Streven. Jaargang 2
(1948-1949)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 254]
| |
Graham Greene
| |
[pagina 255]
| |
leving vormt een van de hoofd-thema's van Graham Greene's werken en is een van de fundamenten van de zeer persoonlijke levensbeschouwing van de schrijver. Deze levensbeschouwing is gebaseerd op de overtuiging dat de moderne, goddeloze, materialistische en door Graham Greene hartgrondig verfoeide maatschappij het gevolg is van een door de mensheid verloren onschuld, en wel een onschuld waarin Greene vier trappen onderscheidt. De eerste is de paradijselijke onschuld verloren door de erfzonde, herwonnen door de kruisdood van Christus, maar naderhand opnieuw verloren en verworpen door het merendeel van het mensdom onder invloed van een materialistische levensbeschouwing. Dit eerste aspect van het onschuldsmotief komt tot uiting in het hartstochtelijk en apostolisch Katholicisme van Greene (het Katholicisme is namelijk een van de terugwegen, een van 'the journeys back' naar de verloren onschuld), in de frequentie van het kruisbeeld als symbool in Greene's romans, en in de nostalgie, het typisch verlossingsheimwee, waarmee sommige van Greene's niet-Katholieke karakters rondzwerven langs de peripherie van het Katholicisme en onder de ban komen van kerkinterieurs en uitwendige geloofsemblemen. Ook Greene's afschuw voor het liberalisme, zijn begrijpende houding ten opzichte van het communisme als verlossingssubstituut, zijn grote eerbied voor het priesterschap en voor de werking van de genade spruiten voort uit zijn voortdurende preoccupatie met de gevolgen van de 'oer-katastrofe', de erfzonde.Ga naar voetnoot2. De tweede vorm van verloren onschuld is de individuele, morele onschuld verloren door de zonde en herwinbaar door de Biecht. Dit aspect van Greene's centraal thema verklaart de belangrijke plaats welke de biecht en allerlei vormen van biechtsubstituten innemen in zijn werken vanaf Rumour at Nightfall tot aan The Heart of the Matter. De derde vorm is de verloren ethnische onschuld, het prijsgeven van een primitieve, maar eerlijker beschaving voor de huidige, hygiënische, gestroomlijnde en in wezen corrupte en huichelachtige beschaving. Dit laatste aspect van Greene's onschuldsleer is verantwoordelijk voor de meest persoonlijke facetten van zijn romankunst, voor zijn 'love of seediness', d.w.z. voor de zelfkant van de beschaving waar de verwording, zo zorgvuldig bemanteld door conventie, vrome leuzen en faciele theorieën in de beschaafde maatschappij, eerlijk en onverborgen tot uiting komt. Het verklaart de frequentie in Greene's werken van het motief van 'the hunted man', de opgejaagde en achtervolgde die een atavistisch symbool is van | |
[pagina 256]
| |
een primitieve vorm van samenleving. Ook de gangsters, vooral figuren als Raven in A Gun for Sale, Hall in England Made Me, Hilfe in The Ministry of Fear zijn niet slechts levende scheppingen; zij zijn tevens symbolen, atavistische 'throwbacks', 'eerlijke' schurken in tegenstelling met de financiers en andere 'beschaafde' schurken die hun grotere misdaden bemantelen met een vernis van beschaving. Ook Greene's belangstelling voor miraculeuze en parapsychologische verschijnselen, zijn intens en gedeeltelijk door D.H. Lawrence beïnvloed anti-rationalisme, zijn preoccupatie met dromen, met moderne opvattingen over de rol van het onderbewustzijn, met de psycho-analyse, met allerlei vormen van dier-phobieën, paranoia en primitieve angst-vormen en obsessies, horen allen thuis onder dit aspect van een verloren, ethnische onschuld. De vierde vorm van verloren onschuld is de persoonlijke, psychische, infantiele onschuld van het kind voordat het onder invloed van ouders, van volwassenen in het algemeen en vooral van de school binnentreedt in het hypocritische en verdorven terrein van de ervaring, de 'experience', die bij Greene, evenals bij William Blake, altijd het tegenovergestelde vertegenwoordigt van de 'Innocence'. Uit het voorafgaande blijkt reeds dat Afrika in The Heart of the Matter meer is dan een toevallige en voor het verhaal benodigde achtergrond. Het is ook een voorbeeld van een primitievere beschavingsvorm waarin talrijke sporen zijn overgebleven van de ethnische onschuld die 'ergens langs de weg' verloren is geraakt. Afrika is, evenals voor de eerste vorm van verloren onschuld