Streven. Jaargang 2
(1948-1949)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 595]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Protestants Missiewerk in Belgisch Kongo
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De eerste jarenDe Protestanten gaan er groot op dat zij het eerst in Kongo gewerkt hebben; dat is ook zo, ten minste als men geen rekening houdt met de vroegere katholieke missie, die in 1491 begonnen in 1674 haar bloedig einde heeft gevonden. De belangstelling van de Protestanten voor het Kongobekken werd gewekt door de herhaalde noodkreten van Livingstone, die zelf een protestants zendeling was; tijdens zijn leven vond hij weinig gehoor, maar zijn dood in 1873, en vooral zijn plechtige begrafenis in Westminster in 1874, maakten diepen indruk op de Engelse Protestanten. Drie jaar later, in 1877, bood een rijke Engelse Protestant, Arthington, een som van duizend pond sterling aan de Baptist Missionary Society van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 596]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Londen aan, om in het oude Koninkrijk van Kongo het Evangelie te gaan verkondigen. De opdracht werd aanvaard, en het is de moeite waard er op te wijzen dat zulks gebeurde één maand vóór Stanley in zijn tocht door Afrika was geslaagd. Hetzelfde jaar nog waren de zendelingen reeds in San Salvador (hoofdstad van het oude Kongo, in Angola) van waaruit ze na verschillende mislukte pogingen in 1881 de Stanleypool bereikten. Ondertussen was ook een andere protestantse missievereniging, de Livingstone Inland Mission, in Banana ontscheept in 1878. Terzelfdertijd ongeveer vestigde de London Missionary Society zich bij het Tanganikameer, en andere groeperingen volgden in snel tempo: in 1881 Zweedse zendelingen, in 1884 Amerikaanse, enz.; de Protestanten waren ook de eerste om zich te vestigen in Katanga, nl. in 1886 bij Bunkeya, nog vóór de beroemde Belgische expeditie van Bia en Francqui. Daartegenover kwamen de eerste katholieke missionarissen (Franse Paters van den H. Geest) slechts in 1880 in Boma aan, terwijl de Witte Paters in 1880 Oostelijk Kongo betraden. De Paters Scheutisten vertrokken pas in 1888 naar Kongo, en de Jezuïeten in 1893. De toestand in 1897 geeft ons een goed beeld van de voorsprong van de Protestanten: er waren toen reeds 54 protestantse missieposten met 221 zendelingen, terwijl de Katholieken slechts 14 missieposten hadden en nauwelijks een klein honderdtal missionarissen. Tegenwoordig is deze verhouding helemaal veranderd ten voordele van de Katholieken. Dat mag ons echter niet beletten het reële succes van de protestantse zending in te zien. We zullen het nu ontleden, hoofdzakelijk met de officiële gegevens van de Protestanten zelf. De meeste cijfers zijn van het jaar 1944, en hebben ook betrekking op Ruanda-Urundi. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VerspreidingEr zijn op het ogenblik 45 verschillende en geheel autonome protestantse missieverenigingen werkzaam in Belgisch Kongo (Ruanda-Urundi inbegrepen); daarvan zijn er 36 in Angelsaksische handen, waaronder 20 Amerikaanse met ongeveer 600 zendelingen, 13 Engelse met 430 zendelingen, 2 Kanadese met 10 zendelingen, en 1 Zuid-Afrikaanse met 15 zendelingen. Daarnaast komen 7 Skandinavische missieverenigingen, waarvan 3 Noorse met 16 zendelingen, 3 Zweedse met 100 zendelingen en 1 Deense met 6 zendelingen. Tenslotte zijn er nog 2 Belgische verenigingen met een twintigtal zendelingen. Er zijn dus ongeveer 1.300 zendelingen, waarvan 500 mannen en 800 vrouwen; ongeveer 450 gezinnen; de anderen zijn ongetrouwd. Ze zijn werkzaam in 241 hoofdmissieposten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 597]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daartegenover