| |
| |
| |
Verenigd Europa: Hoeksteen der Verenigde Volkeren
door Dr J.W.M. Schröder
Europa en de wereld
HET is nauwelijks te geloven, maar tot de voorstanders van een Verenigd Europa wordt somtijds het verwijt gericht, dat zij... bij hun tijd achterop zijn geraakt. Men bedoelt dan te wijzen op de hedendaagse verkeers- en oorlogs-techniek: de super-sonische snelheden der vliegtuigen en luchtwapens, de atomische en bacillaire verdelgings-middelen. Die techniek zou alleen nog maar oplossingen toelaten in wereld-formaat, op het niveau van een Verenigde Wereld. Men wijst ook op de problemen van wereld-productie en wereld-voedselvoorziening. Het kleine Europa, die onaanzienlijke kaap van het immense Euraziatische werelddeel: wat zou daaraan bij de oplossing der wereldproblemen nog voor betekenis zijn te hechten? Heeft het hoegenaamd nog wel zin, om te streven naar een Europese of West-europese Federatie?
Deze critiek op het streven der Europese federalisten mag op het eerste oog al bekoren, in feite is zij in hoge mate misplaatst. In werkelijkheid immers is de zaak aldus, dat het vraagstuk der wereldregering of wereldfederatie tot op heden nog geen stap nader tot zijn oplossing is gekomen. Zolang nog zelfs geen begin van praktische uitvoering is gegeven aan enig concreet staatkundig concept om te komen tot een wereldfederatie, doet men beter zich van critiek op anderen te onthouden.
| |
Het ingebreke blijven der wereldfederalisten
Te meer misplaatst nog is deze critiek, waar het uitblijven van een oplossing op wereldniveau niet in de laatste plaats mag worden geweten aan het gemis aan een concrete en praktische politiek, die het mogelijk maakt, om tot zulke oplossing te komen. Sterker nog: men krijgt veelal den indruk, dat de voorstanders van een wereld-regering totdusverre in overwegende getale verzuimd hebben, zich ook maar enige heldere voorstelling te maken van wat precies onder zulke regering is te verstaan. In een der meest leidende tijdschriften, 'Common Cause' gewijd aan de wereldregering, is daarover onlangs nog een boekje open gedaan. Terecht werd daar aan de voorstanders van het wereldfederalisme verweten, dat zij met hun propaganda al te zeer in het vage blijven en daarmee in hoge
| |
| |
mate schade toebrengen aan de praktische verwezenlijking van hun ideaal.
Nu eens zich vastleggend op het cerebrale gedachtenbrouwsel van een pasklare wereldregering die op een goeden dag zo maar plotsklaps als een moderne Minerva uit het hoofd van de een of andere Jupiter te voorschijn treedt, dan weer zich overgevend aan de even verwarrende als simplistische begoocheling van een wereldparlement - dat alle fouten van het staatse parlementarisme te vermenigvuldigen dreigt in wereldformaat - schijnt het wel alsof de overgrote meerderheid der wereldfederalisten van elke zin voor nieuwe staatkundige vormgevingen is verstoken. Kan men het hun euvel duiden? Heeft niet de Organisatie der Verenigde Volkeren zich op haar beurt aan dit zelfde euvel bezondigd? Het uit-den-tijdse individualisme, dat nog steeds in de hierbedoelde milieu's als een wet van Meden en Perzen geldt - aan de Staten een persoonlijkheid toekennend, die zij in wereldformaat al lang niet meer bezitten - het onvruchtbare parlementarisme, zoals dit ook in de Assemblée der Verenigde Volkeren nog steeds opgeld pleegt te doen, om steevast te vervallen in zijn tegendeel - het veto-recht - (alsof er tussen deze beide uitersten geen soepele tussenoplossingen zouden bestaan!): is dit alles niet het bewijs van een soort van intellectuele schichtigheid, die zich van de betrokken milieu's pleegt meester te maken, zodra het er op aankomt, om op wereldniveau met de gangbare staatkundige methodes te breken? Zo ja, dan loont het de moeite om het probleem ener nieuwe wereldorde te ontlasten van de zware hypotheek die daarop door onze intellectuele tekortkomingen en traagheid rust, om daaruit enkele eenvoudige maar fundamentele begrippen los te maken, die ons in staat stellen, de zaak met nieuwe ogen te bezien.
