| |
| |
| |
Hamlet, de veeltalige
door Bernard Verhoeven
IN het Deense stadje Elseneur, legendarisch geworden door Shakespeare en het bloedig hofkrakeel rond Hamlet, vond in de maand Juni van dit jaar een Unesco-congres plaats, gewijd aan de 'Adult Education'. Het moet gezegd, deze historische plek was met een treffend gevoel voor symboliek gekozen als een ontmoetingspunt voor de vertegenwoordigers van zo verscheiden talen, stammen en wereldstreken. Het was terecht de Deense prins Hamlet, die in zijn beroemd voorvaderlijk slot aan de Sont als gastheer mocht fungeren - want Denemarken heeft in Grundvig, een grote der Adult Education - maar het was de Hamlet, die even op en neer was gegaan naar Engeland en middelerwijl een vlot mondje Engels had geleerd. Anders gezegd: de Engels-sprekende wereld had met het vlagvertoon van heel het Britse Gemenebest en van de Nieuwe Wereld Hamlet bij zijn terugkeer vergezeld, en beheerste de toon van het Congres; om reeds met de titel te beginnen.
Adult Education is namelijk niet alleen een Engelse term, maar ook een typisch Engels begrip. Het betekent: opvoeding van volwassenen. Nu is de moeilijkheid in het internationale verkeer niet allereerst de vertaling van termen, maar wel die van begrippen. Er zijn tussen naties subtiele verschillen, die niet door woorden kunnen worden gevat. De Fransen bijvoorbeeld kennen wel degelijk Adult Education, maar in een vorm zozeer verschillend van b.v. de Angelsaksische en Scandinavische, zozeer eigen aan hun geestelijk klimaat, dat zij de titel eigenlijk niet konden aanvaarden, als zijnde een te grof passepartout. 'Opvoeding van volwassenen', het kwam in zekere zin de eer van hun individualisme, hun gevoel van persoonlijke volwassenheid te na. Hoewel hier onmiddellijk aan moet worden toegevoegd, dat tegelijkertijd bij hen het volksonderwijs een zó centrale plaats in hun geestelijk leven inneemt, dat zij ook voor volwassenen de inwijding in de wetenschap graag zien als een soort continu-bedrijf, een leven lang georiënteerd-blijven op de kernpunten van het populaire, het volksonderwijs. Hiér valt voor hen het accent, en het is niet moeilijk hier een systeem te ontdekken, dat voortspruit uit een levenshouding. Het is de trek van individualisme, Franse democratie,
| |
| |
laicisme, die een cultus maakt van de staatsschool en de plattelands-schoolmeesters het privilege wil toekennen van apostelen der verlichting te zijn en te blijven voor de gehele volksgemeenschap, van klein tot groot. Natuurlijk ligt er een behoorlijk stuk vrijdenkerij aan ten grondslag, hardnekkig verlichtingsoptimisme, en niet minder een taaie onwil tegen hiërarchie, de eigenmachtigheid van den kleinen man, een revolutionnaire van-onder-op-mentaliteit. Men begrijpt, hoe bezwaarlijk hier van een stelsel of een methodiek kan gesproken worden, hoe onwennig deze vrijscharen zich voelen onder het helderomlijnde onderdak van een Engels begrip.
Wanneer men zoekt naar het essentiële verschil in de verhouding tussen mens en wetenschap in Frankrijk en Engeland - op het platform der Adult Education - dan lijkt het dit te zijn: dat de Fransman eerder geneigd is in de wetenschap te zien een zekere gebruiks-, d.w.z. een geestelijke levenswaarde terwijl de Brit een passie heeft voor de wetenschap, puur als wetenschap, met een weetgierigheid zonder bijbedoelingen. De Fransman vlucht gaarne in de beschouwelijkheid, de geesteswetenschap, (tegen wil en dank) iets als metaphysiek, waar de Engelsman zijn nationaal reservaat vindt in de natuurwetenschap, met de daaraan belendende wereld van de economie en de sociale problematiek. De Britse realiteitszin houdt de wetensdorst van nature in practische perken, maar binnen deze grenzen openbaart zich kennelijk de typisch-Engelse drang naar 'liberal education', opvoeding tot vrije persoonlijkheid.
