Streven. Jaargang 1
(1947-1948)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 414]
| |
Kroniek der Tijdschriften
| |
Humanisme IntégralGa naar voetnoot1.Een orthodox-socialistisch propagandaleider (Victor Larock), die een katholiek auteur citeert als Jacques Maritain, zal wel met bijzonder genoegen de woorden herhalen: 'En un sens (le socialiste) a raison, il aura toujours raison contre le chrétien, parce que le chrétien ne sera jamais à la hauteur du christianisme.', en de woorden die Jacques Maritain overneemt van Maxim Gorki: 'Voor de eerste maal in de geschiedenis is de werkelijke naastenliefde georganiseerd als creatieve kracht en stelt zich tot doel millioenen arbeiders te emanciperen.' Waar V. Larock het boek van J. Maritain, 'Humanisme Intégral', poogt te analyseren en met enkele woorden te weerleggen, voelt men onmiddellijk, hoezeer hij tot verdediging wordt teruggedrongen. Het is inderdaad niet gemakkelijk voor een socialist de zuiverheid der princiepen, welke J. Maritain zo vooruitstrevend verdedigt, over het hoofd te zien, en V. Larock erkent dan ook zeer dikwijls de absolute waarde van zijn thesis. Met een schimp tracht hij het evenwicht te herstellen, en insinueert, dat het doel van J. Maritain hierin bestaat 'deze fractie van de intellectuele jeugd, die met de oude bourgeois-ideologie heeft afgerekend, voor het christelijk geloof te behouden.'. Allereerst wil hij zich de geschiedkundige inleiding en visie van J. Maritain eigen maken, waar deze de opeenvolging van de essentiële momenten plaatst in 'le moment classique' (16e en 17e eeuw), 'le moment bourgeois' (18e en 19e eeuw), en 'le moment révolutionnaire'. Maar essentieel voor hem is de scherpe scheiding, welke J. Maritain volhoudt tussen de twee zuivere stellingen, de atheïstische en de christelijke. De atheïstische | |
[pagina 415]
| |
ideologie stemt in haar geheel overeen met de Sovjet-Russische wereldbeschouwing. De tweede komt overeen met hetgeen door Maritain genoemd wordt 'l'humanisme occidental de demain'. Over de communistische wereldbeschouwing geeft Maritain, om de antithesis volledig te maken, de essentiële kenmerken van het communisme als gebonden aan een religieus element. 'Le communisme est si profondément, si substantiellement une religion terrestre, qu'il ignore qu'il est une religion'. Daartegenover wordt de christelijke wereldbeschouwing hoofdzakelijk beschouwd, negatief, als de vernietiging van hetgeen overblijft in ons van 'le vieil homme bourgeois' en positief, als een intellectuele hiervoor in de plaats te stellen techniek, méér dynamisch en méér menselijk dan hetgeen de communist wil bereiken 'par la chirurgie et le modelage de la pédagogie et de la propagande', namelijk de intellectuele techniek, die de persoonlijkheid van de mens zal vrijwaren en haar waardigheid zal doen herboren worden in God. Twee kenmerken worden voor dit humanistisch ideaal naar voren gebracht. De nieuwe maatschappij zal de vorm hebben van een 'communauteit' en ze zal 'personalistisch' zijn in zover ze de doelstelling van iedere persoonlijkheid zal willen nastreven. V. Larock onderlijnt, alsof hij een sensationele ontdekking deed, wat J. Maritain hier zegt over de thomistische opvatting van het eigendomsrecht. 'Het gebruik van de goederen, welke iemand zich kan toeëigenen, moet noodzakelijk dienen voor het algemeen welzijn'. Een der essentiële gedachten van het 'Humanisme Intégral' wordt ook hier met klem onderlijnd: het is de tragedie van deze tijd, dat het bewust-worden van een nauwer contact tussen de mensen onderling en een werkelijk communauteitsgevoel, samengekoppeld wordt met het atheïstische Marxisme. Het Integraal Humanisme is geroepen om alle waarheden, vervat in het marxistisch humanisme, te vrijwaren en te verspreiden door hen organisch te verbinden en ze langs haar grondoorzaken in verband te brengen met andere door de godsdienst erkende waarheden. Natuurlijk tracht V. Larock te bewijzen, dat er tussen de twee extremen der atheïstische en der christelijke levensbeschouwing plaats overblijft voor een derde middenoplossing, de socialistische. 