Streven. Jaargang 2
(1948-1949)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 92]
| |
Een Bijbel-encyclopedieDe lof waarmee de eerste fascikels van het Bijbelsch WoordenboekGa naar voetnoot1. in vaktijdschriften werden gerecenseerd is op zich zelf reeds een bewijs van zijn waarde, zowel als van zijn opportuniteit. In de hernieuwde belangstelling der laatste jaren voor de Heilige Schrift komt deze encyclopedie op het gepaste ogenblik als het gewenste werktuig voor Bijbelstudie, degelijk tevens en handig, zodat door een specialist werd betreurd dat een dergelijk werk nog niet bestond in een wereldtaal. Het doel der schrijvers bij deze uitgave was tweevoudig. Vooreerst 'een antwoord geven op alle belangrijke vragen, die omtrent de boeken van het Oud en Nieuw Testament, alsook aangaande de stoffelijke en geestelijke beschaving van het uitverkoren Volk en het eerste Christendom gesteld kunnen worden'. Verder wensten ze enkele synthetische kwesties te behandelen, vooral van theologischen aard, waarover niet-specialisten maar moeilijk een uiteenzetting kunnen vinden. Hier volgt een summier overzicht van de stof die in het woordenboek wordt behandeld. Voor een aanzienlijk deel bestaat het werk in een verklaring van de eigennamen en de voornaamste woorden die in de Bijbel voorkomen, met gegevens ontleend aan de Heilige Schrift en aan de profane wetenschappen. Verder vindt men een inleiding (vooral over ontstaan en inhoud) op al de boeken van O. en N.T.; een verklaring van de instellingen en gebruiken der Joden (b.v. besnijdenis, jubeljaar, altaar, huwelijk) en van de naburige volkeren voor zover ze betrekking hebben op de Bijbel (b.v. slangencultus, diatribe). Verschillende artikelen lichten ons in over de cultuurgebieden van het Oude Oosten (o.a. Babylon, Chittieten, Choerieten, Egypte, Hellenisme); over de opgravingen aldaar (art. opgravingen, 7 kol.; verder Amarna, Jericho, Lakisj, enz.); over de tekstcritiek en de stand der moderne Bijbelvorsing (Bijbeltekst, Formgeschichte, en in vele art., de paragrafen besteed aan de opvattingen der niet-katholieke critici); over de voornaamste problemen die de Bijbel stelt (b.v. Pentateuch, Scheppingsverhaal, Isaias). Daarnaast vinden we een belangrijke reeks opstellen van meer theologischen aard, over de voornaamste religieuze thema's der Heilige Schrift en de hoofdpunten der katholieke leer daaromtrent: o.a. theopneustos (over de inspiratie), verbond, messianisme, Voorzienigheid, Mensenzoon, verrijzenis, liefde, Kerk. Sommige van deze artikelen vormen een klein traktaat van bijbelse theologie, waarin de leer der H. Schrift wordt uiteengezet, ook in haar ontwikkeling. Ieder artikel is klaar ingedeeld en tevens zeer rijk aan inhoud. De meeste bevatten een reeks verwijzingen naar de H. Schrift, die mogelijkheid bieden tot verdere studie; op het einde komt meestal een uitgelezen bibliographie. Het Woordenboek is geïllustreerd met 150 afbeeldingen, met 32 platen en 6 kaarten buiten de tekst. De arbeid werd zeer ongelijk verdeeld tussen de medewerkers: veruit de meerderheid der historische artikels, alsook de inleidingen op verschillende boeken van het O.T. (dus, | |
[pagina 93]
| |
wellicht de helft van het Woordenboek) werden geschreven door Dr. A. Van den Born. De meeste artikels over St. Paulus zijn van de hand van Dr. W. Grossouw, die zich daarin reeds verdienstelijk maakte door andere publicaties, terwijl Dr. P. van Imschoot ons de voornaamste theologische opstellen schonk. De bijdragen van deze twee laatste medewerkers lijken ons de beste; het artikel over Jesus, van Dr. van Imschoot is merkwaardig, en werd reeds apart gepubliceerd, in het Nederlands en in Franse vertaling. Alle bijdragen hebben niet dezelfde waarde. Toch is het Woordenboek in zijn geheel zeer goed op de hoogte van de stand der moderne wetenschap, en geeft het over de omstreden punten 'n trouwe uiteenzetting van de verschillende opvattingen, bij katholieken en niet-katholieken. De schrijvers geven blijk van een volledige eerlijkheid tegenover de moeilijkheden, en behandelen uitvoerig de opwerpingen gemaakt door de critici. Zij hebben een open geest en ruimen kijk, zodat ze zeker niet kunnen doorgaan als overdreven conservatief, doch veeleer als gezond vooruitstrevend. Dit alles geeft een indruk van wetenschappelijken ernst, van degelijkheid en actualiteit, gepaard met de nodige voorzichtigheid en eerbied voor de traditie. Er is een punt nochtans dat ons meer dan eens heeft getroffen. Men vindt dikwijls een lange uiteenzetting over de instellingen in het O.T. en bij de andere oude cultuurvolkeren, veel minder over de latere Openbaring (b.v. het art. priester: 8 kol. voor het O.T., niets voor het Nieuwe). Is dit geen gemis aan proportie? Vele artikelen schijnen ons te louter historisch opgevat. Wij hadden gewenst dat het O.T. meer werd gezien in het licht van het Nieuwe, en heel de Openbaring in functie van de Kerk, van het dogma en het christelijk leven. Het blijft waar dat men van den letterlijken en historischen zin moet uitgaan, doch is het niet jammer dat in verschillende artikels over de boeken der H. Schrift alleen positieve gegevens worden gevonden over tijd van ontstaan, schrijver en authenticiteit, en zeer weinig over hun belang voor de katholieke leer (b.v. voor het boek Isaias, de brieven aan de Efesiërs en aan de Hebreën)? Ook is het treffend dat geen artikelen worden gewijd aan den zin der Schriftuur of aan de typologie, al zijn dit problemen die tegenwoordig in het brandpunt der belangstelling staan. Evenmin werden opgenomen de vragen die behoren tot de geschiedenis der exegese, b.v. de interpretatie der Kerkvaders, de grote exegetische scholen der Oudheid, de houding der Protestanten tegenover de Bijbel. Die beperking van het standpunt kan men rechtvaardigen; toch zullen sommige lezers wellicht betreuren dat hierdoor het Woordenboek als informatiebron niet helemaal volledig is, en, wat de geest betreft, niet altijd voldoende theologisch georiënteerd. Wij zouden niet willen dat door deze opmerkingen het Woordenboek minder werd gewaardeerd. Het blijft een zeer mooi werk, en het zal grote diensten bewijzen aan al degenen voor wie het bestemd is, nml. niet alleen aan de geestelijken, doch ook aan de intellectuele leken, die bepaalde opvattingen over de Bijbel gaarne zouden willen toetsen aan een betrouwbare gids; kortom aan allen wien de Bijbel om een of andere reden ernstig ter harte gaat'. Het feit trouwens dat de uitgave reeds uitverkocht is, zo korten tijd na | |
[pagina 94]
| |
't verschijnen van het laatste deel, toont duidelijk in welke dringende behoefte het voorziet, en welk verdiend succes het overal heeft geoogst. Wij hopen dan ook dat spoedig een tweede uitgave zal kunnen verschijnen. I. de la Potterie |
|