| |
| |
| |
Politiek overzicht
Internationaal.
14 Augustus hadden in West-Duitsland, voor de eerste maal sinds 1932, vrije verkiezingen plaats. De deelneming was groter dan verwacht was: ruim 78 % der kiezers bracht zijn stem uit. Van deze 24 millioen stemden ruim 7 millioen op de C.D.U. (christen-democraten). Bijna evenveel stemmen behaalden de sociaal-democraten. Het zetelverschil tussen beide partijen is slechts 8, (139 tegen 131). Samen zouden deze twee partijen op de 402 zetels over een grote meerderheid beschikken, maar Adenauer en Schumacher zijn elkaar tijdens de verkiezingsstrijd zo fel te lijf gegaan, dat, afgezien nog van hun wederzijds program, een coalitie van deze partijen vooralsnog tot de onmogelijkheden behoort. Adenauer, die wegens zijn beledigende uitlatingen omtrent de grenscorrectie, onze sympathie verspeeld heeft, is aangewezen op samenwerking met de 'vrije democraten' (feitelijk liberalen) en met andere kleinere partijen. Alle partijen hebben zich bij deze verkiezingen gekenmerkt door een versterkt nationalisme, dat zelfs de opleving van Hitlerianisme niet uitsloot. De bezettende machten zullen, voor het welzijn van Europa, een waakzamer oog op deze ontwikkeling van het Duitse sentiment moeten houden dan zij totnogtoe gedaan hebben.
Voor de eerste maal in de geschiedenis kwam begin Augustus te Straatsburg bijeen de 'Europese Raad', die zich ten doel stelt de grondslagen te leggen van de 'Verenigde Staten van Europa'. Een Comité van ministers der tien aangesloten landen legt de agenda voor aan de Raad, die slechts 'consultatieve' d.w.z. adviserende macht heeft. Haar leden, 87 in getal, totnogtoe allen volksvertegenwoordigers, kunnen besluiten nemen, die alleen rechtskracht verkrijgen, wanneer zij door de verschillende vertegenwoordigingen der aangesloten landen worden overgenomen. Tot voorzitter werd gekozen de pas afgetreden minister Spaak, die zijn taak aanvaardde met de kostelijke raadgeving: 'Ge moet niet trachten in één maand Europa overeind te zetten. Laten we trachten iets tot stand te brengen, iets van practische aard. Omdat we allemaal grote redenaars zijn, is het zaak ons te bekorten, wil er althans iets tot stand komen. Naast Spaak was natuurlijk de grote man: Churchill, de krachtige voorvechter van de eenheid van Europa. Benoemd tot ere-burger van de stad Straatsburg en door alle aanwezigen hartelijk toegejuicht, bracht hij enkele wensen naar voren om de macht van de Assemblée te versterken. Zij moest vrij zijn de agenda naar eigen inzicht uit te breiden, zij had recht op een eigen secretariaat, op een permanente internationale administratie, terwijl het de plicht van de ministers moest zijn voorstellen van de Assemblée in de nationale parlementen te brengen. In dit stadium van groei der Europese Unie was het echter geraden de nationale souvereiniteit niet aan te tasten. De Nederlandse vertegenwoordiger Serrarens liet zich daarover positiever uit. Churchill wenste een speciale zitting der Assemblée in Januari te beleggen, waaraan dan ook West-Duitsland zou kunnen deelnemen. Bidault was van mening, dat het Saargebied en Oostenrijk in dit opzicht de voorrang moesten
hebben.
| |
| |
De excommunicatie in Juli tegen de overtuigde aanhangers van het communisme uitgesproken heeft in de hele wereld beroering gebracht. Voor bewuste katholieken is de taak duidelijk: men kan niet twee heren dienen. Het katholicisme en het goddeloos communisme staan lijnrecht tegenover elkaar. Niet-katholieken, dit beginsel vergetend, vragen zich af of dit strafmiddel nog wel van onze tijd is. De vijanden der Kerk hebben er aanleiding in gevonden de feiten om te keren en de Kerk als de vervolgster voor te stellen. In Tsjecho-Slowakije, Polen en andere satellietstaten zijn de maatregelen tegen de Kerk verscherpt en wordt de paus van 'kapitalisme' beschuldigd. De Franse 'progressieve christenen' zijn door dit besluit van Rome in verwarring geraakt. Hun onvoorzichtige voorman, abbé Boulier, heeft zich, na enige weken gesuspenseerd te zijn geweest, naar het schijnt, aan het kerkelijk gezag onderworpen.
