| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Internationaal
De kans, dat het plan-Marshall tot redding van West-Europa te laat zal komen, is aanzienlijk verminderd nu de senaatscommissie voor buitenlandse aangelegenheden de hoofdlijnen van het plan heeft goedgekeurd. De commissie heeft weliswaar de 6.8 milliard voor de periode van 1 April 1948 - 30 Juni 1949 tot 5.3 milliard verlaagd, maar tevens deze termijn met 3 maanden verminderd. Dit gewijzigd voorstel moet nog in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden behandeld worden. De langdurige debatten in de commissie hebben de bespreking echter uitgeput en naar alle waarschijnlijkheid zal in Maart nog de eindbeslissing vallen, zodat het overbruggingsgeld, dat door de Nederlandse regering aangevraagd werd, niet meer nodig zal zijn.
Ook politiek gesproken is het de hoogste tijd, dat het economisch verzwakte Europa op de been wordt gebracht. Want de Sovjet-Unie ontwikkelt een activiteit, die naar alle kanten om zich heen grijpt. Zij heeft geprotesteerd tegen het gebruik van een vliegveld te Mellaha (Afrika) door de Amerikanen, tegen het bezoek van Amerikaanse schepen aan Italiaanse havens, tegen het toezicht van Amerika op het verkeer in de Gele en Japanse Zee en zelfs tegen de organisatie van Iranse strijdkrachten door Amerikanen. Het meeste en vooral dit laatste heeft Marshall een opzettelijke verdraaing van de waarheid genoemd. Maar Moskou beperkt zich niet tot protesten. Tot Turkije, vanwaar de Russische gezant sinds 1945 teruggeroepen is, is de verhouding zodanig, dat deze laatste mogendheid uit zelfrespect tot eenzelfde onvriendelijke daad is overgegaan. In Griekenland ontvangen de benden van Markos regelmatig steun om aldus het Griekse volk in ellende te storten en het vatbaar te maken voor politieke agitatie. Waarschuwend heeft Truman gezegd: 'Indien de bedreiging van de guerilla's door hulp van buiten af zou toenemen, zal er een nieuwe situatie ontstaan, welke in het licht van de dan heersende omstandigheden zal worden aangepakt'. In Albanië zijn een aantal katholieke bisschoppen geëxecuteerd door de communisten en in België hebben zij, op last van Moskou, een eerste poging, zoals die in Frankrijk en Italië reeds eerder op touw was gezet, gewaagd om door gedeeltelijke ot desnoods totale staking de orde en veiligheid te verstoren. Sinds de mislukking der Londense conferentie door de Sovjet-tegenwerking, hebben de bezetters van West-Duitsland besloten, althans in hun zones, de chaos tegen te gaan. Engeland en de Verenigde Staten hebben daarom een bizoniale organisatie in het leven geroepen, wier taak het zal zijn de
economische verhoudingen weer op de been te brengen. Deze economische Raad bestaat voor de helft uit 52 leden, door de betreffende Landdagen aangewezen. Generaal Clay, het hoofd der bezettende macht, heeft zich uitgelaten dat, wil de Duitse productie opgevoerd worden, de aansluiting van Frankrijk niet kan gemist
| |
| |
worden. Hij was bereid welhaast iedere concessie te doen om Frankrijk daartoe te bewegen. Moskou protesteerde ook hiertegen. Toen dit protest, gelijk te verwachten was, vruchteloos bleef, heeft de Russische commandant in de Oost-zone, generaal Sokolovsky, als tegenzet de economische commissie in zijn gebied omgevormd tot een lichaam, dat in schijn democratisch, in werkelijkheid de dictatuur zal uitoefenen. Zo wordt de splitsing tussen West- en Oost-Duitsland sterker geaccentueerd.
Naast deze 'koude' oorlog is een papieren oorlog ontstaan, doordat de Amerikaanse regering meedogenloos de in Duitsland gevonden documenten over de vriendschap Hitler-Stalin publiceert. Voorzover men het vergeten zou zijn, wordt hier een schel licht geworpen op de diplomatieke onderhandelingen in 1939 tussen deze twee gewetenloze staatslieden, die met de verdeling van Polen als eerste doel ver strekkende plannen beraamden om Europa en de wereld onderling te verdelen. Later, in 1943, was Stalin een even onbetrouwbare bondgenoot der geallieerden, toen hij er over dacht een afzonderlijke vrede met Hitler te sluiten. Tekenend is, dat Roosevelt, anders dan Churchill, zoveel sympathie voor deze dictator kon opbrengen.
