| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Internationaal
Het Statuut van West-Duitsland, door de drie geallieerde mogendheden en die van de Benelux-landen opgesteld, om de economische wederopbouw van West-Europa in deelgenootschap met een herboren, democratisch Duitsland tot stand te brengen, was meer dan een speldeprik voor de Russische beer. Toen de geallieerden in het door hen bezet gebied de waardeloos geworden Duitse munt gingen zuiveren à raison van 10 oude Marken tegen 1 nieuwe, was, volgens de Sovjetverklaring, verdere samenwerking onmogelijk. Het begon met een weigering van Sokolovsky om de Russische zender uit Brits gebied naar eigen terrein over te brengen. Onder voorwendsel van ook een valuta-herziening in te voeren, werd 'tijdelijk' het interzoniaal verkeer stop gezet. Toen de Berlijnse gemeenteraad standvastig weigerde zich naar Russische instructies te voegen en stand hield ook tegen het communistisch kabaal, beweerde Sokolovsky, dat hij wegens 'technische storingen' de spoorlijn en ook West-Berlijn niet meer van electrische stroom kon voorzien. Tevens kondigde hij het einde van de bestuursraad aan en ontving van Stalin ter beloning van zijn houding de Leninorde. Niet alleen het verkeer per spoor, maar ook dat op het water en langs de wegen werd afgesloten, ondanks de verzekering van de Russische generaal, dat 'alles in het werk werd gesteld om de spoorweg met het westen weer in bedrijf te stellen.' Het gevolg van deze barbaarse maatregel was, dat door deze hongerblokaade 2 ½ millioen inwoners opnieuw aan gebrek en ellende werden overgeleverd. De geallieerden hebben gedaan wat zij konden om de Berlijnse bevolking over de luchtbrug van Frankfort naar Berlijn van het hoogst nodige te voorzien: levensmiddelen en steenkolen. Maar op de lange duur zullen zij deze noodvoorziening niet in voldoende mate kunnen volhouden. De toeleg van Moskou is, de geallieerden te dwingen Berlijn te verlaten en daardoor feitelijk heel West-Duitsland,
en wie weet! heel West-Europa, aan de tyrannie der Sovjet prijs te geven. Dit gevaar mag de wereld niet lopen. Churchill onderstreepte deze gedachte, toen hij zei: 'Wij wensen, dat de vrede bewaard blijve, maar we moeten thans geleerd hebben, dat wij de veiligheid niet handhaven, door aan dictators, hetzij Nazi of Communist, toe te geven. Zolang we nog tijd hebben, moeten wij het de aanvaller duidelijk maken, dat we de hele wereld tegen hem op de been zullen brengen. Ik kan niet waarborgen, dat zelfs een flinke en resolute houding de gevaren zal afwenden, maar ik ben er zeker van, dat zulk een houding niet alleen de beste is, maar ook de enige kans is een derde wereldoorlog te voorkomen.'
Bevin wilde de kwestie nog niet voor de V.R. brengen, omdat hij 'geloofde, dat men geprobeerd heeft te onderzoeken hoe lang onze zenuwen het zouden kunnen uithouden. Niets wijst er nog op, dat zij zullen kapot gaan.' De drie bezettende mogendheden hebben enige dagen later, 9 Juli,
| |
| |
niet gezamenlijk, maar ieder afzonderlijk, een krachtige protestnota tot Moskou gericht, waarin zij verklaren, dat noch dreigementen, noch pressie, of een andere actie haar er toe zal brengen, afstand te doen van haar rechten als bezettende mogendheid. Zij hopen, dat de Sovjet-regering op dit punt geen twijfel koestert. Opnieuw zijn zij bereid besprekingen te voeren, teneinde welk geschil ook, voortkomend uit het bestuur van Berlijn, op te lossen. Eerst echter moeten de verbindingswegen in het verkeer van goederen en personen tussen de verschillende sectoren geopend worden.
Het Kremlin beleeft van zijn satellietstaten niet zoveel genoegen als het gehoopt had. Maarschalk Tito, de dictator van Yougo-Slavië, toont zich meer nationalist dan communist. Daarom is hij met zijn partij door de Kominform uit de Sovjet-broederschap gestoten, onder beschuldiging van verraad aan de arbeidersklasse en van het ondefinieerbare 'Trotskisme'. Tito, die meer verwacht van Amerikaanse daden dan van Sovjet-beloften, laat deze beschuldigingen 'gefantaseerde laster' noemen en ligt tevens overhoop met zijn 'kameraad' Albanië, zonder daarom de Sovjet openlijk ontrouw te willen worden.