de Kruisdood en het Katholicisme, voor de tweede de Biecht en biechtsubstituten, en voor de vierde vorm de droom en de psychoanalyse, een terugweg, een 'journey back'Ga naar voetnoot3. Men vindt Graham Greene's denkbeelden omtrent de verloren onschuld op boeiende en onvergetelijke wijze uiteengezet in zijn reisverhaal Journey Without Maps. Dit interessante werk beschrijft een reis door de oerwouden van Liberië, opzettelijk door de schrijver ondernomen om de terugweg te zoeken naar de ethnische onschuld van de mensheid.Ga naar voetnoot4. Het geeft ook een duidelijk beeld van Graham Greene's oordeel over de moderne maatschappij en een verklaring voor talrijke individuele facetten van zijn rijke literaire werkzaamheid. De schrijver voelde zich tot Liberië aangetrokken omdat dit, in staatkundige zin, jonge land het toneel was van een rechtstreekse confrontatie van een primitieve, tribale beschavingstrap met de moderne Amerikaanse beschaving vertegenwoordigd door de afstammelingen van | |
[pagina 257]
| |
negerslaven die niet slechts de moderne beschaving aan den lijve ondergaan hadden, maar die naar Afrika terugkeerden met het doel Amerikaanse politieke vormen, Amerikaans commercialisme en Amerikaanse beschavingsvormen ingang te doen vinden bij de primitieve bevolking van Liberië. Het experiment was geen succes. De geïmporteerde beschaving bleef, in zijn meest corrupte vorm, beperkt tot de kust. Daarachter in het oerwoud ging het leven zijn oer-oude, mysterieuze gang. Greene ging doelbewust naar Liberië om 'zijn plaats in de tijd te vinden', 'gebaseerd op een kennis niet slechts van het heden maar van het verleden waaruit men is voortgekomen.' In zijn onderbewustzijn had hij vele sporen gevonden van obscure associaties met het begrip Afrika dat in zijn primitieve regionen voor de schrijver letterkundige en persoonlijke herinneringen bezat welke 'zoals de beelden in een droom iets schijnen te vertegenwoordigen dat van belang is voor mijzelf'. Aan deze associaties en herinneringen ontleent de reis door Liberië een tweede betekenis. Het is ook een tocht op zoek naar primitieve verschijnselen welke beantwoorden aan de eigen verloren infantiele 'innocence' van de schrijver, naar verschijnselen welke parallel lopen met jeugddromen, persoonlijke phobieën en traumata resterend uit de jeugd. In deze reisbeschrijving zal de lezer zien hoe de schrijver onder meer het verband legt tussen de gangsters in zijn eigen werken en het primitieve tribale leven. In de gangsters ziet hij verdoolde lieden die, gedreven door een obscure drang naar meer instinctieve levensvormen, een 'innocence' kunnen benaderen welke doet denken aan die welke Wordsworth (met een sterk pantheïstische inslag welke wij bij Greene vanzelfsprekend niet terug vinden) beschreef in zijn Ode on Intimations of Immortality from Recollections of Early Childhood, een gedicht waaruit Greene dikwijls citeert in dit en andere werken.Ga naar voetnoot5. Via Wordsworth legt Greene doelbewust het verband tussen de ethnische en de infantiele vormen van onschuld. In een hoofdstuk, veelbetekenend getiteld The Way Back, de terugweg, spreekt Greene in verband met zijn 'inner journey' over een aantal atavistische 'throw-backs', verdwaalde terugreizigers (evenals de gangsters) die hij kende in Engeland, 'de heilige en perverse individualisten' die in hun aberraties en bijgeloof een subrationeel heimwee verraden naar de verloren onschuld van een primitievere samenleving. Telkens weer, in de meest verrassende en plastische vormen, zien wij de schrijver het | |
[pagina 258]
| |
contrast accentueren tussen het oude, onbedorvene, onmiddellijke en de pseudo-beschaving van de materialisten. Slechts de priesters en nonnen die de schrijver aantreft in het oerwoud vertegenwoordigen een betere beschaving dan die geplant door de blanke usurpators aan de kust. Zij vertegenwoordigen een herwonnen onschuld en de strijd tegen Mammon en het commercieel succes, en doen denken aan de latere reisbeschrijving van Graham Greene, The Lawless Roads waarin de schrijver bekent dat slechts priesters en piloten hem aantrokken in Mexico. Eveneens zoals later in Mexico ontmoet de schrijver in het Liberiaanse oerwoud de angstobjecten geassocieerd met primitieve phobieën die als atavismen zijn overgebleven in de Europese beschaving, gieren, ratten, kakkerlakken, termieten, waarvan