Intussen heeft Stalin opnieuw zijn slag geslagen. Na de vorming van de satellietstaten Polen, Yougo-Slavië, Bulgarije, Hongarije en Roemenië was Tsjecho-Slowakije aan de beurt. Ook hier is de bevolking misleid door het aanvankelijk gematigd optreden der communisten. Enige maanden geleden verklaarde een Tsjechisch geestelijke, dat de samenwerking met de communisten uitstekend verliep. Zij waren niet tegen de godsdienst en toonden eerbied voor de geestelijken. Men kon er van op aan, dat Tsjecho-Slowakije in de samenwerking der partijen een onderpand bezat voor de binnenlandse vrede. Deze idylle is ruw verstoord. Naar aanleiding van een bevel, dat alle niet-communisten van de hogere posten bij de veiligheidspolitie moesten verwijderd worden, belegde de communistische minister-president, Gottwald, een ministerraad, waaraan alle niet-communistische ministers, 12 in getal, weigerden deel te nemen. Zij namen dus hun ontslag. Daarom werden zij voor 'reactionnair' gescholden. De communistische partij kwam in actie en gaf een communiqué uit, waarin zij bij de arbeiders aandrong de regering Gottwald te steunen. De arbeidersklasse wordt opgeroepen, om alle consequenties der volksdemocratie te verdedigen en daartoe alle maatregelen te nemen, nodig voor het handhaven van orde en rust in de staat. Husak, voorzitter van de Slowaakse beheerraad, ook een communist, stelde de eis, dat de democratische leden er van zich ook zouden terugtrekken, omdat het 'wettelijk ondenkbaar is, dat de democratische partij, die in de oppositie gegaan is, in Slowakije uitvoerende macht zou hebben'. Verder verklaarde hij: 'Wij zijn niet meer een bourgeois-republiek, doch een volksrepubliek', en deed een beroep op de vertegenwoordigers van alle verzetsbewegingen, op alle arbeiders 'opdat wij definitief de fundamenten van de republiek kunnen leggen'.
Een plaatsvervangend minister van buitenlandse zaken van het Kremlin, Zorin, is in Praag aangekomen om achter de schermen de leiding van de staatsgreep te nemen. Bij huiszoekingen werden, volgens het bekende recept, schriftelijke bewijzen voor een 'reactionnair' complot ontdekt, de bureaux der oppositie-partijen werden bezet, hun kopstukken gevangen
| |
| |
genomen en de passen ingetrokken, waardoor de vlucht over de grenzen bemoeilijkt wordt. De president Benes, zelf een nationaal socialist, trachtte door besprekingen en proclamaties de oude toestand te handhaven.
Vijf dagen lang heeft president Benes standgehouden bij zijn eis, dat de grondwet zou blijven nageleefd en dat een nieuwe regering, volgens democratische opvatting, niet anders zou worden samengesteld dan uit de partijen van de vroegere regering. De socialisten lieten hem het eerst in de steek en sloten zich bij de Jood Gottwald aan, waarna de andere partijen volgden. Zo kon de communist den president een lijst voorleggen van 24 ministers, waaronder een priester, Ployhar, van de Volkspartij, en aan Benes schoot niets anders over dan van het nieuwe kabinet de eed op de grondwet af te nemen. De nieuwe functionarissen beloofden 'op hun eer en naar hun geweten nauwgezet en onpartijdig zich te houden aan de grondwet en overige wetten'. Veel vertrouwen heeft de wereld (en Benes) niet in de nakoming van deze eed. Benes verklaarde, dat hij gezwicht was om erger te voorkomen. Hij wenste 'voor u en voor het land, dat het allen geluk zal brengen'. Op alle terrein, pers, radio, universiteit is de zuivering begonnen. De jeugd krijgt nieuwe leerboeken en het portret van Stalin zal in alle scholen worden opgehangen. De aartsbisschop van Praag, Mgr. Beran, kon niet veel anders doen dan aanmanen tot kalmte en handhaving van wet en orde en vroeg zich moedeloos af: 'Heeft het nog reden te spreken? Een vallende lawine kan men niet tegenhouden'. Men kan echter de vraag stellen, of die lawineval in het geheel niet voorzien had kunnen worden? Tsjecho-Slowakije was in Hitlers hand een pistool naar het Oosten gericht, in Stalins hand is het pistool op het hart van het Westen gericht.