Dat achter die agitatie en vervolging Moskou staat, is geen geheim. Zoals de Kominform de stakingen in Engeland en laatstelijk in Finland heeft gelast, zo jaagt het overal zijn slaafse volgelingen tot onruststoken en sabotage op. Jessup, de Amerikaanse ambassadeur in algemene dienst, heeft Moskou gewaarschuwd zijn droom van wereldrevolutie te laten varen en heeft verklaard, dat de V. St. alsdan bereid zijn Moskou een volledig aandeel in de internationale samenwerking toe te kennen. Tevergeefs.
Sinds Tito, door de nood gedwongen, economische hulp bij de westerse mogendheden zoekt, is de toorn van het Kremlin tot de hoogste graad gestegen. Het wil de aanspraken op Oostenrijks gebied niet langer ondersteunen, het verwijt Tito verraad aan de communistische beginselen, vervolging van Stalin-aanhangers en beschuldigt hem een vijand en tegenstander van de Sovjet-Unie te zijn. Wanneer er geen satisfactie wordt gegeven, zal Rusland 'krachtiger maatregelen' nemen. Deze schijnen voorlopig te bestaan in concentraties van troepen langs de Jougo-Slavische grenzen en besprekingen te Sofia van de leiders der Kominform, hoe het beste Tito tot onderwerping te brengen. In een laatste nota verklaarde Rusland, dat het de lafhartige houding van de Zuid-Slavische regering voor het volk wil ontmaskeren. Deze lafhartigheid bestaat namelijk hierin, dat de regering nog slechts de instructies volgt van haar westerse meesters. 'Zij is volslagen fascist geworden en wat zij beweert, vormt slechts schakels in een lange keten van leugens.' Intussen heeft Tito een officieel verzoek om financiële steun aan de Amerikaanse bankiers gericht. Zo blijft de Balkan nog altijd het buskruitvat van Europa.
In Syrië is president Husni Zaim, die 30 Maart door een onbloedige staatsgreep aan het bewind was gekomen, met zijn minister-president zonder voorafgaand vonnis eenvoudigweg geëxecuteerd. Kolonel Hinnawi rechtvaardigde deze daad met de verklaring, dat Zaim zijn beloften niet had gehouden. Zaim verkwistte de staatsgelden, vervalste de wetten en beperkte de persoonlijke vrijheid in strijd met de beginselen. Daarom heeft het Syrisch leger het land van de tyran bevrijd, een nieuwe regering gevormd, die de verkiezing van een constituerende vergadering mogelijk zal maken. De buitenlandse politiek zal gericht zijn op de grootst mogelijke samenwerking met de Arabische landen en zich baseren 'binnen de grenzen van de Syrische nationale belangen' op het handvest der V.N. en het internationale recht.
| |
| |
| |
Nederland
Het is niet waarschijnlijk, dat de aantekeningen en beschouwingen door de zo rampzalig omgekomen Amerikaanse journalisten nagelaten, de loop der gebeurtenissen ten gunste van het oorspronkelijk Nederlands standpunt in zake de Indonesische verhoudingen zouden hebben gewijzigd. Zij kwamen te laat om de politiek van het State Department te kunnen beïnvloeden. Na het van Royen-Rum-accoord van 7 Mei waren, alvorens de R.T.C. kon beginnen, slechts twee punten van belang: de 'cease-fire-order' en een overeenstemming tussen de federale delen en de Republiek. Het bevel tot het staken van het vuren werd gelijktijdig door de Nederlandse en de republikeinse regering aan hun ondergeschikte strijdkrachten opgelegd, voor Sumatra (14-15 Aug.), enige dagen later dan voor Java (10-11 Aug.). Het bleek echter, dat speciaal op Java het gezag der republiek niet sterk genoeg was om guerilla-benden van extremisten en communisten in toom te houden. Enige dagen lang stond Solo aan zware aanvallen bloot. Hatta gaf toe, dat het niet makkelijk was de Indonesische troepen, die over 2000 verschillende plaatsen verspreid lagen, tijdig te instrueren en wees bovendien op het feit, dat er ook andere troepen waren, die nooit met de republiek willen samenwerken en moeilijkheden zullen blijven veroorzaken. De Nederlandse verlieslijsten, na het 'staken van het vuren' uitgegeven, bevestigen, betreurenswaardig genoeg, deze woorden.