vooral de ratten en gieren met grote veelvuldigheid te vinden zijn in Greene's eigen romans. Naast de verloren ethnische en infantiele vormen van onschuld wordt ook het motief van de verloren morele onschuld verweven met het reispatroon, als de schrijver ons een korte beschrijving geeft van zijn bekering tot het Katholicisme in de Engelse stad Nottingham. In deze passage worden de mysteries van 's schrijvers geloof in lijnrechte tegenstelling geplaatst met de chroomnikkelen en bakstenen beschaving van Nottingham. En de schrijver vermeldt hoe hij ontdekte na zijn eerste biecht, na de terugreis naar de verloren morele onschuld, dat hij zijn levensdraad had opgenomen 'from very far back, from so far back as innocence', een formulering welke doelbewust de terugreis via Afrika naar een verloren ethnische en infantiele onschuld parallel stelt aan de terugreis naar de verloren morele onschuld via de biecht. De schrijver vond op zijn reis, op zijn 'smash-and-grab raid into the primitive' wat hij gehoopt had te vinden. Ondanks de ratten, ratten en nogeens ratten, ondanks roofvogels, kakkerlakken en mieren, ondanks de stank van afval en verrotting, vindt hij de 'virginity', d.w.z. de 'innocence' in het oerwoud. 'This, as I grew more tired and my health a little failed, seemed to be what I could chiefly remember as Africa: cockroaches eating our clothes, rats on the floor, dust in the throat, jiggers under the nails, ants fastening on the flesh. But in retrospect even the cockroaches seem only the badge of an unconquered virginity.' 'Virginity', maagdelijkheid, is een synoniem voor de gezochte onschuld, en 'there is not so much virginity in the world that one can afford not to love it when one finds it.' In verband met de missionaris-figuren in The Heart of the Matter en met de figuur van de priester in The Power and the Glory verdient nog een passage in Journey Without Maps onze aandacht. De schrijver stelt het verwrongen en cynische beeld van Somerset Maugham's (Anglikaanse) | |
[pagina 259]
| |
missionarissen tegenover het beeld geschilderd door Robert Louis Stevenson in zijn grootse brief over Pater Damiaan en denkt zelf terug aan de missionarissen die hij in zijn jeugd op school zag komen voor de ons allen vertrouwde 'lezing met lichtbeelden'. Graham Greene tekent hier, gedreven door zijn obsessieve afschuw voor de school als onschuldmoordende opvoedingsfabriek voor de 'experience', het contrast tussen de missionarissen, de innocenten, enerzijds en de beschaafde blanken en primitieve inboorlingen anderzijds: 'they were innocent among the blacks they taught. There they stood in their ruined health and their worn simplicity, begging for our shillings for a new altar-cloth.' Voor Greene zijn missionarissen, en priesters in het algemeen, de gidsen op de terugweg naar de eerste verloren onschuld, de paradijselijke, verloren door de erfzonde, en zowel pater Rank als de andere missionaris in The Heart of the Matter lijden aan een gevoel van frustratie omdat hun boodschap zo weinig weerklank vindt onder de blanken. Als de schrijver eindelijk terugkeert naar de kust en de corruptieverschijnselen van een beginnende beschaving weervindt, beseft Greene dat deze negers, beroofd van hun ethnische onschuld door twee honderd jaar van slavernij in het beschaafde Amerika, dichter bij 'the true primitive' staan dan wij. 'It was at their back, it wasn't centuries away. If they had taken the wrong road, they had only to retrace their steps a very little distance in space and not in time.' Greene benijdt de inboorling in dit opzicht, zoals Scobie in The Heart of the Matter dit eveneens doet, zij het op minder bewuste wijze. En als Graham Greene eindelijk in Engeland terugkeert en een kind hoort schreien voltooit hij de parallel tussen de verloren ethnische en de verloren infantiele onschuld: 'Een kind schreide...; het was het klagen van een kind te jong om te kunnen spreken, te jong om te hebben kunnen leren wat de duisternis wellicht verbergt aan wellust en moord, schreiend om geen begrijpelijke reden, doch schreiend omdat het nog steeds de voorvaderlijke angst bezit, omdat de duivel danste in zijn slaap. Tot zover, dacht ik, behoeft men slechts terug te gaan, daar was Afrika: the innocence, the virginity, the graves not opened yet for gold, the mines not broken with sledges.' Uit het voorafgaande beknopte overzicht van de inhoud van Journey without Maps blijkt wat de Afrikaanse achtergrond betekent voor Greene en hoe diep het begrip Afrika met al zijn persoonlijke en literaire associaties verweven is met de leer van een verloren onschuld in velerlei vorm, een leer welke vrijwel in alle werken van Graham Greene domineert en welke een door vele lezers nooit vermoede diepte geeft zelfs aan romans welke de schrijver met bewuste ironie 'Entertainments' noemt, d.i. ontspanningslectuur. Tegelijkertijd verklaart Journey without Maps wat de Afri- | |
