Streven. Jaargang 2
(1948-1949)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 748]
| |
Grondslagen der Sovjet-Politiek
| |
[pagina 749]
| |
buiten de Sovjet-Unie en buiten de Communistische partijen ten onzent niet bekend noch begrepen. Dikwijls wordt de Sovjet-politiek nog verklaard door zuivere veiligheidsoverwegingen, door 'inferioriteitscomplex', of door gewone 'klassieke' imperialistische neigingen, die niet essentieel verschillen van die van het Rusland der Tsaren. Misschien zijn die drijfveren haar niet geheel vreemd; zij zijn alleszins van ondergeschikte betekenis. Reeds in het Julinummer 1947 van het bekende Amerikaans tijdschrift Foreign Affairs verscheen een verantwoorde en ophefmakende naamloze studie over 'The Sources of Sovjet Conduct'. De auteur, 'X', was George Kennan, een leidende figuur van het Amerikaans Staatsdepartement. In het Januarinummer 1949 van hetzelfde tijdschrift verscheen een bijdrage onder de titel 'Stalin on revolution' van de hand van een 'Historicus', een pseudoniem waaronder George Morgan, eerste ambassade-secretaris der U.S.A. te Moskou schuil gaat. Zij is zeker niet minder belangwekkend dan de vorige. Beperkt in haar opzet, ontleent ze haar bijzondere verdienste aan de bronnen die de auteur raadpleegde, met name de officiële publicaties en verklaringen van Stalin zelf over de Revolutie, - een begrip waarvan de betekenis ruim genoeg is om heel de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie te omvatten. Men ontkomt niet aan de indruk, dat deze wetenschappelijke en blijkbaar objectieve samenvatting van Stalin's opvattingen over de revolutie zo mogelijk nog duidelijker en met meer gezag de drijfveren van de Sovjet-politiek bloot legt dan de uiteenzetting van Kennan die, hoe schitterend ook, uiteraard subjectief bleef. De beste kenner der Sovjet-politiek is toch immer Stalin zelf. De enige hypotheek die op zijn woorden weegt is een mogelijke onoprechtheid. De verspreiding van zijn geschriften en verklaringen in de Sovjet-Unie, hun betekenis als leidraad voor de partij, het absolute geloof dat de partij aan elk woord van Stalin hecht en de scrupuleuze zorg door Stalin zelf aan de dag gelegd voor de formulering van zijn gedachten, herleiden deze hypotheek tot een minimum. Van Stalin's 'Problemen van het Leninisme' en 'Geschiedenis der Communistische Partij', waarop de studie van 'Historicus' grotendeels steunt, en die herhaaldelijk, zeer onlangs nog, werden heruitgegeven, zijn thans respectievelijk 4.000.000 en 31.000.000 exemplaren in omloop. Hierna volgt een korte, zo trouw mogelijke, doch ietwat anders geschikte samenvatting van bewuste studie die, in Foreign Affairs een veertigtal bladzijden beslaat. Ze moge verwarring en... illusies voorkomen. | |
[pagina 750]
| |
1. Betekenis van de doctrineHerhaaldelijk herinnert Stalin aan Lenin's woorden 'Zonder revolutionnaire theorie, kan er geen revolutionnaire beweging zijn'. Het ongelooflijk belang door de Sovjets aan de doctrine gehecht wordt begrijpelijk wanneer men beseft dat, volgens hen, het Marxisme-Leninisme een sociale wetenschap is in de strenge betekenis van het woord, die toelaat de loop van de geschiedenis te voorzien en in zekere mate te bepalen (in die mate namelijk dat menselijke actie de baan effent voor de komende gebeurtenissen). 'De macht van het Marxisme-Leninisme schuilt in het feit, dat het de partij in staat stelt zich in een gegeven situatie te oriënteren, de internationale samenhang van de gebeurtenissen te vatten, de loop der gebeurtenissen te voorzien en uit te maken, niet alleen hoe en waar de gebeurtenissen zich thans ontwikkelen, maar ook hoe en waar zij zich in de toekomst moeten ontwikkelen.' | |
