| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Internationaal
Op de overweldiging van de democratie in Tsjechoslowakije is in geheel het westen, de V. St. inbegrepen, zulk een heftige reactie gevolgd, dat de overigens zo geslepen Stalin zich wel moet afvragen, of hij niet een tactische fout in deze 'koude' oorlog gemaakt heeft. De 'zelfmoord' van Jan Massaryk, wiens vader, Thomas, een boek over de zelfmoord heeft geschreven, gaf aan deze reactie een nog meer emotioneel karakter, dat niet gekalmeerd werd - integendeel - door de onkiese, leugenachtige taal van Gottwald, toen hij bij de begrafenis, in tegenwoordigheid van de uiterlijk onbewogen Benesj, durfde beweren, dat zijn 'vriend' Jan, als minister van buitenlandse zaken 'geheel en al instemde met de nieuwe regering' en de hand aan zichzelf sloeg, omdat hij de verwijten van zijn vroegere vrienden niet kon verdragen. Verschillende Tsjechische gezanten in het buitenland namen hun ontslag, waaronder de gedelegeerde bij de U.N.O., Papanek, die trachtte de inbreuk op de zelfstandigheid van zijn volk bij de V.R. aanhangig te maken, hetgeen om formele redenen - hij bekleedde immers geen functie meer - moest worden afgeslagen. Daarop vatte Chili de koe bij de horens en diende een klacht in tegen Tsjechoslowakije, terwijl, op voorstel van Argentinië, aan Papanek, die zijn plaats innam naast Gromyko, de gelegenheid werd gegeven zijn bezwaren ter tafel te brengen. Hij verklaarde, dat Benesj geen vrij man meer was, anders zou hij zijn afgetreden, en dat Benesj de dictatuur van Gottwald slechts had aanvaard, omdat hij het verschrikkelijk bloedbad, dat zou zijn gevolgd, niet op zijn verantwoording wilde nemen. De Franse afgevaardigde was overtuigd, dat een minderheid in Tsjechoslowakije haar doel niet zou hebben kunnen bereiken zonder de nabijheid van de Sovjetstrijdkrachten. De Amerikaanse gedelegeerde, Warren Austin, stelde de vraag, hoe de tegenwoordigheid van de plaatsvervangende Sovjet-minister
van buitenlandse zaken te Praag onmiddellijk vóór de politieke crisis moest verklaard worden en of Tsjechoslowakije uit vrije wil deelneming aan het Marshall-plan geweigerd had. De nieuwe vertegenwoordiger bij de V.R. ging daar echter niet op in, omdat deze gebeurtenissen, volgens Gottwald, uitsluitend onder de eigen jurisdictie vielen. Gromyko noemde dit hele optreden van de V.R. een vuile manoeuvre van zekere grote mogendheden in het kader van haar lastercampagne tegen de Sovjet-Unie.
Intussen gaat de 'zuivering' onder Gottwald haar gang. Dat het niet makkelijk is zich door de vlucht er aan te onttrekken, bewijst de gevangenneming van Mgr. Sramek, oud-minister, die op het laatste ogenblik op het vliegveld werd gearresteerd en om 'geen martelaren te maken' in een klooster is geïnterneerd. Om hun vreugde over het succes der 'Volksdemocratie' te betuigen, worden de arbeiders gedwongen om ook op Zondag te arbeiden. De verkiezingen zijn uitgesteld tot 23 Mei, maar over
| |
| |
de uitslag er van behoeft men zich, gezien de vrije verkiezingen in de Sovjet-Unie en haar satellietstaten, geen illusies te maken (in Roemenië behaalde het 'Volksfront' einde Maart 78% der stemmen).