[pagina 260]
| |
kaanse achtergrond betekent voor de figuur van Scobie in The Heart of the Matter. Scobie is namelijk een 'terugreiziger'. Zijn eenvoud, zijn simpele levensbehoeften, zijn 'gentleness', zijn liefde voor de inboorlingen en zijn afkeer voor de beschaving stempelen hem tot een half-verloste op het aardse plan. Zijn tragedie is dat hij zijn persoonlijke onschuld verliest. Het is moeilijk zich te onttrekken aan de indruk dat Greene in deze tragedie duidelijk heeft willen maken dat de terugkeer via Afrika onmogelijk is zonder een samengaan met een hogere vorm van onschuld. Hoezeer Afrika de schrijver bezig bleef houden na zijn reis blijkt uit de omstandigheid dat Graham Greene tweemaal de Afrikaanse achtergrond benut voor zijn verhalen voordat hij tenslotte in The Heart of the Matter een meesterlijke doch discrete oplossing vond. Wij vinden namelijk dezelfde achtergrond verwerkt in een luguber, hoogst onbevredigend en in sterke mate door Joseph Conrad beïnvloed kort verhaal A Chance for Mr. Lever. Belangrijker is een nimmer voltooid roman-fragment van 1936 met de veelbetekende titel The Other Side of the Border. In dit fragment treft de lezer wederom de opmerkelijke gelijkenis tussen Conrad, de schrijver van The Heart of DarknessGa naar voetnoot6., en Graham Greene, welke laatste hier bovendien een opmerkelijke overeenkomst toont met Conrad's nadruk op de deugden van plichtsbesef en trouw, welke voor Joseph Conrad de hoogste mannelijke deugden vertegenwoordigen, doch welke voor Greene niet meer zijn dan geloofssubstituten voor de potentieel onschuldigen die in een wereld zonder transcendentale waarden en zonder geloof niet beter weten te vinden om een geestelijke leemte te vullenGa naar voetnoot7.. Ook is in het genoemde roman-fragment van belang de door de schrijver duidelijk uitgesproken antithese tussen de waarneembare werkelijkheid van een corrupte beschaving en het welwillende, weke zelfbedrog van de liberaal. Want voor Greene is de liberaal met zijn aardse gebondenheid en zijn geloof in louter aardse vervolmaakbaarheid van mens en maatschappij de hoofdschuldige, ondanks alle humanitaire bedoelingen, voor de maatschappelijke verwording, voor | |
[pagina 261]
| |
de dood van het geloof en het te niet doen van de effecten van de Verlossing. De liberaal behoort tot degenen die menen, ondanks alle tragische bewijzen van het tegendeel, dat de hemel op aarde te vinden is, zo niet door hemzelf, dan door zijn nakomelingen. En het is de liberaal, de schepper van een geestelijk vacuum, die verantwoordelijk is voor het ontstaan van nieuwe verlossings-substituten zoals het communisme dat zoekend naar een plaatsvervanger voor de oude godsdienst een nieuwe religie, een nieuwe binding tracht te scheppen, een binding met de leegte.Ga naar voetnoot8. Tenslotte is het romanfragment The Other Side of the Border nog van belang omdat het evenals The Heart of the Matter de tegenstelling belicht tussen het oude authentieke en het betekenisloze moderne. De voorstad Denton in het romanfragment is representatief voor de stedelijke beschaving welke zowel Scobie als zijn schepper verfoeien. Alle waarden met inbegrip van de architectonische zijn er vals. 