In Tsjecho-Slowakije behaalde bij de verkiezingen de communisten de meerderheid en president Benes, die de nieuwe grondwet niet wenste te ondertekenen trad af om vervangen te worden door de communist Gottwald, de man van de Februari-putsch. Voor dezen was het een pijnlijk kwartiertje, toen, in tegenwoordigheid van de buitenlandse gezanten, de jeugdorganisaties der 'Sokol' de ere-tribune in veelzeggend zwijgen, zonder groeten, passeerden en verderop met Amerikaanse vlaggetjes zwaaiden en de Yougo-Slavische jeugdvertegenwoordigers uitbundig toejuichten.
Ook in Finland taande de gehechtheid aan Moskou. Bij de algemene verkiezingen leed de partij van Leino en Herta Kuusinen een gevoelige nederlaag. Zij daalde in het parlement van 51 tot 38 zetels. En in Griekenland werd, zij met grote krachtsinspanning, de opstandeling Marcos uit zijn schuilhoeken in het gebergte verdreven.
De bijeenkomst van de Kominform, die van Bratislava over Boekarest naar Warschau was verlegd, kenmerkte zich door een rumoerigheid, die voor deze organisatie ongewoon is. Er is van uitgelekt, niet alleen de uitdrijving van Tito, maar ook, dat er de toestanden in verschillende landen onder de loupe zijn genomen. In Griekenland werd de toestand als 'zeer ernstig' verklaard. De Italiaanse partij was in gebreke gebleven en kreeg bevel: 'op alle gebieden onmiddellijk een grotere activiteit te ontwikkelen en niet terug te schrikken voor de methoden van directe actie of de revolutie.' Op de Balkan kreeg Dimitrof zijn zin en mag er een federatie vormen, als eerst Tito verdreven is. De Franse communisten werd op het hart gedrukt scherpe weerstand te bieden aan de fascistische machten van de Gaulle. En wat Duitsland betreft: zodra de Westelijke geallieerden uit Berlijn zijn verdreven, zal een Oost-Duitse staat worden opgericht, die een pan-Germaanse stempel zal dragen. In nauw verband met deze plannen schijnt een pas ontdekt communistisch complot te staan, dat, volgens een geheime order, demonstraties te Berlijn tegen de geallieerden moest uitlokken. Als dan de politie zich onmachtig zou verklaren het geallieerd personeel tegen de menigte te beschermen, zou deze de hulp der Sovjet-troepen inroepen. Dan was het gauw gebeurd. Het geallieerd personeel
| |
| |
zou, om het te beveiligen, naar een afgesloten gebied gevoerd worden en vandaar naar de westelijke zone doorgezonden.
In de U.S.A. heeft de republikeinse Conventie te Philadelphia enige dagen onder de ons vreemd aandoende, maar aldaar gebruikelijke spectaculaire vertoningen vergaderd ter verkiezing van hun candidaat voor het presidentschap. Na twee stemmingen en vele particuliere besprekingen waren de andere candidaten Martin, Taft en Vandenberg teruggedrongen en kwam bij de derde stemming met algemene stemmen de gouverneur van de staat New-York, Thomas E. Dewey, uit de bus. Nu Eisenhower geweigerd heeft als candidaat voor de democratische partij te fungeren, moet deze met Truman voor de dag komen. Iedereen acht zijn kans op de overwinning uitgesloten. De democraten zelf maken zich geen illusies. Het laat zich aanzien, dat in November Dewey door de kiesmannen als president zal worden aangewezen. In de buitenlandse politiek, met name voor Europa, zal zijn verkiezing geen verandering brengen.
In Frankrijk heeft de regering-Schuman haar labiel evenwicht niet kunnen handhaven. De uiterste linkerzijde trachtte haar positie door werkstakingen, waarvan vooral die te Clermont-Ferrand een ernstig karakter droeg, te ondermijnen. De uiterste rechterzijde, de richting de Gaulle, keurde haar ondertekening van het Statuut van West-Duitsland af, omdat daardoor wederom het fantoom van een sterk Duitsland aan de horizon oprijst en Frankrijk 'aan de rand van de afgrond' zal moeten leven. En de middelpartij, waarop Schuman ook moest steunen, de socialisten, kunnen hun anti-clericalisme niet van zich afschudden. Zij zien de 'laiciteit' van het onderwijs bedreigd door het besluit, waarbij aan ouders-verenigingen financiële hulp wordt verleend ter bestrijding van onkosten, die zij moeten maken om hun kinderen bijzonder onderwijs te doen genieten. Een nieuwe regering werd gevormd door André Marie.
