| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Met ingang van 1 December heeft H.M. de Koningin Haar zware taak wederom aanvaard en zich voorlopig in de hoofdstad des lands gevestigd. De zorgen van het bestuur zijn sinds het regentschap eer drukkend geworden dan verlicht. In de verhouding tot de Republiek is practisch nog geen schot gekomen. De Commissie van Drie of van 'Goede diensten' heeft met de vertegenwoordigers van beide partijen enkele technische kwesties besproken en zal op het Amerikaanse schip 'Renville' de onderlinge besprekingen in goede banen trachten te leiden. Van Nederlandse zijde is de delegatie aangewezen, die, onder toezicht van van Mook, Neher en Jonkman, minister van Overzeese Gebieden, tot een overeenkomst met de Republikeinse delegatie op de grondslag van Linggadjati, moet aansturen. Over de vooruitzichten valt nog weinig te zeggen. Gani, lid van de Republikeinse regering, liet bij zijn kort bezoek aan ons land een optimistisch geluid horen en verklaarde, dat de opneming van de 'Masjoemi' (de Mohammedaanse partij) in de regering niet betekende een verscherping van de republikeinse politiek, maar een verbreding van basis. Van Idenburgh, plaatsvervangend lt.-gouverneur-generaal, was van mening, dat de toestand in vele opzichten gedurende de laatste maanden is verbeterd en liet zich met lof uit over de ernst, waarmee de Commissie van Drie de zaak aanpakte. De minister van Marine, van Schagen van Leeuwen, nam echter zijn ontslag, omdat de regering met haar politionele actie niet door-getast had, doch een limiet aan de bezetting had gesteld, waardoor het effect van de opmars slechts gedeeltelijk bereikt werd.
Een gevolg van de voortijdige schorsing der politionele actie, onder drang van de U.N.O. is, dat de berekening der regering en de verwachting van onze troepen in Indië om binnen de beloofde tijd weer naar het vaderland te kunnen terugkeren gefrustreerd is. De demobilisatie der manschappen, die twee jaar, en sommigen veel langer, in dienst zijn geweest, moest tot het voorjaar uitgesteld worden. Het moge de regering gelukken althans deze belofte na te komen. Een smet op de goede naam van ons leger is het feit, dat op een transport van Indonesische krijgsgevangenen er van de honderd 46 zijn omgekomen door gebrek aan verse lucht, spijs en drank. In de 18de eeuw heeft een Indische vorst met voorbedachte rade op Britse gevangenen in het 'zwarte hol' een dergelijke dood toegepast, en in de 20ste eeuw is aan gevangen Brits-Indiërs door nalatigheid eenzelfde lot bereid. Beide keren heeft deze gruweldaad de verontwaardiging van alle weldenkenden opgewekt. Ook dit verzuim zal voor het forum der publieke opinie een blaam werpen op ons Indisch bestuur, en men kan er zeker van zijn, dat dit rampzalig ongeval als propaganda-middel tegen onze gerechtvaardigde actie zal worden uitgebuit. De wreedheden, tegen onze volksgenoten bedreven, zullen hierbij op de achtergrond raken.
Ook in West-Indië, met name in Suriname, is niet alles pais en vree. De operette-staatsgreep van de oud-gediende, Simon Sanches, die met een
| |
| |
tachtig aanhangers de gouverneur, Brons, wilde gevangennemen en de volgens hem verwaarloosde belangen van de uit Indonesië teruggekeerde strijders zou behartigen, is op zich zelf geen symptoom van de gisting der ingezetenen. Hetgeen niet wegneemt, dat de Surinamers zich, en terecht, beklagen over een economische, sociale en politieke achterstand en achterstelling, die hun geduld op een zware proef stelt. Het wachten op een Rijksconferentie, waarvan de verwezenlijking nog ver uit de gezichtskring ligt, stelt de weg open voor middelpunt- in casu Nederlands-vliedende tendenzen.
