sisten onderling, alles geaccentueerd door de broederlijke sfeer en de stijlvolle soberheid van het huis (waarbij nog een aansluitende kapel gemist wordt). Dit geheel zal wel de reden zijn waarom Drakenburgh vooral bij jongere mensen zo in trek is. Men vormt zich cultureel in gemeenschap, men vormt zich tot een cultuurdragende gemeenschap.
Dit ideaal wordt tenslotte ook aangeduid door het derde praedicaat, dat van 'volkshogeschool', het praedicaat dat aan de leidende figuren dezer stichting wellicht het dierbaarste is. Met enig vernuft en venijn zou men in deze titel een tegenspraak kunnen zien, maar begrippen welke in hun spanning raken aan de contradictie blijken vaak de beste benadering der nooit geheel be-grijp-bare werkelijkheid, gelijk de 'echte' hogescholen zouden kunnen getuigen. Overigens wordt, naar ik meen, door de voorstanders van het volkshogeschoolwerk, waarvan de geschiedenis op blz. 4 en 5 even wordt gecommemoreerd, nergens ontkend dat ook de hogeschool-zonder-meer voor het volk is, en op de gehele volksgemeenschap zijn invloed uitoefent. Aan den oorsprong van de ideeënstrijd rondom Indonesië staan Leiden en Utrecht. Het marxisme en evolutionisme danken hun verbreiding voor een groot deel aan universiteiten en professoren, en het is te wensen dat de katholiek theologische faculteiten van vandaag op deze stromingen een antwoord formuleren dat meer is dan een loutere afwijzing. Tot een dusdanig werken voor het volk is de universiteit geroepen, en zij realiseert daarbij deze paradox: dat zij dit doen moet op een niet rechtstreeks volkse wijze, in een specialisering, tot zelfs in een eigen vaktaal. Maar haar gerichtheid op de gehele volksgemeenschap blijft zich doen gelden: de roerigheid der studenten van altijd en overal is er een bewijs voor, evenals het grote aantal hoogleraren in de nederlandse regeringen sinds de bevrijding. Een der plaatsen nu waarop de universiteit, of nog algemener: 'de wetenschap', haar specialisatie weer op de gemeenschap richt kan zijn: de volkshogeschool. Moet de universiteit haar specialisatie behoeden voor isolering, de volkshogeschool moet haar verbreiding en verbreding behoeden voor het tegengestelde gevaar: dat der verwatering. Beide kunnen dit doen door hun dienst aan den helen mens, of tenslotte
door hun dienst aan Christus in den mens. Drakenburgh kan dit door de sfeer van blijheid en ernstige toeleg tevens welke zich vanzelf oplegt aan degenen die er verblijven.
Dit zijn enige gedachten over de idealen van dit gemeenschapsoord, cultuurcentrum- en volkshogeschool. Zij zullen echter dieper en bezielender spreken tot degenen die Drakenburgh zelf bezoeken. Het postadres is: Landgoed Drakenburgh, Baarn.
P. Schoonenberg