Streven. Jaargang 3
(1949-1950)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 230]
| |
De Kerkvervolging in TsjechoslowakijeGa naar voetnoot*)DE lijdensweg, die ik ga verhalen, is de geschiedenis van het lijden van medebroeders in het geloof, of beter nog het verhaal van het lijden van onze Heer Jesus Christus in hen. Wie kan zeggen wat zich afspeelt iedere dag opnieuw in hart en ziel van zovele Katholieken achter het ijzeren gordijn. Diep ben ik ervan overtuigd, dat wij de strijd die zij voeren voor het geloof onzer vaderen, onderschatten omdat wij buiten die gewelddadige verdwazing staan. Toch kunnen wij soms dat lijden van elke dag raden, wanneer wij de ontstelde en verwarde ogen zien van een priester, die uit Tsjechoslowakije ontsnapte, en de vertrokken trekken van zijn gelaat. Dan gaan wij begrijpen dat de vervolging daar geen onpersoonlijk en abstract verschijnsel is, maar dat zij zich afspeelt in het vlees en bloed van mensen, in hun lichaam en hun geest, en bovenal in hun christelijke ziel. En dan voelen wij de pijn mee in onze eigen ziel en diep bewogen zouden wij van uit deze Eeuwige Stad een groet willen zenden aan onze gekwelde medebroeders en landgenoten en hun willen toeroepen: 'Zalig zijt gij, die vervolging lijdt om wille van de gerechtigheid, want aan u behoort het rijk der hemelen' (Matt. 5: 10). Laat ons nu van de logica der persoonlijke sympathie overgaan naar de objectieve logica van een artikel. Eerst zullen wij schematisch de godsdienststrijd in Tsjechoslowakije in het afgelopen jaar onder de loupe nemen. Wat was in het bijzonder de tactiek der vervolgers, wat hun doel, hoe waren hun werkwijzen. Na een analyse van deze tactiek, kunnen wij met inzicht de strijd bespreken die nu in deze maanden gevoerd wordt, om tenslotte, zij het slechts met waarschijnlijkheid, vanuit de doelstellingen, die nu duidelijk worden, te achterhalen, hoe de strijd in de toekomst zal uitgroeien. | |
[pagina 231]
| |
van Mgr Andrea Skrábík, bisschop van Bánská Bystrica, hebben de communisten alle middelen benut om zelf het bestuur van het diocees in handen te krijgen. Daarom die heftige aanval op de wettig gekozen vicaris-capitularis met een beroep op de z.g. nieuwe kerkelijke wetten, die het parlement de 14e October van het vorige jaar had aangenomen. Volgens die wetten moet iedere kerkelijke functionaris de toestemming vragen aan de regering. Hoewel het Kapittel twee keer het ministerie voor kerkelijke zaken te Bratislava raadpleegde over de keuze en zijn toestemming vroeg voor de gekozen vicaris, werden de moeilijkheden steeds groter. De vicaris legde zijn functie neer, en het communistische ministerie voor kerkelijke aangelegenheden benoemde zelf een 'progressief' priester voor het bestuur van het diocees. Dit was zelfs in strijd met de nieuwe kerkelijke wetten! Want volgens die wetten mag een kerkelijke functionaris niet benoemd worden zonder medeweten en goedkeuring van de kerkelijke autoriteiten. Zo was dus het bestuur van een katholiek diocees onttrokken aan de Kerk. Dit feit is zeer sprekend en laat duidelijk de opzet zien en de koortsachtige haast van de communisten om de bisschoppen te scheiden van clerus en volk, en om diocees, bisschop, priester en gelovige te scheiden van de paus, van het vaticaan, van Rome. Wij kunnen gerust verklaren, dat de hele strijd van de communisten in Tsechoslowakije een aanval is op de eenheid van de Kerk, die juist zozeer door Christus werd verlangd in de avond voor zijn lijden. Heel de tactiek van het vorig jaar ligt vervat in deze stelregel: maak de Katholieke Kerk bij ons los van paus, bisschoppen en priesters. 