Streven. Jaargang 2
(1948-1949)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 862]
| |
De Roeping van Europa
| |
[pagina 863]
| |
bezitten, dan kon deze actie zeer gemakkelijk en zou zeer waarschijnlijk op gewelddadige wijze worden uitgeoefend; en daarbij kon de geest van Europa nog veel meer schade lijden dan hij tot nu toe door zichzelf en daarna door de catastrofen van eergisteren en gisteren en tenslotte door de weinig zachte behandeling der bezettende machten geleden heeft. Nu echter zijn deze, minstens tegenover elkaar, gedwongen haar geestelijke doeleinden toch grotendeels geestelijk na te streven: en daarbij is de geest van Europa nog zoveel vrijheid gelaten, dat hij voor de een of de andere geest - of voor de eigene kan beslissen. De beslissing is, voorzover ze Europa waarlijk vrijstaat, niet moeilijk te voorzien: afgaande op vele niet onbelangrijke tekenen is zij in de ziel van Europa zelfs reeds gevallen. Voor haar eigen geest en geen andere. De macht uit het Oosten ondersteunt haar dingen om Europa's ziel meestal zeer tastbaar in de uitgestrekte Europese gebieden, die thans aan de onbarmhartige greep van haar hand zijn uitgeleverd; eenvoudigweg door terzijdeschuiving van die persoonlijke krachten, die de aloude geest van Europa in zich dragen en hem aan anderen kunnen mededelen. Zij heeft ook een gemakkelijk en licht te hanteren schild daarvoor, dat zich zonder moeite over alles wat zij raadzaam acht uit te roeien, laat uitstrekken: fascisme. Dikwijls ook kan zij dit uithangbord ontberen; want achter het gordijn heerst zij tamelijk vrij. Zo dicht sluit echter het gordijn niet af, en ook het schild is niet zo overtuigend, of Europa en niet slechts Europa gaan de ogen open: en op het ogenblik heeft haast de gehele mensheid tegen deze macht uit het Oosten stelling genomen. In Europa echter vallen ook de meeste harer oude en nieuwe vrienden en aanhangers weer van haar af. Haar leuze 'gelijkheid' weten wij naar waarde te schatten, doch als een gelijkheid van de grond waaruit ieder zo hoog groeien moet als hij in waarheid te groeien vermag, wijl hij daardoor de anderen opheft en niet onderdrukt. En de mens heeft altijd behoefte aan opgang en niet aan egalizering naar beneden, die in het ondermenselijke en tot het dier leidt. Veel aanvalliger en hoopvoller is de werfkracht der macht uit het Westen. Zij is er ook ver van af zo gewelddadig te zijn als die van haar partner: dit zou ook in tegenspraak zijn met haar leuze, die 'de vrijheid' is. Zij verkondigt deze en tegelijk de eigen geestes- en levensvorm met toewijding, vaak zelfs met een jeugdig aandoende eenvoud, soms echter met welbewuste bijgedachten en bedoelingen, welker realiteit zij bij gelegenheid laat doorschemeren: en juist deze gouden schemer verleent haar werfkracht voor velen, tot wie zij zich richt, een bijzondere aantrekkelijkheid. En toch wordt in Europa, naar het ons voorkomt, ook deze werfkracht op het ogenblik in feite afgewezen, zowel in Frankrijk, dat deze wervers als | |
[pagina 864]
| |
bevrijdende vrienden waren binnengetrokken, als ook in Duitsland, waar zij als overwinnende bevrijders van de voor velen drukkende eigen tyrannie verschenen zijn. Idealistisch gezinde en voor de verspreiding hunner idealen in Europa oprecht en ijverig werkende Amerikanen bemerken ook met teleurstelling de geringe bijval, ja het veel grotere verzet tegen dan bijval met hun waarlijk welgemeende pogingen. Nu kan men zeggen dat zelfs het humaanste militairisme voor het sympathiek maken van de eigen landsgeest weinig geschikt is; en de vuist, maar ook de geste van den overwinnaar evenmin; en als ook de winzuchtige