Streven. Jaargang 2
(1948-1949)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTwee DeurenNa het bejubelen van Le Maître de Santiago als een verblijdende 'boodschap van het eeuwige Katholicisme' (aldus de Engelse criticus Sydney Hart) is opnieuw de strijd ontbrand over het al dan niet katholiek zijn van de Montherlant. Pages Catholiques verscheen, bijeengegaard uit zijn werk door Mme Kasterska.Ga naar voetnoot1. Haar conclusie laat geen twijfel over: het is mijn diepe overtuiging, dat, wat de anderen en soms ook hij-zelf zeggen mogen, Montherlant altijd het geloof had en altijd nog heeft. Volgens haar kan men geen regels schrijven, die kennelijk christelijk zijn geinspireerd zonder dat men gelooft. Na de inleiding van Mme Kasterska, die meer moet overtuigen door de bezielde belijdenis van de schrijfster dan door de onontkoombaarheid van haar betoog maakt de Montherlant zijn mening over haar pogen kenbaar in een minzame dankbrief, die hij haar stuurde. Men heeft, zo zegt hij, gedeelten uit mijn werk gebundeld onder de titel Pages de Tendresse. Men had bijvoorbeeld even goed een keuze kunnen doen onder de naam Pages de Dureté. Het is de Montherlant best, 'schrijvende zo niet alleen voor mijzelf, dan toch voor allen'', indien men zijn werk onder een bepaalde belichting stelt, ten dienste van een bepaalde gemeenschap. Maar hij waarschuwt in deze brief op beminnelijke wijze voor dergelijke bemoeiingen. Een gepurificeerde de Montherlant is meteen een gesteriliseerde, herleid tot een ongevaarlijk fragment van zichtzelf. De Montherlant maakt het degenen, die hem zo graag als een der hunnen zouden nawijzen, niet gemakkelijk. Hoe kan het anders. Hij vergat, naar hij eens zei, nimmer zich er terstond van te vergewissen, als hij een huis binnenging, of er wel een deur was waardoor hij het meteen weer kon verlaten. Een vrijwel tegelijkertijd verschenen boek, Les Enfances de Montherlant, door J.-M. Faure-Biguet, werpt enig licht op de veelheid der mogelijkheden in de Montherlant. Een Bretonse afkomst droeg bij aan de neiging tot mystiek, die nog verhevigd werd door het 'catholicisme ardent' dat zijn voorouders van vaderszijde, uit Catalonië herkomstig, beleden. Maar er is ook de herinnering aan François de Montherlant, afgevaardigde in de Assemblée Constituante van 1790, die daar zijn voltairiaanse vertogen afvuurde tegen de edelen en de clerus. En aan moederszijde nog de grand homme Henry de Riancey, advocaat en secretaris van het kiescomité voor godsdienstvrijheid. Zijn vader was opgevoed door de Jezuïeten, zijn moeder en vooral zijn grootmoeder hadden een diep geworteld vooroordeel tegen deze heren: een rest Jansenisme, dat aan die zijde nawijsbaar is. Dit alles is de Montherlant. Misschien is niemand autonoom. Hij is het zeker niet: een heel geslacht vecht in hem om voorrang en neemt | |
[pagina 774]
| |
beurtelings het woord. Maar juist deze verankering in Frankrijk's veelzijdigheid verleent de problematiek van de Montherlant-privé haar grote aantrekkelijkheid. Ook zijn latere invloeden nawijsbaar. Nietzsche, Sorel. Maar voor de door Nietzsche verachte Imitatio Christi van Thomas van Kempen heeft de Montherlant diepe eerbied. Zodat het geen grote verwondering hoeft te wekken wanneer tijdens een ziekte de lezing van Sainte-Beuve's Port Royal leidt tot een religieuze crisis, door de Montherlant zelf de levendigste bewustwording van het werkelijke katholicisme genoemd. Het blijft overigens de vraag in hoeverre deze bewustwording van het werkelijke katholicisme hem distancieert of nader brengt tot de Moederkerk. Van iets later datum is de uitspraak van hem bekend: Ik ben aan de uiterste rand van wat ik aan levensintensiteit winnen kon, op het punt waarop alles veranderd moet worden. Ook dit echter is nog geen Mea Culpa, en in Costals, de libertijn die de taal der Jansenisten spreekt uit de daarna geschreven Jeunes Filles blijft de hunkering naar het Unum Necessarium open. Om na de oorlog over te gaan in het Unum Domine van Le Maître de Santiago. Zo vreemd was het dus niet, in dit werk de belijdenis van de Montherlant's katholicisme te begroeten. Vooral niet wanneer de wens de gedachte vele vaders geeft. Maar de andere deur stond open, en kort daarop werd MalatestaGa naar voetnoot2. aan de openbaarheid prijsgegeven, - de tragedie van den condottieri, die op reis naar Rome gaat om de Paus van het leven te beroven, maar weent van vreugde, wanneer deze hem zijn 'condottieri pontifical' noemt. Rooms ondanks zichzelf, als de Montherlant, trouw tot in zijn révoltes, zelfs tot in zijn blasphemie. Maar dan trouw tegen alles en iedereen in, kind van de Kerk, maar dan enfant terrible. Misschien zijn dienst bewijzend, maar dan 'Service Inutile', die wellicht de enig acceptabele zal zijn in God's ogen. De temporele activiteit van het Christendom weegt niet zwaar voor de Montherlant. Enkele ogenblikken voor zijn gevangenneming sprak Christus het woord 'Non pro mundo rogo'; is het vreemd als de Montherlant daarin de bevestiging ziet van de uitspraak van Fénélon, die hij aan het slot van zijn brief aan Mme Kasterska citeert: 'L'oeuvre de Dieu est une oeuvre de mort et non de vie'? Aldus haar overtuiging, dat hij katholiek-quand-même is, bevestigend, en in een voor haar wellicht onverstaanbare zin, ontkennend. Ch. Wentinck |
|