'Ik zal de herders slaan en de schapen zullen verstrooid worden'. De Kerk in Tsjechoslowakije moest sterven door verdeeldheid. Men kan verschillende etappes in deze aanval onderscheiden. De eerste wordt het best gekarakteriseerd met deze slagzin: verleid de grote massa van gelovigen en priesters en week ze zo los van paus en bisschoppen. Niet dat de communisten daarin geslaagd zijn, maar het was hun opzet. De tweede etappe was venijniger en kwaadaardiger dan de eerste: men bereidde de z.g. kerkelijke wetten voor, die tot doel hadden, onder voorwendsel van staatstraktementen, heel de katholieke clerus en heel het bestuur en de administratie van de Kerk onder de macht van de staat te brengen. Zo hoopte men dan definitief en voor goed af te rekenen met de paus en de bisschoppen. De derde etappe moest de gelovigen van de priesters scheiden door middel van nieuwe, verplichte wetten betreffende het huwelijk en door de uitvoering van reeds genoemde kerkelijke wetten. De gewelddadige bezetting van het diocees van Bánská Bystrica is hiervan een voorbeeld. | |
[pagina 232]
| |
Het grote schisma wordt voorbereidDe 15e October 1949 schreef 'La Civilta Cattolica': De aanval op de Katholieke Kerk in Tsjechoslowakije is slechts een hoofdstuk uit het grote 'religieus program' dat de kominform de 11e en 12e Februari 1949 opstelde in het Grand-Hotel 'Pupp' te Karlovy Vary. Op deze vergadering heeft de kominform de strijdmethodes tegen het Katholicisme nader vastgelegd, vooral teneinde de godsdienstige opleving in het Heilig Jaar te neutraliseren. Wat betreft de tactiek werd overeengekomen, dat men niet de godsdienstige tendenzen en tradities moest kwetsen, waaraan blijkbaar de volken van de satellietstaten gehecht waren. Men moest daarom het werkplan om hun het atheïsme op te dringen bemantelen in een aannemelijk gewaad. Zo kwam de kominform op de gedachte van een oosterse, katholieke kerk, waarvan Praag het centrum zou zijn. Die gedachte was des te aantrekkelijker, omdat Tsjechoslowakije niet alleen het centrum kon aanbieden, maar zelfs de patriarch in de persoon van Plojhar. Deze directieven verklaren enige mysterieuze onderzoeken in de kathedraal van S. Vitus, en vooral de poging van de regering om een schisma te camoufleren onder de naam van 'katholieke actie'. Natuurlijk moest dit plan met grote omzichtigheid worden uitgevoerd, stilletjesaan, om te voorkomen, dat het volk gewaarschuwd zou worden, en verschrokken zich zou terugtrekken van de ontworpen beweging. En dat niet alleen. Want het communisme wil zich zonder oorlog meester maken van heel Europa door list en door beloften en verzekeringen, dat het niet tegen de Kerk is. Een roekeloze openbaring van de plannen voor een schisma, zou ook tallozen in het Westen, die de communisten voor zich menen te kunnen winnen, de ogen kunnen openen. Het was daarom noodzakelijk de werkelijke machinaties en bedoelingen verborgen te houden. Daarom werd in de volgende maanden voortdurend gesproken over de waarachtige en oprechte wil om met de Kerk tot een vergelijk te komen. Maar de oprechte wil was er alleen bij de bisschoppen. De regering verborg zich wel achter schone zinnen van oprechtheid, in werkelijkheid schond zij of liet zij met steeds grotere geweldpleging de wetten van de Kerk schenden. Enkele feiten, die de Tsjechische bisschoppen zelf opsommen: de 29e April zonden de bisschoppen een herderlijk schrijven, en in het begin van deze brief moesten zij verklaren: 'Omdat Wij geen ander middel hebben om onze gelovigen op de hoogte te brengen van de toenemende beperkingen der religieuze vrijheid van de Katholieke Kerk, daar bijna onze hele drukpers is opgeheven, moeten Wij u op de | |
[pagina 233]
| |