hand bij den toch al door de oorlog geplunderden overwonnene voelbaar wordt, dan wegen tegen haar afschrikkende werking zelfs de in waarheid onbaatzuchtige en levenreddende gaven van den overwinnaar niet op, omdat de geest, waaruit zij geschonken worden, ook zonder enige schuld van zijn kant zijn geloofwaardigheid verliest. Dit alles zijn wel niet onbelangrijke, maar toch slechts tijdelijk toevallige en gemakkelijk te overwinnen hindernissen voor een dieper doordringende cultuurwerking. Het wezenlijke obstakel ligt veel dieper. Wel is de hedendaagse cultuurgeest van Europa erg gedaald: nog steeds echter is hij sterk en de bewuste, hoewel lichtvaardige erfgenaam der grootste menselijke traditie en hoewel hij daarmee vaak barbaars en oneerbiedig is omgegaan, ontwaken toch onmiddellijk in hem zorg en piëteit voor haar, zodra hij ze van buiten af ziet aangerand. Er moet wel een bovenmenselijk diepe en hoge geestelijke suggestiviteit van over de oceaan komen aanwaaien om deze oude en geenszins afgestorven kracht in de Europese cultuurkring met geestelijke middelen te overwinnen; doch zelfs de best gezinde en toekomststerke, wellicht ook jeugdig oerkrachtige en ijverige geest bereikt dat niet zonder de geniaalste en daarbij geestelijk rijpste werken. Zijn die er? Wie kan eraan denken zonder deze Frankrijks terecht geestestrotse ziel te winnen? Het zou ook een winst zonder gevolgen zijn. En wie ook de gisteren en vandaag nog levende geestelijke krachten van het Duitse volk kent, wie weet dat in hen sinds jaren een diepe schaamte woelde over de ontluistering des geestes door hun eigen medeburgers, die zal ook niet kunnen verwachten, dat deze geest zich voor een misschien welgemeende, doch naar verhouding zeer eenvoudige manifestatie zal buigen. Want wel heeft ook hij in zijn te veroveren rijpheid te zijn als de kinderen, zuiver en eenvoudig, maar met heel zijn rijkdom en heel zijn diepte en in een rijpe wijsheid en heiliging. En die kan hij slechts uit zich zelf ontvouwen en als bekronend geschenk der zelfontvouwing van God ontvangen in onmiddellijk charismatische vervulling van zijn eigen scheppende krachten. Wie denkt nu werkelijk dat voor alle echte geestelijke krachten van Europa de vrijheid geen kostbaar en dierbaar goed is? In haar persoonlijke volheid des geestes | |
[pagina 865]
| |
bewaren zij deze diep en trots, misschien zelfs met al te weinig deemoed: en in deze trots wisten zij ze innerlijk, doch niet zelden ook openlijk zichtbaar te verdedigen, als zij werd aangevallen of bestreden. Zij bleven daarin niet achter bij de antieke stoicijnen en dikwijls ook niet bij de goede oude Christenen. En denkt men werkelijk, wat tegenwoordig vaak gezegd wordt, dat in de ziel van echte geestelijke collaborateurs uitsluitend slechts verraad en zwakke, omkoopbare toegeeflijkheid gewoond hebben? Dwaling, ook werkelijke geestelijke verdwazing soms, ongetwijfeld; doch vaak als noodlottige erfenis der eeuwenoude, Westerse schuld en dikwijls als tragische mislukking van een verkeerd streven, ook juist naar vrijheid. Want wel achten en zoeken en beminnen wij, ware Europeanen des geestes, ook de vrijheid, zonder welke de geest niet leven kan; maar zij moet bij het geestelijke veelvoud en de materiële vereniging van ons leven veel dieper, wezenlijker gebaseerd zijn dan zij bij al de adel van haar wezen in het wijde, stofgevulde en van geest betrekkelijk eenvoudige Amerika voldoet. Anders betekent zij de hongerdood van vele millioenen zwakkere en in het levensgedrang van de al te enge ruimte door de sterkeren en onbarmhartigen terzijde geschoven Europeanen. En ook een geestelijk alles, zelfs de