16 Maart had te Parijs het overleg plaats der zestien landen, die de hulp van het Marshall-plan van node hebben. De vergadering had een vlot verloop, omdat de Sovjet-hand op de muur dreigende taal had geschreven. Er waren besprekingen tussen de Griek, Tsaldaris, en de Turk, Sadak, over economisch-politieke samenwerking. De Zweedse minister Unden verklaarde, dat zijn land zonder voorbehoud zou medewerken en de Deense Rassmussen liet doorschemeren, dat de drie Scandinavische landen eveneens op een regionale overeenkomst zouden aansturen. Bidault gaf als zijn mening te kennen, dat Duitsland zijn plaats in het geheel weer moet innemen en dat dit 'ijverig en volhardend land' moet betrokken worden in de grote wederopbouw-poging, zonder echter voorrang te krijgen. Portugal deed een schuchtere poging Spanje uit zijn isolement te verlossen. 'Zijn geografische positie en zijn hulpbronnen zijn zodanig, dat het niet mogelijk is, dit land eindeloos buiten de samenwerking te houden. De Portugese regering nodigt de 16 uit op het gepaste ogenblik Spanje's medewerking te vragen aan het economisch herstel van Europa.' Dat de Portugees 'de geografische positie' in het geding bracht, was een stille verwijzing naar de Sovjet-dreiging in de Middellandse Zee. Ook in Amerika gaan er stemmen op Spanje in te schakelen. 'Spanje immers is het enige land in Europa, dat op ervaring en resultaat kan bogen in het opwerpen van een dam tegen het communisme. Het uitsluiten van Spanje uit het Marshallplan betekent een morele overwinning voor de Sovjet-Unie. Wij hebben Spanje meer nodig dan Spanje ons.' Dat er in die geest al gewerkt wordt, zou men mogen afleiden, uit het feit, dat Myron Taylor, persoonlijk vertegenwoordiger van president Truman bij de H. Stoel, een plotseling bezoek is gaan brengen aan Franco, bij gelegenheid van de herdenking der overwinning op de communisten in 1939. Bevin, die de bijeenkomst
geopend had, met de woorden: 'samenwerken of ondergaan', besloot de vergadering met de verzekering: 'de oorlog tegen de armoede zal gewonnen worden.' Een werkcomité, dat te Parijs contact houdt met een Amerikaanse delegatie ter uitvoering van het Marshallplan, zal de genomen resoluties nader uitwerken.
De volgende dag, 17 Maart, een datum, die historische waarde zal behouden, tekenden de ministers van buitenlandse zaken van België, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Groot-Brittanië de Westerse Unie. Ook hierover was al jaren gepraat, maar, onder invloed van de Sovjet-stoot, werden thans binnen enkele dagen de grondslagen gelegd tot een versteviging der economische, sociale en culturele banden en tot onderlinge hulp bij een gewapende aanval in Europa. Dit vijfmogendhedenverdrag bevat slechts tien artikelen, waarvan de uitwerking en toepassing wordt opgedragen aan een permanente consultatieve raad, waarvan de zetel nog niet is vastgesteld. Deze Unie vormt geen blok tegen welke staat ook, want de aansluiting staat open voor elke staat, die aan de gestelde voorwaarden wenst te voldoen. Afgezien van de toekomstige mogelijkheden, die dit pact in zich sluit, is voor Nederland op het ogenblik dit feit overwegend, dat het gebroken heeft met de eeuwenoude neutraliteits- of zelfstandigheids- | |
| |
politiek. Door artikel 4 van het verdrag worden alle aangesloten partijen verplicht, om, indien een harer het voorwerp zou zijn van een gewapende aanval in Europa, de anderen aan de aldus aangevallen partij alle militaire en andere hulp en bijstand zullen verlenen, welke in haar vermogen ligt. Hierop hebben onze ministers van Boetzelaar, Fievez en Beel bizondere nadruk gelegd.
Hoe ernstig deze wijziging in de buitenlandse politiek oppervlakkig ook schijne, in het licht der twee wereldoorlogen, of, zoals minister Beel het zegt, 'in aanmerking genomen de militaire en politieke ontwikkeling', is het onvermijdelijk militaire samenwerking met gelijkgezinde staten te aanvaarden. Met deze overeenstemming van vijf westerse mogendheden, die zich nog moet consolideren en verdiepen, is de potentiële kern gevormd voor de federatie van althans de westelijke helft van Europa. Het grootste deel der Nederlandse bevolking ziet in dit verdrag een waarborg voor de vrede en verheugt er zich over. Maar het betreurt de omissie, dat in deze tien artikelen de begrippen en woorden 'God' en 'christendom' zorgvuldig vermeden zijn. Van Boetzelaar heeft zich van deze klacht afgemaakt met de opmerking, dat dergelijke formulering in onbruik is geraakt - reden te meer, om het gebruik te herstellen - en minister-president Beel heeft in de Tweede Kamer het verzuim trachten goed te maken door de bede, dat de gewichtige stap, die de Nederlandse regering heeft ondernomen, 'onder Gods zegen' bevorderlijk moge zijn voor het welzijn van ons vaderland en de vrede in de wereld.