De Drie Grote mogendheden hebben in een gemeenschappelijke verklaring de vestiging van een verkapte dictatuur van één partij onder het mom van een regering van nationale unie, 'onder gebruikmaking van zekere, reeds elders beproefde methoden', rampzalig verklaard.
Zo is het ijzeren scherm nog meer westwaarts verplaatst en is Europa kleiner geworden. 'Het is niet onze schuld', merkte Bidault op, 'dat Europa tot zestien staten is teruggebracht. Een dergelijke inkrimping zullen wij nooit goedkeuren, maar voorlopig moeten wij met de zestien landen werken.' Van Finland zal men ook moeten afzien, omdat het, geprest tot een militair verbond, deze uitnodiging niet botweg kan afslaan en dus ook onder het Sovjet-juk door moet.
Het voorstel van Bevin, in Januari gedaan, om tot de vorming van een West-Europese Unie te komen, is door Benelux met enige reserve ontvangen. De Lage Landen zijn gegriefd, dat Frankrijk en Engeland te weinig belangstelling getoond hebben voor hetgeen de drie naburen van Duitsland daarover te berde hebben gebracht. Zij zijn bovendien van mening, dat een eenvoudige aansluiting bij het pact van Duinkerken, dat slechts bedoelt een agressie van Duitsland te voorkomen, in de veranderde omstandigheden niet afdoende is. Spaak heeft dit verduidelijkt door te zeggen, dat het verdrag van Duinkerken niet langer aan de behoeften van morgen voldoet, en dat hij gaarne een ruimer verdrag zou zien, dat alle mogelijkheden van gevaar en bedreiging dekt. Bovendien zou dit moeten aangevuld worden met een militaire en economische overeenkomst. Deze krachtige taal schijnt
| |
| |
haar effect niet gemist te hebben. Sinds door de obstructie van Molotof de Londense Conferentie mislukt is, hebben de drie overblijvende grote mogendheden de kwestie-Duitsland op eigen gelegenheid op te lossen. Een protest hiertegen door de satellietstaten en Tsjecho-Slowakije (toenmaals nog in schijn zelfstandig) uitgebracht, werd van de hand gewezen en 'Benelux' is uitgenodigd een delegatie naar deze bijeenkomst, die zich geen conferentie wil noemen, te zenden om 'besprekingen te voeren van meer formele aard'. Een gemeenschappelijke delegatie van Benelux met aan het hoofd de Nederlandse gezant te Londen, Jhr. Mr. E. Michiels van Verduynen, zal de aangesloten landen de gelegenheid geven alles uit te spreken wat zij op het hart hebben.
De Falkland-eilanden-groep, die op de weg ligt naar het antarctisch gebied, hebben aan betekenis gewonnen sinds men meent, dat bij de zuidpool uranium kan gevonden worden. De president van Chili, Gabriel Gonzales Videla, heeft zich plotseling ingescheept om persoonlijk bezit te nemen van een dier verlaten eilanden. Engeland, dat om strategische redenen, zich ruim een eeuw geleden van deze eilandengroep verzekerd had, is verontwaardigd over de overmoed van Chili, dat de gewonde leeuw meent te kunnen trotseren, en heeft de kruiser 'Nigeria' naar deze wateren gezonden. De kwestie is echter niet nieuw. Reeds eerder had Engeland zich bereid verklaard de zaak aan een arbitrale uitspraak te onderwerpen. Chili stelt echter meer vertrouwen in het fait accompli dan in een juridische beslissing.
