Streven. Jaargang 3
(1949-1950)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 193]
| |
Politiek OverzichtInternationaalDE 'Adviserende Vergadering' of het 'Europeesch Parlement' heeft op 8 September zijn eerste zitting te Straatsburg beëindigd. Deze precaire poging Europa tot een nauwere eenheid te maken, is niet volkomen vruchteloos geweest. Van betekenis is, dat deze Assemblée haar zelfstandigheid tegenover de Raad der Ministers geconsolideerd heeft en dat haar 'aanbevelingen' in de verschillende volksvertegenwoordigingen ter sprake zullen worden gebracht. Verder is vastgelegd, dat een supranationaal Gerechtshof zal optreden voor de bescherming van de rechten van de mens. De rapporteur der juridische commissie, Teitgen, had een twaalftal mensenrechten, die beschermd konden worden, voorgesteld. Bij de bespreking ervan kwam het ideologisch verschil tussen de verschillende stromingen om de hoek kijken. Met 43 tegen 40 stemmen werd het voorrangsrecht der ouders op de opvoeding van hun kinderen en het recht van eigendom geschrapt en naar de juridische commissie teruggezonden. Deze punten kunnen echter eerst bij de volgende zitting opnieuw in behandeling komen. Met voldoening sloot de voorzitter Spaak de bijeenkomst, verklarend dat 'deze dag een belangrijke datum is geworden in de geschiedenis van Europa en dat het bewijs voor de mogelijkheid van de Verenigde Staten van Europa geleverd is.' Eveneens op 8 Sept. had te Bonn de eerste bijeenkomst plaats van de nieuw gekozen Bondsdag. Tot voorzitter werd gekozen de christen-democraat, Dr Erich Koehler, die de hoop uitsprak, dat het West-Duitse parlement vroeg of laat een parlement voor geheel Duitsland zou worden. Hij betuigde dat Duitsland met hoofd en met hart aan Europa wilde medewerken, dat het Duitse volk niets liever dan de vrede wenste en hij hoopte dat een nieuw Duitsland van recht en rechtvaardigheid zou mogen verrijzen. Op 12 Sept. had de verkiezing plaats van de Duitse Bondspresident. Overeenkomstig de grondwet namen naast de 402 gekozen afgevaardigden, nog 402 vertegenwoordigers van de 11 aangesloten Länder aan deze keuze deel. Bij tweede stemming verkreeg de vrije democraat, Theodor Heuss, met 416 tegen 312 stemmen de absolute meerderheid op zijn tegencandidaat, de socialist Schumacher. Als onverdacht tegenstander van Hitler en zijn regiem geniet Heuss het vertrouwen van het buitenland. De Rijkskanselier, Adenauer, vormde een coalitie-regering, bestaande uit leden van de C.D.U., de Vrije Democraten en de Duitse Partij. Van de veertien portefeuilles viel er één ten deel aan de bekende Jacob Kaiser, op wien als minister van Duitse Zaken, o.a. de taak rust met de Sovjet-zone te onderhandelen. In zijn regeringsverklaring toonde zich de Bondskanselier vriendelijker voor Frankrijk dan voor de Sovjet. Wat de Oost-zône betreft, verklaarde hij, dat onder geen enkele omstandigheid Duitsland zich zou kunnen neerleggen bij de bezetting van deze gebieden door Rusland en door | |
[pagina 194]
| |
Polen. Hij kwam op tegen de onderdrukking, waaronder de Duitsers te lijden hebben en tegen het uitwijzen van zijn landgenoten uit de door Polen bezette districten en eiste de terugkeer van millioenen krijgsgevangenen, die in de Sovjet-Unie worden vastgehouden. Ten opzichte van Frankrijk wees hij op de noodzaak van vriendschap tussen beide landen en hij erkende, dat Frankrijk economisch zeer veel belang had bij het Saargebied, dat echter in vrijheid over zijn eigen toekomst zou moeten beslissen. Omtrent de binnenlandse toestand deelde hij mede, dat de 'zuivering' beëindigd was en dat de regering amnestie zou overwegen voor vergrijpen tijdens de oorlog gepleegd. Vooral met de eerste uitlating van de kanselier over de Sovjet was de communistenleider, Max Reimann, het niet eens. Hij beweerde, dat Adenauer een koloniaal bestuur onder buitenlands gezag voerde en dat de grenzen, door de Sovjet eigenmachtig getrokken, 'grenzen des vredes' waren. Van uiterst rechts maakte Ewers een aantal misplaatste opmerkingen. De verwarring werd nog intenser, toen plotseling twee pas uit Russische gevangenschap teruggekeerde