Om overeenstemming tussen de federale staten en de republiek te bereiken werd een Inter-Indonesische Conferentie belegd te Djocja, die te Batavia werd voortgezet. De vrije en souvereine staten van Indonesië noemen zich 'Republik Indonesias Serikat' (Republiek van de Verenigde Staten van Indonesië). De vlag is rood-wit, de taal 'Bahasa Indonesia' en het volkslied is 'Indonesia Raya'. Deze republiek is gebaseerd op de beginselen van democratie en federalisme. Aan haar hoofd staat een president, die gekozen zal worden door de deelgebieden, volgens een nader te treffen regeling. De president en zijn ministers vormen tezamen de federale regering. In een constitutie zullen de beginselen nader worden uitgewerkt en gepreciseerd. Ten opzichte van de Nederlanders is men bereid economische en technische hulp te aanvaarden. Beter dan welke buitenlanders ook kennen zij het land en ook zij kunnen bij de oplossing van hun problemen Indonesische hulp gebruiken.
Vóór de opening van de R.T.C. was het nodig, dat in het openbaar bleek, in hoeverre de Nederlandse regering bij haar nieuwe tactiek op ondersteuning van de volksvertegenwoordiging kon rekenen. Naar aanleiding van een nota en een brief van minister van Maarseveen bespraken de leiders der verschillende partijen in de Tweede Kamer (17 Aug.), onder grote belangstelling van het publiek, de houding der Nederlandse regering, De heren Schouten, Welter en Gerbrandy herhaalden hun bezwaren. De heer Schouten was van mening, dat vervroegde souvereiniteitsoverdracht aan een staatkundig en staatsrechtelijk nog niet gevormde organisatie strijdig was met de grondwet. Ook wenste hij, dat Nieuw-Guinea, dat in geen enkel opzicht bij Indonesië of bij de federatieve staten behoort, daaraan niet zou worden afgestaan, maar zijn oude status zou behouden. De voorzitter van de R.K. Kamerfractie, prof. Romme, zag geen heil in
| |
| |
een ten val brengen van de huidige regering, want de weg, die gekozen is, is onherroepelijk met de gevolgen welke daaraan voor Indonesië en in eigen huis zijn verbonden. 'Wij stonden voor een nadelig saldo, daarbij mag geen tweede nadelig saldo gevoegd worden, zodat het internationaal vertrouwen in onze politiek geschokt zou worden.' En professor Romme besloot met de behartigenswaardige woorden: 'Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid achteraf, maar wij aanvaarden verantwoordelijkheid voor de afhandeling van de opgegane weg. Wij zijn in een positie gekomen, dat wij moeten zeggen: “Right or wrong, my country.” De weg, welke wij bewandelen, moge verkeerd zijn, maar er is geen terug. Daarbij is ons doel een politiek duurzaam samengaan tussen beide landen. Wil de vrijheid voor Indonesië en voor Nederland geen loutere leuze worden, dan is noodzakelijk samenwerking van de twee delen van het rijk om een zelfstandige gemeenschap te worden op de basis van perfecte gelijkheid.'
De minister van Overzese gebieden had weinig moeite, zo niet om de Kamer te overtuigen als wel om haar rustig te houden. De Grondwet zou gehandhaafd blijven, de Unie zou geen superstaat zijn en over Nieuw-Guinea zou de regering zich haar rechten voorbehouden.