staan ongeveer 3.700 katholieke missionarissen, nl. 2.000 mannen en 1.700 vrouwen, in 436 hoofdmissieposten. De Protestanten worden geholpen door een inlands leger van zes à zevenhonderd dominees (waarvan 270 vermeld worden als 'gewijde' dominees), en ongeveer 22.000 katechisten en onderwijzers. De Katholieken tellen ongeveer 200 inlandse priesters, en 50.000 katechisten en onderwijzers. Volgens hun eigen cijfers van 1944, hebben de Protestanten 361.582 gedoopte christenen (meestal volwassenen), 254.456 katechumenen en 258.755 'adherenten'; dat maakt een totaal van 874.793. Daar ze ieder jaar twintig tot dertigduizend doopsels toedienen, mogen we de 'Protestanten' van Belgisch Kongo schatten op een klein millioen, terwijl de katholieke statistieken van 1947 3.100.000 gedoopte katholieken en 875.000 katechumenen opgeven, dus ongeveer 4 millioen 'Katholieken'. Van de totale bevolking van Belgisch Kongo samen met Ruanda-Urundi is er dus 28% katholiek en 7% protestant. Die verhouding is echter zeer verschillend volgens de streken: voor de Katholieken schommelt het procent van 6 tot 55%, en voor de Protestanten van 1 tot 20%. Het sterkst staan de Protestanten in onze Vikariaten van Boma, Matadi, Leopoldstad, Bikoro, Coquilhatstad, Basankusu, Albert-meer, Lulua en Katanga. In de Vikariaten van Lisala en Opper-Kasai zijn ze eveneens nogal talrijk, al is de verhouding niet zo sterk. Geographisch gesproken vindt men de meeste Protestanten in die streken waar zij het eerste zijn gekomen, nl. in Neder-Kongo en langs de Kongostroom.Ga naar voetnoot1. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WerkmethodeZoals de Katholieken werken de Protestanten vooral door de school; volgens de cijfers die zij opgeven hebben zij in verhouding met hun aantal volgelingen een groter proportie kinderen in hun scholen dan de Katho- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 598]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lieken. Voor het lager onderwijs gaven zij voor het jaar 1944 340.000 leerlingen op, terwijl de Katholieken er 830.000 vermelden in hun officiele statistieken voor 1947. Voor het middelbaar onderwijs hebben de Protestanten 11.000 leerlingen tegenover 14.000 bij de Katholieken. In 1946 gaf de Secretaris van het 'Conseil protestant du Congo' de volgende cijfers op: 384.230 leerlingen in het lager onderwijs, 15.925 in de middelbare scholen, 1.059 in de normaalscholen en 532 in de vakscholen. Alhoewel het gehalte van de katholieke scholen volgens deskundigen over het algemeen hoger staat, moeten wij toch opmerken dat de Protestanten voor het middelbaar onderwijs bijna zoveel (of meer) leerlingen hebben als de Katholieken. Het valt ten andere op hoe groot het aantal Protestanten is bij de 'évolués', en dat is niet zonder gevaar voor hun invloed in de toekomst... Zoals overal ter wereld hebben de Protestanten zich ook in Kongo op de ziekenverzorging toegelegd. 42 blanke geneesheren en 100 blanke ziekenverpleegsters zijn in dienst van hun missies (deze worden meegerekend als zendelingen); zij worden geholpen door ongeveer 600 inlandse verplegers, hulp-verplegers en hulp-vroedvrouwen door henzelf gevormd. Door dat personeel worden 42 hospitalen en een honderdtal dispensaria met samen meer dan 2.000 bedden bediend. In 1944 hadden zij ongeveer een half millioen nieuwe gevallen behandeld en meer dan drie millioen consultaties gegeven. De Katholieken hebben in 1947 in hun hospitalen en dispensaria ongeveer 15 millioen consultaties gegeven. Het protestants medikaal budget van 1944 bedroeg 6 1/2 millioen frank waarvan anderhalf millioen subsidie van de Staat. Zoals de katholieke missionarissen bezoeken de protestantse zendelingen regelmatig, alhoewel