hoogte houden door een rondschrijven....'. Dan gaan zij verder: 'Artikel 18 van de nieuwe constitutie van 9 Mei 1948 garandeert iedereen de vrije meningsuiting. Iedereen kan binnen de grenzen van de wet zijn mening uiten door het gesproken woord, door de pers, of op welke andere wijze dan ook. Die vrijheid, gegarandeerd door de grondwet, geldt niet voor de Tsjechische katholieken'. Vervolgens geven de bisschoppen een lijst van weekbladen en tijdschriften, die opgeheven werden, en zeggen zij over de voorwendsels die als redenen daarvoor werden aangegeven: 'Iedereen kan zich ervan overtuigen, dat dit niet waar is. De werkelijkheid was, dat men op alle mogelijke manieren de katholieke pers geleidelijk tot zwijgen dwong'. - 'Niettegenstaande het feit dat de onderhandelingen weer werden opgenomen, werden de bladen verboden in het overgrote deel van de diocesen, tot zelfs de officiële bisschoppelijke mededelingen toe. Dat is zelfs niet gebeurd onder de Duitse bezetting'. In December 1948 werden in enige katholieke uitgeverijen commissarissen geplaatst en onder voorwendsel van strijd tegen immorele lectuur werden de magazijnen doorzocht. Raceks 'Geschiedenis van Tsjechoslowakije', die klaar lag voor de expeditie, werd vernietigd. 'Ieder boek moet aan preventieve censuur worden onderworpen, hoewel artikel 21 van de grondwet zegt, dat de pers daarvan is uitgesloten. Ook de gebeden zijn aan die voorafgaande censuur onderworpen'. - '11 Juni 1948 was men, wat de wezenlijke punten betreft, in de kerkelijke commissie bij het regeringscomité van centrale actie tot de overeenstemming gekomen, dat de confessionele scholen in stand zouden blijven;.... maar u kunt zelf vaststellen, dat nu (9 April 1949) b.v. in Moravië en Slowakije, geen kerkelijke school meer bestaat, en dat zelfs die scholen zijn gesloten, die uitsluitend bestemd waren voor de opvoeding van de candidaten voor de priesterlijke en religieuse staat. Zo b.v. het aartsbisschoppelijk gymnasium van Kromeríz, het bisschoppelijk gymnasium van Brno, het bisschoppelijk gymnasium van de Jezuïeten te Velehrad, het Salesiaans instituut te Frysták, etc.; op dezelfde wijze worden geleidelijk aan de katholieke scholen in Bohemen geliquideerd'. Het gewetensonderzoek, dat de bisschoppen de regering laten doen, is nog niet afgelopen: 'Zoals ten tijde van de Duitse bezetting onze jeugd gedwongen werd lid te worden van het z.g. 'Kuratorium', zo wordt zij nu met analoge methodes gedwongen om zich te laten inschrijven in de eenheidsjeugdorganisatie om op die manier elke wijze van religieuse opvoeding onmogelijk te maken buiten het verplichte schoolverband. Volgens de gegeven richtlijnen mag onze jeugd niet meer opgevoed worden in eucharistische kringen, wanneer deze buiten | |
[pagina 234]
| |
het kerkgebouw zouden gehouden worden'. De bisschoppen tonen aan, dat dit rechtstreeks in strijd is met de grondwet. 'In veel plaatsen werden zelfs de collectes in de kerken verboden, ofschoon de Kerk, na het van kracht worden van de hervormingsmaatregelen op landbouwgebied, zonder bronnen van inkomsten is, en enkel leeft van de weldadigheid der gelovigen. Ook deze verboden zijn in strijd met artikel 17 van de grondwet'. - 'Opnieuw hebben wij in de kranten gelezen en door de radio de aanvallen gehoord op de H. Vader, die afgeschilderd wordt als een voorstander van het kapitalisme, een vijand van de vrede en van de vrijheid van onze natie.... Wij zelf zijn als uw bisschoppen het mikpunt geworden van een heftige, vijandige campagne, en uitgemaakt voor vijanden van het volk'. En over de onderhandelingen tussen Kerk en staat ten tijde van deze brief, zeggen de bisschoppen: 'Wij herhalen het nogmaals, dat Wij het waren, de bisschoppen en katholieken, die opnieuw de afgebroken onderhandelingen hebben geopend, toen Wij de 19e Januari 1949 aan de heer president Gottwald een delegatie zonden tot dit doel, en hem daarna een memorandum lieten toekomen met onze voorstellen en onze eisen. Het is niet onze schuld, dat de onderhandelingen op een dood punt zijn gelopen, want de bisschopsconferentie van Dolní Smokovec, gehouden op 22 en 23 Maart 1949, moest worden afgebroken, toen vastgesteld werd, dat haar geheimhouding geschonden was, daar er heimelijk een microfoon was opgesteld om de besprekingen van de conferentie zelf af te luisteren'.