Het is geen toeval, dat terzelfder tijd, waarop de inhoud van het pact van Brussel werd bekend gemaakt, president Truman voor het Congres een rede hield, waarin hij zijn vertrouwen uitsprak, dat de V. St. met de daartoe dienstige middelen aan de vrije landen die steun zullen geven, die door de toestand noodzakelijk is geworden. Onverbloemd wees hij als de bedreiger van de vrede de Sovjet-Unie aan. Deze heeft actief getracht een rechtvaardige en eervolle vrede te beletten, zij heeft de gesloten overeenkomsten hardnekkig veronachtzaamd en geschonden, zij heeft in ruim twee jaar haar veto uitgesproken over 21 voorstellen, zij heeft de Tsjechoslowaakse republiek vermoord, zij oefent druk uit op Finland, waardoor het gehele Scandinavische schiereiland in gevaar wordt gebracht, zij steunt de rebellen in Griekenland en de communistische minderheid in Italië om agressieve pogingen te doen het land onder haar overheersing te brengen, en heeft klaarblijkelijk het voornemen deze politiek voort te zetten met betrekking tot de overgebleven vrije landen. 'Er zijn tijden in de wereldgeschiedenis waarin het veel verstandiger is te handelen dan te aarzelen. In handelen schuilt altijd enig risico, doch er schuilt meer risico in, als men in gebreke blijft te handelen. We moeten ons er op instellen de prijs des vredes te betalen, anders zullen we zeker de prijs des oorlogs hebben te betalen'. Na deze ernstige woorden, enigszins verzacht door de mededeling, dat de deur achter de Sovjet-unie nimmer gesloten is, als zij oprecht wil medewerken aan het behoud van de vrede, stelde de president voor tijdelijk de militaire dienstplicht in de V. St. opnieuw in te stellen en de werkzaamheden met betrekking tot het hulpprogram voor Europa spoedig te voltooien.
Dat de Amerikaanse regering geen gras over haar plannen laat groeien,
| |
| |
bewijst de aanvrage van het departement van Oorlog tot vermeerdering van het oorlogsbudget met 3 milliard dollar, de uitbreiding van de luchtmacht en de wens om behalve de luchtbases op Alaska, Labrador en de Philippijnen, bases te verkrijgen, die dichter bij de vijand liggen dan de zo juist genoemde, opdat zij over vijandelijk gebied een controle kunnen uitoefenen, die essentieel is voor aanhoudende en beslissende luchtoperaties. Verder is er nog sprake van radioactieve wolken, van draadloos bestuurde projectielen, die een snelheid zullen krijgen, groter dan het geluid, van atoombommen, waarbij die tegen Japan gebruikt slechts kinderspel waren en tenslotte van nieuwe bacteriologische wapens met vertraagde en onherstelbare uitwerking. Laten we hopen, dat bij deze laatste bedreigingen het element bluf een voorname rol speelt.
