den Nederlandse lezers kan men iets dergelijks niet publiceren zonder reactie te verwachten. Beide auteurs weten vermoedelijk niet, dat van neutrale zijde reeds misbruik was gemaakt van hun visie.
Wij, Nederlandse Katholieken, pretenderen helemaal geen bevoorrechte positie te bezitten, doch alleen de meest elementaire rechten van alle overige burgers, rechten die volgens de katholieke beginselen voor alle geloofsgenoten in welk land ook, worden opgeëist, speciaal in zake onderwijs en opvoeding, de vormgeving van het opgroeiende geslacht. Dat is, waar in ieder land alles om draait, en in dit opzicht voelen wij, Nederlandse Katholieken, hoeveel de geloofsgenoten over de hele wereld nog missen.
De Godsdienstvrede, de verdraagzaamheid, ook in Zwitserland, ook in Frankrijk en België, is pas een feit, als de Katholieken de wissel van hun opvoedingsrecht presenteren aan hun andersdenkende landgenoten, en deze die wissel honoreren voor 100%. Deze positie komt pas als de Katholieken in alle opzichten gelijke burgerrechten genieten.
Als Ette en Coelio in de hoogste regeringsfuncties zaten, dan mag men niet zo naïef zijn dit als een waardering der Katholieken te zien; dan betekent dit kortweg, dat radicalen en socialisten het niet eens konden worden over hun eigen candidaat, en zij daarom bij gebrek aan andere mogelijkheden een Katholiek accepteerden. De feiten in mijn bijdrage (K.C.T. STREVEN, Oct. 1948, pp. 71 vv..) hebben zo duidelijk gesproken, dat we niet verder op de repliek behoeven in te gaan.
Maar hoe ver de auteurs er b.v. naast zijn met hun bewering van de ruime interpretatie der grondwet van 1848, bleek onlangs toen een Jezuïet voor de Radio zou komen. De Zwitserse pers stond op zijn kop. Nog een staaltje, en dan zetten wij werkelijk een punt achter dit 'naschrift'. Een Nederlandse Jezuïet gaf in Glion op een Nederlands internaat aan Nederlandse kinderen les. In St. Bonaventura van 10 Dec. 1948 leest men op p. 608 het volgende: 'Maar op een goede dag kwamen de Zwitsers daar achter en aangezien volgens de Zwitserse federale wetgeving in heel het land geen Jezuïeten mogen les geven, zelfs niet in de katholieke cantons, moest Pater Hertogh er weg.'
Zwitserland, het volk, de natuur, de bergen, de meren, alles is ons zeer lief, maar de waarheid moet de voorrang hebben.
F. de K.