Op dezelfde 17e Augustus genoot de residentie en enkele andere Nederlandse steden voor de eerste maal het schouwspel, dat de Republiek met openlijke feestvreugde haar vierde verjaardag vierde.
Aan menig Nederlander zal dit feestbetoon, dat in Batavia verbonden was, een onbehagelijk gevoel hebben gegeven, dat op de duur overwonnen moet worden. Daar staat tegenover, dat de protestmeeting door het 'Nationaal Comité Handhaving Rijkseenheid' in den Haag belegd op de vooravond van de R.T.C., de gevoeligheid van de Indonesische gedelegeerden zal gekwetst hebben.
Op de plechtige opening der R.T.C. in de Ridderzaal op 23 Augustus werd van Nederlandse zijde alles aangewend om het wantrouwen der andere partij uit te roeien. De minister-president, Dr Drees, verklaarde met nadruk, dat de souvereiniteitsoverdracht aan Indonesië een voor Nederland onherroepelijk besluit betekende. De voorzitter der Nederlandse delegatie, van Maarseveen, onderstreepte deze woorden met de verklaring: 'Elke gedachte, dat de souvereiniteit nog ooit tot Nederland zal terugkeren, is uitgesloten. Het vrijheidsideaal van de Indonesische volkeren zal dus onherroepelijk verwezenlijkt worden'. De R.T.C. heeft naast de souvereiniteitsoverdracht nog een ander doel: de totstandkoming van een Unie tussen beide partijen, en wel op basis van 'een vrijwillig en gelijkwaardig deelgenootschap met gelijke rechten.' Zelfs de U.N.C.I.-commissie wees, bij monde van de Australiër Critchley, op de noodzakelijkheid van deze samenwerking: 'Het Nederlandse volk kan zijn onschatbare ondervinding en zijn technische en administratieve bekwaamheid schenken. Het Indonesische volk de levenskracht van zijn nationalisme en de geestdrift van de nieuw-geboren souvereiniteit.'
De leider der Indonesische delegatie, Hatta, maakte de indruk de beide doelstellingen der R.T.C. niet bizonder zwaarwichtig te achten. De souvereiniteitsoverdracht was volgens hem grotendeels een formaliteit, omdat de republikeinse bevolking reeds het bezit van haar souvereiniteit ervaart. En de kwestie van de Unie moet op deze bijeenkomst een liefst zo klein
| |
| |
mogelijke rol spelen. 'Die kwestie komt later wel aan de orde, als de souvereine staten van Indonesië zich hebben geconsolideerd en de samenwerking met Nederland, overigens in een zo los mogelijk verband, een feit zal zijn geworden.' Hatta, die alvorens in Nederland te arriveren een bezoek had gebracht aan Pandit Nehru, dacht waarschijnlijk hierbij aan de afzonderlijke positie, die India ten opzichte van de 'Commonwealth' verworven heeft. Sympathieker deed de rede aan van sultan Hamid II, voorzitter van de B.F.O.-delegatie. Hij legde sterk de nadruk op de bereidheid tot samenwerking met Nederland, niet alleen uit vriendschap, maar evenzeer uit noodzaak in Indonesië. De werkzaamheden van de R.T.C. onttrekken zich voorlopig aan de openbaarheid. In vijf commissies hebben besprekingen plaats. Wanneer deze met hun werk gereed zijn, zal een tweede plenaire zitting kunnen worden gehouden.