'Maar eens hadden hier mensen geleefd en waren gestorven met hun voeten kruiselings over elkaar om te tonen dat zij op kruistocht waren geweest, maar nu...' Tekenend voor Greene's preoccupatie met de school is dat Hands in The Other Side of the Border, evenals Wilson en Harris in The Heart of the Matter en Anthony Farrant en Minty in England Made Me, behoren tot hen die door de school bedorven zijn. Journey Without Maps, gelezen als inleiding op Greene's laatste roman, geeft ons een duidelijk beeld van 's schrijvers opvattingen omtrent een verloren ethnische onschuld. Het trekt ook voortdurend de parallel met de verloren infantiele onschuld, een enkele keer ook met de verloren morele onschuld van het individu, en tenslotte met de paradijselijke onschuld, verloren door de erfzonde, herwonnen door de Verlossing en gepreekt door de 'zendelingen'. Als Greene in verband met het laatste spreekt over de missionarissen die zijn school bezochten 'in their ruined health' en 'in their worn simplicity' duidt hij ook aan welke rol de school speelt in het proces dat voor het individu leidt van 'innocence' tot wereldse 'experience'. Om deze voor Nederlanders niet zo gemakkelijk te begrijpen instelling van de schrijver te kunnen benaderen, moet men bedenken dat | |
[pagina 262]
| |
Greene, als hij over de school spreekt, in de eerste plaats doelt op de Engelse 'public school', een instelling die in vele opzichten een afschuwelijk anachronisme isGa naar voetnoot9., vooral ten gevolge van het door Greene en vele andere Engelse intellectuelen verfoeide sadisme, dat niet slechts tot uiting komt in disciplinaire methoden van de leraren maar ook in een stelsel dat disciplinaire maatregelen van eendere aard rekent tot de bevoegdheden van oudere leerlingen, die hierdoor in staat worden gesteld hun laagste instincten te voldoen in hun behandeling van vooral de meer sensitieve en derhalve weerloze jongere medeleerlingen. Daarnaast verafschuwt Greene het liefdeloos snobisme dat van de 'public school' broeinesten maakte van klassebewustzijn, en het liberalisme, dat ondanks de uiterlijke schijn van het Anglikaans formalisme, de leerlingen in plaats van het brood van een levende religie de stenen geeft van het materialisme. De school is voor Greene de plaats waar systematisch de onschuld vermoord wordt, waar de verkeerde weg wordt ingeslagen naar de individuele en maatschappelijke 'experience'. Dit aspect van de verloren onschuld vinden wij in een zeer uitgesproken vorm in The Heart of the Matter, waar Harris en Wilson, elk op eigen wijze de resultaten van het scholingsproces vertegenwoordigen in direct contrast met de ethnische onschuld van de Afrikaanse achtergrond en met, althans potentieel, innocenten als Scobie, Yusef, Ali en anderen. Wilson en Harris hebben beide een 'binding' met hun school, zoals in andere werken van Greene eendere karakters deze 'binding' vertonen. Wilson wordt niet voorgesteld als een volkomen door de 'experience' verdorven persoon. Hij is namelijk nooit opgegroeid. Zijn code is nog steeds grotendeels een school-code en zijn morele zelfkritiek fundeert zich op school-conventies. Het scholingsproces heeft hem weliswaar beroofd van de infantiele onschuld, maar het heeft hem niet gerijpt voor de volkomen ervarings-verwording van de volwassen wereld waarin hij zich geen evenwichtige plaats heeft kunnen veroveren, zoals blijkt uit de omstandigheid dat hij niet getekend is met het brandmerk van het wereldlijk succes. Hij is niet verhard en bloost van schaamte tegenover Scobie's eerlijkheid en vriendelijkheid. Elders barst hij in tranen uit, als een schooljongen. Hij behoort beroepshalve tot de geheime dienst en wij zien duidelijk dat dit beroep niets anders is dan een voortzetting van zijn optreden als klikspaan op school: 'hij behoorde tot degenen die in hun jeugd gedoemd worden gecompliceerd te zijn... Het was alsof zijn beroep langzamerhand zijn gehele leven absorbeerde, precies zoals de school dit gedaan had. Het was | |
[pagina 263]
| |
zijn beroep te liegen, altijd klaar te staan met een gemakkelijke uitvlucht, zich nooit te verraden, en zijn particulier leven ontwikkelde zich volgens hetzelfde patroon. Hij lag op zijn bed, misselijk van zelfverachting.' Dat Wilson zijn 'innocence' niet geheel verloren heeft blijkt hieruit dat hij de onschuld nog in anderen herkent, onder meer in Scobie: 'Het leek Wilson toe dat Scobie nog slechts een nieuweling was in de wereld van bedrog: hij had niet sinds zijn jeugd in deze wereld geleefd, en hij voelde een zonderling ouwelijke afgunst voor Scobie, ongeveer zoals een oude bajesgast jaloers zou kunnen zijn op de jonge schurk die zijn eerste gevangenisstraf ondergaat.' In tegenstelling met Wilson behoort Harris tot de volkomen innocenten. Hij is een ongelukkige schooljongen gebleven, d.w.z. een jongen die zich op school niet thuis voelde en die nog op volwassen