In Engeland is er een gesprekmogelijkheid tussen de Universiteiten en het niet-universitaire, weetgierige publiek, zoals waarschijnlijk nergens ter wereld. Inderdaad, en letterlijk, de mogelijkheid tot een gesprek. Waar ter wereld hebben de universitaire werelden uit zich zelf de behoefte gehad om door te breken naar het volk, dan juist in dit wonderlijk democratische en aristocratische Engeland? De drang tot deze doorbraak is uitgegaan van de universiteiten zelf, en heeft het aanzijn gegeven aan een vorm van geestelijke bedrijvigheid, die terecht de naam verdient van 'University Extension', Universiteits-uitbreiding. In Nederland kennen we, door dit voorbeeld gestimuleerd, de Volksuniversiteiten, maar haar naam werkt verwarrend en dekt niet de levende buiten-universitaire werkgemeenschap, die de specialiteit der Britten blijft. In Engeland is de professor niet de bereisde Heer Jurriaan, die de verbaasde buitenlui over vreemde contreien komt vertellen, maar de goede bekende, die in de buitengewesten der universitaire gemeenschap komt aanschikken in een vertrouwde kring. Geen belering en geen bedeling van bovenaf, maar het rondetafel- | |
| |
gesprek, dat (naar het woord van Chesterton, maar deze zag volledigheidshalve de ronde tafel beladen met geestrijk vocht) het fundament is der Engelse democratie. Vlagvertoon of liefdadigheid spelen bij deze popularisering der wetenschap geen rol; het is een merkwaardige apostolaatsdrang van de zijde der wetenschapsmensen, en van de kant der onwetenden een 'liberal', een niet op het direct practisch nut gerichte wetensdorst; van beide zijden de behoefte aan een dialoog, en alles bijeen een schilderachtig stukje modern Old-England. Het klimaat is er realistisch, dat wil zeggen verstandelijk en politiek, of anders gezegd aristocratisch en democratisch tegelijk. Er is hier geen verwijdering, in de velerlei vormen van onverschilligheid tot vijandschap, tussen universiteiten en volksaspiraties,
zoals zo vaak elders, maar integendeel een geest van verbondenheid en broederschap. Waarschijnlijk een kwestie van klimaat. Er zit iets oergezonds ia dit ras, dat nog altijd bereid blijkt de contributie voor de waarachtige democratie te betalen. Misschien liggen hoofd en hart bij dit volk dichter bijeen dan waar ook ter wereld, en bevordert dit de goede verstandhouding. Het hart klopt in de politiek; het hoofd wil zelfstandig denken, en doet daarvoor een beroep op de nationale 'brain-trust' der universiteiten. Deze, van zijn kant, troont niet als een kring van ongenaakbare goden op de Olymp, maar begeeft zich gaarne gemeenzaam onder de simpele aardbewoners, hun noden en hun problemen - en het schijnt, dat deze samenspraak tussen wetenschap en 'common sense' voor de universiteitsmensen heel wat meer betekent dan een neerbuigend patriarchaat, en voor beide partijen een winst.
Rond alle universiteiten is er een netwerk van dergelijke buitenposten, en in de laatste jaren is dit stelsel van aansluitingen op de buitenwereld enorm verruimd door een steeds toenemend contact tussen de universiteiten en de Trade Unions, de vakverenigingen.
Deze vorm van samenwerking (de W.E.A., Workers Education Association) is inmiddels een export-artikel geworden. Van Engeland uit zijn, naar Engels model, in een aantal landen, w.o. Nederland, dit soort buiten-universitaire, z.g. extra-mural, werkgemeenschappen gestart. De vraag blijft, of dit wel zeer Engelse instituut buiten zijn eigen klimaat kolonisatie-mogelijkheden biedt - maar waar de weg gaat langs de socialistische Trade Unions van Europa, bestaat er kans, dat zich hier aftekent een socialistische Internationale van Adult Education.
