al te dogmatisch absolutisme op de literatuur enten. Hun pogingen kunnen echter niet zeer geslaagd worden genoemd.
Meer succes hebben de katholieken en aanhangers van de uiterst linkse partijen. Zij hebben een strikte opvatting over de zonde, en daarop zijn alle goede romans gebaseerd. Onder de Katholieken prees spreker onomwonden Graham Greene en Evelyn Waugh en hij is van oordeel dat eerstgenoemde onder al de moderne Engelse romanciers het meest onze aandacht verdient. Aan hun belangrijkste werken wijdde hij dan ook een korte bespreking. De katholieken en de communisten hebben zich van hun 'geloof' op de goede manier bediend, n.l. als achtergrond voor hun romans. In Engeland vormen ze echter een minderheid. Wat gebeurt er dan met de anderen? Het diep ingewortelde Engelse individualisme ('elke opinie is een andere waard') en daarbij het verflauwen of zelfs verdwijnen van het familieleven maken het schrijven van een roman in Engeland bijzonder moeilijk.
Wat de moderne Engelse auteur volgens Mr. Pryce-Tones nodig heeft is een vaste gedragslijn. Te veel schrijvers zijn hun richting kwijt en ze zouden hun talent moeten polariseren.
De grondgedachte van deze lezing is niet nieuw. In 1945 redeneerde de bekende Engelse dichter en criticus Stephen Spender op analoge wijze, toen hij een artikel in Penguin New Writing, nr 25, getiteld: 'Two Landscapes of Novel' (Twee Landschappen van Roman) de romankunst van de negentiende en de twintigste eeuw vergeleek. De grond van het verschil zag ook hij in het feit dat de romanschrijver van de negentiende eeuw kon steunen op een min of meer stabiele beschaving en een aantal algemeen erkende waarden, een basis die de romancier van de twintigste eeuw moet missen. De conclusies van beide critici lopen echter uiteen.
Alan Pryce-Tones is van oordeel dat de hedendaagse roman achteruit is gegaan tegenover zijn illustere voorgangers en hij zoekt dan ook terecht naar een remedie. Volgens Stephan Spender echter, zijn de romans van de negentiende en die van de twintigste eeuw twee geheel verschillende typen en hij spreekt voor geen van beide een voorkeur uit. Elke soort heeft haar eigen kwaliteiten en een samensmelting van beide zal waarschijnlijk een nieuwe bloeiperiode van de roman inluiden.
Wat er ook van zij, uit de lezing van Alan Pryce-Tones blijkt eens te meer dat ook door niet katholieken in Engeland het werk van katholieken als Graham Greene en Evelyn Waugh wordt gewaardeerd en zonder reserves geprezen. Er valt niet aan te twijfelen dat dank zij het werk van deze bekeerlingen de katholieke zaak in Engeland veld wint. Zo aanzienlijk is hun invloed dat een bekend criticus niet aarzelt de redding van de Engelse roman te zoeken in een zekere benadering van hun standpunt. Hij blijft natuurlijk nog een heel eind van dit standpunt verwijderd, maar een feit is het, en een feit van belang, dat hij inziet wat de Katholieke auteur op de ongelovige voor heeft: een houvast. Een juiste diagnose, en ik meen wel dat ze juist is, - zij verklaart in elk geval de symptomen - betekent natuurlijk niet per se dat de geschikte therapie zal worden toegepast. Ze wijst echter in de goede richting. En dat is al veel.
M.E.