De bemiddelaar Bernadotte heeft de veertiendaagse wapenstilstand gebruikt ter ontwerping van een plan, waarbij een unie zou gesloten worden tussen de Arabische en Joodse staten, die op economisch, financieel en militair gebied zouden kunnen samenwerken. De ondergrondse Joodse 'Irgoen' verzette zich tegen de Joodse Raad zelf naar aanleiding van het aanvaarden der wapenstilstand en zo kreeg men het onverkwikkelijke schouwspel te zien, dat de Joden onderling bloedig slaags raakten. Bernadotte had gemeend, dat zijn voorstel voor beide partijen aannemelijk zou zijn, maar het werd van weerskanten als onaanvaardbaar afgewezen. Een verlenging van de wapenstilstand kon hij zelfs niet gedaan krijgen en de Joods-Arabische strijd wordt voortgezet. Ook in de oplossing van deze kwestie heeft de V.N. geen gelukkige hand gehad. Maar Bernadotte geeft de hoop niet op: 'wel is waar is er thans een dieptepunt in de onderhandelingen, maar een regeling van het conflict is geenszins uitgesloten en ik ben geen gebroken man.' Hij heeft Rhodos verlaten om aan de V.N. verslag uit te brengen.
| |
Nederland
Het eindeloos geduld der Nederlandse regering ten opzichte van Indonesië wordt wel op zware proef gesteld. Zij heeft aan Djokja gevraagd,
| |
| |
om het optreden van Soeripno te Praag te desavoueren, zij verlangt een antwoord op haar informatie, of de regering van Soekarno het verdrag van 'Renville' erkent: 'nur ein Narr wartet auf Antwort'. van Mook en Hatta zijn nog steeds niet uitgepraat. De meerderheid van de commissie van Drie komt met een 'working paper', dat volgens de afspraak met de U.N.O. onaanvaardbaar is voor Nederland. Intussen ondermijnt Palar, die tot de V.R. is toegelaten, de positie van Nederland. Hij beweert, dat de federale regering onwettig is, beklaagt zich over het verbod tot het houden van een republikeins congres op door Nederland bezet gebied, en verklaart de volksstemming op Madoera voor een grap. De Nederlanders oefenen een blokkade uit, die het volk op Java aan het uiterste lijden prijs geeft en de gehele wereld verhindert gebruik te maken van de Indische productie. In plaats van de Commissie van G.D., waarvan één lid tot 'een koloniale mogendheid' behoort, moeten de V.N. één bemiddelaar aanwijzen, zoals met Palestina gebeurd is. Als het zo doorgaat, zal Nederland Indonesië nog wurgen! Kleffens spreekt met klem van argumenten deze beweringen tegen en toont aan, dat de ongerechtigheden, als aanslagen op spoorlijnen en overvallen op Nederlandse soldaten en op trouw gebleven kampongs op de debetzijde van de andere partij dienen geschreven te worden. En wanneer dat alles is aanhoord, wordt de vergadering tot nader te bepalen datum uitgesteld.
12 Kamerleden hebben zich met eigen ogen een beeld trachten te vormen van de ware toestand in Indonesië, zonder ons land na hun terugkeer veel wijzer te hebben gemaakt. Zelfs schijnt het, dat de zo hoog geprezen federatie Oost-Indonesië niet zo betrouwbaar is als van haar verwacht wordt. Deze loop van zaken is wel ontmoedigend, maar geeft geen aanleiding om op het gegeven woord terug te komen. Nog altijd blijft de koninklijke belofte de grondslag van de handelwijze der regering, die moet streven: to make the best of it.
In West-Indië zijn nieuwe gouverneurs benoemd: voor Curaçao de heer ing. L.A. Peters, voor Suriname Dr. W. Huonder.
Daags voor de verkiezingen had Nederland te betreuren het afsterven van de oud-minister van Arbeid, P. Aalberse. Na Talma is hij het geweest, die, zijn voorganger nog overtreffend in sociale maatregelen, de dankbaarheid heeft verdiend van de arbeidende klasse. Zijn naam is onafscheidelijk verbonden aan de emancipatie van onze vierde stand. En wat het katholieke deel van deze stand aan hem verplicht is, vormt een hoofdstuk op zichzelf.