Voor de vierde maal sinds de bevrijding mochten we binnen onze grenzen een hoge gast begroeten en bedanken Churchill, onze redder; Smuts, de voorvechter van onze belangen; Montgommery, onze bevrijder; en nu, in November Mackenzie King, de gastheer van onze koninklijke familie in Canada en de minister-president van een volk, waarvan velen hier een graf en sommigen een bruid hebben gevonden. Met eenvoudige gemoedelijkheid verzekerde hij zich hier thuis te gevoelen, als ware hij terecht gekomen op een stukje grond van zijn eigen vaderland.
Tijdens zijn kortstondig verblijf heeft de prime-minister geen kennis kunnen nemen van de deining, die in verschillende lagen der bevolking de gemoederen in beweging brengt, anders zou hij zijn optimistische woorden vermoedelijk enigszins getemperd hebben.
Vooreerst is er het probleem van het Communisme. In de Tweede Kamer heeft professor Romme het lichtelijk aangeroerd, toen hij een betere definitie van de grondrechten van de mens in de Grondwet, die door het communisme wordt ondergraven, aanroerde. Velen menen nog, dat de vrijheid in de democratie onbeperkt moet zijn, en deinzen niet terug voor de consequentie, dat de vrijheid in naam der democratie zich laat vermoorden om vervangen te worden door een 'nieuwe' democratie, die in feite tyrannie moet genoemd worden. Anderen achten het een bezwaar de openlijke actie van het communisme te verbieden, op grond van de waarschijnlijkheid, dat het communisme, door in het geheim te gaan werken, aan de controle zou onttrokken worden. Maar zij vergeten, dat het communisme allang ondergronds bezig is, en dat een waakzame overheid ook hiertegen niet machteloos behoeft te staan. Het verbod tegen de N.S.B., dat te laat kwam, kan in de huidige omstandigheden met hetzelfde recht tegen het communisme afgekondigd worden.
Het rapport, dat over de activiteit van het Nederlandse Rode Kruis en haar vertegenwoordigers in het buitenland tijdens de oorlogsjaren is gepubliceerd, is beschamend en bedroevend. De krijgsgevangenen - volgens dit rapport - zijn voldoende ondersteund, maar de politieke gevangenen, die met duizenden naar wrede concentratie-kampen in Duitsland zijn vervoerd, heeft men uit gebrek aan durf en fantasie aan hun mensonwaardig lot overgelaten, ofschoon de organisaties en regeringen van Noorwegen, Zweden, Polen en Yougoslavië wel geslaagd zijn, waar de Nederlandse regering in Londen faalde. Vele duizenden Nederlanders hebben het leven verloren, omdat zowel in den Haag als in Londen alle pogingen afstieten op een muur van formalisme en bureaucratie. Aan deze mentaliteit wijdt de commissie-Voorrink de schuld, dat zoveel Nederlanders omgekomen zijn, die, naar menselijke berekening, bij tijdige hulpverlening zouden zijn gered.
| |
| |
Ook de Engelandvaarders, die bereid waren hun leven voor de zaak der vaderlandse vrijheid in te zetten, kwamen door de Nederlandse autoriteiten in Spanje aan hun lot overgelaten in kampen terecht, waaruit zij slechts konden ontsnappen door andere dan Nederlandse hulp.
We mogen verwachten, dat de regering die grove nalatigheid en dat gebrek aan meeleven met de vrijheidszucht onzer jonge mannen niet over haar kant zal laten gaan en ook deze hoge gezagdragers ter verantwoording zal roepen.
In landbouwkringen heerst ontevredenheid over de achterstelling der landarbeiders bij de overige. Hun uurloon was met 3 cent verhoogd, zodat zij op hetzelfde niveau stonden als de bouwvakarbeiders. De regering echter heeft langs verschillende wegen de lonen der bouwvakarbeiders met 5 1/2 cent per uur verhoogd, waardoor de tegenstelling tussen beide groepen financieel verscherpt is en het evenwicht verbroken. De heer Louwes, voorzitter van de Stichting van Landbouw, heeft tegen deze ongelijke behandeling geprotesteerd en de regering gewaarschuwd, dat zij niet al te wel-verzekerd op medewerking der landarbeiders moet rekenen, omdat de landbouworganisaties niet voor onbepaalde tijd de leiding in handen zullen kunnen houden.