De verkiezingen in Ierland hebben na een 16-jarige regering de Valera met zijn partij, de Fianna Fall, in de minderheid gebracht. De zetels van deze partij zijn teruggelopen van 77 op 66. Het gevolg was, dat de Dail met 75 tegen 68 stemmen tot minister-president koos John Costello, wiens partij, de Fine Gael, slechts 36 zetels in de Dail telt. Voor deze combinatie van oppositie-partijen is de Valera moeten zwichten. In de politiek wordt niet gelet op de verdiensten van het verleden, maar op de eisen van het ogenblik, en de Dail schijnt thans de tijd gekomen te achten om Eire in zijn gehele omvang te herenigen. De verklaring van Costello, dat hij 'het Britse gemenebest van volken als het grote bolwerk van de individuele vrijheid beschouwt', is niet in strijd, integendeel, met het bovengenoemde plan.
| |
Nederland
Op 3 Februari heeft H.M. de Koningin een radio-rede uitgesproken voor hen, die in de jongste oorlog bondgenoten waren van ons land. Haar rede werd, volgens de algemene indruk, met krachtige vitaliteit en met het accent van haar persoonlijkheid uitgesproken. H.M. verklaarde onder meer, dat het haar gelukkig stemde, 'dat mannen in Indonesië en hier de wijsheid en de bekwaamheid bleken te bezitten om staatkundige vormen te vinden, die aan vele millioenen mensen de vrijheden en rechten zullen waarborgen, waarvoor gij, onze bondgenoten, met ons tezamen hebt gestreden.' In het buitenland vonden deze woorden van H.M. bijkans algemene waardering. Zelfs een Indonesisch blad moest erkennen, dat uit deze rede bleek, dat de Nederlanders langzamerhand rekening begonnen te houden 'met de internationale opinie'. In ons eigen land echter konden
| |
| |
de opposanten tegen het regeringsbeleid ten opzichte van Indonesië zich niet weerhouden de koninklijke rede als een propaganda-middel van de regering te betitelen en zich af te vragen, in hoeverre H.M. hier spontaan of als spreekbuis van het ministerie was opgetreden. Dergelijke kwesties in het openbaar te stellen, is onbetamelijk jegens het hoogste gezag. Daarom heeft de minister-president in de Eerste Kamer de volle verantwoordelijkheid voor de rede van H.M. op zich genomen en de Kroon buiten discussie verklaard. 'Wie dit toch doet, speelt vals en tracht een wig te drijven tussen Kroon en Kabinet. Zo iets is een uiting van verwording'.
Van andere aard is het pers-incident te New-York. De Aneta-correspondent zond van een persconferentie door de Commissie van Goede Diensten toegestaan, een verslag, dat zacht gezegd, enige onvriendelijkheden tegen de Nederlands-Indische regering lanceerde. Deze bracht onmiddellijk een protest uit en vlak daarna kwam de verloochening van de Aneta-man, die 'onjuist en tendentieus' de uitlatingen van de Commissie had weergegeven. Toen in de Veiligheidsraad het rapport van de C.G.D. werd toegelicht, bracht het Australische lid, Kirby, toch enige dingen ter sprake, die een gevaarlijke kant konden opgaan. Daartoe behoorde, dat de commissie de tijd gekomen achtte, suggesties aan beide partijen te doen om haar te helpen bij het bereiken van een politieke overeenkomst. Hierdoor zou verandering komen in de methode, waarbij voorstellen alleen op verzoek van beide partijen worden bekend gemaakt. De commissie zou meer initiatief kunnen nemen dan in het verleden. Behendig heeft Mr. van Kleffens deze suggestie de pas afgesneden door op te merken, 'dat het de commissie vrij staat in haar werkwijze enige variatie te brengen, maar dat zij niet de bevoegdheid heeft om haar aard te veranderen en dat zij niets kan doen wat van haar krachtens haar aard niet wordt verondersteld, dat zij doen zal'. Hij hoopte, dat zijn gedachte ook die van Kirby was, waarop deze bevestigend knikte Diens landgenoot, Forsyth, was het met dit knikje niet eens en vroeg voor de C.G.D. de bevoegdheid tot het doen van positieve suggesties. De vertegenwoordiger van Canada stelde daarop een resolutie voor, dat de Veiligheidsraad tevreden was over de ondertekening van het 'Renville-accoord' en hoopte, dat de verdere onderhandelingen tot oplossing van het conflict zouden voeren. Maar Australië wil aan deze resolutie vastknopen om aan de C.G.D. bevoegdheid te geven zelf voorstellen te formuleren. De enige, die over het hele
verloop der Indonesische kwestie ontevreden was, over het gedrag der C.G.D., over Nederland, over de consuls, was natuurlijk Gromyko.