De verkiezingen van 7 Juli voor de Tweede Kamer hebben geen belangrijke verschuivingen gebracht. De K.V.P. wist zich met haar 32 zetels beter te handhaven dan menig katholiek had verwacht. Het is gebleken, dat zij het vertrouwen van haar volgelingen, niettegenstaande de grote moeilijkheden waaraan zij het hoofd moest bieden, niet verloren heeft. De lijst-Welter behaalde weliswaar meer dan 60.000 stemmen, waarvan de meesten moeten toegeschreven worden niet aan de voorkeur voor zijn Indonesische politiek, maar aan de ontevredenheid, bij velen over de 'spreiding der armoede over geheel het volk'. De P.v.A. daalde tot 27 - een verlies van 2 zetels - toe te schrijven aan de desertie van Oud c.s. uit haar gelederen en aan de mislukking van de 'doorbraak', een
| |
| |
teleurstelling voor al te idealistische katholieken. De Chr. Hist. Unie en de partij van V. & D. behaalden ieder 8 zetels en de politieke onderhandelingen, voorafgaande aan de vdtming van een ministerie zullen uitwijzen, wie van de twee bij de tweede lezing der Gondwetsherziening op de wip zal zitten. Dat de communisten slechts twee zetels verloren, is minder, ook in vergelijking met dergelijke uitslagen in het buitenland (Finland) als verwacht was. Dat de Ant. Rev. Partij, met haar trekpaard, Gerbrandi, de Indische opposanten sterk heeft aangetrokken, kan niet gezegd worden. Zij behield haar oude sterkte: 13 zetels. Vermelden we nog dat, dank zij het initiatief van minister Gielen, ook het Bijzonder Hooger Onderwijs subsidie heeft verkregen.
K.J.D.
| |
Belgie
Gedurende de afgelopen maand werd een belangrijk deel van het regeringsprogramma verwezenlijkt: de Tweede Kamer heeft, vooraleer met verlof te gaan, behalve een aanzienlijke brok van het wetsontwerp houdende Organisatie van de Economie, ook nog drie ontwerpen goedgekeurd die de Sanering van de Balans enerzijds, en de Wijziging van de Organieke Wet der Nationale Bank anderzijds behelzen. De perscampagne die tegen de vermelde ontwerpen werd opgezet, heeft de openbare mening in beroering gebracht.
Het vooruitstrevend sociaal-economisch programma van de Christelijke Volkspartij was in 1945 en 1946 op algemene instemming onthaald. Toen immers hadden de linkse partijen 's Lands beleid in handen, en de Communistische macht was in volle ontwikkeling. 'La Grande Peur des Bien-Pensants' smoorde elke wil tot weerstand. Sindsdien is de toestand veranderd, en samen met de vrees verzwond ook de inschikkelijkheid van vele patroons. Zij ergeren zich nu aan het feit dat de Volkspartij de structurele hervormingen niet uit vrees - hetgeen zij best hadden begrepen - doch wel om principiële redenen in haar programma had opgenomen, en deze dan ook beslist wil doorvoeren.
Aan socialistische zijde - om niet te gewagen van de partij van de vreemde - is de ontstemming niet minder groot. Het wetsontwerp, zoals het uit de besprekingen in de Tweede Kamer te voorschijn komt, geamendeerd op grond van het wetsvoorstel dat door de Volkspartij was ingediend, past immers niet in het raam van de orthodoxe socialistische leer. Het vooraanstaand socialistisch kamerlid, de Heer Spinoy, heeft er trouwens in een bitsige tussenkomst op gewezen dat zijn partij slechts schoorvoetend het ontwerp bijtrad, waardoor de samenwerking, en niet de strijd, onder de klassen wordt bevorderd; het ontwerp verzekert immers aan den arbeidersstand voordelen die niet te versmaden zijn.
Indien de misnoegdheid naar aanleiding van de organisatie der economie verklaarbaar is door de verplichting die ze aan patroons en werklieden oplegt, de oude mens doordesemd met Liberale of Socialistische denkgewoonten, af te leggen, de hele herrie rond de Nationale Bank is veel minder begrijpelijk.