Gewelddaden van alle soort, door het episcopaat opgenoemd, en de laaghartigheid van het laatst genoemde machtsmisbruik, bewijzen duidelijk genoeg de kwade wil van de regering. Deze voelde sinds lange tijd haar zwakte tegenover de bisschoppen, en zij was in niet geringe mate gecompromitteerd door de waarheid, door hen bekend gemaakt. Lenin had vroeger reeds de raad gegeven aan zijn volgelingen: als je gecompromitteerd wordt, ga dan over tot de aanval. Dienovereenkomstig trachtten de communisten de bisschoppen zelf voor te stellen als de schuldigen, waardoor men niet tot overeenstemming kon geraken. Zij gingen zelfs in de toepassing van Lenins raad tot in het bespottelijke, toen zij om zich te redden van de beschuldiging een microfoon geplaatst te hebben in de zaal van de bisschopsconferentie, beweerden dat de apostolische nuntiatuur dit had gedaan. Want deze bereidde, volgens de communisten, alle incidenten voor, en wel zo geraffineerd, dat de schuld telkens viel op de regering, opdat de bisschoppen, die nog aarzelden en vertrouwen hadden in de oprechtheid van de over- | |
[pagina 235]
| |
eenkomst, tot de overtuiging zouden gebracht worden dat met zo'n regering elke overeenkomst onmogelijk was. De beschuldiging echter, dat het episcopaat de oorzaak was van de onenigheid gaf aan de communisten de gelegenheid om een plan van overeenkomst met het volk voor te bereiden buiten de bisschoppen om. Er werd een groot schisma van benedenuit voorbereid, toen de poging om het schisma van bovenaf te verwekken jammerlijk mislukt was. Men had echter niet alleen het volk op het oog, ook de clerus wilde men meeslepen, natuurlijk de 'lagere' clerus, die 'vaderlandslievend' was. Heel het staatsapparaat kwam in werking voor de nieuwe onderneming. De 17e Mei waarschuwen de bisschoppen de priesters: 'Men zij er op voorbereid, dat de parochies als ook de afzonderlijke priesters en leken, bezoek krijgen van provocateurs, verkleed als priester, religieus of zuster. Weest op uw hoede'. Zij waarschuwen met name de priesters: 'Het is de bedoeling een nieuwe 'Tsjechisch katholieke kerk' te stichten, of een nieuwe 'Vereniging van de katholieke clerus'. De personen wier naam staat op het appèl, dat voorbereid wordt, zijn bekend. Wij vertrouwen, dat gij geen inlichtingen zult aanvaarden van priesters, die gesuspendeerd, geëxcommuniceerd, of afgevallen zijn'. Inderdaad, onder hen die de geboorte van het grote schisma voorbereidden, waren de minister van Justitie, Cepicka, de afgevallen priester Dr Hub, andere reeds afgevallen, gesuspendeerde of geëxcommuniceerde priesters en ook geestelijken van andere confessies. Intussen rezen kranten en tijdschriften, die zich erop beriepen katholiek te zijn, als paddestoelen uit de grond; zo b.v. een 'Berichtgeving voor de katholieke geestelijkheid', uitgegeven door apostaten en geexcommuniceerden, natuurlijk zonder bisschoppelijke goedkeuring. In hun brief van 28 Mei ontmaskeren de bisschoppen de schijnheiligheid van die pers, en verklaren dat ze niet-katholiek is. In diezelfde brief waarschuwen zij, dat ieder die, op welke wijze ook, medewerkt aan de beknotting van de rechten der Kerk, door dit feit zelf de ban beloopt; ook hij die artikelen en brieven schrijft in tijdschriften, die zulke pogingen ondersteunen. Zij verbieden de priesters te propageren, aan te nemen, of aan te bevelen elk tijdschrift, elke uitgave en elk boek, dat niet uitdrukkelijk is goedgekeurd door de bisschop van het diocees. Maar heel die valse pers richtte zich juist tot de priesters en de katholieken: het was als een openlijk offensief. Intussen werd hard gewerkt om de schismatieke katholieke actie in de wereld te brengen. In de genoemde brief zeggen de bisschoppen zeer duidelijk: 'Men heeft er belang bij om een katholieke actie te vormen buiten de bisschoppen om. Het is verboden aan een dergelijke niet-katholieke vereniging deel te | |
[pagina 236]
| |