soldaten, geen afgevaardigden, die op raadselachtige wijze in de vergadering waren doorgedrongen of toegelaten, van hun trieste ervaringen in de kampen van zwijgzaamheid een relaas aflegden. Met grote moeite slaagde de voorzitter er in het tumult te bedaren. Een 'raad van Ouderen' zal trachten te achterhalen, hoe deze ondemocratische onregelmatigheden zijn ontstaan en middelen beramen om deze te voorkomen. In Tsjechoslowakije is de kerkvervolging op volle toeren. De primaat, Mgr Beran, staat dag en nach onder strenge bewaking en mag zijn paleis niet verlaten. Mgr Matocha, die in waardigheid op hem volgt, verkeert in ongeveer dezelfde toestand. Van de overige geestelijken werd een loyaliteits-verklaring gevorderd met het uitzicht, dat hun salaris verhoogd zal worden. Regeringsagenten verlenen dispensaties en verrichten functies, die uitsluitend aan de Kerk zijn voorbehouden. In de seminaries moeten lezingen gehouden worden om de seminaristen beter in te lichten over de aard van een volksdemocratie. De minister van Justitie, Cepicka, schoonzoon van Gottwald, zal zijn best doen om de godsdienst een 'progressief' en niet een reactionnair onderdeel van het leven te maken. Met andere woorden: de Kerk moet een gewillig instrument worden in handen van de staat. Tegen dit streven heeft niet alleen Mgr Beran zijn waarschuwende stem doen horen. Alle overige Tsjechoslowaakse bisschoppen, te Trnava bijeengekomen, hebben een scherp memorandum aan de regering gericht, waarin zij zich bezorgd tonen over de schismatieke, door de regering geïnspireerde 'Katholieke Actie'. Zij verlangen, dat de regering terugkomt van haar vervolgings-politiek. Zij kunnen slechts trouw aan de staat beloven, als de godsdienstvrijheid gewaarborgd en het pauselijk gezag in kerkelijke zaken erkend wordt. Ook de lagere geestelijkheid weigert in te gaan op de verleiding. Zij heeft voor het grootste deel verklaard, dat zij haar kerkelijke bediening slechts zal aanvaarden uit handen van een vrijelijk beslissende kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder. Katholieke lekenonderwijzers hebben doen weten, dat zij wat het godsdienstonderwijs op de scholen betreft, zich niet zullen onderwerpen aan de jurisdictie van de regering. De Algemene Vergadering van de V.N. hernam op 20 September haar werkzaamheid. Van de acht punten, die zij op haar agenda heeft staan, zijn de meest actuele: het toezicht op de atoomenergie, de internationalisatie | |
[pagina 195]
| |
van het bestuur over Jerusalem met de bescherming der heilige plaatsen en de mensenrechten in Bulgarije, Hongarije en Roemenië. De mededeling van Truman, dat in de Sovjet-Unie een atoomexplosie heeft plaats gehad, heeft over een groot deel van de wereld een paniekstemming gebracht. Alsof er niets aan de hand was, sprak Visjinsky bijna tegelijkertijd in de V.N.-vergadering over het onvoorwaardelijk verbieden van atoomwapens, zonder zich voor zijn land bereid te verklaren zich aan een internationale contrôle daaromtrent te onderwerpen. Het persbureau 'Tass' gaf toe, dat Rusland sedert 1947 een atoomwapen heeft, er bij voegend: 'er is niet de minste reden tot ongerustheid'. Men kent echter de waarde van zulke verzekeringen, wanneer zij uit de Sovjet komen. Dezelfde regering immers ontkende, dat de mensenrechten in haar satellietstaten geschonden werden, hoewel de berichten, die uit deze landen doorsijpelen duidelijk het tegendeel demonstreren. Bevin demaskeerde de Sovjet-huichelarij met de woorden: 'Geen land heeft met groter succes zijn imperialistisch beleid onder een nieuwe vermomming uitgevoerd dan de Sovjet-Unie. In de onderstebovengedraaide taal der Sovjet-diplomatie betekent democratie de dictatuur van de communistische partij, godsdienstvrijheid vervolging en burgerlijke vrijheid het bewind van de geheime politie.' En wat de verhouding tot Tito betreft, klaagde de Zuid-Slavische minister van buitenlandse zaken, Ed. Kardelj, het Kremlin aan, dat het tussen 1 Juli 1948 en 1 September 1949 219 grensincidenten had uitgelokt om onrust en beroering in zijn land te verwekken. De vredestaal, die Moskou spreekt loochent