dogmatisch isolationisme. Zij behoort zich los te maken uit deze afzondering om in vruchtbaar overleg te treden met andere Christelijke groeperingen. Hiertoe zou alleen nodig zijn het opgeven van 'niet-essentiele' geloofspunten. Het Heilige Jaar lijkt een gunstige gelegenheid voor een gebaar van Rome, het opgeven van het dogmatisch isolement, waarbij het tevens wenselijk zou zijn, indien Rome afzag van de verouderde post-reformatorische polemische methoden en niet langer haar toevlucht nam tot decreten en verwijtende vermaningen doch tot vriéndelijke overredingskracht. (Hier hebben we de Gentleman weer!).
Aanstonds na het verschijnen van bovengenoemd artikel ontving The Times een stroom van brieven waarvan het blad enige weken achtereen de beste publiceerde. Het debat splitste zich aanstonds in twee onderdelen, namelijk in het probleem der hereniging en het probleem van samenwerking op terreinen waar geloofsverschillen samenwerking niet bij voorbaat buiten sloten. Met betrekking tot het eerste probleem maakten Katholieke deelnemers aan de polemiek het onweerlegbaar duidelijk, dat alle compromis in geloofszaken uitgesloten is, en vele Anglikanen toonden dat zij dit standpunt, zij het dan ook dikwijls met grote tegenzin en niet zonder bitterheid, moesten aanvaarden. Het meest onomwonden werd het Katholieke standpunt uiteengezet door George Andrew Beck, Coadjutor-Bisschop van Brentford, die tevens duidelijk maakte, dat het onmogelijk was een onderscheid te maken tussen 'essentiële' en 'niet essentiële' punten in de Katholieke geloofsleer. Evenals alle andere Katholieken en meerdere van de Anglikaanse deelnemers aan het debat komt Bisschop Beek tot de conclusie dat hereniging op grond van een compromis van Rome voor immer uitgesloten moet worden geacht en dat de bestaande goede wil aan beide kanten zich alleen zal kunnen manifesteren door samenwerking op het practische terrein van sociale, economische en internationale zaken. Op grond van een rijke ervaring voegt de bisschop hier evenwel aan toe, dat dit soort samenwerking in de praktijk, althans in Engeland, zelden tot resultaten pleegt te leiden.
The Times zelf trok in een hoofdartikel van 29 November, bijna een maand na het verschijnen van het artikel dat aanleiding vormde tot de discussie, enige conclusies uit de lange polemiek. Het blad beseft en verklaart dat het onmiskenbaar duidelijk is geworden dat een compromis in geloofszaken voor de Katholieke Kerk slechts mogelijk is ten koste van haar geloofs-integriteit. 'In vele fundamentele kwesties van geloof en zeden bestaat tussen de Kerk van Rome en de andere Westerse Kerken een kloof welke logisch niet overbrugbaar is'. Doch het blad besluit zeer terecht dat het niet anders dan nuttig kan zijn, indien besprekingen zouden plaats vinden waarin een groter besef voor elkanders geloofsstandpunt zou kunnen worden bevorderd door openhartige discussies over meningsverschillen; en voorts dat men, ondanks de weinig bemoedigende ervaring, toch moet trachten op practisch terrein zoveel mogelijk samen te werken. De discussies in de kolommen van The Times hebben zoveel belangstelling gewekt in geheel Engeland dat de redactie besloten heeft het oorspronkelijk artikel met de volgende polemiek en het eigen hoofdartikel van 29 November te doen verspreiden in de vorm van een brochure.
De polemiek, welke ook aanleiding is geworden tot vele artikelen en brieven in andere, vooral Katholieke weekbladen, heeft nog één aspect dat voor buitenlandse Katholieken van groot belang is, willen zij zich een juist denk-beeld kunnen vormen omtrent de staat van zaken met betrekking tot de kwestie der hereniging in Engeland. De meest opvallende manifestatie van het Anglikaanse heimwee naar de Oude Kerk was de lange bespreking welke in de jaren 1922-1926 plaats vond te Mechelen onder het gezamenlijk patro-