minder vaak, de dorpen waar hun volgelingen gevestigd zijn, en trachten nieuwe dorpen te veroveren. De inlandse dominees en katechisten krijgen echter van hen een zeer brede autonomie. Men beweert ook dat zij een grotere geldelijke medewerking eisen en verkrijgen van hun christenen. Hun prestaties op landbouwkundig gebied zijn zeker minder dan die van de katholieke missionarissen. Deze waren immers gedwongen het grootste deel van hun inkomsten ter plaatse te zoeken; dat gebeurde hoofdzakelijk door de landbouw, met het gevolg dat de inlanders op de missie leerden hoe ze hun landbouwmethodes konden verbeteren. De Protestanten daarentegen kregen hun finantiële steun vooral van het buitenland en voelden bijgevolg die noodzaak veel minder dan de Katholieken. En zo komt het dat de katholieke missies veel grotere concessies hebben verkregen dan de protestantse missies; het is het logisch gevolg van het verschil van methode. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 599]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SamenwerkingDe Protestanten hebben vlug de noodzaak van samenwerking ingezien. Zij hebben zich dan ook zoveel mogelijk verenigd, al bleef elke groep volstrekt onafhankelijk. Reeds in 1911 werd door hen het 'Congo Continuation Committee' gevormd; na de eerste wereldoorlog namen zij de gemeenschappelijke benaming aan van 'Eglise du Christ au Congo'; aldus vielen hun dogmatische meningsverschillen niet te veel op bij de inlanders. Ook het Kongolees gebied is zo ingedeeld dat elke vereniging een eigen terrein krijgt, zodat er geen concurrentie was tegen elkaar wat in het begin wel eens gebeurde. Thans vormen zij een verenigd front tegen het Katholicisme. Zij trachten hun werking ook enigszins te unifiëren dank zij hun algemene conferenties, die echter slechts algemene richtlijnen geven. Een algemeen sekretariaat werd opgericht te Leopoldstad, het 'Conseil protestant du Congo', alsook te Brussel, het 'Bureau des Missions protestantes du Congo Belge'. Deze secretariaten dienen als officiële schakels tussen de Regering en de protestantse missieverenigingen. Zij hebben hun eigen orgaan, het tweemaandelijks 'Evangile en Afrique'; zij hebben te Leopoldstad ook een centrale boekhandel en een centrale drukkerij die als aanvulling dient op een twintigtal private drukkerijen, waar gepubliceerd wordt in vijftig inlandse talen, en reeds honderden boekjes over godsdienst, school en hygiëne zijn uitgegeven. Bij al de Protestanten speelt de Bijbel natuurlijk de rol die de Katechismus bij ons heeft. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Betrekkingen tussen protestanten en katholiekenMen mag gerust zeggen dat de katholieke missiën hun huidige resultaten niet zo vlug zouden hebben bereikt indien ze niet van het begin af aan altijd geprikkeld waren geweest door de concurrentie met de Protestanten! De katholieke missionarissen werden praktisch voortdurend gedwongen nieuwe missieposten te stichten om nieuwe streken te bezetten die door de Protestanten werden bedreigd: de beste methode is immers altijd geweest de Protestanten vóór te zijn, want als een inlands dorpshoofd eenmaal een katholiek katechist in zijn dorp heeft aanvaard, laat hij niet gemakkelijk toe dat een protestant erbij zou komen, en vice-versa... Dat heeft weliswaar gelukkige gevolgen gehad, maar het bracht ook zijn gevaren mee. Het eerste gevaar was dat de missionarissen gedwongen waren dubbel zoveel te werken, zodat velen er hun gezondheid mee knakten. Het tweede, en veel groter gevaar, was dat men oppervlakkig werk moest | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 600]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verrichten; het princiep luidde: eerst de streek bezetten, daarna