deze zomer, hard heeft gewerkt. Zij keurde de 15% huurverhoging goed, zij sprak haar gemotiveerd oordeel uit over de ingediende voorstellen van het ministerie van onderwijs en behandelde nog een groot aantal onderwerpen, van wier opsomming we ons hier kunnen onthouden. Het belangrijkste, zeker van uit politiek oogpunt, was de bespreking van de regeringsverklaring in zake Korea. De regering had besloten bij te dragen tot herstel van de vrede en veiligheid in dat betrokken gebied. Zij overwoog zeestrijdkrachten vrij te maken, om aan de noodzakelijke maatregelen tot dit doel bij te dragen. Behalve de communisten, de heer Welter en enkele anderen, kon de gehele Kamer zich met de regeringsverklaring verenigen, waarvan de practische waarde door de minister-president Drees, gereduceerd werd tot een meer symbolische dan daadwerkelijke betekenis. Voorlopig is alleen 'Hr. Ms. Evertsen' opgedragen zich te voegen bij de andere maritieme strijdkrachten in de wateren van Korea. In Mr A.A.H. Struycken heeft de afgetreden minister van Justitie eindelijk zijn opvolger gevonden. 10-7-'50 K.J.D. | |
BelgieWe zouden niet kunnen zeggen welke de gemiddelde duur was van de regeringscrises sinds 1919; wel dat ze vier tot vijf weken beliep na de bevrijding van 1944. Nu, na dertig jaar, opnieuw een homogene politieke meerderheid uit de stembus te voorschijn is gekomen, duurden de besprekingen, eerst voor de aanduiding van een formateur, en vervolgens voor de samenstelling van de regering, slechts drie dagen. Weliswaar heeft de formateur, de integere en krachtdadige heer Du- vieusart, blijkbaar geen inspanning gedaan, om de stempel van zijn krachtige persoonlijkheid op de nieuwe ploeg te drukken: hij heeft beroep gedaan enerzijds op al de C.V.P.-ministers uit de voorgaande regering, w.o. een paar die allerminst blijk hadden gegeven van bekwaamheid, anderzijds op een stel jongeren, van wie slechts twee voor- | |
[pagina 533]
| |
dien de gelegenheid hebben gehad te bewijzen, dat ze mannen zijn van formaat. De heer Pierre Harmel, thans minister van Openbaar Onderwijs, is een gezagvolle leider geweest voor de Christelijk-Sociale groep in de 2e Kamer; de heer J. Van Houtte, minister van Financiën, geniet een grote faam als professor en fiscale raad. Pas was de homogene regering gevormd, of reeds werd - nl. door de immer ongedurige liberalen - het gerucht verspreid, dat ze binnen een afzienbare tijd voor een bi- of tripartite de plaats zou ruimen. Wellicht om hieraan een einde te maken werd de regeringsverklaring als een vierjarenplan uitgewerkt, waarvan de onvermijdelijke leemten door een gezwollen rhetoriek veeleer verraden dan verborgen waren. Onder de vele merkwaardige gedeelten vermelden wij in de eerste plaats dat wat betrekking heeft op de terugkeer naar de grondwet door het herstel van ééndracht rond de Kroon en van de democratische instellingen, alsook dat gedeelte waar het schoolprobleem behandeld wordt. Eerst worden de princiepen geformuleerd: eerbied voor de normale bevoegdheden van gemeente en provincie, bezorgdheid voor de harmonische ontwikkeling der twee nationale kuituren, consequente toepassing van het pluralisme dat trouwens reeds de empirische grondslag is van het Nationaal Onderwijs in België; vervolgens wordt het doel bepaald: 'aan de ouders niet alleen een theoretische maar ook een werkelijke vrijheid verlenen bij de keuze van de opvoeding die ze aan hun kinderen wensen te geven'. Plechtig wordt aan het slot datgene onderlijnd, wat deze regeringsverklaring een zeer speciaal karakter verleent: 'Ziedaar de richtlijnen welke de Regering in haar actie zal volgen. Zij die ze morgen moeten toepassen, beseffen dat ze getuigenis zullen afleggen van de Christelijke Sociale doctrine in België. Zij zullen trachten deze zware verantwoordelijkheid