het in zijn daden. De spanning tussen deze landen is verergerd doordat Moskou het verdrag van vriendschap en samenwerking van 1945 heeft opgezegd. Een gevolg van de bekendmaking omtrent de Russische atoomexplosie is geweest, dat het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden van zijn dwaling is teruggekeerd en zijn korting op het militaire hulpprogram voor de leden van het Atlantisch Pact heeft ingeslikt. Het bedrag van 1,314,010,00 dollar, oorspronkelijk door Truman voorgesteld, blijft ter hunner beschikking. Een niet minder onaangename verrassing dan de atoombom was de mededeling, die Sir Stafford Cripps 18 Sept. aflegde, dat Engeland met 30½ % tegenover de dollar devalueerde, een besluit, dat noodgedwongen door alle sterlinglanden onmiddellijk werd nagevolgd. Churchill verweet in het Lagerhuis, de regering, dat zij een voortdurend financieel wanbeheer had gevoerd door in vier volle jaren 16 milliard pond sterling uit te geven, wat zeker viermaal te veel was. Evenmin kon hij bewondering hebben voor de wijze, waarop deze waardevermindering tot stand was gekomen: 'over de andere landen was ruwweg heengelopen en zij zijn ternauwernood geraadpleegd'. De Labourmeerderheid stond echter achter Cripps en de motie van wantrouwen, door de conservatieven ingediend, maakte geen kans. | |
NederlandVan de Conferentie in Den Haag is qua 'Ronde Tafel' nog niets terecht gekomen. Aan besprekingen was geen gebrek, maar zij geschiedden in commissies, subcommissies, afdelingen en hoofdzakelijk in informele bijeenkomsten van de prominente leden der delegaties. Het zwaartepunt lag in het verschil van opvatting over de toekomstige Unie. Zal zij een 'zware' of een 'lichte' moeten worden? Verder in de regeling der economische en | |
[pagina 196]
| |
monetaire gevolgen, die na de souvereiniteitsoverdracht zullen intreden. Van Nederlandse zijde wil men de consequenties tijdig onder de ogen zien en vastleggen. Van Indonesische zijde zijn deze zaken bijkomstigheden, die met verloop van tijd vanzelf hun oplossing zullen vinden. Om na drie weken praten uit de impasse te geraken besloot de Centrale Commissie op 17 en 18 September een ongedwongen bijeenkomst te houden op een plek, die meer vergezichten bood dan het Nederlandse polderland, waar men tevens door geen journalisten kon worden lastig gevallen. Daarvoor was uitgekozen het prachtige hotel, gelegen op de historische citadel van Namen. Als resultaat van deze informele besprekingen werd een 'bevredigende vooruitgang' bekend gemaakt. Na de terugkeer van de Centrale Commissie in Den Haag togen de drie delegaties aan het werk en werden het, juist een maand na opening van de R.T.C., op 23 September eens over het karakter van het Uniestatuut, over de positie en de functie van het hoofd der Unie, over de taak en de samenstelling van de conferenties van de ministers der deelstaten, welke op geregelde tijden zullen worden gehouden, over de taak en de samenstelling van het Hof van Arbitrage van de Unie en over het contact en de geregelde samenwerking tussen de parlementen van de deelgenoten. Hoe deze vijf punten formeel zijn vastgelegd, daarover is thans nog geen officiële mededeling verstrekt. Volgens een waarnemer, zou de functie van het hoofd der Unie bestaan 'in een bepaalde rol' bij het totstandkomen van de besluiten der conferenties van ministers en bij de benoeming van de leden van het Hof van Arbitrage. De ministers zouden slechts bij eenstemmigheid kunnen beslissen en er zou een gelijk getal ministers zijn van beide zijden. Zij zouden slechts die onderwerpen kunnen bespreken, die als van gemeenschappelijk belang worden geacht, nl. samenwerking inzake buitenlandse betrekkingen, defensie, financiën, alsmede onderwerpen van economische en culturele aard. De reactie in Indonesië was niet zodanig als men zou verwacht hebben. Sukarno ontkende, dat te Namen een overeenkomst was bereikt. Hij beschouwde het daar behandelde meer als een 'meeting of minds'. De plotselinge overkomst van Palar, die te Lake Success de grote tegenstander van Van Royen was geweest, voorspelde weinig goeds en de eerste woorden, die hij te Schiphol sprak, getuigden van een zeer beperkt optimisme. Internationaal, zo herinnerde hij, staan wij sterk. De basis van de R.T.C. is een 'complete transfer'. 