leeftijd piekert over de oorzaken van zijn gebrek aan aanpassingsvermogen op school. Wij leren dat hij, evenals Tony Farrant in England Made Me, heeft geprobeerd van school weg te lopen gedreven door een, door hemzelf niet als gezond erkend, instinct tot zelfbehoud. Hij heeft dan ook de ervaringslessen van zijn school niet voldoende geleerd en een trieste wijsheid behouden die hem onder meer leert dat niet 'succes' en 'geluk' de maatstaven zijn voor een goed leven, en dat het het lot is van de mens op aarde ongelukkig te zijn: 'He felt the loyalty we all feel to unhappiness - the sense that that is where we really belong.' Wij zagen reeds dat Afrika voor de schrijver een veel diepere betekenis heeft dan die van een toevallige, geschikte achtergrond voor een roman. Een korte beschouwing van het school-motief, wederom in verband met Graham Greene's onschuldsleer, zal eveneens aantonen dat wij te doen hebben met een veel dieper gegeven dan men zou vermoeden uit de lectuur van The Heart of the Matter. Op pag. 176 van deze roman zien wij hoe Harris terugdenkend aan school zich de rode bakstenen, de stenen trappen en de gebarsten bel van zijn schooldagen herinnert. Deze drie dingen en vooral de gebarsten bel komt men zó dikwijls tegen in andere werken van Greene dat men kan spreken van vaste symbolen, ongetwijfeld gebaseerd op persoonlijke schoolherinneringen van de schrijver. De gebarsten klok of bel is het symbool van een verloren onschuld en van een verloren geloof. Wij komen de school en de rode bakstenen reeds tegen in de eerste roman van Greene, The Man Within. Francis Andrews, de hoofdpersoon, haatte zijn school. Maar het schoolmotief dat in deze eerste roman nog slechts als terloops voorkomt verdiept zich al spoedig in de roman Stamboul Train, waar wij eveneens de rode bakstenen en de gebarsten bel tegenkomen. Dr Czinner, de revolutionnair, heeft zijn jaren van ballingschap doorgebracht als onderwijzer aan een Engelse school en heeft daar | |
[pagina 264]
| |
het begin van de verwording gezien, het verdraaien van de instinctieve en 'zuivere' wreedheid van kinderen, welke Graham Greene terugvond bij de inboorlingen van Liberië, naar een berekende wreedheid die leidt tot commercieel en maatschappelijk succes in de ervaringswereld der volwassenen. Dan verschijnt in 1934 onder redactie van Graham Greene een verzameling opstellen van prominente Engelse schrijvers over hun schoolervaringen. Deze ervaringen zijn vrijwel allen afschuwelijk en verklaren in belangrijke mate Greene's persoonlijke instelling ten opzichte van de Britse 'public school.' Greene zelf beschuldigt in dit interessante boek het stelsel van onverschilligheid aangaande de belangen van de leerlingen. Het stelsel houdt slechts rekening met het gerief en de behoeften van de volwassenen ten koste van de kinderen die er doordrongen worden van een steriel klasse-bewustzijn en snobisme. Greene meent dat de school 'often works for the boy's unhappiness' en geselt het sadisme en de valse eer-begrippen van het systeem. Doch ook de meer progressieve scholen, welke een eind gemaakt hebben aan de anachronismen van de oudere scholen, hebben de verkeerde weg ingeslagen omdat zij zich blijven baseren op het onnozele liberale geloof in de vervolmaakbaarheid van de menselijke natuur. Ook in de roman It's A Battlefield is het schoolmotief te vinden. Het motief is verweven met het gehele verhaal door een speciale beeldspraaktechniek welke telkens weer suggereert dat de gevangenis, de fabriek, het kantoor slechts logische voortzettingen zijn van de corrumperende school. En de eeuwige bel luidt in allen. Doch eerst in England Made Me komt het schoolthema tot volle ontplooiïng. Dit werk vormt de beste inleiding tot een juist begrip van de functie van Wilson en Harris in The Heart of the Matter en in het grotere Greene-verhaal waarin de laatste roman slechts een hoofdstuk vormt. De hoofdfiguur van England Made Me, Tony Farrant, een verkwistende, onoprechte en volkomen stuurloze nietsnut, wordt in het gehele verhaal onomwonden en onmiskenbaar voorgesteld als een product van de 'public school'. Hij is van het Wilson-type, maar staat dichter bij de onschuld. De school heeft hem bedorven, heeft hem beroofd van de 'innocence', maar hem niet gecompenseerd door hem geschikt te maken voor de wereld waarvoor de school geacht wordt de leerlingen op te leiden. Het 'succes' ontloopt hem evenals het Wilson en Harris ontloopt. Van grote symbolische betekenis is dat Tony Farrant, evenals Harris, heeft getracht van school weg te lopen, alsof hij een instinctief gevoel had dat de school het begin betekende van zijn toekomstige ondergang. Zijn zuster, vertegenwoordigster van het modernisme en het succes, was verantwoordelijk voor zijn terugkeer naar school na de mislukte escapade en zij ziet zelf later in dat Tony aan zijn school ten gronde is gegaan. Als zij hem | |
