Streven. Jaargang 3
(1949-1950)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 510]
| |
Turkije in het spoor van het Westen
| |
[pagina 511]
| |
afkomst werden op korte tijd de vreemde legers uit Turkije verdreven en keerde de orde in het land terug. Een zeldzaam feit: zijn gaven als staatsman bleken zijn militaire kunde te evenaren. Zijn bezielende actie bracht in Turkije een metamorphose teweeg zoals zelden een land onderging. Hij gooide kordaat het roer om van Oost naar West. Over de middelen die hij aanwendde kan worden getwist. Hij regeerde met straffe hand. De bereikte resultaten grenzen aan het ongelooflijke. De ommekeer bestrijkt vrijwel alle gebieden. Nog is het werk van Mustapha Kemal niet geheel voltooid. Na zijn dood, in 1938, werd het met matiger middelen door Ismet Inonu voortgezet. Eén ding is in Turkije ongewijzigd gebleven: de strategische positie: was het de landbrug tussen Europa en Azië, nu is het ook de grensstaat tussen de Oosterse en de Westerse wereld. Wegens haar uitzonderlijke draagwijdte en niet minder wegens haar betekenis voor de Westerse mogendheden, is de Turkse revolutie onze belangstelling overwaard. | |
I. De breuk met de IslamGa naar voetnoot2)Aan de grondslag van het herboren Turkije ligt de breuk met de Islam. Het verschijnsel is zo enig in zijn soort dat het verdient nader te worden omschreven. Telkens als een georganiseerde samenleving met eigen cultuur en levensbeschouwing met overvleugeling of ondergang bedreigd wordt, liggen er voor haar twee wegen open. Ofwel kan ze weerstand bieden aan de superieure tactiek en de nieuwe actiemiddelen van de tegenstrever door koppig vast te houden aan de eigen traditie - al blijkt die dan ook archaïsch te zijn en kennelijk door de feiten achterhaald. Zulk een houding wordt geïllustreerd door de puriteinse Arabische staten, de povere resten van de Islam, die onlangs nog van hun reële onmacht ten overstaan van het jonge Israël hebben blijk gegeven. Dergelijke politiek is uiteraard irrationeel en instinctief en meestal tot mislukking gedoemd. Ofwel kan ze zich laten leiden door de gedachte dat de beste manier om zich tegen het gevaar van een onbekende macht te verdedigen, bestaat in het geheim van die macht te doorgronden en, al was het dan ten koste van eigen traditie, de vijand met zijn eigen wapens | |
[pagina 512]
| |
en tactiek te bestrijden. Deze politiek is natuurlijk veel doelmatiger en steunt op koude redenering veeleer dan op instinct. Het feit dat onder de landen van het nabije Oosten, Turkije de voorkeur heeft gegeven aan laatst genoemde methode schijnt onder meer toe te schrijven aan zijn ligging, op het kruispunt van belangrijke wereldroutes, vlak bij de Zeeëngten en bij Suez, waardoor het, veel meer dan andere aan cosmopolitische invloeden stond blootgesteld. Merkwaardig voor de Turkse ommekeer is echter dat het overnemen van de tactiek en de middelen van de tegenstander tot de uiterste consequenties werd doorgevoerd. Turkije heeft niet alleen zijn grondwet gewijzigd. Het is zo ver gegaan, na het Sultanaat, dat de grondslag was van de politieke structuur van voorheen, ook het Kalifaat, symbool van een eeuwenoude cultuur, en bijgevolg de Islam als staatsgodsdienst definitief af te schaffen. De sluier, met alles wat hij vertegenwoordigt, wordt van het gelaat van de Turkse vrouw af genomen. De mannen werden ertoe gebracht vilten hoeden te dragen die hen beletten de traditionele Mohammedaanse ritus te volbrengen. De wet van de Islam wordt vervangen door het Zwitsers wetboek van burgerlijk recht en door het Italiaanse strafrecht. Het Arabisch schrift wordt voor het Latijns geruild. Het maatschappelijk ideaal wordt verplaatst en handel en nijverheid - voorheen misprezen - op de ereplaats gesteld. Eén verwijt kan tot de Turkse Revolutie worden gericht: dat ze negatief is en niet creatief. Ze is geen scheppende daad geweest, in die zin dat ze de ineenstorting van een oude beschaving schijnt te hebben veroorzaakt, zonder dat ze een nieuwe beschavingsvorm in het leven heeft geroepen. Ze heeft er zich integendeel toe beperkt de vormen van een andere bestaande cultuur over te nemen. Het blijft haar niet geringe verdienste het Turkse volk van de stoffelijke en politieke, ondergang te hebben gered. | |