Staat in Frankrijk de universiteit in aristocratische afzondering terzijde van de 'education populaire', en heeft ze in Engeland een
| |
| |
waarlijk motorische functie veroverd, in Scandinavië is de derde hoofdvorm van Adult Education op internationaal plan ontstaan uit een regelrecht vijandige reactie op de Universiteit.
Denemarken is het vaderhuis, Grundvig de geestelijke vader van de Volkshogeschool, het type van volksontwikkeling, dat geheel Scandinavië, Denemarken, Zweden, Noorwegen alsmede Finland heeft veroverd. De Volkshogeschool is er geboren uit anti-intellectualisme, uit opstandigheid tegen de volgens Grundvig en zijn volgelingen eenzijdig verstandelike en vaktechnische richting van het universitair onderwijs. Het aanvangsuur dezer revolutionnairen is intussen rijkelijk verjaard, en zo is vandaag de dag de voornaamste representant van het Deense Volkshogeschoolwerk, Hal Koch, tegelijk een vermaard Universiteitsprofessor, maar nog altijd vervult de Volkshogeschool haar traditionele aanvullende functie in het geestesleven der Scandinavische volken. Nog altijd is de toestand zo, dat in het kleine Denemarken een honderdtal volkshogescholen werken, en in langdurige cursussen van minstens drie tot zes maanden, 40 % van het Deense volk vormen voor het leven.
Uit nationaal oogpunt heeft de Volkshogeschool stellig haar taak verricht; ze heeft de volkskracht tot bewustwording gebracht, het eenheidsbesef bevorderd en de overheersend agrarische klasse strijdvaardig gemaakt. Dit alles wijst op de grote betekenis van dit levenwekkend instituut voor volksopvoeding, de Deense Volkshogeschool, waarin het vrije initiatief en de ongediplomeerde leerkracht hun kansen behouden, en die veelmeer dan een schools systeem de daadwerkelijke aansluiting op het practische leven tot doelwit heeft.
Wanneer men echter het oor te luisteren legt en zijn ogen de kost geeft, is er in de balans van een eeuw geschiedenis ook een kapitale verliespost. Grundvig staat nu, als een soort kerkvader der Deense Staatskerk, als standbeeld buiten de kerken, maar die kerken zelf staan op Zondag gapend leeg. Ja, er is iets versteend, er is 'something rotten in the state of Denmark' - het angstwekkend proces der geleidelijke ontkerstening van Denemarken en van heel Scandinavië, van aderverkalking in modern heidendom, is door Grundvig noch zijn eeuwoude dynastie van volkshogescholen gestuit. Grundvig zelf was niet enkel een nationaal heraut, hij was ook een religieus profeet, theoloog en psalmdichter.
Wat is er van deze tweeling-droom, de levende harmonie van Christendom en natie, na een eeuw méér overgebleven dan een tot steen verheiligde Grundvig? Grundvig's religieus optimisme schijnt
| |
| |
schipbreuk geleden te hebben op zijn humanistisch optimisme en zijn stelregel: 'Eerst mens en dan Christen'. Ik sprak tijdens het verblijf in Denemarken o.a. met den leider van een volkshogeschool der 'Indere Mission'. De Indere Mission kwam in het verloop van de geschiedenis der Volkshogeschool op als een beweging van rechtzinnig-religieus karakter binnen het verband van de éne Staatskerk, een reactie op de, van religieus oogpunt, steeds meer vervagende Grundvigiaanse richting - een verhouding ongeveer als van 'High Church' tot 'Low Church' in het kader der Engelse Staatskerk. Het was bekend, dat de beide richtingen in de Deense Volkshogeschoolwereld - reeds lang gelijkelijk door de Staat erkend en gesteund - sinds korte tijd officieel de strijdbijl hadden begraven. Zo vroeg ik dan den leider van een school der 'Indere Mission' naar het wezenlijk verschil tussen de beide richtingen. 'Het is bijna niet meer in woorden uit te drukken, zo subtiel is het onderscheid', antwoordde hij, 'de Indere Mission is nog wat strenger van levensopvatting en een beetje meer orthodox in de Bijbelverklaring dan de Grundvigiaanse richting; dat is alles.' 'Dat lijkt me geen gunstige ontwikkeling', merkte ik op, en mijn zegsman beaamde dit volkomen.
