Kroniek
Tweede lustrum van het 'Tijdschrift voor Philosophie'
Met de aflevering van Februari ll. begon het T.v.Ph. zijn tiende jaargang. Dit is een lustrum waarvan de betekenis belangrijk genoeg is om het niet ongemerkt voorbij te gaan. Het maakt o.m. duidelijk, dat op korte tijd veel kan bereikt worden, als men ten minste enigszins weet wat men wil. Het T.v.Ph. heeft inderdaad precies bereikt wat het bereiken wilde, zij het dan ook met de onvermijdelijke relativiteit die aan alle menselijke dingen nu eenmaal eigen is.
Ofschoon van de aanvang af Groot-Nederlands van opzet en bedoeling, was het toch vooral voor Zuid-Nederland een culturele zegen. In het Noorden bestonden reeds sedert lang philosophische en psychologische tijdschriften. In het Zuiden daarentegen geschiedde de philosophische speculatie doorgaans nog steeds in het Frans. Het wijsgerig universitair onderwijs eveneens. Gent maakte reeds hierop een uitzondering. Ook bestond sedert 1927 de 'Philosophische Bibliotheek', waarin de medewerking van Vlaamse zijde toch hoofdzakelijk uit Gent kwam. Alles wachtte eigenlijk op een Nederlands tijdschrift, dat Noord en Zuid in nauwe samenwerking zou verenigen, en terecht schreven de oprichters in hun Verantwoording: 'Wie enigszins vertrouwd is met de ontwikkeling van het culturele leven in het Nederlandse spraakgebied, zal ten volle beamen dat dit nieuwe tijdschrift beantwoordt aan een werkelijken nood'. Er was een groeiende belangstelling ontstaan voor de wijsbegeerte. Deze moest een eigen, Nederlands 'uitdrukkingsmiddel' vinden; en het meest geschikte daartoe was een tijdschrift, ruim en groots opgevat, ruim genoeg om geheel het spiritualistisch denken in zijn onderscheiden schakeringen op te vangen. Er bestonden reële mogelijkheden. Het T.v.Ph. stelde zich tot taak niet alleen deze mogelijkheden tot werkelijkheid te laten worden, maar ook door zijn aanwezigheid deze mogelijkheden nog aanzienlijk te vergroten.
Vanaf zijn eerste verschijnen maakte het zich onmisbaar, en was het, dank zij de bekwame leiding der PP. Dominikanen - die hiermede ook voor hun traditie een Nederlandse uitweg vonden - technisch volkomen in orde. Het zou ons te ver voeren, de vele belangrijke studies in herinnering te brengen, die in deze tien jaren gepubliceerd werden. Alleen mag wel gezegd, dat er veel origineel en scheppend werk bij was en van het beste gehalte. Het T.v.Ph. is gelukkig tot nog toe geen commentarentijdschrift geworden.
Het is een vergissing - en nog wel een philosophische - te menen, dat de philosophie uitsluitend een internationaal karakter moet dragen; natuurlijk moet ze dit ook, niets immers is zo eigen aan het universele denken dan alle grenzen te overschrijden. Maar dit internationale belet niet, dat een philosophisch denken begint met autochtoon te zijn en dit altijd enigszins blijft. Het heeft niet uitsluitend de taak de philosophie als algemene scientia vooruit te helpen, het heeft ook nog de