Ook onder de leraren gist het. Nu de onderwijzers een verhoogd inkomen hebben gekregen, is het evenwicht met de leraren verbroken. Wat nog het ergste niet is. Maar de leraren kunnen aantonen, dat zij, sinds de kosten voor levensonderhoud gestegen zijn, met hun salaris niet kunnen rondkomen en dat zij verplicht zijn ofwel op hun bezit te teren ofwel door bijbaantjes te aanvaarden, voornamelijk door het geven van bijlessen, hun huishouden in stand te houden. De concessie tot verhoging van het aanvangsalaris vangt hun bezwaar niet op. De regering haast zich niet op hun klachten in te gaan, zodat er in deze kringen een spanning is ontstaan, die zich niet altijd op gelukkige wijze ontladen heeft. Sommigen dreigen met staking, anderen, zoals een groep katholieke leraren, stellen in het vooruitzicht, dat zij bij de volgende verkiezingen de R.K.V.P. het vertrouwen zouden kunnen opzeggen, alsof de beslissing alleen van deze partij en niet van de regering afhing!
17 November heeft president Truman de hulpverlening aan Europa voor een speciale zitting van het Congres aanhangig gemaakt. Hij verzocht, dat 597 millioen dollar ter beschikking zou worden gesteld om gedurende de eerste maanden Oostenrijk, Italië en Frankrijk op de been te houden. Daar hij tevens hieraan een voorstel koppelde tot prijscontrole en loonstop om dreigende inflatie tegen te gaan, vonden zijn woorden een koele ontvangst. Niet zozeer de overweging, dat 'wij een kans krijgen op een wereld, waarin vrije volken in blijvende vrede kunnen leven', als het feit, dat 'de toekomst van onze eigen economie in gevaar is', heeft tenslotte de Senaat bewogen het Marshall-plan, ook E.R.P. genoemd, voor dit voorlopig doel goed te keuren.
De bewering van Walter Lippmann, dat het communisme al verslagen is en Moskou in het defensief is gedrongen, vindt geen steun, noch in Oost-, nóch in West-Europa. Maarschalk Tito heeft een vriendschapsbezoek gebracht aan Bulgarije, en zinspelend op de 'Kominform', verklaarde hij, dat een openlijke 'federatie nog slechts een formaliteit' was. Waaruit
| |
| |
volgt, dat Oost-Europa met handen en voeten aan Moskou is overgeleverd. In West-Europa, met name in Italië en Frankrijk, loert Moskou op een ineenstorting, nog voor de Amerikaanse hulp werkelijkheid is geworden. Togliati, de leider der communisten, gaf te kennen, dat 'een democratische revolutie' tot de mogelijkheden behoorde. In verschillende plaatsen van Italië braken bloedige onlusten uit, van Zuid tot Noord. Milaan was het middelpunt van een massa-betoging der communisten. Opmerkelijk is, dat in al die plaatsen, waar plundering en verwoestingen werden gepleegd, de gebouwen van de 'Democrazia christiana' als voornaamste objecten werden uitgekozen. De Gasperi weet echter ook in deze omstandigheden de macht en het gezag te handhaven en weerlegde de beschuldiging, dat hij een slaaf zou zijn van het Vaticaan en de Verenigde Staten, die gezamenlijk 'het kapitalisme' verdedigden. Kardinaal Schuster van Milaan waarschuwde zijn volk, dat 'de stakingen, de bommen en de verwoestingen deel uitmaakten van een weloverwogen plan om algemene wanorde te stichten. Dan kon Italië toegevoegd worden aan de sterren, die aan de Moskovitische hemel schitteren. Maar de Kerk eist, dat het land geregeerd wordt door een regering, welke beantwoordt aan het katholieke karakter van het land.'