| |
Terugroep tot de werkelijkheid
Het is deze terugroep tot de werkelijkheid, die voor het eerst in de geschiedenis van het wereldfederalisme te vernemen valt in het ontwerp voor een verbeterd Charter der Verenigde Volkeren, dat kort geleden verschenen is van de hand van het 'Committee to frame a world Constitution' van de Universiteit van Chicago. De auteurs van deze nieuwe wereld-constitutie hebben zich ervan rekenschap gegeven, dat, alvorens te beginnen met een wereldregering, men eerst de wereld heeft te organiseren. En terecht! De verspreiding van de volkeren der aarde over het gehele oppervlak der planeet, de verscheidenheid, het gemis aan elken samenhang van deze onoverzienbare volkeren-constellatie: zijn zij niet van dien aard, dat iedere poging tot een wereldregering langs den weg van rechtstreekse vertegenwoordiging der bestaande volkseenheden zonder meer gedoemd is te stranden? Afwezigheid van elke politieke vormgeving bij sommige dier volkeren, afwezigheid bij anderen weer van een vormgeving, die stand- | |
| |
vastig genoeg is, om een doeltreffende vertegenwoordiging in de organen van wereldregering mogelijk te maken, opvallende ongelijkheid tussen de verschillende politieke vormen onderling (kolonie, mandaatsgebied, dependant aerea, protectoraat, satellietstaat, nationale staat, federale staat, statenunie en statenblok), onmogelijkheid, om al deze verschillende politieke eenheden te begrijpen onder denzelfden noemer: genoeg, dit alles, om te besluiten tot de onmogelijkheid van een wereldregering of wereldparlement, zolang niet tevoren in deze verwarde volkerenchaos een weinig orde is gebracht. Een orde die ons in staat stelt, de wereldregering op natuurlijke en organische grondslagen te vestigen. Genoeg tevens, om in te zien, dat de Organisatie der Verenigde Volkeren, door te volstaan met alle volkeren over denzelfden kam te scheren - de versleten kam nog wel van het nationale-staatscriterium - juist tekort is geschoten in
datgene, wat haar hoofdopgave behoorde te zijn: die volkeren op overzichtelijke en ordelijke wijze te organiseren!
| |
De nationale staat achterhaald door de grotere regionale verbanden
Te opvallender nog is dit tekortschieten der gangbare conceptie van wereldregering, waar juist sinds de tijd, dat de Organisatie der Verenigde Volkeren haar ontstaan heeft gevonden, zich allerwege een ontwikkeling heeft doorgezet in de richting van grotere staatkundige verbanden. Verbanden met een regionaal, soms zelfs met een continentaal karakter, die zich alle hierdoor kenmerken dat met het alleenzaligmakend criterium der nationale-staats-idee wordt gebroken. Welnu: deze ontwikkeling is goeddeels op weg het aangezicht der aarde te veranderen. Eenmaal zal zij blijken haar stempel te hebben gedrukt op de twintigste eeuw. Op sommige plaatsen - Europa, Zuid-Amerika, Indië en het Midden-oosten - moge dit nieuwe regionalisme nog niet een zodanige staatkundige volkomenheid hebben bereikt, gelijk reeds eerder bereikt werd door de Verenigde Staten en de Unie van Sovjet-republieken, weinig doet dit af aan de beslissende betekenis, die aan deze 'dépassement' van den nationalen staat juist bij het opbouwen van een nieuwe wereld-organisatie is te hechten. Is het niet vreemd aan dit alles in het Charter van San Francisco zo weinig aandacht te zien geschonken? Alsof voor zulk een wereldevolutie kon worden volstaan met simpelweg in art. 52 van het Charter te verklaren, dat de vorming van regionale regelingen of organen niet... uitgesloten is! Alsof niet deze regionale verbanden de aangewezen bouwstenen zijn van elke nieuwe wereldorde. In plaats van ze te dulden, ware het zaak geweest, om juist aan deze verbanden het vooruitzicht te openen op een actieve functie uit een oogpunt van vertegenwoordiging in het kader der organisatie.