2. Philosophische en historische postulatenSteunend op het dialectisch en historisch materialisme worden volgende postulaten aanvaard: De natuur is een samenhangend geheel. De natuurverschijnselen zijn organisch verbonden en onderling afhankelijk. Elk sociaal systeem, iedere sociale beweging moet bijgevolg gezien worden, niet vanuit het standpunt der eeuwige rechtvaardigheid, maar vanuit het standpunt der omstandigheden - 'en situation' zoals Sartre zou zeggen - die tot dit systeem en tot die beweging aanleiding gaven en waarmede ze samenhangen. Steeds is de natuur in beweging: altijd is er iets aan het groeien; steeds treedt er iets in ontbinding. Alleen wat groeit (het proletariaat) is onoverwinnelijk. Het proces der evolutie is niet zuiver kwantitatief, maar vooral kwalitatief. De kwalitatieve omvormingen (in de sociale verhoudingen) zijn het gevolg van opgehoopte kwantitatieve wijzingen (groei van het proletariaat). Zij doen zich plots en geweldig voor. Zo kan de overgang van kapitalisme tot socialisme niet door geleidelijke hervormingen, doch slechts door geweldige revolutionnaire actie geschieden: zo wil het de natuurwet. De evolutie is dus niet het gevolg van een harmonische ontplooiïng van een verschijnsel, maar van de oplossing - met geweld - van bestaande tegenstrijdigheden. Spanning en strijd tussen tegenovergestelde tendensen stuwt de geschiedenis voort. Compromis en hervorming zijn uit de boze. Klassenstrijd is natuurlijk. De realiteit is materieel. De bron van sociale ideeën en instellingen is te zoeken in de materiële levensvoorwaarden. Wijziging in de productie- | |
[pagina 751]
| |
middelen verwekt noodzakelijk herziening van heel het sociaal-politiek systeem. De ontwikkeling der productieve krachten, speciaal van de machine, moet de verouderde productieverhoudingen grondig omvormen. De innerlijke contradictie van het kapitalisme bestaat vooral hierin dat het, door millioenen arbeiders in reuzenfabrieken te concentreren, aan het productieproces een sociaal karakter verleent en aldus zijn eigen grondvesten ondermijnt, met name de private eigendom der bedrijven. Vandaar de periodieke crisis van overproductie die alleen door socialisatie der bedrijven kan voorkomen worden. Het enig middel daartoe is het vervangen van de dictatuur van de bourgeoisie door de dictatuur van het proletariaat. Deze revolutie is het gevolg van de groeiende spanning tussen de bourgeoisie en het proletariaat. (Stalin heeft van de Marxistische thesis van de groeiende ellende van het proletariaat wijselijk afgezien). | |
3. Innerlijke contradicties van het kapitalismeHet kapitalisme is in zijn laatste stadium getreden. De monopolitische reuzentrust en het internationaal financiewezen vormen één enkel wereldomvattend kapitalistisch systeem. De Revolutie breekt in bepaalde landen uit. Niet, zoals Marx verwachtte, tengevolge van plaatselijke omstandigheden, maar van de wisselwerking der krachten binnen dit wereldsysteem zelve. - Evenmin, zoals Marx vermoedde, in de industrieel sterkst ontwikkelde landen maar op het punt waar de kapitalistische ketting de zwakste schakel vertoont. Het kapitalistisch systeem ondermijnt zich zelf door het verwekken van spanningen. Vooreerst tussen de bezittende bourgeoisie en het niet-bezittende proletariaat, met de daaruit voortvloeiende economische crisis. Vervolgens tussen de exploiterende kapitalistische landen en de geexploiteerde koloniën. Die spanning leidt tot nationale vrijheidsbewegingen van volkeren, die de strijd opnemen tegen imperialisme. Tenslotte onder rivale kapitalistische landen. Die spanning leidt tot oorlog als enig resterend middel om tot een herverdeling van de rijkdommen der aarde over te gaan. De twee wereldoorlogen hebben geen andere uitleg. | |