II. Op weg naar de democratieGa naar voetnoot3)Een zó grondige en zó snelle omschakeling als die van Turkije kon natuurlijk niet anders dan met zeer kordate middelen worden doorgevoerd. De actie van Mustapha Kemal was inderdaad dictatoriaal in haar methodes. Hij was niettemin matig in zijn uiteindelijke doelstellingen. Daartoe volstond reeds dat hij op Westerse maatschappelijke vormen aanstuurde en Azië de rug toekeerde. Zoals Montesquieu | |
[pagina 513]
| |
reeds vaststelde heerst er in Azië een geest van slavernij waarvan het zich nooit heeft kunnen losmaken; in heel de geschiedenis van dit gebied zoekt men te vergeefs één trek die een vrije ziel eigen is: 'On n' y verra jamais que l'héroïsme de la servitude'. Onder het beleid van Mustapha Kemal werd geen andere partij dan de Republikeinse Volkspartij, waarvan hij zelf het hoofd was, getolereerd. Een concessie op dit gebied in 1930 gedaan aan een liberale partij bleek voorbarig. De taak om de overgang naar meer democratische instellingen te verzekeren kwam op Ismet Inonu neer die in 1938 de teugels van het bewind overnam. Reeds in Augustus 1939 verklaarde hij officieel dat oppositiepartijen noodzakelijk waren en dat ze zouden worden toegelaten. De tweede wereldoorlog kwam de uitvoering van deze belofte verhinderen. Heden nog kan Turkije als een politiestaat beschouwd worden. Voortdurend blootgesteld aan de druk van de Sovjet-Unie en steeds op zijn hoede tegen de actie van vijfde colonnes kan het in het nauwelijks tot rust gekomen Turkije ook moeilijk anders. Het jonge Turkije schijnt zich echter duidelijk bewust te zijn van de noodzakelijkheid van een pacifieke grondwettelijke hervorming en haar pogingen om dit doel te bereiken schijnen oprecht. Ze steunen overigens op de overtuiging dat het moeilijk zou zijn een persoonlijkheid te vinden met hetzelfde zedelijk overwicht en dezelfde vaardigheid als de huidige president, die er in slaagde zonder ernstige stoornissen de successie van Mustapha Kemal te aanvaarden en sedertdien van uitzonderlijke soepelheid blijk heeft gegeven. In 1945 drukte hij de wens uit gewoon de titel van President der Republiek te dragen (in tegenstelling met de titel 'Ataturk', d.w.z. vader der Turken, die door Mustapha Kemal gevoerd werd, en met de latere titels van 'Groot Nationaal Leider' en 'Bestendige Supreme Leider'). In 1947 zag hij van de leiding der regeringspartij af. Een oppositiepartij - de democratische - werd in Januari 1946 gesticht; een andere - de nationale - kwam in 1948 tot stand. President Inonu tracht op te treden als neutrale scheidsrechter. Hij verlangt dat de strijd om de macht in Turkije langs grondwettelijke weg gevoerd zou worden. 'De Turkse Natie', zo verklaart hij, 'komt de gevaren van het democratisch stelsel te boven; het land treedt nu in een tijdperk waarin het de vruchten van dit stelsel begint te plukken'. De overgang is natuurlijk traag. De leiders van de Volkspartij achten zich verantwoordelijk voor een succesvol uitvoeren van de Revolutie door Mustapha Kemal ontketend en staan onvermijdelijk | |
[pagina 514]
| |