Beide incidenten bewijzen echter, dat de C.G.D. niet zo onpartijdig ingesteld is als men ons wil doen geloven. Wie zou denken, dat we er met het 'Renville-accoord' al zijn, zou zich schromelijk vergissen. De evacuering van het Indonesische leger is, enigszins over de gestelde termijn heen, ten einde gebracht. Ongeveer 29.000 man werden weggevoerd. Toch blijkt dat het cease-fire-bevel nog niet over de hele linie effectief is geworden. Er kan intussen een aanvang gemaakt worden met verdere besprekingen. Kleffens noemde de onderwerpen op:
1. | De verhouding tussen de interim-regering van de federatie. |
2. | Het ontwerpen van een constitutie voor de Ver. Staten van Indonesië. |
| |
| |
3. | De vaststelling van de Unie-verhouding tussen Nederland en de V. St. van Indonesië. |
4. | De bewoners van elk gebied moeten zich uitspreken over hun status binnen het kader der V. St. |
Aan dit laatste wordt reeds gewerkt. Zo is Madoera als aparte politieke eenheid erkend. Ondanks het verzet der republikeinse leden van West-Java, en niettegenstaande bedreigingen tegen het leven der autonomisten, heeft de meerderheid van de West-Javaanse conferentie zich autonoom verklaard en is door de regering als zodanig erkend.
Zeer onbevredigend is het verloop van de Ronde-Tafel-conferentie over de verhouding tussen Nederland, Curaçao, de Antillen en Suriname. De conferentie doet denken aan een ouderwetse Poolse Landdag. Er worden vierkante eisen gesteld, daden geëist, geen beloften of woorden meer, de West-Indische afgevaardigden, waarvan men dikwijls niet weet, of zij alleen zichzelf of een partij vertegenwoordigen, houden in het deftige Eerste-Kamer gebouw opgewonden redevoeringen, luisteren naar geen antwoord, lopen weg, komen weer terug en maken van deze ernstig bedoelde bijeenkomst een belachelijke vertoning. Drie gedeputeerden zijn reeds naar Curaçao teruggekeerd. Over het algemeen zijn deze heren politiek zo weinig geschoold, dat zij menen in een handomdraaien een onbloedige revolutie te kunnen tot stand brengen, zoals zij in hun nabijheid zovele van die aard in Zuid-Amerika hebben zien afspelen. Wat zij precies willen, wordt er niet duidelijk op, te meer omdat de delegatieleden over verschillende punten onderling overhoop liggen. Of deze groots opgezette Rijksconferentie positieve resultaten zal afwerpen, is zeer twijfelachtig. 'Parturiunt montes, nascetur ridiculus mus'.
K.J.D.
| |
Belgie
Steeds heeft de mensheid, door de logge kracht van de gewoonte voortgedreven, met een opmerkelijke vertraging op het tijdsgebeuren gereageerd. Aldus heeft Frankrijk in de XVIIIe eeuw de 'renversement d'alliances' van Choiseul met lede ogen aangezien, met leedvermaak de nederlaag van Oostenrijk te Sodowa in 1854 bijgewoond, om pas in 1870 te begrijpen, dat het zich reeds een eeuw vroeger de traditionele vijand, Oostenrijk, tot bondgenoot had moeten maken, om zich samen met hem tegen het rijzende Pruisen te keren.
Desgelijks werd het verdrag van Duinkerken verleden jaar door Engeland en Frankrijk ondertekend, niet om het hoofd te bieden aan het actueel Russisch-Communistisch gevaar, doch wel in het vooruitzicht van een gebeurlijke nieuwe Duitse agressie.