4. Contradictie tussen kapitalistische en socialistische systemenNaast de drie voormelde contradicties (bourgeoisie-proletariaat; imperialistische staten - koloniën; imperialistische rivaliteit) die in het kapitalistische wereldsysteem woekeren, is er een nieuwe ontstaan, en wel sedert de Russische Revolutie, met name die tussen de kapitalistische en de socialistischeGa naar voetnoot1. systemen. Daardoor heeft het kapitalisme zijn wereld- | |
[pagina 752]
| |
monopolie verloren: de periode van opbloei is voorbij; die van de ondergang treedt in. Het blote feit van het bestaan van een nieuw socialistisch systeem is voor Stalin een bewijs van de onvermijdelijke ontbinding van het kapitalisme. De tegenstrijdigheid tussen beide systemen verwekt een groeiende spanning. De kapitalistische machten pogen het vaderland van het socialisme te omsingelen en het socialistisch systeem ten val te brengen. Ieder succes van het Sovjet-systeem heeft omgekeerd een diepgaande revolutionnaire terugslag in de kapitalistische landen. Grote krachten werken echter in de schoot van het kapitalistisch systeem zelf ten voordele van het socialistische, namelijk de economische crisis, de oorlogen en de volksmassa's. | |
5. Verschijnselen die het revolutionnair proces bespoedigenVooreerst de economische crises. Zij zijn het gevolg van de breuk tussen productieverhoudingen en de productiekrachten. Terwijl de productiekrachten voortdurend stijgen, worden de lonen laag gehouden om de winst te verhogen. Vandaar de relatieve inkrimping der koopkracht die op haar beurt overproductie, vernietiging van goederen, werkloosheid en ellende veroorzaken. 'Indien echter het kapitalisme de productie zou aanwenden, niet om de hoogst mogelijke winst te boeken maar om de levensvoorwaarden der volksmassa's te verbeteren, dan zouden er geen crises meer bestaan. Maar dan zou het kapitalisme ook geen kapitalisme meer zijn.' Vervolgens de oorlog. Volgens Stalin kan het belang van de oorlog als werktuig der revolutie moeilijk worden overschat. Hij ontwricht de economische structuur van de kapitalistische landen en ondermijnt hun gezag in de koloniale gebieden. De eerste wereldoorlog heeft aldus een algemene crisis van het kapitalisme ingeluid. Nooit zal dit stelsel zijn vooroorlogse stabiliteit en zelfvertrouwen herwinnen. De tweede wereldoorlog is niet het gevolg van politieke vergissingen of ambities maar het onvermijdelijk resultaat van de ontwikkeling van economische en politieke krachten steunend op het huidige monopolitische kapitalisme. Het is de gevaarlijkste oorlog voor de bourgeoisie. Ten slotte de volksmassa's. De revolutie is niet mogelijk zonder een algemene maatschappelijke crisis, zonder verwarring en desintegratie, en wel in zulke mate dat de zogenaamde neutrale elementen, die de massa vormen, uit de bezittende klassen deserteren en hun steun gaan verlenen aan het proletariaat. De bourgeoisie wordt aldus geïsoleerd. Daarenboven moet het proletariaat geholpen worden door buitenlandse krachten, door het proletariaat van andere kapitalistische landen en door de machten van de socialistische staat, met name de Sovjet-Unie. | |
[pagina 753]
| |
Dit is dan het grondschema volgens hetwelk het revolutionnair proces verloopt. | |