wantrouwend tegenover partijen waarin volksvreemde elementen met alle middelen trachten binnen te dringen. Doch het proces is voorgoed begonnen en de tijd dat een coalitieregering tot stand zal komen is wellicht niet meer zo ver verwijderd. Intussen wordt ijverig gewerkt aan een nieuw Parlementsgebouw dat, na het Amerikaanse Congresgebouw en na Westminster, het grootste ter wereld zal zijn. En ook dit is niet zonder betekenis. In tegenstelling tot vele andere totalitaire stelsels, schijnt de dictatuur van Mustapha Kemal de weg te hebben geëffend naar vrijere politieke instellingen. Op economisch gebied moet worden vastgesteld dat de staat de sleutelbedrijven beheerst en sterke contrôle uitoefent op de particuliere ondernemingen. Ook dit was onvermijdelijk. De ontvoogding van een op middeleeuwse voet ingerichte economie, de ontwikkeling van de industrie, de mechanisering van de landbouw, de uitbreiding van spoor- en wegennet, de uitrusting van moderne havens, het irrigeren van uitgestrekte gebieden, het droogleggen van moerassen, de bouw van moderne steden, was niet zonder actieve staatsinterventie denkbaar. Doch hier is eveneens een evolutie merkbaar. In Turkije zelf gaan stemmen op ten voordele van de ontwikkeling van de vrije ondernemingen, niet het minst vanwege de nieuwe middenstand die de democratische partij steunt. Een compromis-oplossing die de economische bedrijvigheid gedeeltelijk in staatshanden, gedeeltelijk aan het private initiatief zou overlaten, wordt in het vooruitzicht gesteld. | |
III. In de rangen van het WestenSedert het tot zijn kern is teruggebracht schijnt Turkije definitief van alle expansiedromen te hebben af gezien en blijkt het totaal ongevoelig voor Panislamisme. De zeven arabische staten die na de oorlog 1914-1918 uit afgestaan Turks grondgebied ontstonden, met name Irak, Syrië, Libanon, Palestina, Transjordanië, Saud-Arabië en Yemen, worden met een zeker misprijzen, maar zonder de minste imperialistische neiging behandeld. Het voornaamste en vrijwel het enige doel van het Turkse buitenlands beleid is het handhaven van de politieke onafhankelijkheid en de onschendbaarheid van het grondgebied. In dit opzicht maakt de agressieve houding van de Sovjet-Unie, die moeilijk haar wens kan verhelen om aan de Turkse onafhankelijkheid een einde te maken, vooral de bezorgdheid gaande. | |
[pagina 515]
| |
Nochtans was de eerste diplomatieke daad van het herboren Turkije het sluiten in 1925 van een neutraliteits- en vriendschapsverdrag met de traditionele geallieerde die Rusland was. Twintig jaar later werd dit verdrag door de Sovjet-Unie opgezegd. Intussen was er veel gebeurd. De Sovjet-Unie onderhandelde begin 1941 met Duitsland en deed daarbij aanspraken gelden op de Dardanellen. Die aanspraken werden als bij toverslag teruggetrokken, toen de Duitse legers Rusland binnen vielen. Nauwelijks was de tweede wereldoorlog beëindigd of de Sovjet-Unie gaf uiting aan haar wens, de Turks-Russische grens te herzien; zij eiste daarbij het aanleggen van militaire bases aan de Zeeëngten die, naar haar mening, door beide aan de Zwarte Zee gelegen mogendheden moesten worden verdedigd. Wel bewust dat het daarbij niet zou blijven, is Turkije op deze voorstellen niet ingegaan waarop dan onmiddellijk de Sovjet-propaganda-machine tegen dit land in werking werd gezet. Men heeft aan Turkije zijn neutraliteit tijdens de tweede wereldoorlog verweten. Inderdaad heeft het eerst in 1945 de oorlog aan de As verklaard. Wat zou er echter gebeurd zijn indien het daartoe een paar jaar vroeger was overgegaan? Voor de Turken leed dit geen twijfel: snelle bezetting door de Duitse legers gevolgd door een late bevrijding door het Sovjetleger, met al wat zulk een bevrijding aan gevolgen inhoudt.Ga naar voetnoot4). In verband met de internationale situatie werd door Turkije tijdens de ganse duur van de oorlog een leger van 900.000 man op de been gehouden. Thans nog bevinden zich 400.000 soldaten onder de