zullen we denken aan de verdere vorming van onze gedoopten; maar dezelfde taktiek werd steeds verder toegepast, zodat de overwerkte missionarissen hun veel te uitgebreide missiegebieden niet konden verzorgen zoals het moest: ze konden maar zelden de pas gedoopte christenen in hun dorpen bezoeken, ze konden ook de nodige tijd niet besteden aan de vorming van de katechumenen, en vooral van de katechisten op wie de verdere vorming van de christenen nochtans hoofdzakelijk berust. De tegenwoordige onverschilligheid die bij vele christenen wordt gevonden vindt wellicht daarin haar voornaamste oorzaak. Ook het onderwijs, vooral het middelbaar onderwijs, werd vooruitgedreven door de concurrentie. Wanneer de missionarissen bij de blanken klaagden dat bijna uitsluitend protestantse klerken in dienst werden genomen, kregen ze steeds als antwoord dat men bereid was katholieken aan te werven als ze maar door onze missiën werden gevormd; het was de missionarissen echter meestal onmogelijk aan hun vorming de nodige tijd te besteden zodat ze vooral op godsdienstig en zedelijk gebied dikwijls ver beneden peil bleven. De kritiek op de 'évolués' komt voor een groot deel uit die toestand voort. Er is dus strijd geweest tussen de Protestanten en Katholieken, en dat van af het begin van het bestaan van Kongo; en het ongelukkig resultaat is dat de godsdienstige eenheid van Kongo waarschijnlijk wel voor goed verloren is. Zoals de zaken nu staan, mogen we verwachten dat Kongo een overwegend katholiek land zal worden, maar dat toch steeds rekening zal moeten houden met een sterke minderheid van Protestanten. Indien de tegenwoordige verhouding van 1 protestant op 4 katholieken wordt bewaard, zal dus een vierde van de bevolking tot de protestantse minderheid behoren. We hebben echter al opgemerkt dat die verhouding minder gunstig is bij de meer ontwikkelden die toch vroeg of laat de leidende stand van Kongo zullen worden: het is meer dan tijd dat de Katholieken hun achterstand inhalen. De strijd die nog steeds voortduurt, heeft een zeer verschillend aspekt naar gelang men te doen heeft met deze of gene protestantse vereniging, met deze of gene zendelingen. Men kan drie soorten van protestantse zendelingen ontmoeten. Eerst de zendelingen die weinig proselietisch zijn aangelegd... en dus de katholieke missionarissen niet zeer hinderen; dan zijn er ook weinig botsingen en weinig strijd. Zo zijn meestal de Skandinaviërs, zo zijn ook sommige Engelse verenigingen. Er zijn ook zendelingen die zeer aktief zijn en oprecht in hun ijver voor het Evangelie; in dat geval moeten er noodzakelijk konflicten uitbreken, aanvankelijk bij de wedloop om het | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 601]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eerst de streek te bezetten, en daarna zodra één van de beide partijen zich durft te wagen op het werkterrein van de andere, en tenslotte wanneer rechtstreekse of onrechtstreekse pogingen gedaan worden om de Protestanten over te halen naar het Katholicisme of andersom. Eindelijk zijn er ook zendelingen die waarlijk strijdlustig zijn en het de katholieke missionarissen dikwijls lastig maken: dan is er natuurlijk gevaar dat de strijd een scherp uitzicht krijgt. De gevolgen van die strijd zijn vanzelfsprekend zeer ongunstig. Volgens een rapport van Mgr. Vanderhoven, Apostolisch Vikaris van Boma, is de apostolische bedrijvigheid van de Protestanten dikwijls zeer negatief. De inlandse dominees en katechisten schijnen als voornaamste doel te hebben de katholieke vooruitgang tegen te werken. Men merkt bij hen hoe langer hoe meer een soort moeheid op, die hen verbittert tegen onze christenen en hen soms middelen doet gebruiken waar de goede trouw eerder schijnt te