In Frankrijk zijn de communisten bevreesd en ontevreden over het succes der Gaullisten bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen. Zij maakten misbruik van de economische toestand der arbeiders, die zeker redenen tot klagen hebben, om ze voor hun politieke wagen te spannen en meenden de tijd rijp om de rode revolutie te ensceneren. Het begon te Marseille, waar de vroegere communistische burgemeester met zijn aanhang het stadhuis overrompelde en zijn ambt weer hernam. Daarna kwamen er stakingen in vele bedrijven, zelfs in het onderwijs. Fabrieken werden bezet, werkwilligen uitgedreven of mishandeld. Electriciteit, gas- en waterleiding staakten de voorziening, metro en spoorwegen stonden stil en de mijnwerkers zorgden voor het ontbreken van de noodzakelijke kolen. Spoedig brak bij vele arbeiders het besef door, dat zij misbruikt werden voor de belangen van de wereldrevolutie van Moscou. Er ontstond scheuring in de C.G.T. (Confédération Générale du Travail) onder leiding van Jouhaux; in alle bedrijven bleek een groot aantal werkwilligen aanwezig, die, mits zij op bescherming der regering konden rekenen en deze hun economische wensen tegemoet kwam, bereid waren het werk te hervatten. De socialistische minister-president, Ramadier, die steeds achter de feiten aanliep, was niet de man, om het vertrouwen in te boezemen, dat hij het bestaan van de vierde Franse Republiek kon redden. Een poging van Blum diens plaats in te nemen mislukte, omdat hij negen stemmen (hij haalde er juist 300) te weinig kreeg om zich te kunnen staande houden. Zijn opvolger Schuman van de M.R.F. werd verwelkomd met 412 tegen 184, door de communisten uitgebracht. Toen hij daarna zijn ministerie aan de Assemblée voorstelde, was de meerderheid met 83 stemmen ingekrompen, hoofdzakelijk van de Gaullisten, die zich met deze samenstelling niet konden verenigen, ofschoon vermoedelijk één hunner, René Mayer, als minister van
financiën er in was opgenomen. De stand was toen 322 tegen 186.
Schuman kondigde aan, dat hij aan de redelijke eisen der arbeiders wilde voldoen, maar tevens orde wilde brengen in de chaos, door de corn- | |
| |
munisten bewerkt. 80.000 man werden onder de wapenen geroepen tot handhaving der rust en bescherming der werkwilligen, en een aantal wetten tot bescherming van de vrijheid van arbeid en tot uitkering van loonsverhoging voorgesteld. De communistische partij onder aanvoering van Duclos, (Thorez was in Moskou om nadere instructies in ontvangst te nemen) verzette zich met man en macht. Van 29 November tot 4 December is de Assemblée onafgebroken in vergadering geweest. Heftige tonelen hebben zich afgespeeld: eindeloze redevoeringen, valse beschuldigingen, scheldpartijen, onwelluidend gezang, geklepper van lessenaars en vechtpartijen behoorden tot het decor, waarin de beraadslagingen plaats vonden. 'Zelfs in onze kostschooltijd hebben wij zo'n kabaal niet meegemaakt', verklaarde een journalist. De voorzitter, Herriot, beleefde kwade dagen en nachten. Toen hij de communist Calas de zaal wilde doen verlaten, werd dit door de aanwezige communisten verijdeld tot eindelijk de garde mobile tussenbeide kwam. Om de lasteraantijgingen van gebrek aan vaderlandsliefde der communisten tegen de regering de kop in te drukken, las Herriot een brief voor van de communistische afgevaardigde Florimont Bonte, die op 1 October 1939 namens de communisten gevraagd had het Franse parlement bijeen te roepen om over vrede met Hitler te onderhandelen. Later kwam nog een tweede document ter tafel, waarin de communisten zich voorstanders toonden van medewerking met Pétain. Ook hierin bleven zij trouw aan Moskou, dat een non-agressie-verdrag met Hitler gesloten had. Tenslotte werd de regering de obstructie der communisten meester, en werd met 413 tegen de 183 stemmen (die der communisten) de noodwet tot bescherming der vrijheid van arbeid aangenomen. Tevens werden belangrijke loonsverhogingen aanvaard, waarvoor
ongeveer 100 milliard francs nodig zullen zijn.