'Mijn indruk is, dat het streven van Nederland door druk van haar (sic) zijde bij de besprekingen over de financieel-economische problemen gericht is op het bereiken van een gecamoufleerde souvereiniteit over Indonesië. Wij zullen dit ten sterkste afwijzen en mijn standpunt is het standpunt van onze delegatie'. Deze onvriendelijke woorden bewijzen, dat het door Nederland gegeven vertrouwen niet op dezelfde wijze beantwoord wordt. In hoeverre de “waardevolle belangen” der minderheden, de bewoners van de Minahassa, de Molukken en Timor, die buiten de vorming van de R.I.S. wensen te blijven, behartigd zullen worden, is onduidelijk. Blijkens een bijeenkomst 19 Sept. in 'Musis Sacrum' te Arnhem zijn deze getrouwen niet gerust over hun toekomstig lot. Op 20 September opende H.M. Koningin Juliana de nieuwe zitting van de Staten-Generaal met een troonrede, die allesbehalve opwekkend was. | |
[pagina 197]
| |
Dat de begroting voor de eerste maal sinds de wereldoorlog sluitend is, zou voldoening kunnen wekken, als niet tevens gewaarschuwd werd, dat de uitgaven en de dekkingsmiddelen op een abnormaal hoog niveau lagen. De N.R.C. typeert dan ook deze woorden, als een appèl van de regering aan ons volk om de tanden op elkaar te zetten. 'Moge het door de nodige zelftucht aan deze oproep gehoor geven, in het besef dat inderdaad ons volksbestaan op het spel staat.' 1.10.49 K.J.D. | |
BelgieDe Heer Eyskens werd in de voorbije weken door de ironie van het lot niet gespaard: hij, de sociaal-denkende, werd genoopt na zoveel jaren opnieuw aan te knopen aan de traditie van de Katholiek-Liberale ministeries uit de periode 1918-1940; hij, de besliste verdediger van de muntstabiliteit, zal voortaan in één adem worden genoemd met Jaspar en Van Zeeland, aan wie de ontwaarding van de munt zich respectievelijk in October 1926 en in Maart 1935 heeft opgedrongen. De huidige devaluatie onderscheidt zich evenwel van de voorgaande, onder meer door het feit dat het kan betwijfeld worden, of ze zich ditmaal inderdaad hééft opgedrongen. Van technisch standpunt gezien, heel zeker niet. Van een economisch standpunt uit - ware de politieke constellatie een andere geweest - wellicht ook niet: een druk op de binnenlandse prijzen had evengoed een verlaging van onze prijzen bij de uitvoer, dientengevolge de garantie van onze concurrentiemogelijkheden, kunnen teweeg brengen. Met de liberalen aan het bewind kon zulk een politiek niet eens overwogen worden, zodat met de liberaal als partner alleen de devaluatie overbleef. 'En réalité, la dévalutation du franc belge n'a rien de dramatique' - aldus de chroniqueur wiens beschouwingen wij tot de onze makenGa naar voetnoot1. - 'Mais elle traduit un principe dangereux, celui du retour offensif du régime capitaliste'. Hieraan dient evenwel toegevoegd, dat de bewuste heropflakkering van het kapitalisme aan de socialistische kleinmoedigheid - of was het socialistisch machiavellisme? - in Augustus j.l. te wijten is. Al de gevolgen van de onverhoedse ontwaarding van het pond sterling, die gerust een financieel Duinkerken mag genoemd worden, zullen niet even slecht zijn. Zo wordt b.v. gehoopt, dat de diepe devaluatie van de gulden, die het pond sterling in zijn lot heeft gevolgd, de betalingsmoeilijkheden van Nederland met de B.L.E.U. in een niet onaanzienlijke mate zal reduceren. Ook werd te den Haag reeds op 5 October een overeenkomst geparafeerd, krachtens welke de Benelux-Voorunie met terugwerkende kracht op 1 October in werking zal treden. Dientengevolge zal 30 % van het goederenverkeer vrijgemaakt worden, terwijl, wat betreft de uitvoer van textielwaren naar Nederland en de invoer van landbouwproducten in België, een beperkt protectionisme zal gehandhaafd blijven. Het ware voorzeker onvoorzichtig geweest, op de eis van het F.I.B. (Verbond der Belgische Nijverheid) in te gaan: 'onmiddellijke, algehele en wederzijdse vrijmaking van het goederenverkeer', zolang het vrije intereuropese ruilverkeer en de vrije omwisselbaarheid der munten niet zijn hersteld. België werkte bijgevolg | |