'C'est une grande disgrâce pour un homme de notre temps de n'avoir ni la grâce communiste, ni la foi chrétienne.' Is er dan een werkelijke incompatibiliteit, vraagt hij, tussen het christelijk humanisme en het zogenaamde bourgeois-humanisme van de socialisten? Hebben beiden, buiten het geestelijk ideaal van het christendom, geen gemeenschappelijk terrein? Wordt sedert vijf honderd jaar de klassieke cultuur niet op éénelfde leerschaal gebracht met zuiver godsdienstonderricht in de scholen van het Gezelschap van Jezus 'cette image renversée du parti communiste'Ga naar voetnoot1.? En V. Larock eindigt met een vergelijking tussen J. Maritain, die zich tot volgeling van Sint Thomas bekent, en iemand die (zoals hijzelf) verkiest naar de bron te gaan en als volgeling van Aristoteles een lekenhumanisme huldigt. Hoe kan men zelfs een socialistisch propagandaleider terechtwijzen, wanneer hij zich begeeft op het pad der Klassieken. Het is de goede richting. En een bewijs te meer, dat hij impliciet de waarde van het christelijk humanisme erkent, | |
[pagina 416]
| |
omdat hij slechts een klein deel van hetgeen het volledig humanisme aan de mensen kan bieden, voor zijn ideaal opeist, door als het ware rechtstreeks aan te knopen met de Oudheid, en alle andere cultuurelementen willekeurig te negeren. | |
Biologisme.In een reeks bijdragen heeft het Franse tijdschrift 'Etudes' de nadruk gelegd op de grote belangstelling welke bij het publiek bestaat voor vulgarisatiewerken, welke tot voorwerp hebben: de eugenetiek, de erfelijkheidsleer, de hormanologie, de embryologie, en in het algemeen de nieuwe ontdekkingen in de biologie. Henri de Lubac geeft hiervan een synthese, een uitleg en een richtlijnGa naar voetnoot1.. In de psychische evolutie, welke de mens sedert het begin van zijn bestaan doorgemaakt heeft, is er een feit dat nieuw is, en zo belangrijk dat het als een dieptegolf kan worden om al het oude te vernietigen en een nieuw humanisme te doen ontstaan. Dit feit vindt zijn oorsprong in een gevoelen, dat meer en meer naar het oppervlak van het bewustworden groeit, en de algemeenheid van het mensdom bereikt: het geloof in de wetenschap, die gericht is op het in bezit nemen van de wereld, zelfs door de verandering van de maatschappelijke vormen, welke steunen op de biologische kenmerken van de mens. De mens is tot het bewustzijn gekomen, dat hij zijn eigen lot in handen heeft, dat hij door zijn biologische kennis het tot stand komen van een beter mensenras kan bewerken, naar het woord van J. Huxley: 'De bewuste leiding van de evolutie heeft zich thans in de plaats gesteld van het mechanisme der loutere toevalligheid'. De vraag richt zich onmiddellijk naar de toelaatbaarheid van dergelijke gedachte, doelstelling en verwezenlijking. Volgens sommigen getuigt het van monsterachtige hoogmoed, dat de mens zich thans wil mengen in de natuur zelf der dingen, waarvan de orde gevestigd is door de Goddelijke Voorzienigheid. H. de Lubac deelt dit pessimisme niet. De Voorzienigheid is niet het noodlot. Ondergeschiktheid aan de Voorzienigheid veronderstelt niet, dat men zich moet richten naar het lot. Hij citeert Claudel: 'Il faut que la nature jusqu'au fond de ses entrailles entende cet ordre que nous lui apportons au nom de son Créateur'. Een christelijk Prometheus kan opstaan. Een Prometheus, die de werkelijkheid van de natuur en de werkelijkheid van de mens zou kunnen erkennen en begrijpen, in het tweevoudig bestaan van het materiële en het geestelijke beginsel. 'L'homme doit accepter sa double origine qui fait sa double nature, non pas comme le signe implacable d'une double oppression, mais au contraire comme le point de départ d'une double libération.' In hetzelfde optimisme eindigt H. de Lubac met een gebed. De mens zal, zolang deze wereld duurt, het gebaar van Prometheus nadoen. In iedere eeuw zal hij nieuw vuur ontsteken en een nieuwe vlucht geven aan de menselijke vooruitgang. Maar dat hij terzelfdertijd de komst afsmeke van het Vuur, dat nodig is om al het aardse te doen branden, en zonder hetwelk niets zal herboren worden tot eeuwigheid: Emitte Spiritum tuum et creabuntur, et renovabis faciem terrae. | |
[pagina 417]
| |