nemen. Wie er toch aan deelneemt, zal gestraft worden met kerkelijke straffen'. Zó ver ging de brutale sluwheid van de vijanden van de Kerk, dat zij handtekeningen verzamelden onder de katholieken voor een verzoek aan het episcopaat om de onderhandelingen weer op te nemen met het comité van centrale actie. In diezelfde tijd verklaarde de minister van publieke voorlichting openlijk - op 28 Mei 1949 -, dat de opvoeding van de jeugd volgens marxistische ideologie het monopolie was van de school. Hierop antwoordden de bisschoppen: 'Na deze verklaring zou elke andere poging tot een overeenkomst nutteloos en ijdel zijn. De Kerk kan nooit verzaken aan haar recht om de jeugd op te voeden, zoals geen enkele andere christelijke confessie aan dit recht verzaken kan' (Rondschrijven van 29 Mei 1949). Toen de pseudo-katholieke actie drie dagen oud was, verklaarden de bisschoppen op 7 Juni dat men bezig was een comité op te richten voor de z.g. katholieke actie. 'Dit is echter een schismatieke beweging, waarop dus kerkelijke straffen staan. Waarschuwt hiervoor ook de anderen. Blijft trouw aan uw zuiver religieuze zending. Laat u niet misleiden tot niet-godsdienstige activiteit, vooral niet tot politieke. Blijft trouw aan Christus. Verdedigt de vrijheid van de Kerk, en de vrijheid om Christus' waarheid te prediken zonder menselijk opzicht, of dit een ander bevalt of niet'. | |
'Parturiunt montes, nascitur ridiculus mus''De bergen baren: een belachelijk muisje wordt geboren....'. Met dit gezegde kunnen wij nu wel beginnen, maar in die dagen was het meer om te huilen. Want de communistische propaganda schiep door haar heftige aanvallen in pers en radio en door agenten die de dorpen, parochies en priesters omcirkelden een sfeer van verschrikking, verleiding en verdrukking. Een geestelijke, die erin geslaagd was uit Tsjechoslowakije te ontsnappen, vertelt, dat het leven van een priester toen ongelooflijk zwaar was: hij leefde in een voortdurende verleiding, bedreiging, onveiligheid en onzekerheid over de toekomst; altijd maar moest hij nieuwe antwoorden geven op laaghartige vragen van agenten en circulaires. Naarmate de propaganda toenam en haar ware gezicht toonde, moest ook zijn houding tegenover de nieuwe beweging wel intransigenter worden. De priester die ons zijn indrukken verhaalde, eindigde met deze woorden: 'In die tijd had ik het gevoel, alsof ik liep tussen een onmetelijk hoge muur en een afgrond....'. Wanneer heel deze beweging dan ook is uitgelopen op een eclatante | |
[pagina 237]
| |
overwinning van de Kerk, dan is dit alleen toe te schrijven aan de genade van O.L.H., die in die dagen meer dan ooit streed en werkte in zijn priesters en gelovigen. Op de 10e Juni waren te Praag in de zaal van de 'gedelegeerden' veel priesters en gelovigen samen geroepen onder allerlei voorwendsels. Zo zouden b.v. enkele professoren het probleem bespreken van hogere en lagere scholen. De ware reden was niet bekend gemaakt. Bij het betreden der zaal moest ieder zich aan een 'formaliteit' onderwerpen, en zijn handtekening plaatsen op een presentielijst om aldus te 'bewijzen dat hij deelgenomen had en tegenwoordig was geweest'. Maar tijdens de zitting kwam de aap uit de mouw: de 'katholieke actie' werd gesticht, die de Kerk zou vertegenwoordigen en tegelijkertijd in overeenstemming moest blijven met de staat. Dit was nauwelijks gezegd, of velen stonden op en gingen heen. Toen de vijand zijn nederlaag zag, had hij de euvele moed om de lijst van alle aanwezigen te publiceren als aanhangers van de nieuwe katholieke actie. Dat was echter nog niet genoeg. Hij publiceerde ook rijen namen van priesters, die zich voor de schismatieke beweging verklaard hadden. Die stap leek wel providentieel: zij werd voor de vijand van alle waarheid en licht een grote beschaming. Want door een toeval waren op die lijsten alleen namen vermeld van priesters, die óf nooit gevraagd waren naar hun houding t.o.v. de beweging, óf die openlijk hun instemming hadden geweigerd. Alle priesters hebben voor deze verachtelijke daad en dit vulgaire bedrog openlijk van de preekstoel hun minachting betuigd. Maar de vijanden hebben zich nog erger gecompromitteerd; ook van oude catalogen hadden zij de namen van priesters overgeschreven en gepubliceerd als aanhangers van de 'katholieke actie'. Van sommigen hunner werd een titel of kerkelijke functie opgegeven, die zij nu allang niet meer bezaten; er waren namen onder van Duitse priesters, die reeds lange tijd het land hadden verlaten; zelfs namen van doden stonden op de lijst. De stichting van het grote schisma was mislukt, mislukt ook de propaganda, die moest steunen op de namen van katholieke priesters. Toen de vijand dit moest erkennen, ging hij eindelijk over tot de openlijke aanval: de apostolische nuntiatuur werd beschuldigd van het bedrog met de namen der gestorven priesters! Maar de bisschoppen gingen zonder pardon voort met de onthulling van deze verdere manoeuvres in hun brief van 15 Juni. Deze brief moest in alle kerken van Tsjechoslowakije worden voorgelezen onder bedreiging van kerkelijke straffen. Een citaat hieruit: 'De ernst van de omstandigheden dwingt ons tot een algehele getrouwheid aan de princiepen en de consequenties | |
