Christus' Kerk. Daarvóór groeide zij langzaam in de geesten van Sint Ignatius en zijn eerste gezellen. Zij groeide, want noch in Manresa noch bij de geloftenaflegging in Montmartre stond den Stichter en zijn apostolische volgelingen duidelijk en volledig dat plan voor ogen waaraan de Paus later zijn goedkeuring zou geven. Dit plan ontstond pas in de 'Beraadslagingen der eerste Paters', waarin besloten werd dat de Sociëteit - met de goedkeuring des Pausen - een kloostergemeenschap zijn zou. Het plan dat toen werd vastgelegd leidde tenslotte tot de 'Formula Instituti', welke in de oprichtingsbulle is opgenomen.
Hoewel de gemeenschap van Ignatius en de zijnen zich dus pas in 1539 tot kloostergemeenschap wilde maken, waren toch te voren reeds vele harer eigen kenmerken tot uiting gekomen. Deze eigenheden raakte zij als kloostergemeenschap niet kwijt, want de bulle harer oprichting was tegelijk een revolutionaire daad in de geschiedenis der kloosterorden. De eigen structuur der Sociëteit als gemeenschap en als kloostergemeenschap werd verder uitgewerkt in de Constituties van Sint Ignatius, en zij werd ondanks allerlei tegenkanting en een tijdelijke opheffing der Sociëteit door de Pausen gehandhaafd. P. Smits nu heeft zich tot taak gesteld deze structuur te beschrijven, zoals zij vanuit Sint Ignatius' bovennatuurlijke persoonlijkheid op zijn orde overging. Hij heeft zijn stof ingedeeld naar enige markante woorden uit de beginzin der Formula, en zo bestaat zijn boek uit drie delen, getiteld resp. 'Gemeenschap in Christus', 'Kerk en Paus', 'Weg naar God'.
In het eerste deel behandelt schr. eerst de naam 'Societas Jesu', 'Compañia de Jesus'. Hij komt er tegen op dat deze naam alleen militair zou worden begrepen en laat zien hoe achter deze soldateske naam ook diepe mystieke perspectieven opengaan, perspectieven op een innige vereniging met Christus. Zeer gelukkig noemt hij de Sociëteit verschillende malen een 'apostolische Christusgemeenschap', en in dit gehele deel laat hij vooral zien hoe de apostolische Christusgemeenschap van Ignatius haar eigen trekken invoegt in de algemene karakteristieken van een kloosterorde. Schr. behandelt hierbij uitvoerig de armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid, en geeft daarbij ook vele inzichten in het kloosterleven in het algemeen. Vooral echter laat hij het ignatiaanse gehoorzaamheidsideaal in al zijn diepten zien; hij doet dit zelfs in twee hoofdstukken, waarvan het laatste duidelijk maakt hoe de 'blinde gehoorzaamheid' ziende is met de ogen van geloof en mystiek. Een hoofdstuk over Christus in zijn vernedering als voorbeeld van den jezuïet besluit dit uitvoerigste deel van het boek.
In het tweede deel wordt behandeld hoe de arbeid der Sociëteit van Jezus is ingeschakeld in Christus' Kerk en in bijzondere gehoorzaamheid gebonden aan Christus' Plaatsbekleder. De titels der hoofdstukken luiden: 'De apostolische idee', 'In dienst van het Pausdom', 'Een priesterlijke gemeenschap', 'Lidmaat en Lichaam'. Duidelijk zijn hier schrijvers pogingen om het Ignatiaanse ideaal van het 'zich invoelen in de strijdende Kerk' (dit is letterlijker vertaald dan: 'voelen met de Kerk') ook een hedendaagse inhoud te geven, met name in verband met de liturgische vernieuwing.
Het derde deel van P. Smits' werk