Ook hier bevat m.i. de historie van Denemarken een les: de al te optimistische humanisering heeft in feite tot ontkerstening gevoerd. Na een eeuw intensief volkshogeschoolwerk, waarin enkele geslachten lang de bloem van Denemarken de 'school des levens' heeft doorlopen, is Denemarken over de grote linie onkerkelijk geworden. Wil men bij de schuldvraag stellen: niet door maar ondanks het Volkshogeschoolwerk; wil men het gevaarlijke heidense klimaat van deze noorderstreken en de fatale dampkring van een Staatskerk ter ontlasting aanvoeren, ik heb er vrede mee maar voeg er aan toe: Desondanks destemeer! Des te meer de noodzaak om verweer te bieden en de vastheden des levens te handhaven, om het Geloof te vrijwaren voor het verkleuren naar een vaag humanisme, des te meer de plicht om te trachten de wet, zelfs de wet van een klimaat, te verzetten. Grundvig heeft in de helft, en de gewichtigste helft, van zijn program, de religieuze herwording namelijk, gefaald - hij is althans tot in zijn hart door de historie verloochend. Dit is geen critiek op het onderwijsinstituut als zodanig, dat in Scandinavië voor de verdediging van wezenlijke volksvoorwaarden machtig veel heeft verricht - het is een maning om niet in de fout van Denemarken te vervallen, en daarom tot elke prijs een solied, geestelijk, religieus fundament onder de Volkshogeschool te handhaven.
Bekleedt in heel Scandinavië de Volkshogeschool een belangrijke
| |
| |
plaats, minstens even diep en wijd verworteld als in Denemarken is ze in Finland, waar ze een tachtigtal instituten telt, en een geweldig front van geestelijke strategie vormt in de nationale strijd voor het volksbestaan tegen het altijd dreigende Rusland.
Naast deze drie hoofdvormen van Adult Education (waarbij de Franse, het zij herhaald, nauwelijks een systeem te noemen is in vergelijking met de Engelse Unversity Extension en de Scandinavische Volkshogeschool) vertegenwoordigen de andere cultuurgebieden geen eigen oorspronkelijk type van geestelijke bedrijvigheid, al moge deze nog zo intens zijn.
In Duitsland - waar alle Adult Education bij het ontluiken van het Nazi-bewind in hakgeklap en tromgeroffel werd gesmoord, neemt men de draad weer op, die men vijftien jaar geleden liet schieten. Naar de inlichtingen, die ik van Duitse vertegenwoordigers der conferentie inwon, beweegt de eerste werkzaamheid zich in de richting van wat wij volksuniversiteiten noemen, allerwege verspreide avondcursussen. Deze herleving is gekenmerkt door de strijd om het dagelijks brood en de primaire behoefte om op allerlei gebieden van het weten en de techniek een achterstand van tien jaar in te lopen. Een voorkeur dus voor practische scholing, die overigens - tussen haakjes - ook in Denemarken veel sterker waarneembaar is dan eertijds het geval was. En laten we, in de 'struggle for life' van een bedreigd werelddeel, deze factor niet als wezensvreemd aan de Adult Education geringschatten. De Directeur-Generaal van de Unesco, Dr. Jaime Torres Bodet, heeft er in een voortreffelijke inleiding op gewezen, dat de opkomst van het industrialisme mogelijk was door het primaire onderwijs en dat aan de Adult Education de 'huiveringwekkende' rol was toebedeeld, om in het steeds verdergaande proces der specialisering van de technische vakken tegemoet te komen aan de dringende nood aan universaliteit. 'De beschaving kan alleen voortschrijden, wanneer de volken systematisch en oordeelkundig worden gevormd voor de taak die hen wacht. Dit is het uiteindelijke doel der Adult Education'.
Wat heeft de Nieuwe Wereld bij te dragen voor deze tot dusver zuiver Europese aangelegenheid? Zij alleen zou zich de weelde kunnen veroorloven aan de lage dingen dezer wereld voorbij te zien - het is toevallig de enige weelde, die zij niet begeert!