6. Ebbe en vloedHet tijdperk der wereldrevolutie, dat waarschijnlijk tientallen jaren zal in beslag nemen, kent periodes van ebbe en vloed. Een revolutionnair hoogtepunt werd bereikt in 1917 met de Russische omwenteling: de golf spreidde zich over Europa uit. In 1925 stelde Stalin een verzwakking vast die samen viel met een tijdelijke en gedeeltelijke stabilisatie van het kapitalisme. In 1927 kondigde hij een nieuwe crisis aan van het wereldkapitalisme. In 1930 en 1934 wees hij op de verscherping van de crisis, die onvermijdelijk moest leiden tot een nieuwe imperialistische oorlog. In 1939 verklaarde hij dat deze begonnen was en zou uitgroeien tot een wereldoorlog. Stalin beschouwt blijkbaar de jongste kwart eeuw als een periode van stijgende revolutionnaire mogelijkheden. | |
7. Revolutionnaire strategieHoewel de ineenstorting van het kapitalisme, wegens zijn innerlijke tegenstrijdigheden, onvermijdelijk is, toch moet ze door systematische actie worden voorbereid. De communistische partij heeft tot taak de baan te effenen voor de vervanging van het kapitalisme door het socialisme. Want de triomf der revolutie komt niet vanzelf. Hij moet worden afgedwongen. Er moet voor worden gestreden. Stalin's taal is dan ook rijk aan militaire uitdrukkingen: tactiek en strategie, staf, kaders, voorposten, reserves, versterkte punten, vooruitgeschoven stellingen, opmarscheren, aanvallen, terugtochten, manoeuvers, omsingeling, flankerende bewegingen, hergroepering van strijdkrachten, enz. Hij zelf omschrijft het verband tussen theorie en strategie. 'De Marxistische theorie bestudeert het objectieve proces der maatschappelijke evolutie, bepaalt haar tendens en identificeert de klassen die naar de macht toe groeien of die onvermijdelijk ten gronde gaan. Het Marxistische programma, gebaseerd op de besluiten der theorie schetst het doel der beweging van de opkomende klasse (het proletariaat). De strategie, steunend op de richtlijnen van het programma en rekening houdend met de binnenlandse en internationale machtsverhoudingen, bepaalt de algemene oriëntatie die de revolutionnaire beweging van het proletariaat dient te volgen om in de gegeven verhoudingen het gunstigste resultaat te bereiken.' De strategie evolueert naar gelang van het stadium waarin de revolutie zich bevindt. Het eerste stadium, van 1903 tot Februari 1917, was dat van voorbereiding. | |
[pagina 754]
| |
Het tweede stadium, van Maart tot October 1917, luidde de triomf in der Revolutie in één staat. Met het derde stadium - na de Octoberrevolutie - is het tijdperk der wereldrevolutie aangebroken. Fundamenteel in dit derde, huidige stadium is de functie van de Sovjet-Unie als basis voor de wereldrevolutie die een einde zal stellen aan het wereld-kapitalistisch systeem. Dit grondbeginsel wordt door Stalin voortdurend onderstreept. Toch is, buiten Rusland, de mening verspreid als zou de U.R.S.S. haar droom, de wereldrevolutie, hebben opgegeven. Die mening houdt namelijk verband met Stalin's bewering als zou 'de export van Revolutie' nonsens zijn. Wellicht was Stalin oprecht toen hij dit in 1936 aan Roy Howard verklaarde. Doch daarom sprak hij zichzelf niet tegen. De 'export' van revolutie, is inderdaad, onzin. Maar Stalin verheelde zijn overtuiging niet dat de revolutie elders zou uitbreken. Hoe dit zou gebeuren - onder welke binnenlandse voorwaarden en met welke buitenlandse hulp is een andere vraag. Zijn latere verklaringen aan King, (correspondent van Reuter) in 1943, volgens welke Moskou zich niet in de binnenlandse aangelegenheden van andere staten wil mengen - aan Harold Stassen, in 1946, waarbij hij loochent ooit te hebben gezegd, dat de kapitalistische en socialistische systemen niet kunnen samenwerken, wegen niet op tegen de ongewijzigde grondstellingen die ten behoeve van de Sovjet-Unie en de partij herhaaldelijk opnieuw werden gepubliceerd. Zij schijnen slechts verklaarbaar als tactische manoeuvre's en propaganda en wijzen op zichzelf geenszins op een grondige wijziging in de revolutionnaire strategie. Nu de triomf van de revolutie in één land een