ontbreken. Maar het grootste kwaad dat zij ons berokkenen is dat zij de onverschilligheid meebrengen tegenover elke godsdienst van vreemde oorsprong; het christendom wordt tenslotte beschouwd als een palaber van de blanken... en voor vele zwarten komt het er alleen op aan de sterkste of meest voordelige partij te kiezen! Bovendien hebben de talrijke afvallige protestanten een slechte invloed op het inlandse milieu; daar onder andere vinden de autonome nationalistische kerken hun beste volgelingen; maar dat blijft niet zonder invloed ook op de katholieken. Anderzijds moet men toegeven dat de werking van de Protestanten toch een steun is geweest in de strijd tegen het fetisjisme. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De kwestie van de schoolsubsidiesVolgens de Koloniale Keure (1885) is er vrijheid van eredienst en van geloofsprediking, en recht voor de missionarissen van gelijk welke geloofsbelijdenis of nationaliteit op de hulp van de koloniale administratie. In 1906 werd evenwel een Conventie getekend tussen Leopold II en de H. Stoel, waarbij de Katholieken sommige voordelen kregen samen met de verplichting in al hun missieposten scholen op te richten. Sedert 1924 is de formule voor het onderwijs de volgende: vrij gesubsidieerd onderwijs met de hulp van de nationale missiën. En onder 'nationale missie' werd verstaan 'een missie die haar zetel heeft in België, bestuurd wordt door Belgen en een zeker aantal Belgen telt onder haar missionarissen in Kongo'. Er zijn officiële scholen, doch praktisch allen toevertrouwd aan katholieke missionarissen. Er zijn vrije gesubsidieerde scholen, doch met voorwaarden van programma, aantal leerlingen en inspectie; praktisch worden bijna uitsluitend | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 602]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
katholieke scholen gesubsidieerd, in zover ze van 'nationale missiën' afhangen. Er zijn ook vrije niet-gesubsidieerde scholen, nl. katholieke scholen die aan de subsidievoorwaarden niet voldoen of van louter confessionele aard zijn zoals de seminaries; praktisch al de protestantse scholen, en tenslotte ook de scholen die opgericht worden door koloniale maatschappijen. Sedert 1946 werden ook aan de 'vreemde missiën' schoolsubsidies beloofd; thans worden ze ook uitbetaald in zover zij aan de vastgestelde voorwaarden voldoen. Als men de zaak 'juridisch' beschouwt, hebben de Protestanten geen 'recht' op subsidies; wel kan de Staat hun die subsidies uit welwillendheid toestaan om reden van de diensten die zij door hun onderwijs aan de inlandse gemeenschap bewijzen; het is trouwens volgens dit beginsel dat ze sinds jaren subsidies krijgen voor hun medisch werk. De redenen waarom de katholieke missionarissen tegen die subsidies aan de 'vreemde missiën' gekant waren, zijn van godsdienstige, nationale en sociale aard. Maar de reden die ons praktisch noodzaakt goedsmoeds aan te nemen dat de subsidies aan de Protestanten niet langer worden geweigerd, bestaat hierin dat men rekening moet houden met de bestaande werkelijkheid: de Protestanten vormen een belangrijke groep in Kongo en meer dan 300.000 kleine zwarten gaan bij hen op school; het zijn de inlandse Protestanten zelf die thans 'gelijkheid' van behandeling opeisen... Van dat standpunt uit gezien hebben ze natuurlijk gelijk, op voorwaarde dat die scholen evenals de andere beantwoorden aan hun opvoedkundig doel. Het hoort bij de Regering de nodige waarborgen te eisen voor het nationaal en zedelijk karakter van die scholen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Protestantisme in Kongo, een nationaal en sociaal gevaarVan Belgisch standpunt uit is de werking van de Protestanten meestal nadelig geweest. De protestantse