In Elseneur, tijdens het Congres, sprak Hamlet niet enkel Engels, hij sprak ook Amerikaans, full American. Jaime Torres Bodet had in zijn openingsrede gezegd: 'Ik acht het een feit van symbolische betekenis, dat deze bijeenkomst heden plaats vindt in Elsinore, in het
| |
| |
kasteel van Hamlet, den Prins van de eeuwige twijfel. Als Hamlet is de wereld van vandaag in tweestrijd: To be or not to be'. De Amerikanen, die tijdens de duur van het Congres in hetzelfde kasteel 'Hamlet' opvoerden, hebben kordaat hun best gedaan om den armen Hamlet van zijn twijfel te verlossen. Tegenover een dergelijken tobber van een zwaarmoedig werelddeel is men Amerikaan, of men is het niet. Als er in de opvoering nog iets van twijfel overbleef, dan lag het aan wat er nog aan Shakespeare's tekst in de vertolking was overgebleven. Aan den Hamlet-vertolker lag het waarlijk niet, dat hij ten slotte toch nog aan het noodlot van de tekst ten onder ging; niet aan de pin-up-girl Ophelia, die heen en weer gesmeten werd door haar dynamischen minnaar; niet aan Rosencrantz en Guildenstern die als gangsters rondliepen; niet aan het knallen der pistolen en het brullen van de geest door een luidspreker; het lag aan niets en niemand dan aan Shakespeare, die toch wel een zeer onvolmaakt scenario bleek geschreven te hebben voor deze Wild-West-film. Natuurlijk vertegenwoordigde deze opvoering allerminst Amerika ten voeten uit, maar het was toch genoeg Amerikaans om typerend te heten voor een nog altijd wordend volk, dat de cultuur van de oude wereld achter zich liet en aan een nieuwe nog niet geheel toe is. Het leeft ten dele nog primitief in de rimboe, zelfs tussen wolkenkrabbers.
Ziehier enkele zinsneden uit een 'American Plan' voor Adult Education, dat aan het Congres werd aangeboden:
'Opvoeding is geen bezit maar een activiteit, een handelwijze, om andere activiteiten in de gewenste richting te sturen. De Amerikaanse nadruk op methoden komt te voorschijn uit ons karakteristiek verlangen naar een goede weg om doelen te bereiken, eerder dan naar doelen, die tevoren nauwkeurig kunnen worden bepaald. Voor een volwassen Amerikaan heeft opvoeding altijd betekend: iets te vinden, wat hij noodzakelijk moet weten. Van de kolonisten af, die leerden hoe Indiaans koren te kweken tot den hedendaagsen student in kinderpsychologie of industriele verhoudingen, is naar opvoeding gestreefd ad hoc, binnen de bewustgeworden verhouding tot de problemen, die om oplossing vragen. Onze opvoeding van volwassenen streeft ernaar plaats te vinden voor de actie, niet gescheiden of ten koste maar te midden daarvan en om tot haar verheldering bij te dragen... Geen methode is definitief, maar elke methode is onderworpen aan een oordeel van beter of slechter, door middel van onze karakteristieke criteria: heeft ze zin in verhouding tot haar doel; vermeerdert zij onze reserves aan bekwaamheid en onze bekwaamheid om onze reserves van menselijke aard en menselijk onderscheid te
| |
| |
gebruiken; beweegt zij in een richting, die de gemeenschap wenst te gaan...'
Ieder woord is hier Amerikaans, men bouwt er wolkenbrabbers, geen Europese kathedralen mee. Hier is geen plaats voor een twijfel, die de activiteit remt, want de activiteit improviseert zich een weg van geval tot geval - de geest, het doel zelf van de activiteit is juist de activiteit. Tussen de 'liberal education' van Engeland en de, goeddeels, onbaatzuchtige vrije mensvorming van Scandinavië en dit Amerikanisme ligt, nu ja, de Atlantische oceaan. Het grote probleem van de Adult Education in Amerika is niet, hoe men volwassenen, maar wel hoe men onvolwassenen tot volwassenen opvoedt. De Amerikaanse Hamlet gaf toch eigenlijk een Amerikaans lesje in Adult Education weg: altijd actief te zijn en op vol toerental te draaien, om van dien bleekzuchtigen weifelaar verlost te worden.