feit is, komt het er op aan door een reeks aanvullende revoluties een einde te maken aan de 'kapitalistische omsingeling', en de veiligheid der Sovjet-Unie te verzekeren. Met de democratisering der 'satellietstaten' werd blijkbaar dit punt van het programma verwezenlijkt. Nadat dan de Sovjet-Unie als basis zal uitgebouwd zijn, dank zij de organisatie van haar eigen socialistische productie, kan ze meer agressief optreden om de revolutie in het buitenland te bevorderen. De vijfjarenplannen in 1938 en opnieuw in 1946 aangekondigd schijnen er op te wijzen, dat dit proces nu bezig is zich te voltrekken. Ten slotte zal 'zo nodig' militaire actie tegenover de kapitalistische landen worden ondernomen. Het geldt hier een noodoplossing... maar ze schijnt onvermijdelijk. Stalin citeert graag Lenin's verklaring: 'Wij leven niet alleen in een | |
[pagina 755]
| |
staat, maar ook in een systeem van staten en het bestaan der Sovjet-Republiek naast de imperialistische staten, gedurende lange tijd, is ondenkbaar. Tenslotte zal de een de andere veroveren. Vooraleer dat geschiedt, is een reeks van verschrikkelijke botsingen tussen de Sovjet-Republiek en de bourgeois-staten onvermijdelijk.' Nochtans is er kans op een uitzondering op de algemene regel, krachtens welke het kapitalisme alleen door revolutionnair geweld kan worden omvergeworpen. Wanneer namelijk een socialistische omsingeling in de plaats zou treden van de kapitalistische omsingeling, dan zouden de kapitalistische landen wellicht bereid zijn, om, uit vrije wil, ernstige concessies te doen aan het proletariaat. Van de techniek der zogenoemde 'koude revolutie' leveren de gebeurtenissen in Oost-Europa een voorbeeld op beperkte schaal. | |
8. Tactische soepelheidDe vrije strakke opvatting van de revolutionnaire strategie sluit allerminst tactische soepelheid uit. Concrete revolutionnaire actie moet op ieder ogenblik rekening houden met de organisatie der krachten aan de zijde van het proletariaat en met de toestanden in het kamp van de tegenstrever. Zij moet ontketend worden telkens als de communistische krachten op een bepaald punt die van het kapitalistisch front overtreffen. Hier speelt ook de wet van ebbe en vloed: zij bepaalt namelijk de periodes van offensief en van defensief, en kan eventueel zelfs een terugtocht rechtvaardigen. Zo is, bij voorbeeld, de vredelievende samenwerking tussen proletariaat en bourgeois-staten, waarvan in 1925 sprake was en thans opnieuw sprake is, in verband te brengen met een voorlopige stabilisatie van het kapitalisme en met een overeenstemmende revolutionnaire windstilte. Want 'veel hangt er van af of wij er in zullen slagen de oorlog met de kapitalistische landen uit te stellen totdat de proletarische revolutie in Europa rijp is, of totdat de koloniale revoluties een climax bereiken of de kapitalistische landen in een onderlinge strijd over de verdeling van de exploitatiegebieden gewikkeld zijn. Het behoud van vredelievende betrekkingen met de kapitalistische landen is daarom een verplichte taak voor ons.' Die vredespolitiek kan echter samenvallen met een aggressieve tactiek der communistische partijen. Hun taak is de aanval voor te bereiden terwijl de Sovjet-Regering aanstuurt op vredelievende samenwerking met de bourgeois-staten. Pacifisme heeft overigens een andere zeer belangrijke tactische functie. Het kan de gevoelens van de massa vleien en ze opruien tegen de | |
[pagina 756]
| |