zendelingen zijn op enkele uitzonderingen na allen vreemdelingen en voor de grootste meerderheid Angelsaksers. Ten tijde van de Onafhankelijke Kongostaat is de houding van de Protestanten duidelijk pro-Engels geweest; ze hebben onomwonden de lastercampagne tegen Kongo gesteund. Toen Kongo een Belgische kolonie was geworden, bleef hun houding op zijn minst dubbelzinnig wat betreft hun loyaliteit tegenover België. Tijdens en na de eerste wereldoorlog verborgen ze in het geheel niet hun voorkeur voor een Engels regime; in de laatste tijden was er ook sprake van Amerika. Dat merkt men zonder moeite aan hun zwarte volgelingen die meestal opgevoed worden in een | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 603]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onverholen sympathie voor het protestantse Engeland of Amerika. Zoals de Amerikaanse Consul M. Buell het tamelijk onhandig uitdrukte op de protestantse conferentie van Leopoldstad in Juli 1946, is de zendeling de vertegenwoordiger van zijn land in den vreemde, en moet hij zich inspannen zijn land beter te doen kennen daar waar hij leeft. In 1946 schreef Mgr. Roelens (Grands Lacs, 1 février 1946) nog dat het duidelijk was dat de protestantse zwarten van Belgisch Kongo hun blikken niet keren naar het katholieke België maar naar de protestantse naties. Meestal noemen ze zich zelf Engelsen of Amerikanen, en talrijke protestantse 'teachers' doen alsof zij de gezagvoerders van het moederland niet erkennen. Hun diepste verlangens doen hen uitzien naar de overheersing van Kongo door een protestantse natie die hen zou bevoordelen. Kort vóór de oorlog werd het nieuws onder de zwarten verspreid dat de Amerikanen de Belgen zouden vervangen en dat de Protestanten de beste postjes van het land zouden bezetten. Toen een derde van de Amerikaanse soldaten in Leopoldstad de katholieke diensten bijwoonden, was dat voor de inlandse protestanten een echte teleurstelling! Maar het Protestantisme is vooral een sociaal gevaar. Het godsdienstig onderwijs van de Protestanten bevat voor primitieve volkeren een dubbele oorzaak van onevenwichtigheid, nl. het vrije onderzoek op dogmatisch gebied, en het prophetisme op sociaal en zedelijk gebied. We kunnen daar nog aan toevoegen de karakteristieke neiging naar het stichten van autonome kerken die worden overgeleverd aan de 'leiding van de Geest'. De basis zelf van het protestantisme, zo schrijft Mgr. Roelens in het reeds vernoemde artikel, is de verwerping van elk godsdienstig gezag. Hun godsdienst is immers gegrondvest op de Bijbel die elk protestant mag verklaren zoals hij wil; hij kan ze dus uitleggen volgens de betekenis die overeenkomt met zijn persoonlijke meningen, met zijn gevoelens, ja zelfs met zijn driften, alles zonder mogelijke controle. Natuurlijk zullen onze arme zwarten in de Bijbel vinden - zoals reeds gebeurd is - wat hun persoonlijke, nationale en raciale hoogmoed kan strelen, en wat, volgens hen, overeenkomt met hun belangen. Bij meer ontwikkelde volkeren heeft dat gewoonlijk geen ander gevolg dan de vermenigvuldiging van de protestantse sekten, maar een meer primitieve bevolking onthoudt alleen de vage messianistische gedachte die er in steekt; en sommige worden zich gemakkelijk een goddelijke roeping bewust! Het is dan ook niet te verwonderen dat het Protestantisme het uitgangspunt is geweest van de gevaarlijke nationalistische bewegingen in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 604]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Belgisch Kongo; en na hun ontstaan vonden diezelfde bewegingen een uitstekend voorbereid terrein bij de protestantse inboorlingen. Welnu die nationalistische strevingen gaan rechtstreeks in tegen de normale en gezonde evolutie