Een andere bijdrage in Etudes onderzoekt de problemen welke rechtstreeks met de eugenetiek in verband staan. De negatieve eugenetische middelen zijn genoegzaam bekend door hun toepassing in het Nazisme. De positieve eugenetiek heeft, niet alleen door de onrechtstreekse middelen als prenuptiaal onderzoek en bijzondere hygiëne, maar ook door rechtstreeks ingrijpende middelen zoveel vorderingen gemaakt, dat zij een werkelijk moreel gevaar kan worden. De ongerustheid van de katholieke moralisten is reeds aanleiding geweest tot mededelingen, zoals deze in Les cahiers Laënnec, tijdschrift voor medicale deontologie, welke o.m. wijzen op de tegennatuurlijkheid van kunstmatige bevruchting, of van het op voorhand bepalen van het geslacht. 'Le genre humain ne peut se traîler comme une collectivité animale.' 'Maar het is niet ondenkbaar, dat, mits vrijwaring van de hoogste menselijke waarden, technische middelen worden aangewend die een werkelijke verbetering van het menselijk ras mee met zich zouden brengen.' Dat de katholieke geleerden zich ook hierin niet onbetuigd laten, bewijzen wel werken als die van Prof. van CampenhoutGa naar voetnoot1., en het Congres der Katholieke geneesheren te LissabonGa naar voetnoot2.. De Saint-Seine geeft twee richtlijnen, welke intellectuelen zouden moeten volgen. De katholieken mogen niet door hun afzijdigheid op voorhand de rug keren naar al hetgeen de wetenschap hier als probleem en doelstelling aangeeft. 'La science est la fille de Dieu'. De wetenschap als zodanig is niet te verwerpen. Haar toepassing op alles, wat de mens aanbelangt, kan echter tot scherpe conflicten leiden. Zaak is een gunstig klimaat te scheppen, om in geval van tegenstelling tussen de katholieke moraal en de immoraliteit van bepaalde practijken de massa niet onvoorbereid te laten tegenover het oordeel van de Kerk. De tweede richtlijn wordt vervat in deze zinsnede: 'le péché de biologisme' als de uitkomst van de zonde van materialisme, en gevaarlijker dan deze. Om er aan te ontsnappen is het genoeg de ware natuur van de mens te erkennen, die niet zuiver lichaam is en ook niet zuiver geest, met de aanvaarding van de morele princiepen, waarvan de Kerk de onfeilbare draagster is. Zelfs wanneer ooit die princiepen betwistbaar schenen, werden zij tenslotte toch aanvaard op grond van een lange en soms ongelukkige ervaringGa naar voetnoot3.. | |
De rechten van de mensJulian Huxley, Directeur-Generaal van de Unesco, tracht na zoveel mislukkingen der internationale politiek een vredevolle toekomst van het mensdom op te bouwen door de vrijwillige aanvaarding in alle landen van de meest elementaire rechten van de mens. Hij zoekt deze elementaire rechten in de traditie en het volksgevoel, de geschiedenis en de essentiële geaardheid van de mens. Naar zijn mening is er nog slechts één kans om de vrede te vestigen en de toekomst van de mensheid te verzekeren, namelijk 'door het gemeenschappelijk onderzoeken en tenslotte het gemeenschappelijk aanvaarden door alle natie's, van hetgeen door de Verenigde Volkeren zou verklaard worden als zijnde de rechten, die overeenstemmen | |
[pagina 418]
| |
met de essentiële doelstelling volgens de beschouwingen der mensen over de gehele wereld.'Ga naar voetnoot1. Zijn visie is in zoverre origineel, dat zij de gebruikelijke tegenstelling tussen het Oosten en het Westen in een synthese tracht te verenigen. Hij zegt uitdrukkelijk, dat hij de raad volgend van Marx de twee termen van de antithese tot een hogere synthese zal versmelten. Op het plan van de idee, zegt hij, is de formule van de Westerse democratieën niet zo verschillend van die van het Sovjet-Russische communisme. Inderdaad, voor de Westerse mens is het nagestreefde doel de vrijheid van het individu met als noodzakelijk gevolg en voorwaarde de gelijkheid en de broederlijkheid... Dit doel zal worden verwezenlijkt door het verwerven van de economische en sociale weldaden, die door of met de politiek voor een ieder moeten zijn weggelegd. Volgens de Sovjet-Russische princiepen nu wordt de dictatuur van het proletariaat slechts voor een beperkte tijd noodzakelijk verklaard, om uiteindelijk de volledige verdwijning van de Staat mogelijk te maken, en daarmee de echte vrijheid en gelijkheid en broederlijkheid te laten zegevieren. J. Huxley wil verzoenen. Dit is zozeer hoofdzaak voor hem, dat hij in de loop der redenering zijn doel schijnt voorbij te schieten. De rechten van de mens verzekeren, eventueel ten koste van hoeveel en hoe langdurig onrecht? Welke dan eigenlijk de rechten