Eén ding is zeker: de grote naties nemen de Adult Education in ernst en plaatsen de zaak in het hart, in de letterlijke zin van het woord: Opvoeding, Zelf-opvoeding van volwassenen. Engeland, dat niet vrij is te noemen van enig begrip voor democratie, voor de waardering voor de persoonlijkheid, heeft de term geleverd. Nederland, dat toch wel het een en ander op dit terrein verricht, spreekt knusjes van Vrije-Tijd-besteding, als gold het huisvlijt voor knutseluurtjes, en honoreert van overheidswege dit probleem-van-leven-en-dood naar verhouding. Men schijnt zich voor het denkbeeld te schamen, dat ook volwassenen nog opvoedbaar zouden moeten zijn; ergens moet toch een eind komen aan de dure leerplicht.
Maar het schrijnende feit ligt er nu eenmaal, dat de formele leertijd een zeer onvolmaakt eindproduct uitwerpt in de mensenwildernis van het moderne leven. Engeland, Scandinavië, ook de Nieuwe Wereld beseffen dit ten volle. Het filosofisch leidmotief voor de besprekingen van het Congres heeft Jaime Torres Bodet bijgedragen, toen hij in zijn openingsrede wees op de verschrikkelijke staat van eenzaamheid, waarin de moderne mens verkeert, en waaruit hij slechts verlost wordt door den dictator, die hem als een gewillige prooi inlijft in de horden der marcherende naamlozen óf door een zelfbewustwording in het kader van een gemeenschap. Een geringer probleem heeft in feite de Adult Education niet, en als men meent dit gezellig in de besteding van de vrije tijd af te kunnen doen, dan heeft men te beseffen, dat het lot der mensheid in die vrije tijd wordt beslist. In de vrije tijd der mensen worden hun revoluties voorbereid. Het is wederom de vraag van Hamlet: To be or not to be. In meerdere vraagstellingen dook het leidmotief telkens weer op. De kwestie van
| |
| |
de 'direct and delegated democracy', de 'détournement de pouvoir' jegens den gemenen staatburger, die bij de onafwendbare machtsdelegatie steeds meer zijn persoonlijk gezicht in het politieke leven verliest. De noodzaak om twee gescheiden werelden te overbruggen: die van de specialisten, welke geen belangstelling hebben voor de cultuur, en anderzijds de wereld der dilettanten, die geen aandacht hebben voor de politieke en sociale vraagstukken. Het gehele universitaire probleem, en zijn oplossing in Engeland, is daarmede verbonden. Dit, en al het andere daarmee verwante, is de eigen problematiek van de Adult Education, wanneer zij uit het Hollands binnenhuisje wordt opgeheven tot universeel, internationaal plan. Dit probleem - terecht 'angstaanjagend' naar het woord van Bodet - is het vraagstuk der eenzaamheden in het moderne leven: de mens zonder samenhang óf de samenhang zonder mens.
In dit opzicht zijn er in de internationale wereld der Adult Education twee vertrekpunten en twee opmarsrichtingen te onderscheiden. Bij de oude cultuurvolken zijn er groepsformaties genoeg, maar hier gaat het juist om de persoonlijke bewustwording in de gemeenschap. In de Nieuwe Wereld met haar millioenen-massa en haar 'status nascendi' van onvolworden volk, gaat het erom de eenzame persoonlijkheden te brengen tot cultuur-bindingen, die naar Europese begrippen nog uiterst primitief zijn. De Amerikanen improviseren de bindingen van deeltaak tot stukwerk, en de Canadees kijkt al voldaan cultureel, als de Adult Education een bijdrage is voor de 'economical approach' - maar ten slotte gaat het hier toch om een gemeenschaps-bewustwording van de persoonlijkheid. Uiteindelijk gaat het in beide vormen om de persoonlijkheid in de gemeenschap, de opvoeding van den eenling tot het besef van zijn verantwoordelij kheid.
Ten slotte nog enkele, meer constructief dan critisch bedoelde, kanttekeningen bij het Congres en zijn vervolg in de toekomst, wanneer de consultatieve raad door de Unesco is gevormd, die het internationaal verband in het werk der Adult Education zal bestendigen.