vrijheid aantastende anarchie! En dat is slechts een der vele zware problemen, waarmee wij te kampen en die wij op te lossen hebben. Voorbeeldig voor heel de wereld! Want morgen zullen zij zich aan geheel de mensheid stellen, - tenzij zij, in een plotseling uitbrekende en toch bezonnen voorbereide, nieuwe, grote razernij zich zelf uitroeit. Zo wordt het duidelijk: uit de juist in de wetenschap door Amerika graag aanbevolen weg van 'streving en dwaling' laten zich zovele verrassende, ja afstotende grepen en misgrepen in het Europese politieke en geestelijke leven der laatste vijf eeuwen verklaren; sedert de nieuwe mens van het Westen eerst op eigen benen te staan tracht. En de Duitse mens is juist een der grootste Europese zoekers en strevers tot op het ogenblik toe. Wel moet het streven en zoeken eindelijk tot de waarheid leiden: dat gelukt echter alleen, wanneer wij de zoeker op de rechte weg weten te brengen. Vernietigen wij hem, dan voorkomen wij de dwaling en ook de verdwazing, maar tevens de mogelijkheid van het bereiken der waarheid. Want de zelfbewuste en hartstochtverblinde zoeker zal haar dikwijls voorbijlopen, maar wie haar zelf niet ernstig zoekt, zal haar nooit vinden. En daarom kan de mensheid nooit Europa en Europa geen zijner ernstige zoekers missen: niet de Fransman, maar ook niet de Italiaan en evenmin de Duitser. Wat de volken betreft, die de millioenenmassa's daartoe leverden, zijn ook de grote revolutionnaire bewegingen der laatste twee decennia in Europa als reusachtige openbaringen van het hartstochtelijk en vaak ook | |
[pagina 866]
| |
hartstochtverblinde zoeken naar een bepaling der toekomst te verstaan en te waarderen. Zij hebben een tweevoudige zin, die echter innig in zich vervlochten is. Zij zijn in wezen nationale socialismen geweest, golven van het gigantische proces der evolutie van de 'vierde stand'. Zij trachtten echter de revolutie van het proletariaat met de ontplooiing van het nationale leven te verbinden; daarin lagen haar sterkte en haar gebreken en daarom worden zij onder de gemeenschappelijke titel fascisme door de nog altijd in hoge mate marxistisch-internationalistische proletariërsrevolutie, door de communistische beweging, alsook door haar opperste leiding en sterkste macht, die het imperialisme van het Marxisme en het Russisch-Messianistische nationalisme zo handig weet te verbinden door het Bolsjewisme, allerbitterst bestreden. Haar sterkte was de verbinding der socialistische revolutie met de nationale idee: In zover zij daarin de Europese cultuurtraditie harer volken te bewaren of de weg daarheen terug te vinden trachten, vertegenwoordigen zij een waarde. Maar ook lag daarin haar zwakte: met de revolutionering van het nationale bewustzijn dreven zij dit tot een imperialistisch machtshongerig overstaggaan en in de begerige houding van het socialistische vechtnationalisme. Daarmee stortte zij - hoewel volstrekt niet alleen daardoor! - de mensheid in de rampzaligste oorlog harer geschiedenis en brachten de eigen volken en heel Europa aan de rand des ondergangs. Zo werden zij veroordeeld en in haar machtshongerige heersershoudingen vernietigd; wat in de geest der volken, die haar droegen, van haar overblijft en waartoe zich dit ontwikkelen zal, moet de toekomst leren. Vergaan is het in elk geval niet en zeker is het niet uit te roeien; daarom moet het gevormd worden om niet opnieuw en dan nog fataler tot uitbarsting te komen. Het fascisme in engere zin had, overeenkomstig het karakter van zijn volk, veel theatraals en weinig hardheid. Het zocht de socialistische revolutie in de nationale idee van het Italiaan-zijn te verwerkelijken; dit