Maar de rust is hiermee niet hersteld. De stakingsactie wordt door de communisten voortgezet en, nog erger, zij maken zich schuldig aan sabotage niet alleen in de fabrieken, maar, onverschillig of er onschuldige slachtoffers vallen, laten zij treinen derailleren. Thorez, teruggekeerd uit Moskou, verklaarde, dat 'de arbeidersklassen en het volk van Frankrijk besloten hebben te vechten en dat zij de overwinning zullen behalen'. Tegenover dit alles betracht Schuman de uiterste lankmoedigheid: 'Het recht zal de macht slechts in uiterste noodzaak gebruiken', heeft hij gezegd, niet ten onrechte bevreesd, dat een burgeroorlog aan een der twee uiterste partijen de overwinning kan verschaffen, en in beide gevallen gaat de democratie te niet.
Alvorens uiteen te gaan heeft de U.N.O. met 33 vóór, 13 tegen en 10 onthoudingen, het Sovjet-Amerikaanse voorstel aanvaard, waarbij Palestina in twee staten: een Joodse en een Arabische, die samen een federatie zullen vormen, tegen 1 Aug. 1948 verdeeld wordt. Jerusalem zal een eigen internationaal gebied vormen.
Gelijk te verwachten was, viel deze beslissing niet in de smaak der Arabieren. Zij zien niet in, dat de Joden enig recht zouden kunnen doen gelden op een woonplaats in het land, dat de Arabieren reeds meer dan tien eeuwen bezitten en waaruit de Joden na de val van Jerusalem door de Romeinen zijn weggevoerd. Het probleem is onoplosbaar. Ter kwader
| |
| |
ure heeft lord Balfour tijdens de eerste wereldoorlog beloften afgelegd, die niet te verwezenlijken waren zonder de een of de andere partij onrecht te doen. Dit laatste is nu geschied en de eerste onlusten zijn in Palestina reeds uitgebroken, terwijl de Arabische Liga zich ten strijde voorbereid. Cairo is daarvan het middelpunt, en dat het Nederlands consulaat te Alexandrië bestormd werd, is de wraak voor ons vóór stemmen, onder druk der Verenigde Staten.
Sinds 25 November vergaderen de 'big four' in het Lancaster House te Londen, welke stad enige dagen daarvoor zijn overgrote belangstelling toonde bij het huwelijk van prinses Elizabeth met Filips Mountbatten. Voor deze bijeenkomst is minder belangstelling, omdat van de beginne af aan de verwachtingen niet hoog gespannen zijn. Toch geldt het hier een meer voorname zaak dan een huwelijk: het lot van Duitsland en van Oostenrijk. De besprekingen over Oostenrijk kregen op verzoek van Marshall de voorrang. Het was de eerste keer, dat Molotof 'ja' zei. Overeenstemming over de oude kwestie wat Duitse 'activa' zijn, werd niet bereikt. Daarom werd de agenda over Duitsland samengesteld, en hier opnieuw toonde Molotof zijn kracht in obstructie. Hij wenste eerst een staatkundig bestuur over Duitsland op te richten om daarna de verhoudingen te bepalen. Hij liet niet na uitvoerig uit te varen tegen het kapitalistisch streven der andere mogendheden, waarover Marshall zich ongeduldig toonde en waarop Bevin spottend antwoorde, dat 'de enige heilige in de wereld is de Sovjet-Unie.' Maar langs zijn neus weg voegde hij er bij: 'In enkele landen, waarmee wij vredesverdragen hebben getekend, zijn dingen voorgevallen, die niet direct in overeenstemming gebracht kunnen worden met souvereiniteit en democratie'. Bijtijds heeft Benelux een memorandum aan deze Ministers toegezonden, waarin zij wensen enige opmerkingen te maken over de kwesties, die de Raad gaat bespreken. Zij voelen zich daartoe gerechtigd wegens economische belangen, wegens de zorg voor eigen veiligheid tegenover het politiek regiem in Duitsland en de ervaringen, die zij daaromtrent hebben opgedaan. Te zijner tijd - als er iets van deze vergadering terecht komt - zal blijken, of dit memorandum enige indruk op de Grote Mogendheden heeft gemaakt.
K.J.D.
Op het einde van dit politiek crisesjaar 1947, en juist voor het begin van 1948, dat belooft een jaar te zullen zijn van de structuurhervormingen, is het wel interessant de onderlinge verhoudingen van de partijen te onderzoeken in België.
