Streven. Jaargang 2
(1948-1949)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNatuur en MoraalHet veelgelezen, in boeiende stijl en in een geest van warme menselijkheid geschreven boek van de in het concentratiekamp overleden Utrechtse vrouwenarts Dr M.L. MullerGa naar voetnoot1. bevat in zijn laatste hoofdstuk enige beschouwingen, die bij niet zeer critische lezers gemakkelijk aanleiding geven tot misverstand of twijfel. De schrijver houdt in dit hoofdstuk dat hij 'Om het moederschap' noemt een pleidooi voor de gelijkstelling van de gehuwde en de ongehuwde moeder en hij baseert dit pleidooi op een vermeende tegenstelling tussen natuur en moraal. 'De natuur' - aldus lezen we op blz. 225 - 'heeft anders gewild dan de wetten der moraal, door de menselijke geest ontworpen als rem en schutsel tegen het instinct der zinnen'. Voor dit 'ontwerp van de menselijke geest' heeft de schrijver overigens alle respect: 'Bij de mens zou een ongebreideldheid der voortplanting op de duur tot zelfvernietiging leiden. Een volk, dat door een te groot aantal zich niet meer kan voeden, sterft uit of verschaft zich een uitweg door de oorlog, tenzij het zich op vredige wijze aanpast. Zo is de leer van de moraal ontstaan, die de kuisheid van het huwelijk aanprijst, de monogamie, de huwelijkstrouw en die bij de cultuurmens van kind af aan als een goed regelaar tegen overdrijving wordt aangeleerd' (blz. 225). Een der regels van de moraal, zoals die in de beschaafde maatschappij officieel nog wordt gehuldigd zegt, dat het recht op het leven onaantastbaar is en dat een onschuldige nóch door een particulier nóch door een maatschappij van het leven mag worden beroofd. Dit geldt ook voor het ongeboren leven zodat abortus bij de wet verboden is. Inzake deze regel van de moraal, in de bovengenoemde opvatting een onderdeel van het 'ontwerp van de menselijke geest' wordt door Dr Muller | |
[pagina 642]
| |
een amendement ingediend. 'Het opwekken van de abortus' zo schrijft hij op blz. 228 'wordt op medische aanwijzing oogluikend toegestaan, tenminste, wanneer deze aanwijzing op goede gronden berust... Er zijn echter ook gevallen, waar de medische indicatie niet geldt, doch die door hun gecompliceerdheid zó ernstig zijn, dat ik zou wensen ook andere uitzonderingen toe te staan met behulp van een speciale rechtbank van vroede en eerbare mannen en vrouwen, die in het belang van een anders vernietigd mensenleven, naar eer en geweten, uitspraak konden doen'. Indien inderdaad de wetten der moraal een ontwerp waren van de menselijke geest zou ieder verstandig en zelfstandig-denkend mens het recht hebben daarop amendementen in te dienen en over het voorstel van Dr Muller zou zeker te praten zijn. De zaak staat echter geheel anders. De wetten der moraal zijn geen ontwerp van de menselijke geest, zij zijn de menselijke natuur zelf of als men het zo noemen wil, regels, waardoor de natuur zichzelf beveiligt en voor vernietiging behoedt. In hoofdtrekken zijn deze regels aan iedere mens bekend, zij vormen de natuurwet die, zoals wij het gewoonlijk uitdrukken 'in het hart van iedere mens staat geschreven'. Meer expliciet zijn deze regels door God geopenbaard in het oude en nieuwe testament en hun handhaving en uitleg is toevertrouwd aan de Kerk, die de behoedster en uitlegster van de openbaring is. De regels van de moraal worden niet zoals Dr Muller schrijft door de mens aangeleerd, maar zij zijn de stem der natuur, die door iedere mens in zijn geweten gehoord wordt. In de toestand van de gevallen natuur, door de erfzonde veroorzaakt, is de mens geneigd deze stem door zijn hartstochten te laten overschreeuwen en tegen zijn eigen natuur in te gaan. Moet dus de tegenstelling tussen natuur en moraal zoals Dr Muller die adstrueert volstrekt verworpen worden, een andere door hem gesuggereerde oppositie, tussen moraal namelijk en barmhartigheid is niet minder onjuist (blz. 226). Niet slechts de gerechtigheid behoort tot de moraal. Wie zich aan de wetten der moraal vergrepen heeft, maar zijn daad betreurt vindt barmhartigheid bij God en heeft ook recht op barmhartigheid van de kant van de mensen. Dit geldt natuurlijk ook voor de ongehuwde moeder en wij kunnen Dr Muller bijvallen in zijn hekeling van 'een publiek, dat de splinter in het oog van een ander zo gaarne ziet, om de balk in zijn eigen oog te vergeten' (blz. 230). Wij kunnen overigens opmerken dat deze barmhartigheid juist diep begrepen en beoefend wordt in kringen, die het absotute karakter van de wetten der moraal vóór alles wensen hoog te houden. In welk gevaarlijk drijfzand men geraakt als men de 'absoluutheid' van de wetten der moraal ook maar in het geringste prijs geeft wordt ons geïllustreerd door de schrijver zelf. Op blz. 227 toont hij zich van de ene kant bereid het voorschrift 'Gij zult niet beschikken over leven en dood' te aanvaarden als uitspraak van zijn 'medisch geweten', maar van de andere kant twijfelt hij aan de juistheid ervan en schrijft: 'Goed beschouwd, een onbillijk en verwarrend standpunt, want wel worden honderden schepselen Gods vernietigd, die tot nut en onderhoud van het enige met rede begaafde wezen moedienen, schepselen, die toch ook het recht om te leven hebben meege- | |
[pagina 643]
| |
kregen op het ogenblik van hun intreden in de wereld'. Hier wordt het essentiële onderscheid tussen mens en dier toch minstens enigszins verdoezeld en het verbod om te beschikken over leven en dood van een (onschuldig) mens toch minstens enigszins aangetast en het is bijzonder tragisch te bedenken dat juist het loslaten van deze absolute regel der moraal tot de ergste excessen heeft geleid van een regiem dat onder zijn talloze slachtoffers ook de edele persoonlijkheid van Dr Muller telt. De misvattingen uit het laatste hoofdstuk van Muller's boek, die wij signaleerden zijn - naar het ons voorkomt - geen reden de lezing van dit uitstekende, met diep-psychologisch inzicht geschreven boek aan ontwikkelde Katholieken te ontraden. Zij zullen er veel uit kunnen leren en wat het laatste hoofdstuk betreft: bij het constateren van de twijfels en onjuistheden inzake kwesties van moraal, die een scherpe geest als die van de schrijver niet wist te vermijden zullen zij zich gelukkig prijzen dat zij, waar persoonlijk inzicht te kort schiet, veilig kunnen steunen op het oordeel van hun Kerk, die de 'zuil en grondvesting' der waarheid is.
Dr F.J.C.J. Nuyens |
|