Een andere reactie op de Sovjet-bedreiging is de herroeping van het verdelingsplan van Palestina door de V. St. voorgesteld. Zij zien thans in, dat zij, toen zij met de Sovjet-regering deze verdeling in de V.R. hebben doorgedreven, een grove fout hebben gemaakt, wat trouwens door vele niet-diplomaten al onmiddellijk was begrepen. De Britse regering heeft er genoeg van om tussen hamer en aanbeeld haar troepen aan de moordzucht van beide partijen te slachtofferen en trekt onherroepelijk op 15 Mei haar mandaat terug. Ging de verdeling door, dan zouden de schermutselingen van thans een openlijke oorlog worden, tot ernstige gevolgen kunnen leiden en de vrede van Palestina en van de wereld in het geding kunnen komen. Om de rust te handhaven zouden de troepen der V.N., waaronder Russische, de twistenden moeten scheiden en Marshall was zo openhartig te vertellen, dat de ervaring van de wereld was, dat Russische troepen, die een gebied binnentrekken, daar wensen te blijven. De gevolgen zouden zijn vermeerderde druk op Turkije en Griekenland en op de Arabische olievelden. Om de Joden een genoegen te doen, kan de internationale politiek deze zware belasting niet op zich nemen.
Dat de Russen blijven waar zij ingetrokken zijn, bewijst hun optreden in de Oost-zone van Duitsland. Zij hebben daar de inwendige organisatie in handen gelegd van geschoolde communisten, die gereed staan op het geschikte moment als zelfstandige regering op te treden. Zolang echter de geallieerde opperste bestuursraad bestaat, kan Moskou met goed fatsoen niet tot deze daad overgaan. Daarom beschuldigt zij de westerse geallieerden, die noodgedwongen tot de stichting van Bizonie, desnoods van Trizonie, zijn overgegaan, van schending der bestaande verdragen. Sokolofsky deed dit in ongezouten termen, maar generaal Robertson nam ook geen blad voor de mond. Toen heeft Sokolofsky een tijdlang geweigerd de raad bijeen te roepen en zorgde later voor een nieuw incident door verantwoording te eisen van de maatregelen, die in West-Duitsland door de drie overige mogendheden waren genomen. Robertson, Clay en Koenig weigerden hierop in te gaan, als niet behorend tot hun competentie, waarop Sokolofsky de zitting afbrak en met heel zijn staf demonstratief de zaal verliet. De bestuursraad zet echter zijn kwijnend bestaan voort en wat er ook moge gebeuren, de bevolking van West-Duitsland is gerustgesteld door de verzekering, dat de geallieerde bezetting haar tegenover de Sovjet-dreiging niet in de steek zal laten.
Al deze wrijvingen zijn echter niets vergeleken met de strijd, waarvan
| |
| |
Italië de inzet vormt. In dit land is de communistische partij met haar meer dan 2 millioen ingeschreven leden de sterkste na Rusland. Bovendien geniet zij de steun van de onder Nenni afgescheiden socialisten. Zouden deze bij de verkiezingen van 18 April a.s. de meerderheid behalen, dan heeft dit, zoals men makkelijk kan inzien, de meest pernicieuse gevolgen, niet alleen voor Italië, maar tevens voor geheel West-Europa en de katholieke Kerk zelf. Vandaar dat de Congregatie van het Consistorie alle stemgerechtigden gewezen heeft op hun plicht van hun stemrecht gebruik te maken en hun stem slechts uit te brengen op die candidaten, die waarborgen geven voor de eerbiediging van de rechten van het geloof en de H. Kerk. En Z.H. de paus zelf heeft in een toespraak tot de Romeinse geestelijkheid deze waarschuwing onderstreept door te wijzen op het buitengewoon belang van de komende verkiezingen. En in zijn Paasboodschap voor honderdduizenden, verzameld op het St. Pietersplein, sprak Z.H. de indrukwekkende vermaning: 'Het grote uur voor ieder christelijk geweten is geslagen. Rome, de wieg van de eeuwige waarden van het leven en van de beschaving, verkeert in gevaar. Indien het christelijk geweten niet ontwaakt, zal het vreselijk vonnis waarheid worden: 'Wie niet voor Mij is, is tegen Mij.' Ook de westerse grote mogendheden hebben ingezien wat er op het spel staat. Bidault heeft zich naar Turijn gehaast om met Sforza een tolunie tussen Frankrijk en Italië te ondertekenen. Tevens werd bekend gemaakt, dat de drie geallieerden voorgesteld hebben om aan Italië het vrije gebied van Triest terug te geven. Met deze verklaring zijn zij de Sovjet, die met dergelijke belofte wilde komen, een zet voor geweest. Zelfs zijn zij bereid aan Italië de voormalige koloniën in Afrika, behoudens Lybië, waaraan Engeland zijn woord van onafhankelijkheid heeft gegeven, terug te schenken.