De reactie van de openbare opinie over de gerechtelijke moord op Petkov enerzijds, en over de verklaring van Warschau anderzijds, heeft de Partij van de Vreemde in een lastig parket gebracht; zodat het weinig waarschijnlijk voorkomt, dat zij eerlang uit het ghetto zou geraken, waarin zij knarsetandt.
De Liberale Partij ondervindt in hare huidige hetzekampagne geen succes, ook niet bij haar gewone clientele: de herbergiers, de uitbuiters van vermakelijkheden en de kleine handelaars. Tijdens haar aanwezigheid 'en force' op de regeringsbanken heeft ze met een al te grote onbeschaamdheid haar door de ontwikkeling der tijden voorbijgestreefd programma de
| |
| |
rug toegekeerd, en aan brutaal dirigisme gedaan, opdat haar vrijheidslied nog een bekoring zou uitoefenen.
De Belgische Socialistische Partij, die na een maandenlange aarzeling en dank zij de samenwerking met de C.V.P. Paul-Henri Spaak in zijn strijd tegen het Communisme en voor de Amerikaanse dollars is gevolgd, maakt klaarblijkelijk een crisis door. Zij vreest het verwijt van ontrouw aan de Marxistische leer en, veel meer nog, dit van te evolueren naar rechts. Daarom heeft zij op alle punten, niet alleen van haar doctrine, doch ook van haar huidig tactisch programma, haar houding verstard, om zich te distanciëren van de C.V.P., en te blijven doorgaan voor DE arbeiderspartij in België. Daarom ook tracht ze op haar rechterzijde een boeman te verwekken, aan wie ze een slag kan toebrengen telkens wanneer ze links van haar afbijt; zij denkt die gevonden te hebben in het 'neofascistisch Léopoldisme' (sic). De mislukking van Blum in Frankrijk, die zich, al is het daar niet zonder redenen, door dezelfde beweegredenen heeft laten leiden, zou de B.S.P. moeten doen nadenken over hetgeen gebeurt, wanneer een partij zich de helft van de natie op den nek haalt.
Het is de zoëven geschetste geestesgesteldheid van haar socialistische partner, die de taak van de Christelijke Volkspartij zozeer bemoeilijkt. De ministers en de leiders van de C.V.P. zitten voortdurend gekneld tussen de begrijpelijke ongedurigheid van de man uit de straat, en de onontkoombare eisen van het gedeeld staatsbeleid.
Dat de leiding van de C.V.P. - en de ministers! - zich soms omwille van de meergemelde eisen van het gedeeld staatsbeleid niet laten overdonderen, zou men niet kunnen verzekeren; vooral naar aanleiding van de Koningskwestie.
De 23e November had te Brussel een Nationaal Koningscongres plaats; de 25e November sprak de C.V.P. Senaatsgroep zich uit voor een spoedige oplossing van de Koningskwestie. Toen nu een officiële afvaardiging van de twee C.V.P. Kamergroepen enkele dagen later een bezoek bracht aan de premier, wist deze met veel handigheid beide manifestaties aan de C.V.P. toe te schrijven, om zich daarna, met de theatrale zwier, die hem eigen is, te beklagen over de miskenning door de C.V.P. van zijn goede wil, te verklaren dat hij diep ontgoocheld was en er aan dacht het op te geven, en terloops ook te dreigen met niet toekenning van het stemrecht aan de vrouwen.
Het is niet waarschijnlijk, dat de woordvoerders van de C.V.P. daarop hebben geantwoord, dat de rollen niet dienden te worden omgekeerd; dat het de socialistische minister voor Onderwijs was, die de gelijkstelling van het Vrij Technisch Onderwijs boycotte; dat het de socialistische minister voor Arbeid en Sociale Voorzorg was, die zich zwaar bezondigde aan éénzijdige benoemingen, terwijl hij het de C.V.P. minister voor Volksgezondheid en Gezin onmogelijk maakte, zijn programma uit te werken; dat het de triestige voorzitter en het Bureau van het B.S.P. waren, die niet ophielden met smadende interviews en communiqués uit te geven over Z.M. Léopold III; en tenslotte, dat het de Socialistische Meerderheidsgroep van de le Kamer was, die een regeringscrisis en de ontbinding had willen uitlokken naar aanleiding van de uitvoering door Minister
| |
| |
Struye van de Repressiepolitiek zoals zij in de regeringsverklaring was uiteengezet.