| |
| |
| |
Nieuwe maatstaven van vertegenwoordiging
Welnu: het is ditzelfde 'regionalisme op wereldniveau', dat de ontwerpers van het nieuwe Charter van Chicago tot uitgangpunt heeft gestrekt. Zij hebben daarin aanleiding gevonden, om de door hen voorgestelde Organisatie der Verenigde Volkeren op geheel nieuwe grondslagen te vestigen. Vooreerst is dit doel nagestreefd door een nieuwe indeling in een negental regionale of continentale kiesdistricten, ook wel genaamd 'regionen'. Grosso modo zullen dit zijn: Europa, Afrika, de Verenigde Staten (Atlantis), Sovjet-Rusland (Eurazië), het Midden-Oosten (Afrasia), India met China, Japan en de Archipel van de Pacific (Asia Major), Indo-China met Indonesië en Australië (Austrazie) en tenslotte Latijns-Amerika (Columbia). Nadat naar rato van een pro millioen een wereldvergadering is bijeengeroepen, zal deze onmiddellijk beginnen met zich in dit negental wereldkiesdistricten te splitsen. Elk der distrikten kiest een gelijk aantal candidaten voor den Wereldraad (27). De Wereldvergadering in haar plenaire zitting zal dan weer uit elk dezer 27-tallen een aantal raadsleden kiezen voor elke regio gelijk (9). Deze 9 maal 9 raadsleden zullen het kern-orgaan der Wereld-regering uitmaken. Zij zullen een vertegenwoordiging zijn, die over de gehele wereld het beginsel der evenredigheid tot uitdrukking brengt, hetgeen op basis van het staats-criterium nimmer is te bereiken. Maar wat meer zegt: hier is de doorvaart gevonden tussen de Scylla van een met de realiteit strijdende 'oververtegenwoordiging' der meer volkrijke landen en de Charybdis van een met het democratisch beginsel strijdende, vertegenwoordiging naar rato b.v. van sociaal-economische standing. Als veiligheidsklep is tenslotte dan aan de Wereldvergadering de bevoegdheid toegekend, om afzonderlijk nog een achttiental nieuwe leden te kiezen onder de meest vooraanstaande wereld-experts, de eerste maal op voorstel van de Assemblée der
Verenigde Volkeren.
Is de functie der negen regionen vooralsnog beperkt tot het totstandbrengen van een uitgebalanceerde doch besluitvaardige Wereldraad van maximaal 99 (81 et 18) leden, gaandeweg zal die functie diverse andere terreinen van actie gaan bestrijken. Gedacht is daarbij aan de instelling van een Wereld-planbureau met regionale afdelingen (art. 9 van het ontwerp-constitutie), aan de organisatie van het Opperste wereld-gerechtshof, dat zich volgens art. 22 van het ontwerp zal splitsen in regionale Hoven van Beroep. Ook voor de ontwikkeling van regionale of continentale Federaties is daarmee een belangrijke stimulans gegeven. Het zullen vooral deze Federaties zijn, die op de duur aan de nieuwe wereld-organisatie het karakter zullen geven van een progressief groeiende en evenwichtig gebouwde wereld-orde. Want zoals terecht door de ontwerpers van het nieuwe
| |
| |
Charter van Chicago in hun toelichting verklaard is geworden: 'Zowel in Europa als in Azië en in Latijns-Amerika worden thans nieuwe krachten geboren, die aanspraak maken op een plaats in de zon, geroepen als zij zijn, zowel van nature als uit hoofde van belang, om werkzaam te zijn als krachten van evenwicht en vrede'.