[pagina 238]
| |
van onze houding. Het gaat in werkelijkheid over een systematische en goed voorbereide en consequent doorgevoerde kerkvervolging in Tsjechoslowakije. Hieraan wordt niets veranderd door de resolutie der conferentie van de z.g. katholieke actie in Obecnídum te Praag, de 10e Juni, ook al wordt daar beleden: trouw aan de Kerk, erkenning van de H. Vader als zichtbaar hoofd van de Kerk met onderwerping aan hem in zaken van geloof en zeden en kerkelijke discipline, en erkenning van de jurisdictie der bisschoppen in zaken van geloof en zeden. Deze conferentie werd in het geheim voorbereid en samengeroepen buiten weten en tegen de wil van het episcopaat; het doel ervan was duidelijk: men wilde de bestuursmacht en de invloed van de bisschoppen nog kleiner maken. Inderdaad waren op deze vergadering hoofdzakelijk betaalde afgevaardigden aanwezig, opgeroepen door het comité voor actie, die voor het merendeel zelf niet wisten waarover het eigenlijk ging, en die er geen idee van hadden, dat van hun handtekeningen op de presentielijsten misbruik zou worden gemaakt voor de zgn. katholieke actie.... Op dezelfde wijze werd misbruik gemaakt van de handtekening van veel priesters om de schijn te wekken, dat zij instemden met de zgn. katholieke actie. Ook hun handtekening werd met list verkregen, onder het motto van: een rechtvaardige overeenkomst, instandhouding van de rechten der Kerk, godsdienstonderricht op school. Zij wilden hiermee niets ondernemen tegen de wil van de bisschoppen; integendeel; zo hoopten zij hun krachten samen te bundelen om een overeenkomst te bereiken, die beantwoordde aan de belangen van de Kerk in de zin van de kerkelijke voorschriften. Deze priesters, voor het merendeel misleid en gedwongen tot het zetten van hun handtekening, handelden niet vrijwillig; zij bewaarden evident hun trouw aan de Kerk en hun gehechtheid aan de bisschoppen, zoals reeds velen publiek en privé hebben verklaard. Veel namen werden niet alleen buiten hun weten gepubliceerd, maar ook tegen hun wil en protest'. En de bisschoppen verklaren duidelijk dat de zgn. katholieke actie door het feit zelf onder de kerkelijke ban is (can. 2334 § 2, en can. 2331 § 2); dat onder diezelfde ban valt de verspreiding ervan in parochie, district of provincie, en dat de lezing van het tijdschrift 'Katolické novimy' 'Katholieke krant' verboden is. Deze katholieke krant werd in de eerste dagen gedrukt in een oplage van 800.000 exemplaren en verspreid op kosten van de staat, hoewel voor de beperking en onderdrukking van de eigenlijke katholieke pers, voorzover zij nog een armzalig bestaan leidde, als reden werd opgegeven het gebrek aan papier. Ook deze door de bisschoppen verboden krant volgde het lot van de katholieke actie. De oplage van 800.000 | |
[pagina 239]
| |
liep in enkele weken terug tot 30.000 en hieronder waren heel weinig abonnementen; de meeste bleven in de kiosken liggen tot het volgende nummer hun plaats innam. De communisten hadden zulk een schaamteloos harde kop, dat zij de 'krant' probeerden te verkopen aan de ingang van de katholieke kerken. Maar het volk was door de bisschoppen en de priesters gewaarschuwd, en boycotte deze Judaspers. Toen de vervolgers na zoveel mislukkingen zagen, dat zij terrein verloren, voelden zij zich gedwongen om een begin te maken met represailles en gewelddadigheden. Nu zij met geestelijke wapenen verslagen waren, begonnen zij de strijd met kerkerstraf, met bedreiging en geweld. Deze wisseling van methode was een zeker teken van hun zwakte: de waarheid won, het recht, het geloof, de Kerk, de heilige moed, bereid om ook kerkerstraf te ondergaan. De politie bewaakte en onderzocht de bisschoppelijke paleizen, priesters die verbonden waren aan de bisschoppelijke curie en aan de leiding van de echte Katholieke Actie werden gevangen genomen. De moedige bisschoppen verheelden niet in hun reeds genoemde brief van 15 Juni 1948, 'dat het beslissende uur van de grote beproeving voor onze dierbare gelovigen en voor onze clerus was aangebroken....'. 