wapens. De lasten die hiermee gepaard gaan wegen loodzwaar op de Turkse economie. Zij belopen 36 % van het nationale inkomen. Ondanks de grote offers die het zich getroost kan Turkije, indien het op eigen middelen blijft aangewezen, onmogelijk het bastion van het Midden Oosten vormen dat tezelfder tijd de veiligheid aan de grenzen met Bulgarije in het Westen en aan de grenzen met de Sovjet-Unie in het Oosten moet verzekeren, vooral daar de verdediging van deze gebieden wegens gemakkelijke ontschepingsmogelijkheden op de kusten der Zwarte zee zware problemen stelt. Sedert de afkondiging van de Trumandoctrine geniet Turkije, juist wegens de strategische plaats die het in het defensiesysteem van het Westen inneemt, aanzienlijke buitenlandse hulp. Vooreerst in de vorm van kredieten toegestaan hetzij door de Export-Import Bank | |
[pagina 516]
| |
(25 millioen dollars in 1946) hetzij in het raam van de Organisatie voor Europese Economische Coöperatie (50 millioen dollars in 1948), vervolgens in de vorm van Amerikaans oorlogsmateriaal. Dit laatste vooral is van belang, want volgens de Turken vertegenwoordigt bewapening tienmaal zijn nominale waarde. De leveringen bestaan vooral uit vliegtuigen, kanonnen, tanks, voertuigen, materiaal voor wegenen scheepsbouw, seinuitrusting en ook.... de nodige instructeurs. Want in de moderne oorlog volstaan moed, uithoudingsvermogen en tucht (de bekende hoedanigheden van de Turkse soldaat) niet meer. Vakkundig gebruik van de nieuwe wapens is minstens even essentieel. Hier stuit men op het tekort aan technisch geschoolde militairen en, ondanks de merkwaardige vorderingen die reeds werden gemaakt, op een Turks leger dat nog steeds voor de helft uit analphabeten bestaat. Toch werden op het gebied van de wegenbouw, het aanleggen van vliegvelden en de uitrusting van het leger tastbare resultaten bereikt. De U.S.A. hopen in 1951 veertig gemotoriseerde divisies en 600 vliegtuigen gereed te hebben om, indien het nodig mocht zijn, een eventuele aanvaller de weg naar de Perzische Golf en naar Suez te versperren. Een lastig vraagstuk levert de bevoorrading van het leger op. Istanboel en Izmir zouden in dit opzicht weinig nut opleveren: de kans is groot dat ze moeilijk te benaderen zouden zijn. Iskandéroun (Alexandrette) waar tijdens de tweede wereldoorlog een moderne haven door de Britten gebouwd werd, zou waarschijnlijk de belangrijkste aanvoerhaven worden.Ga naar voetnoot5) De militaire inspanningen die Turkije zich getroost en de militaire hulp van Amerikaanse zijde, schijnen ondanks alles, nauwelijks toereikend om een doelmatige defensie te organiseren. Daarom werd einde 1948 de mogelijkheid overwogen van een Oriënt-pact dat de volkeren van het Middellandse zeegebied, van het Nabije en Midden Oosten tot militaire samenwerking zou brengen. Meningsverschillen tussen de betrokken landen, de gecompliceerde vraagstukken en verhoudingen van het Midden Oosten (bestaande vriendschapsverdragen; diverse houdingen t.o.v. Israël; militaire zwakte van de Arabische staten, enz.) hebben dit tot nog toe belet.Ga naar voetnoot6) Pogingen om deel uit te maken van het veiligheidssysteem in het raam van het Atlantisch Pact werden tot nog toe evenmin met succes bekroond. | |
[pagina 517]
| |