'imperialistische oorlogsstokers.' Van deze tactiek zijn we heden getuige. In hetzelfde gedachtenverband moeten ook Stalin's pogingen gezien worden om de handelsbetrekkingen met de Westerse mogendheden - inzonderheid met de U.S.A. te bevorderen (Amerikaanse 'big business' is onze grootste bondgenoot). Goederenruil met en technische hulp vanwege de kapitalistische landen zijn inderdaad onontbeerlijk voor de industriële ontwikkeling van de Sovjet-Unie. 'De grenzen dezer samenwerking worden echter bepaald door de fundamentele oppositie tussen beide systemen waarvan de rivaliteit en de strijd onvermijdelijk blijft.' | |
9. De strijd tussen twee wereldsystemenStalin ziet geen grondig onderscheid tussen de economische systemen van de U.S.A. en van Nazi-Duitsland: beide steunen op het monopolitisch kapitalisme. Hij verheelt zijn misprijzen niet voor landen waarvan de politiek vrijwel uitsluitend door materiële belangen is ingegeven: 'Sedert wanneer stelt de bourgeoisie principes boven geld?' Hij bewondert echter het technisch kunnen der Amerikanen. Hij gelooft niet in een toenadering of een samenvloeien van beide systemen. 'Het sovjet-systeem zal niet naar de Amerikaanse democratie toe groeien noch omgekeerd. Samenwerking met het Westen kan door onmiddellijke belangen worden gerechtvaardigd, maar dan evengoed met Duitsland als met Amerika' (Stalin aan Stassen in 1946). De U.S.A. vormen het bolwerk van het kapitalisme. Zij zullen de laatste zijn om tot het communisme over te gaan. Wanneer dààr een revolutionnaire crisis uitbreekt zal dit het begin van het einde der wereldrevolutie betekenen. Ondertussen voltrekt zich een proces, dat Stalin sedert lang schijnt te hebben voorzien, met name de splitsing van de wereld in twee kampen die zich organiseren rond twee centra: de socialistische staten geschaard rond de Sovjet-Unie en de niet-socialistische machten die zich concentreren op de U.S.A. 'De strijd tussen deze centra voor het bezit van de wereldeconomie zal over het lot van het kapitalisme en van het communisme over heel de wereld beslissen.' | |
10 De volgende phaseUit het voorafgaande kan worden afgeleid hoe de leiders der Sovjet-Unie, door het prisma van hun doctrine de huidige situatie en de toekomstperspectieven moeten zien. De tweede wereldoorlog betekent een climax van de tegenstrijdigheden, die de kapitalistische wereld verscheuren. Hij heeft revolutionnaire mogelijkheden geopend in Europa en in Azië. Het onmiddellijk en belangrijk | |
[pagina 757]
| |
gevolg hiervan is een gevoel van zelfvertrouwen van de Sovjetstaat die een verschrikkelijke vuurproef zegevierend heeft doorstaan en die, dank zij een veiligheidsgordel van satellietstaten in Europa en een spectaculair succes in het Verre Oosten, niet meer voor een verplettering der revolutionnaire krachten door de kapitalistische landen hoeft te vrezen. Maar tenzij het kapitalisme onder de druk der huidige revolutionnaire golf begeeft, zal een tijdelijke stabilisatie intreden van wat er van de kapitalistische wereld overblijft. Vandaar de noodzakelijkheid om een snelle en stoute tactiek in de onmiddellijke na-oorlogse periode toe te passen ten einde het grootste succes grondig te exploiteren en te consolideren. Die agressieve tactiek wordt alleen getemperd door de wens om de strijd om de wereldhegemonie niet onmiddellijk te ontketenen, gezien de momentele materiële overmacht van de U.S.A. Door haar huidig vredesoffensief poogt de Sovjet-Unie verdeling te zaaien in de rangen van het Westen, en de volksmassa's te haren gunste te beïnvloeden. De U.N.O. zelf wordt hiervoor als dankbaar instrument gebruikt. De noodzakelijke industriële expansie van de Sovjet-Unie en van haar satellietstaten laat vermoeden dat de Sovjet-Unie zich niet binnen de eerstvolgende twintig jaar aan de uiteindelijke strijd zal wagen, tenzij ze tot het besluit zou komen, dat de tijd niet meer in haar voordeel werkt. Tot daar de samenvatting van Morgan's studie.