[pagina 198]
| |
niet slechts voor Europa in het algemeen, doch meer bepaald reeds voor Benelux, toen het in uitvoering van de beslissingen van de E.O.E.S. (13 Augustus), een lijst van goederen indiende, voor welke het aan de andere leden van de organisatie een systeem van vrije invoer toestaat; te meer daar het bovendien bepaalde - in tegenstelling tot de overige leden der E.O.E.S. - dat het voornemens was, 'zonder het resultaat der onderhandelingen met het oog op het vastleggen van een wederkerigheid af te wachten, het stelsel van de vrije invoer (...) toe te passen van de 1ste October af en voor een tijdsbestek van zes maanden.' (Persconferentie van Minister Duvieusart op 30 September). De wederopbouw van Europa wordt helaas meer in één vóóroorlogse dan wel in een nàoorlogse psychose voortgezet. Op 17 September kwamen de ondertekenaars van het Atlantisch Pact te Washington bijeen, onder het voorzitterschap van Dean Acheson. Zij keurden de afbakening van de vijf verdedigingsgebieden goed. Men weet dat de generale staf uit vertegenwoordigers van de U.S.A., het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk bestaan zal, met uitsluiting van vertegenwoordigers der kleine mogendheden. De man in de straat en - wij hopen het ten minste - de Minister van Landsverdediging, zullen dit niet zo vanzelfsprekend achten als luitenant-generaal Baele, hoofd van de Belgische Generale Staf! De groten en middel-groten hebben reeds te veel blijken van een niets ontziend egoïsme gegeven, dan dat de kleinen ze volledig zouden kunnen vertrouwen. Omtrent hun aandeel in de 'military aid' verkeren België en de overige ondertekenaars van het Atlantisch Pact nog steeds in de onzekerheid. Het totaal moet immers nog in de U.S.A. door een gemengde commissie Kamer-Senaat bepaald, vooraleer het door het Congres zal goedgekeurd worden. Er werd, voornamelijk in de Vlaamse pers, veel te weinig aandacht geschonken aan de publicatie van het groots opgevatte 'Tienjarenplan voor de Economische en Sociale Ontwikkeling van Belgisch Congo'Ga naar voetnoot2.. Dit merkwaardige document bevat eerst een inventaris van hetgeen België op eigen krachten in de Koloniën - pardon: in zijn overzese gebieden! - tot stand heeft gebracht; het stippelt verder de lijnen uit van de politiek die in de komende jaren dient gevolgd; het zal bovendien van groot belang zijn bij de besprekingen die België voeren zal om te genieten van de Marshallcredieten, die geprojecteerd zijn, om de gebieden van overzee in Afrika voor de beschaving verder open te zetten (Reuterbericht van 7 September). Ondertussen zijn de politieke partijen opnieuw wakker geschoten. De liberalen, die het veelvuldigst samenkomen, slagen er blijkbaar niet in, onderling over een oplossing van het Koningsprobleem tot een accoord te komen, en zij er voornamelijk op uit om tijd te winnen... tot na het intekenen op de staatslening? Om zich daarna aan hun lichtzinnige verbintenissen inzake vermindering der belastingen te onttrekken, vooraleer ze in de begrotingen te moeten becijferen? Ook om een scheuring, naar aanleiding van de stemming over de volksraadpleging te vermijden? Het nationaal comité van de C.V.P. is op 30 September eveneens samengekomen, voornamelijk om de economische en financiële toestand te onderzoeken. Van zijn kant heeft het Bureau van de socialistische partij, naar aanleiding | |
[pagina 199]
| |
van de aanhoudende geruchten, als zou de B.S.P. bereid zijn in de regeringsverantwoordelijkheid te delen, naar de beslissing van de hoogste partij-instantie verwezen, en verklaard, dat de partij bij haar ongewijzigd standpunt bleef. Dit belet evenwel de Heer Eyskens niet, het debat over de volksraadpleging zorgvuldig voor te bereiden. Hij spant zich in, onder meer door gesprekken met parlementsleden en politici uit de drie nationale partijen, met in het vooruitzicht ook een bezoek aan Pregny, om de goedkeuring van het zeker nog aan te vullen - want slordig opgesteld - voorstel Struye te verzekeren. 6-10-'49 Th. L. |
|