IV. De Geest van EuropaHet programma van de Kemalistische beweging, waarop heel de Turkse omwenteling steunt, vertoont vier hoofdkenmerken: het is revolutionnair, republikeins, nationalistisch en laïcistisch. Men kan betreuren dat de omwenteling, die het overschakelen naar Westerse instellingen en het overnemen van de Westerse techniek ten doel had - en daarbij zonder aarzelen het eigen geestelijk verleden, de Islam, heeft afgezworen - niet gevoerd heeft tot de logische daad die het revolutionnair proces moest voltrekken, met name het erkennen van de grondslagen en van de bron zelve van de Europse cultuur: de Christelijke beschaving. Dit tekort is des te meer verontrustend daar het aldus ontstane ideologisch vacuum de jonge Republiek hulpeloos schijnt over te leveren aan de druk van de agressieve communistische mystiek die, uiteraard, alleen met actieve geestelijke middelen kan worden bestreden. De enige lichtzijde - maar zij is in andere opzichten niet minder verontrustend - is het feit dat de geest die Europa specifiek eigen is, niet meer zozeer als voorheen op het beleden geloof der voorvaderen steunt - hoe diep hij er ook in wortelt: 'Men zegt dat het geestelijk fundament van Europa bestaat in het Christendom, de eerbied voor het recht, een bepaalde opvatting omtrent de menselijke persoonlijkheid. Maar als wij van Europa moeten uitsluiten allen die zich formeel hebben losgemaakt van het geloof en de christelijke zeden, voorts partisanen van totalitaire stelsels die nu al bijna dertig jaar zonder enige scrupules de beginselen van de politieke vrijheid of van de gewetensvrijheid in Europa onder de voet hebben gelopen, en tenslotte de millioenen communisten die beslist niet dezelfde opvatting over de mens hebben als de christenen en de rationalisten, hoeveel blijven er dan nog over om onze definitie van de Europese geest waar te maken? Ik weet dat men 'christendom' en 'opvatting omtrent de mens' in een zeer wijde zin kan nemen, zo wijd dat de termen niet veel meer zeggen. Zou de karakteristieke trek van de huidige Europeaan niet veeleer een negatief element zijn, iets wat niet, of niet in dezelfde mate te vinden is bij de Rus, de Amerikaan, de Chinees, de Indiër, de Arabier; ik bedoel de onrust, het angstig zoeken naar recht en waarheid, het ontbreken van zekerheid, het verzet tegen idolen, het twijfelen aan alle waarden?'Ga naar voetnoot7). 'Europa is een constructie van de mens, iets kunstmatigs...... Op | |
[pagina 518]
| |
deze plek van het heelal is er een ongeëvenaarde verbinding van activiteitsdrang en practisch verstand, waaraan al het overige zich ten slotte gewonnen moest geven'Ga naar voetnoot8). Indien de geest van Europa zó kan gedefinieerd worden dan levert daarvan de Turkse omwenteling wel een zeer typische illustratie. Het Turkse volk immers weigerde zich te plooien naar een lot dat volgens alle wetten van het historisch determinisme bezegeld scheen; het geloofde aan het vermogen van de mens om de loop der gebeurtenissen te wijzigen; het verloochende de Islam dat zijn krachten sloopte; het schrok niet terug voor de herziening van alle maatschappelijke waarden. Het vond ten slotte zich zelf terug: een volk begaafd met de eigenschappen der Noorderlingen: moed, tucht, volharding en aanpassingsvermogen. Dit alles ligt zo zeer in de lijn van de beste Europese traditie dat men geneigd zou zijn het als een les en een aansporing voor het oude Europa zelf te gaan beschouwen. Zoals Turkije het zieke rijk was, is Europa thans het zieke continent. Zoals Turkije was het blootgesteld aan invloeden en ambities van buiten en van binnen wordt het door ontbindende kraachten aangetast. Evenzeer als Turkije behoeft het hernieuwing, krachtige leiding, gedurfde hervormingen, sociale, economische, staatsrechtelijke, - die noodzakelijk met zware offers gepaard gaan, daarin begrepen het prijsgeven van het prestige van een roemrijk nationaal verleden. Daar ligt de gemakkelijk uit te stippelen, maar moeilijk te betreden weg die - getuige het herboren Turkije - tot de redding kan voeren. 'De christenen wier traditionele gedachtengang toch nog het geweten van veel Europeanen doordringt, kunnen in deze omvorming een inspirerende, katalyserende zo men wil, maar in elk geval een beslissende rol spelen'Ga naar voetnoot9). |
|