Streven. Jaargang 2
(1948-1949)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdStijn StreuvelsNiet zonder moeite kunnen we Beroering over het dorpGa naar voetnoot1., de laatste roman van Streuvels, bij zijn ander werk doen aansluiten. Deze dorpsgeschiedenis, de ruzie en de verzoening namelijk van Dokter Blondeel en rentenier Koornaert, brengt ons onmiddellijk verscheidene Dorpsgeheimen te binnen, 'Jantje Verdure' bij voorbeeld; maar ze klinkt rustiger en wijzer, en zo overtalrijk zijn de verwikkelingen dat de landelijke auteur nog nooit een zo veelvuldige intrigue zo handig ontwarde. De beschrijvende Streuvels voert de pen niet meer; het is de sober-vertellende, met altijd het magische vermogen het voorgestelde heel nabij te brengen. Het is ook de moraliserende kenner van landlieden en hun leven, in wien wij den steller terugvinden van de Standaard-artikelen vóór den oorlog. Doch het meest treft ons het diepe inleven van het dorpsbestaan: gestalten en verdeeldheid, invloeden en eerzucht, dwaasheid en goedheid, gevaren en geheimen, loomheid en de diep liggende vervaarlijke krachten en machten. En de nog weinig verminderde Streuvels is, na vele jaren van bruisende creativiteit, een licht weemoedige wijze geworden, met deze grote ervaring: men moet met zijn medemens veel geduld hebben; men moet, om de vele dwaasheid rondom zich, af en toe kunnen lachen. Een kwarteeuw geleden zou zulk boek zich onmiddellijk hebben geïmponeerd; nu houdt niet alleen de crisis in het boekenbedrijf het tegen, ook de veranderde tijd. Veel meer op het cosmopolitische bedacht, daar alles ons ook bereikbaar wordt gesteld, missen wij, voor het inheemse, belangstelling en waardering. Door beangstigende problemen gekweld in een beroerde wereld, gaan wij het 'beroerde dorp' voorbij als | |
[pagina 316]
| |
een klein mierennest. De actualiteit in al haar vormen, de film die technisch en psychologisch inwerkt op alle kunsten, de akelige vooruitzichten en de praegnante noodwendigheden, de artistieke ontreddering en de grillige of wanhopige gebaren: alles maakt dat velen, als vanzelf, dit boek ignoreren. Ten onrechte verkiezen zij klatergoud boven edel metaal, schittering boven degelijkheid; wie houdt echter den tijd tegen, en zou een eenvoudig tegenhouden zelfs goed zijn? Streuvels, de waarlijk imponerende Streuvels, hoort bij den groten vredestijd vóór den eersten wereldoorlog. Daarvan draagt hij den geest mee; daarvan spreekt hij, en zijn spreken met volle stem vindt, in latere jaren en geslachten, niet meer den willigen klankbodem. Wij, aan wie sedertdien veel techniek werd geschonken en veel ziel ontnomen, wij overschatten ons bezit en weten niet wat we missen. Neen! roep het verleden niet terug; doch bewaar het beste daaruit, of alles zou teloorgaan! Bewaar ook Streuvels, en hoor, uit een bijna geheel verzwonden verleden, het naklinken van een grote stem. Aanvankelijk doet ze haast onwerkelijk aan; daarna wordt ze bekoorlijk als, op zeldzame plekjes in ons land, de ongerepte natuur. Zo hebben wij het boek en den schrijver beoordeeld. De oude geest en de oude kunstvorm kunnen, trots aanpassing, zichzelf niet verloochenen. Wij ontvangen een zeer menselijke boodschap, eenvoudig, concreet en wijs; wij ontvangen (het klinkt wel tegensprakelijk) een artistiek natuurgewrocht. Wat is de oude kunstenaar nog kranig en machtig! Indien zijn werk ons dan minder aanspreekt ligt bij hem de grote schuld niet. Integendeel! E.J. |
|