De dreigende crisis is sindsdien bezworen kunnen worden, dank zij het gezag van Spaak en de steun van de gematigde socialisten, en wellicht ook - en dit ware jammer - omdat de C.V.P. ministers zich in de Kabinetsraad van de 28e November nog eens hebben laten overdonderen.
Wat er ook van zij, het Nationaal Koningscongres is een succes geweest, èn omwille van de talrijke opkomst van de persoonlijk-uitgenodigden, èn omwille van het verheven plan waarop het gehouden werd. Het zal zijn nut hebben: ten eerste, omdat het bewezen heeft, dat de gehechtheid van het volk aan de Vorst even groot is gebleven als drie jaar geleden; ten tweede, omdat het degenen heeft beschaamd, die de illusie hadden kunnen koesteren, dat de oplossing van het Koningsvraagstuk met behulp van een platonische passus uit de regeringsverklaring op de lange baan zou kunnen worden geschoven, om uiteindelijk naar hun zin te worden opgevat; ten derde, omdat de C.V.P. ministers nu eens brutaal geconfronteerd zijn met de gewone man - die nimmer of nooit zal aannemen, dat de medewerking van de C.V.P. aan 's Lands beleid zou betaald zijn met een nietgeprovisioneerde wissel op het Koningsvraagstuk en het vrouwenstemrecht.
De 13e November heeft de C.V.P. weliswaar een slag gehaald, die in een meer verwijderde toekomst wellicht van groter belang zal blijken te zijn, dan later de toekenning van het stemrecht aan de vrouwen. Die dag werd óók in de Senaat het wetsvoorstel tot inrichting van de volkstelling goedgekeurd, zodat het voorstel wet is geworden. Tot de uitvoering hiervan zijn reeds de eerste maatregelen genomen. Welnu de betekenis van die wet is niet alleen economisch doch ook politiek, want Wallonië, het rode deel van het land, zal tengevolge hiervan een zevental zetels in het Parlement moeten afstaan aan Brussel (één zetel) en aan het kinderrijker en traditioneler Vlaanderen (zes zetels).
Zoals boven reeds gezegd, heeft het Nationaal Koningscongres leven in de brouwerij gebracht. De 28e November heeft P.H. Spaak in de kabinetsraad verslag uitgebracht over de stand der onderhandelingen aangaande het Koningsprobleem. Hij mocht zich hierbij over de goedkeuring verheugen van zijn ploeg, die hem verzocht heeft zijn pogingen voort te zetten. Uit een verslag door de Heer P. Struye, minister voor Justitie, uitgebracht in de Senaatsgroep van de C.V.P. heeft men vernomen, dat de Premier een maand geleden een memorandum had doen toekomen aan Z.M. Léopold III over de huidige stand van zaken. Hierop heeft Zijne Majesteit, na rijp overleg, een vertrouwenspersoon bij de Premier gestuurd om hem zijn zienswijze mede te delen. Naar verluidt zou de Heer Spaak het thans beproeven om van de regeringspartners gedaan te krijgen, dat de Vorst en het Vorstenhuis officieel in ere worden hersteld; maar, schrijft A. Vanhaverbeke hieromtrent in 'De Spectator' van 5 December, 'men wake erover, de openbare opinie niet al te voortvarend met illusies te voeden.'