van de mens zouden zijn, wordt verder uiteengezet door R. Mac Keon, Voorzitter van het Comité van de Rechten van de mensGa naar voetnoot2.: Recht op leven, recht op verzorging van de gezondheid, recht op werk, recht op hulp en ondersteuning in geval van werkloosheid, ouderdom, ziekte, recht op eigendom - op te merken valt, dat betreffende het eigendomsrecht geen enkele tegenstelling naar voren komt tussen de socialistische en de christelijk-georiënteerde vertegenwoordigers; er weze echter aan herinnerd, dat Sovjet-Rusland aan de besprekingen van de Unesco geen deel heeft genomen -, recht op onderwijs, recht op objectieve inlichting, recht op vrijheid van denken en van onderzoek, recht op intellectuele onafhankelijkheid in het voortbrengen van kunst, recht op juridische bescherming (hierdoor wordt verstaan: recht om vrij te blijven van onregelmatige arrestatie, van brutaliteit, foltering, onrechtvaardige en wreedaardige bestraffing, recht op de onschendbaarheid van woning en briefwisseling), recht op politieke activiteit, vrijheid van vergadering, vrijheid van godsdienst, persvrijheid, recht op een nationaliteit, recht van opstand en revolutie, en tenslotte het recht om te delen in de vooruitgang. Dat de Unesco een tekst zal vinden, waarmee alle deelnemers bij de conferentie akkoord kunnen gaan, lijkt wel zeer waarschijnlijk, en ligt geheel in de lijn van het vooropgestelde doel van de inrichters. Mac Keon zegt overigens uitdrukkelijk, dat het er minder op aan komt ieder woord zorgvuldig te definiëren, dan wel een tekst samen te stellen, die ongeveer de mening van de deelnemers zou weerspiegelen. Wanneer men eerst een algemene kijk zou hebben over de opvattingen der verschillende deelnemers, zal later wel een gelegenheid worden gevonden om de betekenis en de | |
[pagina 419]
| |
interpretatie der aangenomen teksten aan een zekere rechtseenheid te onderwerpen.Ga naar voetnoot1. Hiermee in verband geeft het Amerikaanse tijdschrift Thought een zeer uitvoerige studie onder het hoofd: 'Human Rights in a World Society'Ga naar voetnoot2.. De gehele geschiedenis, welke onder de woorden 'Rechten van de mens' sedert de Franse revolutie werd geschreven, wordt hierin overzien. Als een der belangrijkste verklaringen wordt opgenomen het deel van de Kerstboodschap van Paus Pius XII, in 1942 uitgesproken, betreffende de persoonlijke rechten van de mens: het recht om de lichamelijke en morele krachten van de mens te onderhouden en te ontwikkelen, inzonderheid het recht op godsdienstige opvoeding en onderwijs; het recht op het beleven van de godsdienst, zowel in het private als in het publieke leven, en mede te werken aan of te genieten van liefdadige werken, het recht om de huwelijksdoelstelling te bereiken, het recht op werk, het recht om de levensstaat vrijwillig te kiezen, het recht om de materiële goederen te gebruiken in zover dit recht in overeenstemming te brengen is met de sociale noodwendigheden. Aan de basis van de verdere ontwikkeling der theoretische uiteenzetting wordt de omschrijving van de rechten van de mens, zoals deze gedaan werd door Jacques MaritainGa naar voetnoot3. aangenomen. Deze maakt onderscheid tussen de rechten van de menselijke persoon als zodanig (recht op het bestaan, recht op de persoonlijke vrijheid, enz.), en de rechten van de menselijke persoon als zijnde deel van de maatschappij (recht om deel te nemen aan het politieke leven, vrijheid van vereniging), en tenslotte de rechten van de menselijke persoon beschouwd in zijn hoedanigheid van arbeider (recht op werk, recht om dit vrijelijk te kiezen). Misschien zal men zich afvragen wat de Unesco, de Uno, of de Veiligheidsraad, zullen doen, wanneer de wereldgrondwet door een Natie niet zou worden nageleefd, of wanneer in een land onrecht wordt gepleegd. Boris Mirkine Guetzevitch beantwoordt deze vraag en zegt: 'De Verenigde Naties bezitten reeds nu alle middelen om de Rechten van de Mens te verdedigen. Deze middelen worden niet gezocht in een militaire machtsontplooiing, want het zal volstaan, dat een morele en economische blokkade wordt uitgesproken tegen het land, dat de erkende rechten van de mens met voeten zou treden.'Ga naar voetnoot4. Wij beschikken ongelukkig niet over de informatiebron van Boris Mirkine Guezevitch. |
|