Heet van de naald hebben de Staten van Suriname een motie van protest tegen de handelwijze der Nederlandse Tweede Kamer gezonden aan de inter-indonesische Conferentie te Djocja, aan de V.N. en zelfs aan de Pan-Amerikaanse conferentie. Hun verontwaardiging was opgewekt door een schending van het compromis, dat namens de regering door minister van Schaik met de Surinaamse delegatie gesloten was. Dit compromis bevatte o.a. gelijkstelling van het lager onderwijs, met uitsluiting van het kweekschoolonderwijs. Het Kamerlid de Kort wenste' dit compromis aan te kleden met een amendement, waardoor ook het kweekschoolonderwijs gelijkstelling verkreeg. Het amendement werd aanvaard en onmiddellijk schreeuwden de Staten van Suriname moord en brand, dat hun autonomie hierdoor was aangerand. Afgezien van de principiële onderwijsinstelling, moet men toegeven, dat het onvoorzichtig is een in wording zijnde autonome, democratische gemeenschap een nieuwe voorwaarde op te leggen, die niet in het compromis vervat was. Wellicht heeft minister van Schaik zich niet krachtig genoeg tegen dit amendement verzet. Voor Suriname is er echter nog niets verloren. Op verschillende manieren kan dit amendement nog ongedaan worden gemaakt, zonder dat de V.N. of andere buitenlandse autoriteiten zich met deze inwendige kwestie behoeven te bemoeien.
1-9-49
K.J.D.
| |
Belgie
In ons jongste overzicht hebben we de redenen aangegeven van de mislukking van de Heer Van Zeeland als regeringsformateur (5 Juli). De Heer Van Cauwelaert, die hem met de bescheidener opdracht van informateur was opgevolgd (6 Juli), heeft niets onverlet gelaten, om de stugge socialisten te vermurwen; de feiten hebben evenwel uitgewezen, dat hij er slechts in geslaagd was de Christelijke Volkspartij te vermurwen en de portefeuillehonger van de liberalen zodanig te prikkelen, dat een combinatie C.V.P.-Liberaal reeds tot de mogelijkheden behoorde wanneer hij voor de vorming ener regering door de Heer Eyskens werd af gelost (23 Juli).
Deze laatste, die de overmoedige onhandelbaarheid van de socialisten reeds meermalen heeft ondervonden, doch niet de minste illusies koestert wat betreft de betrouwbaarheid van de liberalen, spande zich met zijn spreekwoordelijke verbetenheid in, om toch maar een tweeledige regering, met de socialisten, zo niet een drieledige regering op de been te brengen.
| |
| |
Hij kwam slechts node tot het besluit, met de liberalen alleen scheep te gaan toen het hem duidelijk werd, dat in de schoot van de B.S.P. de linkervleugel, die sinds de verkiezingen overtuigd was dat de partij slechts op de Aventijn haar krachten zou herstellen, het pleit gewonnen had. In die omstandigheden, zou een voortzetting van voortaan tot mislukking gedoemde besprekingen, bij de goegemeente de indruk hebben gewekt - waarop de socialistische onderhandelaars aanstuurden, - dat de C.V.P. met haar machtsaanwinst bij de verkiezingen geen weg wist.
Het is niet eenvoudig, de oorzaak van de socialistische houding te ondervangen; in de loop van de bespreking van de regeringsverklaring in de Tweede Kamer (16 Aug.) zei de Heer Max Buset, dat de verbittering over de ongunstige uitslag van de verkiezingen 'a provoqué chez nous une certaine amertume et a développé l'opposition à toute participation au gouvernement. Cette raison est importante, mais elle n'a pas été déterminante. Nous aurions été capables de surmonter ce sentiment d'amertume, si nous avions eu la perspective d'une contrepartie satisfaisante, si nous avions entrevu par exemple, la possibilité de résoudre, conformément à notre programme, la question royale, ou la possibilité de poursuivre notre oeuvre sociale et économique. Ce ne fut pas le cas. Nous nous sommes heurtés à des exigences catholiques et libérales que nous ne pouvions accepter.' Hier wordt wellicht de ware oorzaak 'per speculum et in enigmate' aangegeven. De socialisten zijn voor hun verantwoordelijkheden beducht in een regering die het hoofd zal te bieden hebben aan de economische crisis en de toenemende werkloosheid, en die bovendien, ter redding van de maatschappelijke zekerheid, drastische maatregelen zal moeten treffen. Het hieruit voortvloeiend gemis aan populariteit hadden ze bij voorbaat willen neutraliseren door een zedelijke overwinning in zake de Koningskwestie; vandaar de drukking op de Koning, waartoe ze in de loop van de onderhandelingen besloten hadden. De kale reis waarvan hun afgevaardigden op 1 Augustus van uit Pregny terugkwamen, mede de Koninklijke boodschap van 4 Augustus zijn bepalend geweest; slechts in die zin heeft de B.S.P. om wille van de Koningskwestie uiteindelijk de oppositie verkozen. De huidige regeringsverklaring verschilt inderdaad op dit stuk een weinig, en wel in ongunstige zin, van
de regeringsverklaring van Maart 1947: ze voorziet ditmaal uitdrukkelijk: 'Wat betreft de voorstellen in verband met de volksraadpleging, die bij het Parlement aanhangig zijn of het mochten worden, (dat) het de leden van de Regering (zal) behoren, te oordelen over de opportuniteit, de samenwerking in de Regering voort te zetten, indien ze van mening mochten zijn dat de gewenste oplossing niet naar voren komt.'