Indien zulk een vergissing thans niet opnieuw werd begaan, in het ontwerp van verdrag tussen de vijf Westerse mogendheden, dan dient zulks toegeschreven te worden aan de invloed van de staatslieden der Kleine Drie die, als onmiddellijke geburen van Duitsland, het onmiddellijk beseffen hoe Duitsland eraan toe is, en als handelsplaats en zenuwen-knooppunt van Europa, het best aanvoelen, vanwaar het gevaar dreigt. Ditmaal is er reeds sprake van West-Duitsland zowel in het Marshall-plan als eventueel in een bond van West-Europa op te nemen.
| |
| |
Want de Benelux-landen zullen deel nemen aan de Brits-Frans-Amerikaanse besprekingen inzake Duitsland. Dit is te danken aan de demarches van de Heer Spaak bij de Minister van State Mac Neil (Engeland) en van Baron Silvercruys, ambassadeur van België, te Washington. Slechts stelt zich nog de vraag omtrent de procedure die bij het aanhoren van de Kleine Drie zal gevolgd worden.
Naar gelang de weerbaarheid van Europa door het Marshall-plan vordert, neemt het gekuip van de Belgische Communisten ook met de dag toe. Deze laatsten willen klaarblijkelijk munt slaan uit de moeilijkheden, die de regering ondervindt bij de overgang van een regime van reglementering naar een regime van vrije prijzenbepaling.
Omstreeks de 10 Februari braken, onder impuls van de B.C.P. wilde stakingen uit onder de grensarbeiders en de mijnwerkers, alsook in de Gaselco; solidariteitsstakingen volgden over het gehele land en in verscheidene sectoren van het economisch leven, o.m. ook in de posterijen. De communisten dachten klaarblijkelijk dat 'de grote avond' was aangebroken. Zij hadden echter geen rekening gehouden met de krachtdadige waarnemende minister voor arbeid en sociale voorzorg, Achilles Van Acker, noch met de verbetenheid van de Premier, P.H. Spaak. Beiden voelden zich sterk, omwille van de steun van de Christelijke en van het meerendeel der i ode syndicaten, alsook van de twee grootste partijen van het land.
De interpellatie van de Heer Lallemand, communistisch kamerlid, op 17 Februari, bracht slechts het isolement van de B.C.P. in het licht, die door elk der nationale partijen, met inbegrip van de Liberale, aan de schandpaal werd gespijkerd. Het is wellicht de veroordeling over hen uitgesproken door Max Buset, voorzitter van de B.S.P., die hen het hardst in de oren heeft geklonken: 'In zoverre aan de stakingen niet een syndicaal, maar een politiek en wild, dus onaanvaardbaar karakter kleefde - aldus de Heer Buset - dragen de Communisten er de verantwoordelijkheid en de schuld van; in zoverre gegronde verzuchtingen van de arbeiders er mee gemoeid zijn, moet de vakbeweging er voor optreden, en zij mag daarbij op onze steun, niet op onze inmenging rekenen.' (De Nieuwe Gids, van de 19-2-1948).
De volgende dag was het gedaan met de stakingen, en de 2 Maart, op het congres van het A.B.V.V., met de invloed van de Communisten in de leiding van de rode syndicaten, zoals Max Buset het trouwens had laten voorzien in zijn interpellatie...
Niet alleen wat betreft de internationale politiek vertoont de openbare opinie - en met haar de regeringen - een neiging om te onpas te reageren! De rede van Jean Dupréel, substituut-auditeur-generaal, docent aan de U.L.B., gewijd aan 'l'Incivisme et sa Répression', is er een bewijs te meer van: door een nabij verleden verblind, heeft hij geen oog voor de actuele gevaren. De Kamerleden die de Minister voor justitie, de 12 Februari, op een bijeenkomst van de C.V.P. groep der tweede kamer, over de repressie geïnterpelleerd hebben, en de raadsheer Hanssens, die dezelfde dag een lezing hield over de repressie, houden daarentegen de ogen gericht op de toekomst. Zij beseffen dat een land dat leven wil, zijn opeenvolgende vijanden niet mag totaliseren, doch toestanden moet scheppen
| |
| |
waarin de eersten zich kunnen rehabiliteren, vooraleer de strijd met de volgenden aan te binden.
In de komende maanden zullen wij zien of onze regeerders opgewassen zijn voor de drievoudige taak van herstel der nationale cohaesie enerzijds, en van beveiliging tegen de partij van de vreemde anderzijds. Mitsdien zullen zij in staat zijn te bewijzen, dat een vrij democratisch regime ertoe in staat is een oplossing te vinden voor de sociaal-economische en politieke problemen van deze tijd.
2-3-1948
A.V.S.
|
|