Met het principe van de hervorming onzer emissiebank, in de zin van een verhoging van de invloed van de Staat, hadden de meerderheidspartijen hun instemming betuigd bij de goedkeuring van de regeringsverklaring van
| |
| |
25 Maart 1947. Indien elk lid van de meerderheid dit niet uit het oog had verloren, dan zou door sommigen onder hen de indruk niet gewekt zijn, dat de Volkspartij het middel zocht om zich te onttrekken aan de uitvoering van hare verbintenissen.
De punten waarover de opponenten het meest klagen zijn: ten eerste, dat de Staat practisch alle macht in de algemene vergadering verkrijgt ingevolge de opheffing van art. 76 der Samengeschakelde Wetten op de Handelsvennootschappen; ten tweede, dat de grens van de voorschotten door de bank aan de Staat gedaan, voortaan niet meer door de wet doch wel door een overeenkomst zal bepaald worden. Wat het eerste punt betreft, hebben de Minister en de Verslaggever opgemerkt dat alleen die uitzonderingsbepaling kon beletten dat de Staat, behoeder van het algemeen belang, in bedwang zou worden gehouden door een groep financiers, die slechts particuliere belangen - en niet altijd van de eerbiedwaardigste - nastreven. Wat het tweede punt betreft, werd aangevoerd dat de wettelijke vaststelling van de grens der voorschotten slechts een denkbeeldige waarborg biedt, sinds de goudvoorraad veel van zijn betekenis heeft verloren; terwijl de rol van de emissiebank die op de economische markt voornamelijk passief was, voortaan berekend wordt op een actief ingrijpen.
Al die herrie heeft niet belet dat het Koningsprobleem steeds op den voorgrond bleef. De jongste boodschap van Z.M. Leopold III heeft een zeer grote indruk gemaakt, ook op de socialisten; zoals blijkt o.m. uit de leaders van de Heer Larock in 'Le Peuple'. Terwijl de Socialisten over 't algemeen voortgaan met te beweren dat het pleit beslecht is, en dat de Koning moet abdiceren, stellen nochtans enkelen onder hen voor een parlementaire commissie van onderzoek samen te stellen. Deze zou evenwel als opdracht krijgen de noodzakelijkheid van de troonsafstand te betogen. Dit voorstel wijst er in elk geval op, dat de Socialisten zich door de boodschap van Z.M. de Koning in een onbehagelijke situatie verdrongen voelen. De Liberalen hunnerzijds hebben het noodzakelijk geacht twee dagorders te publiceren zowel om de onmacht der meerderheidspartijen om tot een oplossing te komen te onderstrepen, en in het bijzonder de Volkspartij haar zwakheid te verwijten, als ook om uit te doen komen dat zij hun laatste woord nog niet hebben gezegd. Mag men reeds zover gaan te beweren, dat de Liberale Partij onder wijziging van haar standpunt ertoe bereid is een wetsvoorstel houdende inrichting van een volksraadpleging goed te keuren, en in voorkomend geval de Volkspartij bij de uitvoering te steunen? Zulks valt zeer te betwijfelen. Thans heeft het er veeleer de schijn van, dat de Liberale Partij slechts tot doel heeft vanwege de Volkspartij een onbezonnen initiatief uit te lokken dat de val van de regering ten gevolge zou hebben en de Liberalen een kans zou bieden om, aan de zijde van de meest biedende, opnieuw aan het bewind te komen. Welke ook de achterdocht zij van de Volkspartij, die onmiddellijk na de publicatie van de boodschap van Z.M. de Koning haar ongewijzigd standpunt opnieuw heeft bevestigd, toch zal ze zowel met de Liberale als met de Socialistische Partij moeten onderhandelen, wil ze de grondwettelijke oplossing van de Koningskwestie
bespoedigen. Het volk zou het haar ditmaal niet vergeven, indien ze niet kraniger optrad dan tot hiertoe in deze het geval is geweest.
| |
| |
Het zou zich daarbij de sociale kwestie niet als een rad voor de ogen laten draaien; hetgeen een van de feestredenaars op het onlangs gehouden Congres van de Volkspartij wel schijnt beproefd te hebben. Overigens was dit Congres, dat op 19 en 20 Juni te Luik plaats had, een indrukwekkende bevestiging van de eensgezindheid der kaderleden over de twee voornaamste punten van het programma: het sociaal-economisch streven en het grondwettelijk standpunt van de partij. De trouw aan deze beide programmapunten, zonder dat omwille van het een aan het ander wordt afbreuk gedaan, is van aard vele eenzijdig georiënteerde malcontenten terug te winnen en de stellingen van de Volkspartij te verbeteren.
A.V.S.
|
|