'Iedere beproeving komt met Gods toelating en is zeer zeker een bijdrage tot het heil van onze ziel. Het is de gelegenheid om onze trouw aan Christus te bewijzen.... Alle katholieken van heel de wereld zijn met u verenigd. Blijft trouw aan uw bisschoppen, die met u medelijden, en laat u niet aan het wankelen brengen, zelfs niet in die ogenblikken, wanneer hun stem u niet meer zou kunnen bereiken. De Kerk is onvergankelijk, en lijden voor Christus is de hoogste glorie. Laat u niet misleiden door valse profeten, hoedt u voor roofzuchtige wolven in schaapskleren. Laat u niet uitdagen tot onbedachtzame handelingen, waakt en bidt: alle Heiligen van God, die gekerkerd en gemarteld zijt geweest voor Christus, bidt voor ons'. Tegen de valse beweringen van de pers, dat de bisschoppen de schuld zijn van de toestand, stellen zij de daden van de regering. Daaruit blijkt duidelijk aan welke kant de goede wil is. 'Nu is de Kerk beroofd, ontdaan van haast al haar rechten en van haar vrijheid, belasterd, geminacht, vervolgd in het openbaar en in het geheim. Het heiligdom van de familie en het hoogste recht van de ouders om hun kinderen op te voeden worden doelbewust bedreigd. Heel de katholieke pers, op een enkele onbeduidende uitzondering na, is weggevaagd. Zelfs zijn verboden de officiële publicaties van de bisschoppen. De schismatieke 'Berichtgeving voor de katholieke clerus' beijvert zich om door middel van staatsorganen zuiver katholieke zaken te regelen, en | |
[pagina 240]
| |
aldus de bisschoppen weg te werken uit de beoefening van hun bestuursmacht' (ibid.). Zij herinneren aan de algehele censuur, 'de katholieke scholen bestaan haast niet meer,.... de godsdienstleraren worden opnieuw geëxamineerd vanuit het oogpunt van ideologie en krijgen instructies hoe godsdienstonderwijs te geven in materialistische geest.... Iedere andere religieuse opvoeding van de jeugd in verenigingen, Mariacongregaties, eucharistische kringen etc., is op veel plaatsen verboden met bedreiging van straffen.... In theologie-faculteiten en theologie-seminaries zijn lectoren aangesteld voor de zgn. sociale wetenschappen, wier opdracht het is ook geleidelijk aan te bereiken, dat onze theologie-studenten in de materialistische ideologie worden opgevoed. Voortdurend doet men pogingen om de Kerk te beroven van de gebouwen met religieuse bestemming, die ons nog zijn overgebleven, in het bijzonder willen zij alle kloosters bezetten.... De minister van binnenlandse aangelegenheden heeft directieven rondgezonden aan de plaatselijke politie-commandanten, hoe op te treden tegen de Kerk en haar leden. Op enkele plaatsen zijn zelfs de geestelijke oefeningen verboden.... De laatste bisschopsconferentie te Praag werd verstoord door organen van de politie; gedurende die tijd werd het consistorie van Praag bezet door staatscommissarissen, en het aartsbisschoppelijk paleis onder politiecontrole geplaatst, zodat de vrijheid van de voorzitter der bisschopsconferentie beperkt werd.... Veel gelovigen durven niet meer openlijk naar de kerk te gaan uit vrees dat men hen ervan zal beschuldigen reactionnair te zijn, en hen zal bedreigen met verlies van de bestaansmiddelen'. De conclusie der bisschoppen, dat de Kerk vervolgd wordt, en dat er van staatswege geen oprechte wil is tot een overeenkomst, staat op vaste grondslag. Sindsdien richtte de vervolging in pers en radio zich tegen de houding der bisschoppen ten aanzien van de staat: zij zouden niet loyaal staan tegenover de republiek. Om de tactiek van de vervolgers op haar waarde te kunnen schatten is het van belang de afzonderlijke stadia van de beschuldigingen in het oog te houden; terwijl men het ene punt nog verborgen houdt, werpt men het andere voor het grote publiek. Maar de bisschoppen antwoordden met volle zekerheid: 'De loyale houding onzerzijds tegenover de republiek is evident; wij zullen ook steeds trouw blijven aan onze eed. Daarom hebben wij aan onze clerus verzocht zich te onthouden van elke politieke actie, dus a fortiori van iedere illegale activiteit, die tegen de staat zou zijn gericht. Wij kunnen echter niet zwijgen wanneer de rechten van de Kerk brutaal worden geschonden, en er misbruik wordt gemaakt van de politieke macht om haar te bestrijden'. | |
[pagina 241]
| |