| |
Nieuwe wegen voor intercontinentale samenwerking
Eenmaal de vorming der continentale en regionale verbanden op gang gekomen, rijst de noodzaak, deze met elkander tot pacifieke samenwerking te brengen. Want het is niet genoeg, de wereld in een aantal overzichtelijke regionen of verbanden georganiseerd te hebben, indien deze verbanden op hun beurt zich tot hermetische machtscentra zouden gaan samenballen op het voetspoor der oude nationale staten. Gestreefd zal er dus naar dienen te worden, om tussen de nieuwe verbanden de nodige solidariteit tot stand te brengen, opdat zij ook onderling zich tot samenwerking geroepen voelen in het besef van de bijdrage, die bij de komende wereld-organisatie van hen wordt verwacht. Welnu: ook in dit opzicht is het niet moeilijk, den laatsten tijd zekere verschijnselen waar te nemen, die het bestaande pessimisme - gevoed vooral door de tegenstelling tussen de Big Two U.S.S.R. en U.S.A. - in hoge mate kunnen verzachten. Daar is vooreerst de recente ontwikkeling in den boezem van het Commonwealth, een ontwikkeling die er duidelijk op wijst, dat de landen van het Gemeenebest zich bewust gaan worden van de gemeenschappelijke roeping, die hen tesamen met een Verenigd Europa in dit tijdsbestek staat te wachten. Daarnaast vallen echter nog andere symptomen waar te nemen van een voortschrijdende staatkundige heroriëntatie, die in hoge mate ten goede zal kunnen komen aan de solidariteit, die nu eenmaal bij de verwezenlijking van het one-world ideaal tussen de deelnemende partners mag worden geëist
Wij hebben hier het oog op de recente regelingen op federatieven grondslag, die sommige Europese landen - Nederland en Frankrijk met name - sinds korten tijd tot stand hebben gebracht ten aanzien van hun verhouding tot de gebiedsdelen overzee. Neemt men kennis van de zich ontwikkelende structuur van de Union française en van de Nederlands-Indonesische Unie, dan is het niet moeilijk, in een niet ver afgelegen toekomst een geheel nieuwe vorm van intercontinentale samenwerking waar te nemen, die het natuurlijk bindmiddel kan gaan worden tussen een groot deel van de negen in het Charter van Chicago bedoelde, regionen. Het moge dan al waar zijn, dat deze nieuwe ontwikkeling gevolg is van het streven der overzese gebieden tot herneming der eigen zelfstandigheid, in schijn moge zij dan al duiden op een verwijdering tussen de betrokken deelgenoten,
| |
| |
dit neemt niet weg, dat de basis, waarop de nieuwe verhouding tussen die deelgenoten wordt opgetrokken, een alleszins bruikbare grondslag biedt voor het streven naar een intercontinentale solidariteit. Want het zou wel eens kunnen blijken, dat die basis - waaraan het federale beginsel niet vreemd is te achten - juist door de soepelheid van dit beginsel een heel wat doeltreffender bindmiddel zal zijn, dan de oude koloniale verhouding. Niemand minder dan de Franse hoogleraar in het federale staatsrecht Prof. George Scelle heeft er op gewezen, dat het federale beginsel de mogelijkheid biedt, om ook tussen ongelijksoortige staatkundige grootheden een zeker evenwicht tot stand te brengen. Die mogelijkheid is een uitvloeisel van wat men noemt de 'pluriformiteit van het federalisme'. Het is deze pluriformiteit, die een land als Groot-Brittannië in staat stelt, om tegelijk deel uit te maken van de Unie van het Commonwealth en van een Europese Unie of Federatie. Gelijk het weer diezelfde pluriformiteit is, die het ook voor Nederland mogelijk maakt, om naast een Unie met 'de West' tevens deel te nemen in een Unie met Indonesië zonder dat beide Unies daarmee noodzakelijk behoeven gelegen te zijn op een en hetzelfde staatkundige vlak.
Gefedereerd enerzijds met de staten van den eigen regionalen verkeerskring - Benelux, Europese Unie - en anderzijds opnieuw krachtens het federale beginsel verbonden met de landen van Oost en West, als voortzetting van een eeuwenoude symbiose, zal Nederland, gelijk ook Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, aldus een belangrijke bijdrage kunnen geven tot de solidariteit, die nu eenmaal voor elke nieuwe wereld-organisatie benodigd is. De 'overlapping' van federale veiligheidszones, die van de hier bedoelde ontwikkeling het eindresultaat zal zijn, zal het staketsel worden van een nieuwe wereld-organisatie, die dien naam waardig is en waarbij ook tussen de continenten onderling de samenhang tot stand komt, die voor een goede samenwerking in het centrale wereld-orgaan is vereist.
| |
Europa één in een verenigde wereld
Is eenmaal de West-Europese Unie een feit geworden, dan zal zij op haar beurt deze taak van intercontinentale verzoening kunnen overnemen. Opnieuw zal het oude werelddeel daarmee blijk kunnen geven, zich zijn roeping bij de ontdekking van een 'nieuwe wereld' bewust te zijn. Het is deze roeping, die aan de leuze 'Europa één in een Verenigde Wereld' haar volle betekenis geeft, gelijk zij tevens beslissend kan zijn voor de plaats die de Europese Unie aan de tafel der Verenigde Volkeren staat te wachten. De roeping van een onmisbare factor te zijn bij een nieuwe organische en hierarchische wereldorde, die een zinvolle uitdrukking is van de staatkundige ontwikkeling dezer eeuw.
|
|