en daarmee de oplossing der sociale kwestie had het wellicht kunnen gelukken. Maar het trachtte dan de nationale idee van het Italianisme tot de opnieuw gewekte rijksidee van het Romeinendom te verbreden. En hierin ging het overstag, dit was zijn dwaling en ondergang. Want de Italiaan bleek geen Romein te zijn. Dit was een illusie; beiden hebben verschillende waarden, verschillende defecten, verschillend karakter en daarom een verschillende zending, een verschillend lot. De machtsdronken dwaling in dezen bracht de heerschappij van het fascisme ten val, en het volk in een zware catastroof, waaruit het moet leren en tot zelfbezinning komen. Het nationaalsocialisme had veel theatraals en veel hardheid. Geen van beide beantwoordde aan het eigenlijke Duitse volkskarakter, eer aan zijn geestelijke verwildering, en was daarin het gevolg van een verregaande | |
[pagina 867]
| |
verwereldlijking in een lang en vaak bij nieuw heidendom eindigend secularisatieproces der Duitse Christenheid. Tevens was het de overcompensering van verschillende Duitse tekort-gevoelens en de ruw revolutionnaire uitbarsting van een sterke en arbeidzame en daarbij veel te eng samengedrukte, in de natuurlijke ontplooiing harer massa's en mogelijkheden gestremde volkskracht. Het nazisme zette in het brede en brutale, in geestloos arrogante heerszucht om, wat de Duitser aan diepe en geestelijke beheersing van zich zelf en van de stof op voorbeeldige wijze had moeten presteren. Zo pompte het de eigen volkskracht leeg, overweldigde dan vele volken en stortte tot een nooit geziene ruïne in elkaar: en als het Duitse volk uit dit vreselijke débacle zich niet verheffen kan tot de erkenning zijner ware zending, alsook tot de mogelijkheid en tenslotte tot het besluit daartoe, dan zal geheel Europa vervallen. Het is niet in staat met een geestelijk-zedelijke, noch met een ontvolkte en cultuurloze woestijn in zijn midden te blijven leven. De geringere nationaalsocialismen, die in tien of twaalf staten van Europa grotendeels door de directe invloed der twee machtige rijken 'congeniaal' ontstaan waren, hadden meer of minder een lokaal karakter en lokale betekenis; in het algemeen waren zij ook veel tammer en verschillend van gehalte, tot de hoogste, door haar leider christelijk opgezette vorm der Portugese staatsdictatuur toe. Het laatste woord, de dictatuur, geeft te kennen dat deze dictatoriale socialismen overal slechts voorbijgaand kunnen heersen; in het goede, tot zij de revolutie van het proletariaat in de stabiele maatschappij- en staatsordening der toekomst nationaal omgevormd hebben, in het kwade, tot zij ineenstorten. Want juist het grote voorbeeld van Rome bewijst, dat een dictatuur wel nodig en doelmatig zijn kan om het leven van een volk en een staat door moeilijker tijden van innerlijke en uiterlijke bedreiging krachtig heen te leiden: wil zij zich echter vereeuwigen, dan wordt zij tyrannie en ondermijnt met de afbinding der vrijheid de bron des levens en de eigen bodem. Daarmee zijn wij nu weer tot de voorstelling van de ware mens der toekomst en van zijn christelijk-humanistische cultuur teruggekeerd. Slechts in deze cultuur die de vrijheid en de ordening in scheppende verbinding verenigt kan de mens van morgen, wanneer hij zich in God met zijn ware wezen heeft teruggevonden, een nieuw en goed leven uit een hoge en rijpe geest vormen. En in de verwezenlijking dezer taak ligt nog altijd de voorbeeldige, grote zending van Europa. Noch het Oosten noch het Westen is in staat vandaag of morgen deze cultuur te vervangen; misschien later eens... Dat moeten de werken van de geest als de vruchten der ziel bewijzen. |
|