1. De ontmoeting van de katholieke gedelegeerden op dit internationale platform is een toevallige, onvoorbereide en daardoor voorlopige. Het zal zaak zijn haar bewust, voorbereid en bestendig te maken. Het is zacht uitgedrukt, lichtelijk beschamend, dat op het voor de Moederkerk toch wel klassieke terrein van volksopvoeding en volkscultuur een landen-appèl als van Elseneur geen opvallende, representatieve aanwezigheid van de cultuur-historie en de cultuur-activiteit van de Moeder der Europese beschaving bracht. Er waren
| |
| |
wat verstrooide katholieken, die over het katholiek-eigene in dit gezelschap weinig zeiden en misschien ook weinig te zeggen hadden over wat toch een eigen accent zou moeten zijn in het cultuurleven der volken. Er waren katholieke gedelegeerden van Frankrijk, Italië, Ierland, Canada, België en Nederland, met wat vertegenwoordigers van bijzondere organen mee maar een twintigtal van de c.a. 120 gedelegeerden. Onder hen, als prominenten, Robert Garric, de vader van de Franse katholieke 'équipes sociales' en de Canadese hoogleraar Pater Lesvesque O.P., die een uitnemend begaafd redenaar en een parlementariër van werelformaat bleek te zijn. Alle deze katholieken waren van mening, dat het voor het wereldkatholicisme een erezaak was op dit plan van vreedzame internationale verstandhouding een uitdaging te aanvaarden. Vreedzaam en uitdagend tegelijk, de taak en de opdracht, om de Engelse (met een ondertoon van socialistische) humanistische, de Scandinavische nationaal-staatskerkelijke, de Franse laicistische en de Amerikaanse business-cultuur te schakeren met het accent der katholieke cultuur. Daartoe is een blijvend internationaal contact op katholiek plan noodzakelijk, contact, dat o.m. ook Oostenrijk, het katholieke Duitsland, Engeland en t.z.t. Amerika in dit verband moet betrekken, en dat in eerste aanleg hopelijk eerlang op Nederlandse bodem tot stand zal komen. De bedoeling is niet om op dit platform, dat niemand der aanwezige katholieken dan op straffe van desertie zou willen prijsgeven, internationaal-katholieke politiek te voeren, doch wel om zich bewust te worden van de kennelijke achterstand van het internationale katholicisme op dit gebied en om de gapingen in het collectieve front te vullen. Trouwens, de schaars-vertegenwoordigde representanten van het kerkelijk protestantisme vatten eenzelfde voornemen op, en het geldt op dit gebied eenvoudig een Christelijke frontverlenging.
2. Nodig zal het ook zijn, tegenover de oppermacht van de Engels-sprekende wereld - die het privilege der eentaligheid wel wat dictatoriaal uitbuit - de accenten van andere cultuurkringen te versterken, en met name de geestelijk-verwante kleinere naties van de gematigde zone, Zwitserland, Ierland, België, Nederland, tot één verband te verenigen. Ook hieromtrent bestaat in de betrokken kringen overeenstemming.
3. Een sterke tendenz van het Congres was: de te vormen internationale consultatieve raad overwegend te oriënteren naar de 'voluntary agencies', de vrijwillige cultuur-organen tegenover de departementale functionarissen, en de uiteindelijk gunstige organisatievorm te zien in een wereldfederatie van nationale federaties. Deze
| |
| |
lofwaardige tendenz houdt in, dat ook in Nederland - wil het volwaardig meespelen op het internationale plan, maar niet alléén dààrom - eindelijk eens ernst wordt gemaakt met de volvoering van het reeds jaren hangende plan, om tot een saambindend vrijwillig nationaal orgaan te komen voor de Adult Education. Het internationale plan gaat geheel in de richting van onze eigen nationale mentaliteit - daarom reeds, uit internationale solidariteit, is de verwezenlijking van het vrijwillig nationaal cultuur-contact dringend gewenst. En een Congres, dat tot universeel gewetensonderzoek prikkelt, is stellig geslaagd.
|
|