Wanneer de lezer dit overzicht onder de ogen krijgt, zal hij reeds hebben kunnen constateren, of deze concessies aan de Gasperi niet te laat zijn afgekomen.
| |
Nederland
De belangstelling voor hetgeen er in Indonesië gebeurt is tijdelijk op de achtergrond geraakt voor de Ronde Tafel Conferentie en voor de gebeurtenissen in Europa. In Indonesië is de verkiezing tot staatshoofd van West-Java, onder de druk van de republikeinen, ongunstig verlopen voor het Nederlands bestuur. Met 54 tegen 16 stemmen werd gekozen de reeds bejaarde en enigszins invalide republikein Wiranata Koesoemah, die in 1945 was opgetreden als minister van binnenlandse zaken bij Soekarno. De Nederlandse regering heeft de heren Neher en van Vredenburch aangewezen tot gedelegeerden van het opperbestuur om met de lt. gouverneur-generaal van Mook overleg te plegen, als het de algemene belangen van het koninkrijk aangaat. De Commissie van Goede Diensten kon de verheugende mededeling doen, dat beide partijen overeengekomen zijn 12 punten te bespreken, die een uitwerking zijn van het akkoord van Renville.
Na het vertrek der drie Curaçause heethoofden, die de dwaasheid begingen om zowel bij de V.N. als bij het secretariaat van de Pan-Amerikaanse Unie te Bogota te protesteren tegen de 'vermomde dictatuur en
| |
| |
koloniale overheersing der Nederlandse regering', heeft de Ronde Tafel Conferentie rustiger allures verkregen. Als resultaat van de langdurige besprekingen onder leiding van prof. Logeman, werd men het eens over 16 resoluties, die een basis kunnen vormen voor verdere uitwerking. Tevens heeft een daartoe ingestelde staatscommissie een ontwerp tot wijziging der Grondwet aan de regering geadviseerd, dat als een afzonderlijk (veertiende) Hoofdstuk aan de bestaande zou worden toegevoegd. De kern er van is, dat 'een Unie zal worden gevormd, waarin als gelijkberechtigde staten deelnemen het Koninkrijk en de V. St. van Indonesië. Tussen Nederland, Suriname en de Nederl. Antillen zal een Koninkrijk worden gevormd aan het hoofd waarvan staat H.M. Koningin Wilhelmina. De nieuwe rechtsorde komt tot stand door vrijwillige aanvaarding langs democratische weg in elk der genoemde gebieden.'
De eerste collectieve reactie tegen de gewelddaad in Tsjechoslowakije is van de studenten onzer universiteiten uitgegaan. Zij hebben krachtig geprotesteerd, de Nederlandse bevolking gewezen, op het gevaar, waaraan zij zelf zou kunnen blootstaan en aangedrongen om de gevluchte studenten, die zich in Tsjechoslowakije onverschrokken tegen het geweld verzet hebben, de gelegenheid te geven hier hun studies voort te zetten. Dat heeft de communistische wethouders van Amsterdam, Seegers en de arts B. Polak, niet belet om een 'Voorlopig Welvaartcomité' te vormen om tot samenwerking te komen 'met Oost-Europa tegen de Amerikaanse bedreiging'. Tegen deze al te 'progressieve' politiek is het zaak, dat zowel de andere partijen als de regering zich schrap zetten. Op de Partijraadvergadering zeide professor Romme: 'wij moeten er alles op zetten om aan samenwerking met communisten een einde te maken en de gehele wereld doen zien, dat het Nederlandse volk anti-communistisch is in merg en been. Het partijbestuur van de P.v.A. nam aanvankelijk een zwakkere houding aan. Zij zou aan de raads- en Statenfracties adviseren bij voorkomende vacatures van wethouder, lid van Ged. Staten, leden van commissies etc. niet op communisten te stemmen. Bevreesd hiermee al bijna te ver te zijn gegaan, voegde het er temperend aan toe, dat de P.v.A. haar progressief karakter niet laat aantasten door toe te treden tot een negatief anti-communistisch blok. Waarschijnlijk bemoedigd door de zuivering, die zelfs de Engelse Labour Party en ook de Zweden toepassen, zijn de 'socialisten', na enige weifeling te Velzen te hebben getoond, kordater geworden en hebben zij niet alleen de communisten mede geweerd uit de Kamercommissie voor buitenlandse zaken, maar eisen zij in Groningen, Rotterdam en Amsterdam het aftreden der communistische wethouders. Het is niet zo eenvoudig ineens met het
'revolutionnaire sentiment' van Troelstra te breken.