[pagina 265]
| |
vraagt of zij er in het verleden juist aan heeft gedaan hem naar school terug te sturen, antwoordt haar broer bevestigend, zonder haar echter om de tuin te kunnen leiden: 'O ja,' zei hij, 'natuurlijk had je gelijk, en richtte op haar ogen zo uitdrukkingsloos dat zij zich afvroeg of hij haar vraag gehoord had. Zij waren uitdrukkingsloos als de eindbladen van een boek die men haastig omslaat om op de laatste pagina iets te verbergen dat te tragisch of te twijfelachtig is.' En als Kate Farrant op haar kantoor zit in het monument van commercieel modernisme (het verhaal speelt in ZwedenGa naar voetnoot10. dat even representatief is voor de 'experience' als Afrika voor de ethnische onschuld), het hoofdkantoor van de firma Krogh, en zij een zeker heimwee bij zich voelt opkomen naar een verloren onschuld, gaat dit heimwee bijna werktuigelijk vergezeld van de twijfel of zij haar tweelingsbroer niet een onherstelbaar onrecht heeft aangedaan door hem in zijn jeugd terug te sturen naar school. Zij mijmert: 'and I'd say: Don't go back. Never mind what people say. Don't go back - and nothing would be the same.' Later als de financier Krogh, de vertegenwoordiger van het 'succes' en van het onrecht dat omwille van het hooggeschatte succes wordt bedreven, haar status van maîtresse wil veranderen in die van zijn wettige vrouw om het voor haar onmogelijk te maken tegen hem te getuigen voor het gerecht, voelt Kate zich voornamelijk opgelucht, omdat zij hoopt tengevolge van het huwelijk iets te kunnen doen voor haar broer. Door haar huwelijk meent zij het onrecht te kunnen herstellen 'dat ik hem aandeed door hem [naar school] terug te sturen... om zich aan te passen, om de conventies op te doen en de manieren van de rest. Hij probeerde te vluchten en ik heb hem terug gestuurd. Nu heb ik een uitweg voor hem gevonden.' Deze passage onthult niet slechts de aard van Kate's schuldgevoel, maar ook de aard van Tony's tragedie. Hij had geprobeerd, gedreven door een primitief instinct tot zelfbehoud, weg te lopen van school. Zijn zuster had hem terug gestuurd en hij had geleerd zich aan te passen. En door deze pogingen zich aan te passen aan het oerbeeld van een verworden maatschappij en zijn met succes bekroond streven een zekere populariteit te winnen door te conformeren, is hij verder tot niets in staat geworden dan tot het krampachtig vasthouden aan versleten conventies en school-normen in zijn later leven, terwijl zijn onvolgroeid karakter, evenals dat van Wilson in The Heart of the Matter, zich niet ontwikkelt boven het peil van een geniepige schooljongen. Belangrijk is ook dat Kate zelf het verband legt tussen de corrumperende invloed van de school en Tony's niet geheel verloren onschuld. Als zij het gelaat van haar broer aandachtig bestudeert, treft haar dat | |
[pagina 266]
| |
hij een jong gezicht heeft behouden: 'it is no more mature than when he was a schoolboy. He might be a schoolboy now... Her tenderness woke again for his absurd innocence.Ga naar voetnoot11. For he was hopelessly lost in the world of business that she knew so well...' Elders denkt zij aan zijn 'depraved innocence', een onschuld die hem altijd blijft behouden voor de laagste vormen van corruptie: 'Nobody but Anthony would have come unscathed through so many shabby adventures.' In hetzelfde boek, England Made Me, ontmoeten wij nog een andere karakterschepping die ook in handel en wandel een gedeeltelijk bewaarde onschuld verenigt met de sporen van een bederf dat op school begon. Het is de figuur van Minty, die evenals Wilson schooljongen is gebleven en zelfs in zo sterke mate dat zijn leven als volwassene een bewuste voortzetting is van zijn zielige school-trouw, de loyauteit aan een onwaardig ideaal. Minty heeft, evenals Farrant, Wilson en Harris, van zijn school