waardig te blijven'. De regering zal geen ideologisch vacuum verdedigen, maar wel tegenover de communistische levensbeschouwing een christelijke stellen. De bespreking der regeringsverklaring stond niet op een hoog peil. Van Socialistische zijde verdient alleen het optreden van de heer Spinoy de volle aandacht. De gedachten die hij ontwikkelde als gemandateerde spreker, d.i. met de volle instemming van zijn partij, zijn die welke hij in November 1949 op het congres der B.S.P. had verdedigd, doch eigenlijk onder afkeuring van de leider van zijn partijGa naar voetnoot1); in de B.S.P. hebben de voorstanders van de verbreding van de doctrinale grondslag en van de werving onder de middenstanders en boeren blijkbaar het pleit gewonnen. Op de dag zelf van de goedkeuring der regeringsverklaring in de Senaat, werd in het Staatsblad het besluit afgekondigd, waardoor de Verenigde Kamers voor de toepassing van de wet van 19 Juli 1945 opgeroepen worden. De beraadslaging zelf werd de 6e Juli ingezet. Al staat de uitslag, t.w. de vaststelling, dat 'de onmogelijkheid tot regeren van Z.M. Koning Leopold III een einde heeft genomen'Ga naar voetnoot2) nu reeds | |
[pagina 534]
| |
ontwijfelbaar vast - en wel juist om deze reden - meent de oppositie haar toevlucht te moeten nemen tot obstructie en vertragingsmanoeuvres: van de aldus gewonnen tijd moeten de Marxistische syndicaten en actiecomités gebruik maken, om de openbare mening door massademonstraties en stakingen te beïnvloeden. Zo komt het, dat de keuze van het bureau der vergadering een volle zitting, die van de 6e Juli, in beslag heeft genomen, en dat de hele zitting van de 11e Juli aan de goedkeuring van het reglement werd gewijd. In de loop van de eerste dezer zittingen, hebben de linksen zeer ontactisch de diepe reden van hun verzet laten blijken, toen ze met een daverend 'A bas la calotte!' een tussenkomst van de leider der C.V.P.-fractie overschreeuwden. Ondertussen moet de nieuwe regering in vrij ongunstige omstandigheden aan grote moeilijkheden op het stuk der buitenlandse politiek het hoofd bieden. Het feit alleen, dat ze een homogene Christelijke (R.K.) regering is met een uitgesproken Christelijk (R.K.) programma, wekt reeds een ongunstig vooroordeel in de doorgaans protestantse en bovendien links gerichte internationale milieu's. Hier komt bij, dat de socialist Spaak aan wie vanaf 1936 ons buitenlands beleid ononderbroken werd toevertrouwd, mede dank zij de steun der argeloze Katholieken, een sterke positie in de internationale middens heeft verworven, en bij elke gelegenheid linkse personaliteiten naar voren heeft gebracht. Thans worden die invloed en die relaties - volgens de verklaringen van de heer Spaak zelfGa naar voetnoot3) - tegen de huidige regering, m.n. tegen de benijde heer P. van Zeeland uitgespeeld. De heer P. van Zeeland is er niettemin in geslaagd, bij het totstand-brengen van de E.B.U., onze bijdrage - die aanvankelijk op 433 millioen dollar was bepaald - uiteindelijk te doen herleiden tot 176 millioen; hiertegenover komen dan nog 80 millioen dollar giften, alsook de terugbetaling in de e.k. twee jaren van de kredieten tot een bedrag van 6 milliard B.Fr., die we reeds eerder aan de Europese Marshall-heeft 'onze actieve en technisch ongemeen vaardige minister van Buitenlandse Zaken een situatie gered die hoogst nadelig had kunnen worden voor België en Luxemburg'. De terugslag van de sindsdien tot stand gekomen E.B.U. zal dientengevolge op Benelux een gunstige terugslag hebben: zoals wij reeds meermalen hebben aangetoond, is het probleem van het Nederlands deficit ten onzen opzichte gemakkelijker op te lossen in een volledige multilaterale unie. Optimisme met betrekking tot de aanstaande Benelux-conferentie van Oostende is dan ook gewettigd. 7-1950 Th. L. |
|