Het is dientengevolge niet slechts de zwakke hoop die hun aldus wordt overgelaten, enkele liberalen op het stuk van de Koningskwestie te zien bijdraaien, die de Christelijk-socialen kon verhinderd hebben - zoals het de socialisten bij monde van de Heer Max Buset hebben gedaan - te verklaren: 'Nous n'avons pas cru possible de participer à un gouvernement où nous n'aurions pas eu d'autre perspective que de faire concession après concession, au point de perdre la face vis-à-vis du pays et des électeurs.'... Neen, het was vooreerst de drang om de socialisten te genezen van de verwaandheid, alsof het zonder hen niet kon, en dusdoende de
| |
| |
parlementaire geplogenheden in ere te herstellen. Vervolgens was er de bezorgdheid om het land een regering te schenken in het vooruitzicht van de belangrijke economische besprekingen die in September te Washington zullen gevoerd worden, en van de beslissingen die onverwijld door België, samen met de overige Europese ondertekenaars van het Atlantisch Pakt, dienen genomen. Er diende toch aan de U.S.A. bewezen, dat de wapenen die ze in uitvoering van het programma van militaire bijstand leveren zullen 'will be used by a really integrated force rather than by a loose confederation,' zoals 'The Times - Weekly Edition -' (Woensdag 31 Aug.) het kernachtig heeft uitgedrukt naar aanleiding van de halvering van de voorziene credieten door 'The House of Representatives.' Of de huidige Regering stabiel genoeg zal zijn om de opgegeven taak af te werken, is ééne vraag; of de Heer Liebaert, aan Financiën, niet te zeer door onbezonnen kiesbeloftes gebonden is, en of de Heer Devèze, aan Landsverdediging, de nodige ernst heeft en het passend inzicht in de huidige militaire problemen, is een andere vraag. Daarop zal wellicht niemand een bevestigend antwoord durven geven; maar wel wordt algemeen gehoopt, dat in dit opzicht veel zal verholpen worden door de leiding van de heer Paul Van Zeeland, de Christelijk-sociale, die de socialist Spaak aan het hoofd van Buitenlandse Zaken heeft opgevolgd, en aldus de Europeër Spaak voor een leidende functie in de Consultatieve Raad van Europa heeft vrijgemaakt. Het is bovendien een niet te versmaden geruststelling, dat tegelijkertijd, in de persoon van een minister van de Kroon, geen verscheurdheid meer bestaat tussen, enerzijds, diens drang naar persoonlijk prestige op het internationale plan en, anderzijds, de behartiging van het eigen nationaal belang.
Zo wordt van de huidige Regering meer verhoopt dan men er eigenlijk van verwacht: moge ze zich beter tonen dan normaal te voorzien was van een product der politieke clubs, waarop de partijen van links met alle middelen zijn gaan aansturen. Het wantrouwen ten overstaan van hun voorbijzien van de grondwettelijke prerogatieven van het Parlement en van de Kroon heeft het vertrouwen in de huidige Regering als het ware afgedwongen (17 Aug.).
6 Sept. 1949
Th. L.
|
|