het onvermogen meegekregen zijn plaats te vinden in het leven. Daarnaast dankt hij eveneens aan zijn school een pathologische afkeer voor het menselijk lichaam ten gevolge van de grofheden van zijn medeleerlingen, en een pathetische behoefte aan godsdienst en gebed, een behoefte die hij op zijn school niet kon bevredigen zonder zich bloot te stellen aan de spotlust van de anderen. Zo heeft de school zijn Hoog Anglikanisme tot een geheime zonde gemaakt en in Stockholm zien wij hem binnensluipen in kerken alsof hij een misdaad beging. Minty is een briljante karakterschepping en nergens heeft de schrijver op meer beklemmende wijze in een levende persoon zijn haat geïncarneerd voor wat een humanitair-materialistisch opvoedingssysteem kan misdoen aan een innocent. Tegen het eind van England Made Me ziet Anthony Farrant in een luciede overpeinzing zichzelf en Minty en hun soortgenoten als één persoon: 'Hij zag zichzelf en Minty duidelijk als één persoon; de verbannene uit zijn land en zijn klasse, de zwerver waarvan Shanghai, Aden, Singapoer de armhuizen waren, het uitschot van een veranderende wereld. Indien Minty te benijden viel was het omdat hij deze plek (d.w.z. Stockholm) gekozen had en er gebleven was. Zij bezaten niet de kracht om hun plaats te behouden, doch de wereld had hen zo gevormd dat zij niet de kracht bezaten tot verzet. Zij waren niet fris genoeg, niet optimistisch genoeg om te kunnen geloven in vrede, samenwerking, de waardigheid van de arbeid, of, indien zij er in geloofden, waren zij niet jong genoeg om voor deze dingen te werken. Zij waren noch het een, noch het ander en waren eigenlijk alleen gelukkig in elkanders gezelschap; in de clubs in buitenlandse hoofdsteden, in pensions, op reunies waar zij gedurende een ogenblik onder | |
[pagina 267]
| |
invloed van de wijn die zij zich niet konden veroorloven overtuigd waren dat zij in iets geloofden.' Zij zijn de slachtoffers van een geloof in lege en valse waarden, opgeleid voor een wereld waarin voor innocenten geen plaats is. En als Anthony de dood vindt doordat hij in zijn 'absurde onschuld' niet opgewassen blijkt tegen het commercieel bedrog en de dienaren van het succes, hoopt Minty dat Anthony terecht komt in het enig paradijs waartoe de verbeelding van de mis-schoolde reikt 'some place of no pain, no failure, no sex.' In de roman A Gun for Sale verlegt de schrijver het accent van de school naar het gehele jeugdmilieu als corrumperende invloed. Wellicht het gaafste voorbeeld van de verwerking van een rechtstreekse confrontatie van een zuiver infantiel onschuldstype met het gehele, instinctief aangevoelde ervaringscomplex van de wereld der volwassenen in de novelle The Basement RoomGa naar voetnoot12.. Ook de novelle The End of the Party schept een luguber beeld van het verweer van een kind tegen de pseudo-wijsheid van zijn ouders. Het voorafgaande heeft slechts twee belangrijke motieven gelicht uit The Heart of the Matter om ze te plaatsen tegen de achtergrond van voorafgaande werken. Op dezelfde wijze kan men het thema van de biecht en biecht-substituten relief geven door het lezen van Rumour at Nightfall, Stamboul Train, A Gun for Sale en The Ministry of Fear. Voor de 'terugreis' via Verlossing en Katholicisme verwijs ik naar The Name of Action, Rumour at Nightfall, Brighton Rock, The Lawless Roads en The Power and the Glory. De tyrannieke aard van Scobie's medelijden ontleent diepte aan de plaats welke bespiegelingen over de aard van het medelijden innemen in The Confidential Agent en The Ministry of Fear. En zo kan men doorgaan. De moraal is dat de bedrieglijke faciliteit van Graham Greene's literair meesterschap een oppervlakkige lezer in staat stelt een wezenlijk en diepverworteld onderdeel van Graham Greene's levensbeschouwing voorbij te gaan als een toevallig verhaal-gegeven dat zijn bestaansrecht verliest op de laatste bladzijde. Welk oordeel men ook verkiest uit te spreken over deze grote Engelse schrijver, het voorafgaande moge aantonen dat het oordeel zich niet mag beperken tot een louter literair oordeel over een afzonderlijke roman. Zij die oordelen over Graham Greene, moeten beseffen dat zij oordelen over de volledige levensbeschouwing van een ernstig auteur die een grootse poging heeft gedaan een intens katholiek standpunt te bepalen tegenover de beschaving van heden. |
|