zou staan onder een triumviraat, maar onder een soort ministeriële organisatie. Dit klinkt niet onwaarschijnlijk, omdat de Republiek als zij deelneemt in de federatie, meer invloed, zelfs de opperleiding, wenst uit te oefenen, dan volgens de basis van het plan haar is toegekend. Dat de negara Pasoedan dreigt zich terug te trekken, als de Republiek niet tot aansluiting zou komen, wijst eveneens in die richting.
Verder zou minister Stikker nog geconcedeerd hebben, dat de republiek tijdens de interimperiode over een eigen buitenlandse vertegenwoordiging mocht beschikken en dat over zes maanden in geheel Indonesië verkiezingen zouden gehouden worden. Hatta zou van zijn kant toegestaan hebben, dat het Nederlands leger mocht optreden om schendingen van de wapenstilstand te voorkomen, doch alleen na ruggespraak met de republiek. De Nederlandse regering weerlegde deze uitingen door te verklaren, dat Stikker slechts 'enige mogelijkheden' om tot overeenstemming te komen had gezien. Hatta sprak daarna zijn volk toe, waarin hij de goede wil van Stikker prees, aan wien hij toeschreef, dat de gespannen sfeer geleidelijk beter was geworden. Hetgeen weerlegd wordt door het toenemend aantal grensschendingen. Vredelievend was zijn wens, dat politie en leger de onverantwoordelijke elementen, die het bestand schonden, in bedwang zouden houden; minder pacifist was hij, toen hij uitriep: 'in geval van oorlog zullen wij ons verdedigen en vechten op leven en dood tegen de vijand.' Na de terugkeer van Stikker, bleek er, dat er in de ministerraad geen eenstemmigheid bestond omtrent hetgeen Stikker had geconcedeerd. Tenslotte werd het gewichtige besluit genomen, dat een delegatie, bestaande uit de ministers Sassen en Stikker en de oud-minister Neher, gevolgd door de kopstukken der meerderheidspartijen, Van der Goes de Naters, Romme en enkele anderen zich rechtstreeks met Hatta, die daarvoor zijn reis op Sumatra afbrak, zouden in verbinding treden. Opnieuw werd de toestand 'kritiek' genoemd. Te Kailoerang hebben de eerste informele besprekingen tussen minister Sassen en Hatta plaats gehad. Zij vormen de voorbereiding voor een formele oplossing van het geschil tussen beide partijen. De Republiek stelt als preambuul de aanvaarding van het Cochran-plan als 'working paper' door haar tegenpartij. Bij deze informele besprekingen is het
gebleven. De concessies van Hatta, zo zij al gemeend waren, zijn door de partijen te Djocja verworpen. De plechtige Nederlandse delegatie is huiswaarts gekeerd, om de regering verslag uit te brengen. Wat zal de volgende stap zijn?
6-12-48
K.J.D.