De regering zelf heeft haar hoofd koel gehouden. Uitgaande van het standpunt, dat de beste medewerkers van het communisme de opportunisten zijn, heeft zij besloten de C.P.N. niet te verbieden, maar door de goede elementen van de bevolking zelf te doen bestrijden. Daarom wordt het politiecorps met 10.000 vrijwilligers versterkt, zullen de communisten uit sleutelposities verdrongen worden en is men voornemens het ambtenarenverbod van 1938 weer in werking te stellen.
1-4-48.
K.J.D.
| |
| |
| |
Belgie
De gebeurtenissen van Tsjecho-Slowakije hebben op de openbare mening een te diepe indruk gemaakt, dan dat ze de binnen- en buitenlandse politiek niet zouden beïnvloeden.
Bij de Socialisten werden voorlopig de starre dogmatici, ten minste diegenen die het nadenken niet verleerd hebben, tot bescheidenheid gedwongen. De hardvochtige bekrompenheid van een Brunfaut, ondervoorzitter van de tweede kamer, wekt geen weerklank meer bij zijn Socialistische collega's, evenmin als de onkritische Sovjetfreundlichkeit van Mevr. Blum. Bovendien heeft de barse Buset thans resoluut stelling genomen tegen de Communisten (6 Maart, te Aarlen). De pragmatici die rond Spaak evolueren werden door de omstandigheden in het gelijk gesteld, daar waar zij de verzoening van Christendom en Socialisme voorstonden.
Terwijl de critiek in eigen rangen een wijle verstomde, achtte de leiding van de Volkspartij het ogenblik geschikt, om de balans op te maken van één jaar gedeeld regeringsbeleid (de 24e Maart), en wel voornamelijk om de internationale betekenis van haar politiek in de regering te beklemtonen. Ons buitenlands beleid, dat een beslissende factor is geweest bij de tot standkoming van een brede samenwerking in West-Europa, ware ongetwijfeld een heel andere richting uitgegaan, indien de Volkspartij buiten de regering was gebleven; en de kansen tot behoud van de Christelijke Beschaving in Europa zouden heel wat geringer geweest zijn dan nu.
De Volkspartij mocht eveneens verwijzen naar mooie successen op het gebied van de binnenlandse politiek: de politieke democratie werd ook aan het vrouwelijk bevolkingsdeel voltrokken, waarvoor de Katholieke Partij vijftig jaar lang te vergeefs had gestreden; klaarheid werd gebracht in 's Lands financiële toestand; de stabiliteit van de munt werd gevrijwaard; de vrijheid wordt geleidelijk aan het economisch leven terug-geschonken. Niet zonder ontstemming heeft het publiek nochtans opgemerkt, dat er in de bewuste balans geen sprake kon zijn van een noemenswaardige uitslag in zake gezinspolitiek.
De repressie-politiek was evenmin vermeld als de gezinspolitiek. Was nu wel de Nationale Raad bevoegd om ze te bepalen? Wij denken het niet. Het probleem is immers onoplosbaar 'rechts' tegen 'links', 'grootmoedigheid' tegen 'onverbiddelijkheid'. Het kan slechts een voor het Vaderland voordelige oplossing krijgen, indien het van het partijpolitieke naar het gouvernementele plan wordt overgebracht. De vraag die derhalve moet gesteld worden is deze: hebben de ministers uit de Volkspartij alles gedaan wat zij konden en moesten doen, om dat eerste resultaat te bereiken?