In de loop van de maand is het probleem der verhoudingen tussen Vlamingen-Walen en Brusselaars opnieuw in het brandpunt der belangstelling komen te staan. De 19e is de inoverwegingneming van het wetsvoorstel Grégoire, strekkende tot de federatieve inrichting van het land,
| |
| |
om grondwettelijke redenen verworpen met 105 stemmen tegen 51, en 3 onthoudingen; terwijl 43 kamerleden het verkozen hadden die dag niet aanwezig te zijn. Hierbij dient opgemerkt, dat de C.V.P. eensgezind de inoverwegingneming heeft verworpen, samen met de Vlaamse Socialisten. De 26e en 27e werd het wetsvoorstel Harmel gediscussieerd, houdende 'Oprichting van een centrum voor onderzoek voor de nationale oplossing van de maatschappelijke en rechtskundige problemen in het Waalse en in het Vlaamse Land'. Dit voorstel herinnert zeer aan het Koninklijk Besluit, waarbij de 27e Juni 1866 de Commissie der Vlaamse Grieven werd opgericht; het centrum zal evenwel een veel uitgebreider bevoegdheid hebben dan de Commissie, daar zijn competentie zich uitstrekt èn tot het hele land, èn tot alle gebieden van het verstandelijk, juridisch en sociaal-economisch leven. Uit de besprekingen, waar Vlamingen en Walen het samen hebben opgenomen tegen Brussel 'ville tentaculaire', blijkt reeds, dat het voorstel zal worden goedgekeurd, doch zonder geestdrift.
Een paar weken voor die belangrijke debatten in de Kamer van Volksvertegenwoordigers had het eerste na-oorlogse Congres van de Katholieke Vlaamse Landsbond plaats te Leuven. Doel van de organisatoren was de Vlaamse beweging opnieuw te wekken, en tevens haar nieuwe koers te bepalen. In deze laatste opzet zijn zij, naar ons oordeel, niet gelukt; en konden zij ook niet lukken, omwille van de al te enge opvatting van de Congressen, en dientengevolge ook van de referaten. Getrouwheid aan geest en dynamisme van de voorgaande Vlaamse generaties eist van de huidige een verruiming van visie; aan de verheffing van het volk dient, behalve op taalkundig gebied, ook nog gewerkt te worden op staatkundig, koloniaal, sociaal-economisch en wetenschappelijk gebied. Het is trouwens hetgeen Staatsminister Fr. Van Cauwelaert in zijn slotrede aan de Congressisten heeft te kennen gegeven.
Indien wij hier nu spreken over de repressie, dan is het niet omdat wij, evenals een paar congressisten te Leuven, het incivisme met de Vlaamse beweging willen verbinden; Vlaanderen wordt er niet bij gebaat het monopolie van het incivisme op te eisen!
De 29e October was de Minister voor Justitie geïnterpelleerd door de Communisten over de repressiepolitiek van de regering, terwijl de voorgaande nacht bomaanslagen waren gepleegd tegen huizen van incivieken. De 12e November maakte de Heer Struye in een radiorede aan het volk bekend, dat hij slechts het regeringsbestand uitvoerde, en dat in het belang van het land. De 16e had niettemin een reuze-manifestatie plaats te Brussel, waaraan ruim 25.000 mensen met waardigheid deelnamen, om nogmaals te protesteren. Het Bureau van de Socialistische Partij, bevreesd dat het zou worden voorbijgestreefd door de Communisten in de uitbuiting van de Vaderlandsliefde, spreekt zich uit tegen de toepassing van de Wet Lejeune op de politieke delinkwenten. In de Kamers zou het vertrouwensvotum aan de regering, ook door de Socialisten, geweigerd zijn, indien Spaak zijn gezag en zijn talent om te manoeuvreren niet in de weegschaal had geworpen.
De volgende dag viel de regering Ramadier in Frankrijk. Wellicht zou de crisis aldaar haar weerslag hebben gehad in België, indien de regering Spaak-Eyskens niet was aangebleven. Terwijl de economische en sociale
| |
| |
strubbelingen bij onze Zuiderburen toenemen, zodat een Rechtse of een Linkse revolutie onvermijdelijk lijkt, gaat België voort met de vruchten te plukken van zijn bezadigd centrum-beleid: de 29e November vernamen wij door de bladen, dat de Heer Frère, gouverneur van de Nationale Bank, in de U.S.A. een nieuw crediet had losgekregen van 50 millioen, dat door België tot 31 December 1948 kan worden opgebruikt en terugbetaalbaar is binnen de 5 jaar.
A.V.S.
|
|