van de inlanders. Laten we slechts de twee voornaamste voorbeelden geven. De 'Kitawala' of 'Watch Tower' is een soort prophetische beweging in de Verenigde Staten ontstaan rond 1874; tamelijk anarchistisch van strekking daar de wereldverlossing moet gebeuren door de vernieling van elke gevestigde orde, vooral van de Staten en van de Kerken; de amoraliteit van de beweging blijkt uit de huldiging van de vrije liefde. Na de oorlog 14-18 werd de beweging in Zuid-Afrika verspreid, en drong in 1923 langs Katanga in Belgisch Kongo binnen; een eerste opstand had plaats in 1941 in Manono, een tweede in de Kivustreek (Masisi) in 1944. Die prophetische beweging, waar de Bijbelleer door de inlanders op eigen manier werd uitgelegd, kostte het leven aan honderden inlanders die weigerden mee te doen en dan eenvoudig afgemaakt werden; bij de militaire repressie van de opstand van Masisi, die ook tot een marsch op Costermansstad had besloten, werd minstens een honderdtal opstandelingen gedood; de leiders werden gevangen genomen en verschillende van hen werden opgehangen terwijl de meeste andere in de gevangenis stierven. De beweging bestaat echter nog altijd en heeft zich zelfs nog meer naar het Noorden uitgebreid. Ze is van protestantse oorsprong en van protestantse geest, al werd de beweging officieel door de Protestanten afgekeurd in 1932. Het Kibangisme is de nationalistische beweging van Neder-Kongo. Ze werd in 1921 in het leven geroepen door Simon Kibangu, oud-katechist van de Protestanten van Ngombe-Lutete. De beweging ontwikkelde zich ten andere hoofdzakelijk in de streek waar de Protestanten het talrijkst waren. Simon Kibangu gaf zich uit voor een nieuwe Messias door God gezonden om de godsdienst te prediken en de zwarten te bevrijden van het Belgische juk; hij verwierp de fetisjen, de karweien, de belastingen en elk gezag van de Staat. De zwarten gingen in massa's naar hem toe en namen zelfs hun zieken en doden mee om hen te laten genezen of verrijzen. Toen de gehele streek in rep en roer stond werd Kibangu gevangen genomen; voor de Krijgsraad bekende hij dat alles gericht was tegen de Staat en aldus werd hij, in hetzelfde jaar 1921, ter dood veroordeeld voor aanslag op de openbare veiligheid; zijn straf werd omgezet in levenslange gevangenschap in Elizabethstad waar hij nog altijd opgesloten is. Daarmee was de beweging natuurlijk niet dood: in 1924 bv., kwamen duizende inlanders in Thysstad manifesteren om de bevrijding te ver- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 605]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
krijgen van acht inlanders die beschuldigd werden het Kibangisme in hun streek te hebben bevorderd; die betogers kwamen uit de protestantse streek van Ngombe-Lutete. Toen de districtscommissaris de leiders voor zich liet verschijnen, verklaarden zij niets anders te willen dan de godsdienstige onafhankelijkheid tegenover de Europese missies (nl. de Protestanten). Toen verklaarde de commissaris dat het dus een uitsluitend godsdienstige kwestie was... en dat men ze moest laten begaan! De beweging was uitgesproken anti-Belgisch en pro-Engels; de protestantse oorsprong is onbetwistbaar; de menners waren uitsluitend meer ontwikkelden door de protestantse scholen gevormd, en het godsdienstig Credo van het Kibangisme was niets anders dan een inlandse aanpassing van de Baptist Missionary Society van Londen. Omstreeks 1940 kreeg het Kibangisme nieuw leven door de opkomst van Simon Mpadi, die vroeger propagandist was geweest bij het Leger des Heils. Hij stichtte een Kerk, gewoonlijk de 'zending der zwarten' genoemd, maar door Mpadi gedoopt als de 'Kerk der Amerikanen en weg des Heils door Jezus Christus die Simon Kibangu is'. Hij stelde zich voor als een