Het mag daarentegen niemand verwonderen, dat geen woord werd gerept - ten minste in het communiqué - over het Koningsvraagstuk. Terwijl nieuwe besprekingen met de Vorst in het vooruitzicht werden gesteld, ware het onvoorzichtig geweest de partijpolitieke passies op te jagen. In een zeer opmerkelijke rede, te Aat de 21 Maart uitgesproken, heeft de Heer A.E. De Schrijver er trouwens op gewezen, dat een constitutionele oplossing van het Koningsvraagstuk nodig was, opdat België de stabiliteit zou terugvinden, zonder dewelke het geen waardevolle medewerking aan de groep der Vijf Westerse Mogendheden zou kunnen verlenen.
| |
| |
De Nationale Arbeidsconferentie (N.A.C.) 'een uit de omstandigheden en uit de voortschrijdende sociaal-economische ontwikkeling gesproten noodorgaan, dat tot doel heeft de sociale spanningen op te vangen en door onderling overleg wanordelijke uitbarstingen te vermijden' (De Nieuwe Gids, 1 April) is nogmaals samen gekomen. Tegen veler verwachtingen in, is de N.A.C. voor de regering een succes geweest. De Heer Spaak heeft de debatten volledig beheerst, alhoewel zijn taak bemoeilijkt was door het feit, dat hij tot het inzicht was gekomen, dat hij zich in het Parlement had vergaloppeerd, toen hij een afroming van de 'kapitalistische' winsten der handelsvennootschappen ten belope van drie milliard had aangekondigd. Het patronaat had ook niet al te veel te klagen. Wat betreft de werklieden, dient opgemerkt, dat het blok der Christelijke Syndicaten, onder de kundige en tevens moedige leiding van de Heer Cool, een indruk van grote sterkte heeft gemaakt; terwijl het A.B.V.V., waarvan de leiders aan de gevaarvolle verlokkingen van de demagogie niet weerstaan, aan diepe inwendige gespletenheid bleken te lijden.
Het kan immers niet betwijfeld worden, dat het de Socialisten, omwille én van hun ideologie én van hun verleden, zeer moeilijk is stelling te nemen tegen de Communisten. Het valt hun des te moeilijker, daar zij na de bevrijding de vermetelheid hebben gehad, de Communisten in hun syndicaten te brengen. Al zijn de Communisten bij het Laatste Congres van de A.B.V.V. uit de leidende posten verdrongen, toch zetten zij hun ontbindingswerk voort in de syndicale afdelingen, waar zij 'actiecomités' hebben opgericht.
Laten we evenwel hopen, dat het bij de Socialisten niet tot een scheuring komt. De ervaring, in Tsjecho-Slowakije en in Italië opgedaan, leert immers, dat een versterking van de Communistische macht dan het onvermijdelijk gevolg is. Het is de bezorgdheid om een dergelijke machtsaangroei van de partij van de vreemde uit te sluiten, die de Volkspartij noopt tot geduld, bescheidenheid in de voorspoed, ja zelfs tot vormelijke concessies t.o.v. de regeringspartner.
De stabiliteit van de regering, die te danken is aan de taaie 'goodwill' van de gematigde elementen uit de beide regeringspartijen, is op zichzelf reeds een onschatbaar goed voor het Land. In de loop dezer maand is het daarbij nog en eens te meer gebleken, dat die stabiliteit de kansen van de Communisten om onder de bevolking herrie te schoppen, tot een minimum herleidt; zodat de aandacht van regering en volk ten volle aan de instandhouding van de welvaart kan gewijd blijven.
Degenen die de hierboven geschetste politiek hebben gevoerd mochten dan ook, samen met degenen die ze gesteund hebben, zeer te recht het uitkiezen van Brussel als stad waar de ondertekening van het Pact der Vijf zou plaats vinden, als een hulde beschouwen aan hun politieke zin.
Mogen ze daarbij niet vergeten, dat drie problemen op een oplossing wachten, zonder welke de nationale ééndracht, vereist voor het voeren van een Europese politiek, geen stand zal houden: het Koningsprobleem, het schoolprobleem en het probleem der repressie.
De 1 April 1948.
A.V.S.
|
|