In diezelfde brief geven de bisschoppen nogmaals de wezenlijke punten aan voor een mogelijke overeenkomst. Zij vragen eerbied voor de christelijke ideologie en voor de rechten van paus en Kerk; herroeping van alle maatregelen die het godsdienstig leven, de vrijheid en de opvoeding van de jeugd bedreigen en beperken. In het bijzonder verlangen zij, dat de uitgave van de 'Berichtgeving voor de katholieke clerus' gestaakt, en de bovengenoemde bepalingen van het ministerie van binnenlandse zaken worden herroepen; beëindiging van de belemmeringen der godsdienstige oefeningen en functies, en tenslotte, dat men zich zal onthouden van hulp aan de schismatieke katholieke actie. De wil om de Kerk uit te roeien en te scheiden van de bisschoppen werd steeds duidelijker in de schendingen van de rechten der Kerk: het bezetten van het consistorie te Praag werd uitgebreid tot alle consistories; priesters werden bedreigd door de politie, die de voorlezing van de herderlijke brieven in de kerken wilde voorkomen; agenten zwierven door dorpen en steden om te pas en te onpas handtekeningen te verzamelen van priesters en gelovigen als bewijs van hun aanhankelijkheid aan de katholieke actie; sommige priesters werden in de gevangenis geworpen omdat zij de herderlijke brieven hadden voorgelezen, andere werden gestraft met hoge boete. Het was in die dagen, dat de 'katholieke actie' ook door de H. Stoel officieel werd geëxcommuniceerd, 20 Juni 1949. De dag daarna, 21 Juni, onmiddellijk na een ministerraad, herhaalde president Zapotocky, officieel voor de radio het praatje van alle vervolgers: de Kerk zelf was de vervolgster, en de regering kwam op voor de arme vervolgden. Een andere slogan was gevonden om de gewelddadige strijd van de communistische staat tegen de Kerk te bemantelen. Maar de 'katholieke actie' kreeg door de excommunicatie een zware slag. Tot op de dag van vandaag heeft zij ternauwernood een twintigtal priesters voor zich kunnen winnen en daarmee moet zij het doen. Het zijn allemaal personen, die meer het medelijden der bevolking opwekken dan haar bewondering. Het volk ontvlucht en vermijdt hen. Voor de H. Mis en andere godsdienstige aangelegenheden, gaat men naar de dichtsbijzijnde kerk, hoewel dat niet zonder werkelijk gevaar is. Om de door de ban getroffen katholieke actie wat nieuw leven in te blazen, spaarde de regering geen geld. Millioenen werden besteed voor de propaganda. Men organiseerde pelgrimstochten naar de meest beroemde bedevaartplaatsen in Tsjechoslowakije; arbeidersorganisaties etc. waren verplicht een zeker aantal vertegenwoordigers te sturen, middelen van vervoer stonden in grote getale ter beschikking, maar de manifestaties liepen meestal op niets uit. Zo b.v. de laatste meeting van | |
[pagina 242]
| |
de 'katholieke actie' te Svaty Kopecek bij Olomouc, op 2 October 1949. Veertig speciale treinen en 30 autobussen waren voor die gelegenheid gereserveerd, maar slechts twee treinen konden met wat mensen vertrekken, en voor de terugtocht werden de pelgrims verzocht de gewone treinen te gebruiken: heel de propaganda kon slechts een 5 of 6000 mensen bijeen brengen, politie en betaalde claqueurs meegerekend. Het volk, dat nog gelooft, blijft bij zijn priesters en bisschoppen. In Juni liep heel Praag achter aartsbisschop Beran, en zijn redevoeringen van 5 en 6 Juni werden aanleiding tot massa-manifestaties van een onverschrokken en moedig geloof. De tweede redevoering in de kathedraal van Sint Vitus werd uitgefloten door betaalde communisten, die in grote getale de kathedraal waren binnengedrongen; de aartsbisschop kon niet spreken. Over enkele dagen zal hij niet meer kunnen spreken, omdat de politie hem in zijn eigen paleis opsluit als gevangene. Daar leeft hij ingesloten tot de dag van vandaag. De aartsbisschop is in zijn volledige vrijheidsberoving het providentiële symbool van de toestand der Katholieke Kerk in Tsjechoslowakije. Mgr de Liva, die kortgeleden uit Praag verbannen werd, had hem daar bezocht en vond hem in grote geestesrust. Diezelfde rust moge de Kerk in Tsjechoslowakije bewaren, ook al leeft zij nu in de katakomben. Dat zij blij moge zijn en fier, omdat zij 'waardig is bevonden iets te mogen lijden voor de naam van Jesus', maar dat zij ook vol hoop moge zijn zoals de apostelen in het uur van de beproeving. Al deze gewelddadigheden echter plaatsten de communisten in een lastig parket. Hun aanvallen waren moeilijk te rechtvaardigen, temeer daar de grondwet, door henzelf uitgewerkt, al hun daden tegen de Kerk brandmerkte als onwettig en onrechtvaardig. Om aan deze moeilijkheid het hoofd te bieden, komt nu de nieuwe fase: andere kerkelijke wetten worden voorbereid, de Kerk wordt practisch buiten de wet gesteld, haar rechten, wetten en vrijheden zullen niet meer worden erkend; dan kunnen de vervolgers zichzelf en hun komende geweldplegingen verbergen achter de façade van 'recht'. Dat is de strijd die dit jaar gevoerd wordt, waarover in een volgende brief. |
|