soort profeet en apostel, opvolger van Kibangu, en preekte, op zijn manier, volgens de thema's van Sint Paulus. Volgens hem is Simon Kibangu de eerste grote apostel door God verwekt om het negerras te redden; hij werd echter door de blanken gedood en zetelt nu aan de rechter hand van den Vader, vanwaar hij de slechte koningen en ambtenaren zal komen oordelen. Hij, Simon Mpadi, is de tweede grote apostel, toekomstig koning der zwarten; hij zal geholpen worden in zijn taak door de Amerikanen, die de Belgen uit Kongo zullen verjagen en dan zijn gezag zullen vestigen. Hij doorliep de streek van Neder-Kongo en richtte geheime vergaderingen in. In het begin was zijn leven streng genoeg om de bewondering van zijn volgelingen gaande te maken; in de laatste tijden gaf hij zich over aan de drank en aan ontucht met jonge meisjes. Doch zijn leer had buitengewone bijval, vooral bij de Protestanten en Salutisten, maar ook bij sommige Katholieken uit diezelfde streken. Hij werd verschillende keren verbannen of gevangen gezet, maar kon telkens weer ontsnappen. Nu zit hij in de gevangenis van Elizabethstad samen met zijn voorganger Kibangu... maar het Mpadisme blijft bestaan. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoop op bekering?Tot nu toe werd niet veel gedaan om de Protestanten over te halen tot het Katholicisme: er was werk genoeg bij de heidenen, en het bekeringswerk was er ook gemakkelijker. De meeste bekeringen gebeuren individueel bij gelegenheid van huwe- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 606]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lijken met Katholieken of langs de school om. De laatste jaren hebben de inlandse priesters van het Kisantu-Vikariaat veel gewerkt om de Protestanten te winnen, en zij hebben bemoedigende resultaten bereikt. In verschillende burchten van het Protestantisme merkt men een opvallende achteruitgang zodra de katholieke missionarissen er ernstig beginnen te werken; zo verging het bij voorbeeld in Bolobo (langs de Kongostroom) en Bunkeya (in Katanga). Daartegenover maken de Protestanten gemakkelijk vooruitgang in de streken die nog slecht bezet zijn door de Katholieken. In Ruanda-Urundi hebben ze tijdens de laatste oorlog een grootscheeps offensief ingezet, dat, ten minste bij het begin, een zeker succes heeft geoogst. In Leopoldstad is de bedrijvigheid en het succes van het Leger des Heils niet te ontkennen. Onze houding tegenover de Protestanten kan dus niet anders dan 'strijdend' zijn: strijd om te beletten dat ze nieuwe streken zouden winnen, strijd om de protestantse inboorlingen te winnen voor de Katholieke Kerk. We moeten vooral letten op de stand van de 'évolué's': indien we er niet alles voor over hebben zal de protestantse invloed in dat milieu overwegend blijven. Om die toestand te veranderen moeten de Katholieken de moed hebben om het nodige personeel af te staan aan het middelbaar en aan het hoger onderwijs. Maar ook na de school moeten zij er voor zorgen in contact te blijven met de 'évolués'; hierin kunnen de zwarte priesters een zeer belangrijke rol vervullen. Men mag het protestantse gevaar natuurlijk niet overdrijven, maar het ware even verkeerd dat gevaar te onderschatten. We kunnen niet beter besluiten dan met de woorden van Mgr. Roelens: 'Onze kritiek is niet gericht tot de persoon zelf van de protestantse zendelingen. Zij tellen volmaakte “gentlemen”, bezield door de beste bedoelingen, en wier toewijding aan het welzijn der zwarten moet worden bewonderd; vooral op materieel gebied hebben zij uitstekende diensten bewezen aan de zwarten van onze kolonie, en dat doen ze nu nog. Wij oefenen uitsluitend kritiek uit op de godsdienstige gedachten welke de Protestanten verspreiden onder de zwarten'. |
|