* * *
Wat moet hier nog worden aan toegevoegd, tenzij dat ook nog met een andere hypothese moet worden afgerekend: quid indien de machtige constructie der Sovjet-politiek op drijfzand rust, met name het drijfzand van een wankele 'theorie'? Haar onverbiddelijke logica is voorzeker indrukwekkend. Ze straalt een zelfzekerheid uit die doet denken aan de meetkunde van Euclydes. Maar de postulaten waarvan ze uitgaat zijn niet boven alle twijfel verheven. Overigens zijn simplistische en uiterste oplossingen gewoonlijk niet de juiste. De werkelijkheid is niet eenvoudig. De politieke en sociale werkelijkheid is zeker niet alleen materieel. Ondanks alle schijn, is strijd en geweld evenmin de enige drijfkracht van de maatschappelijke vooruitgang. Niet altijd staat evolutie met revolutie gelijk. Daarom, afgezien van de huidige machtsverhoudingen, schijnen de zogenoemde 'bourgeois-staten' die, bij het soms wat onbeholpen zoeken naar de passende vormen van maatschappelijke hernieuwing, de evolutie boven de revolutie, de verzoening boven de brutale ommekeer en vooral | |
[pagina 758]
| |
de morele en geestelijke waarden boven de stoffelijke verkiezen, de grote historische wetten dichter te benaderen en de baan voor de komende gebeurtenissen beter te effenen dan de zogenoemde 'socialistische' staten dit menen te doen. De voorstanders van het Sovjet-stelsel beginnen hiervan vaag bewust te worden. Dit bewustzijn komt tot uiting in de groeiende bezorgdheid omtrent de mogelijke resultaten van een meer menselijk kapitalisme waarop het Amerikaanse New Deal, de sociale kentering in Europa, en de sterk geëvolueerde koloniale politiek duidelijk aansturen. Er wordt van het kapitalisme gezegd dat het een techniek is veel meer dan een systeem. Techniek is uiteraard voor verbetering vatbaar. De misbruiken waartoe ze aanleiding gaf zijn te verhelpen. Stalin zelf geeft toe, dat de innerlijke tegenstrijdigheden van het kapitalisme zouden verdwijnen indien de stoffelijke vruchten van de techniek meer aan de volksmassa zouden ten goede komen. 'Dan zou - zegt hij - het kapitalisme geen kapitalisme meer zijn'. Men noeme het anders: sociaal-democratie of federalisme. What is a name? De innerlijke tegenstrijdigheden van het communisme - met name de cultus van het geweld, waaruit toch zelden iets blijvends gegroeid is en het miskennen van de geestelijke krachten, wat nooit straffeloos is gebleven, zijn veel gevaarlijker ontbindingsfactoren dan de thans actief bestreden zogenaamde tegenstellingen van het kapitalisme. Niet een geweldige botsing, met materiële en militaire middelen, tussen politieke machten die onverzoenbare maatschappelijke systemen vertegenwoordigen, maar de innerlijke waarde van die systemen en hun geschiktheid om aan de huidige menselijke - niet alleen stoffelijke - noden te beantwoorden zal, in laatste instantie, beslissend zijn. Weliswaar zal veel doorzicht, inspanning en edelmoedigheid nodig zijn opdat de gehele mensheid de weldaden van de technische vooruitgang moge ondervinden, die het Marxisme-Leninisme tot nog toe tevergeefs in het vooruitzicht heeft gesteld. Het is echter duidelijk dat alleen een spiritualistische doctrine - niet een materialistische theorie - het onontbeerlijk geestelijke tegenwicht kan verzekeren zonder hetwelk, bij ondervinding, de vruchten van een geraffineerde techniek uiterst bitter blijven. Eens zal wellicht blijken dat de enige verdienste van het Marxisme-Leninisme hierin bestaat, dat het door het sociaal en politiek verantwoordelijkheidsgevoel van het Westen op te wekken, het proces der maatschappelijke hernieuwing heeft bespoedigd. |