Streven. Jaargang 2
(1948-1949)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 888]
| |
den adel, de adel staat ze af aan den derden stand, de burgerij geeft ze door aan den arbeider. Doch tevens bij wijze van versnelling van het levensrhythme. De beschavingsperioden zijn van steeds korteren duur: de middeleeuwen hebben langer geduurd dan het renaissance-tijdperk, en de Franse revolutie heeft, naar veler oordeel, reeds haar levenskracht verbruikt. Men kan zich natuurlijk de vraag stellen: waar moet het heen met dit rhythme? Doch voor een katholiek instant novissima, de laatste dingen liggen steeds in het heden en dan wordt de enig belangrijke vraag: waar staan wij thans? De werkgemeenschap 'Problèmes de l'Eglise en marche' is van oordeel dat op dit ogenblik het zwaartepunt der geschiedenis verlegd wordt naar den arbeidersstand. Dit is het grote feit waaraan de Kerk zich dient aan te passen. Daarom heeft zij haar sessie van 1947, te Charleroi, gewijd aan de herkerstening van het proletariaat. De rapporten en bijdragen die daar werden meegedeeld aan een veel talrijker gehoor (500), dan oorspronkelijk bedoeld was, hebben wij thans onder ogen.Ga naar voetnoot1. Er is verscheidenheid en toch eenheid. Daar zijn de eenvoudige en bezadigde reflexies van Mgr Carton de Wiart, den betreurden bisschop van Doornik, een enquête van H. Dewez, het getuigenis van de Franse priesters Loew en Hollande over hun ervaring te Marseilles en te Parijs, een doordachte studie van A. Hayen, waarin de diepere structuur der Kerk in de nieuwe arbeidersbeschaving onderzocht wordt, enz. Doch de geest is één en voor menig lezer zal dit boek ongetwijfeld een ware ontdekking zijn. Vooreerst ademt men er een weldoende geest van maturiteit. Hier komen inderdaad mensen aan het woord, die zelf tot rijpheid gekomen zijn zonder daarom te menen dat ze zich slechts nog tot de jongeren moeten richten. De al te vergeten waarheid indachtig dat de toekomst aan de jeugd behoort en het heden aan de generatie die tot rijpheid gekomen is, richten zij zich tot deze hun generatie als mensen die beslist het heden in handen nemen. Als getuigen van Christus, ledematen van zijn mystiek lichaam gaan zij effectief naar het zwaartepunt onzer samenleving met Gods leven. Verder kan de lezer hier ontdekken, dat men aan de proletarische massa niet brengen moet een theologie of een moraal, een ideologie of een wereldbeschouwing, geen levenskunst, hoe verheven ook, doch het ware leven der christelijke liefde - zo elementair in haar behoefte. En daar is nog de katholiciteit van de Kerk, wier ontzaglijke betekenis hier zo heerlijk naar voren treedt. Onbevangen, onbevooroordeeld, onpartijdig staan tegenover allen en alles, oneindig onderdanig, ontvankelijk en innemend, omdat men bezit den 'vrede die de wereld niet geven kan': dat is katholiek zijn. 'Problèmes de l'Eglise en marche' is een godsdienstige werkgemeenschap die onze aandacht tenvolle verdient: in haar leeft de Geest die het aanschijn der aarde vernieuwt. E. Vandenbussche |
|