Streven. Jaargang 1
(1947-1948)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |||||||
De Duitse Jeugdbeweging en haar Bijdrage tot de Heropvoeding
|
A. | De historische traditie. |
B. | De sociale atmosfeer waarin de jongeren leven. |
C. | De invloed van het leiderskorps. |
Dit is de volgorde van belangrijkheid. Immers de Duitse jeugdbeweging heeft een veel bewogen geschiedenis van ruim een halve eeuw. En na de capitulatie konden de heroprichters der jeugdverenigingen dan ook putten uit een schat van ervaringen en bij de nieuwe vormgeving teruggrijpen
op de traditie. Daarom kunnen wij de factor van de sociale atmosfeer in dit geval als tweede belangrijke beschouwen. Door de catastrofe van Duitsland's val kreeg deze factor een dwingende kracht, zodoende komt de voorwaarde van het beschikbare leiderkorps op de derde plaats.
Alle drie factoren zullen nader worden bezien.
1. - De traditie. - De oorspronkelijke Duitse jeugdbeweging wilde autonoom zijn ten opzichte van de wereld der volwassenen; haar anders-zijn wilde zij uiten in een eigen stijl, een eigen jeugd-cultuur. Gaandeweg verdiepte zij het generatie-verschil tot een kloof. Zij weerde volwassenen. De 'doodsheid' van de volwassen-wereld weet zij in eerste instantie aan de rol die de organisatie daarin speelde, dus verviel zij zelf in een organisatieschuwheid, een voorkeur voor losse, structuurloze groeperingen en verbanden. De vage structuur en de pretentie ook iets te zeggen te hebben tot de wereld der volwassenen, op wier grensgebied zij leefde, bestemden deze jeugdbeweging, vooral na 1918, er toe op den duur haar oorspronkelijke onafhankelijkheid te verliezen en te verzanden in de stromingen, richtingen en politiek der ouderen. De zuiveren in de leer, die zich hiervan trachtten vrij te houden en met een slinkend getal leden nog stand hielden, verdwenen met de overigen roemloos bij de komst van het zegevierende nationaal-socialisme. Hier was het de Hitlerjugend voor jongens en Bund Deutscher Mädel voor meisjes die, vóór 31 Januari 1933 een politieke jeugdorganisatie met sterke militaire en partij-propagandistische inslag zijnde, na de Machtsübername vele nationalistische organisaties tot zich trok en zich in de loop der dertiger jaren, mede onder invloed van de duizenden, uit de oude jeugdbewegingen voortgekomen leiders, toelegde op een ontwikkeling der 'Kultur-arbeit'.
Eigenaardig blijft ook hier de koppige traditie doorwerken, die de jeugdgèmeenschap als een staat in de staat zag met eigen stijl en opvattingen, ja met eigen recht. Het leiderskorps werd tot en met de allerhoogste en meest verantwoordelijke posten steeds uit jongeren gevormd. Een figuur als Lord Baden Powell en zijn systeem van oudere leiders was ook in de H.J. ondenkbaar, evenals het dat geweest was in de tijd der Bundesjugend en Wandervögel.
Hoe plant de invloed uit deze verschillende phasen der jeugdbeweging zich voort?
Nu de Duitse jeugd zich wederom vrijwillig begint te organiseren, heeft zij een sterke behoefte aan kennis en voorlichting, en vindt die bij de oude litteratuur en bij de reeds lang volwassen geworden garde van weleer. Dit wordt aangevuld met eigen ervaringen bij de H.J., die ze nog in haar geheel doorlopen heeft.
De langs deze wegen invloed uitoefenende traditie heeft tot gevolg een herleving van de oude vormen der jeugdbeweging. In de eerste plaats ligt ook hier weer het accent bij de leeftijdsgroep van 17 jaar en ouder. Men werkt er met boekbesprekingen, lekenspelen, volksdansen, zang, Heimabende en Wanderfahrten, en er heerst een geest van onafhankelijkheid en vrijheid als in de oude bewegingen Dientengevolge is de onder-
linge samenhang binnen de regionale grotere verbanden: de katholieke, evangelische, socialistische, bündische (neutrale) en communistische, mede door de primitieve verkeersverbindingen en nijpende papierschaarste, nog vrij gering.
Dit belet van de anderen kant, dat de traditie der H.J. opnieuw opgang gaat doen. Daar was alles centraal geregeld. In de verschillende afdelingen van de Reichsjugendführung werden de programma's en richtlijnen tot in details opgesteld en doorgegeven aan de Gebietsführung in elke Gau, die wederom speciale details aanbrachten. Zo vonden in elke plaats en in elke kleine onderafdeling op dezelfde dag en hetzelfde uur de bijeenkomsten plaats, werden dezelfde liederen gezongen en oefeningen gedaan. Alles stipt volgens het centraal uitgegeven program.
Overigens zal men, terugvallend in de Duitse organisatiezucht, misschien wel eerlang toch weer dit systeem gaan aanhangen. Op het ogenblik heeft de Duitse jeugd echter veel meer de karakteriserende eigenschappen der vóór-Hitleriaanse jeugdbeweging overgenomen, dezelfde neiging tot breedsprakigheid, quasi-diepzinnigheid, formuleerkunst en een blijkbaar onverwoestbare Duitse sentimentaliteit. Ook de typerende idee van de Jugendkultur is niet geheel dood. De magische klank, die eens woorden als Wandervögel en die Fahrt of Hohe Meissner en Langemarck, voor Duitse jongens en meisjes hadden, is verstomd; voor de huidige generatie zijn dit slechts enkele historische begrippen, die hen weinig zeggen. Samenvattend oefent de traditie der oude jeugdbeweging een niet ongunstige invloed uit op de betrouwbaarheid der nieuwe Duitse Jeugdorganisaties. Deze oude jeugdbewegingen toch waren het, die een bijzondere en zeer verdienstelijke plaats hebben ingenomen in het Europese cultuurleven der eerste drie decennia dezer eeuw.
Naast het overleveren van haar oude organisatievormen is ook de invloed der oude jeugdbeweging als historische factor op de kracht van de huidige jeugdbeweging niet zonder betekenis: in Duitsland had de jeugdbeweging zich een belangrijke, misschien te belangrijke plaats veroverd in de nationale gemeenschap. Van dit bewustzijn van eigen betekenis en het nog steeds aanwezige grote crediet bij bevolking en autoriteiten profiteert nu wederom de nieuwe jeugdbeweging.
Waar de vormen niet los te denken zijn van de idealen, die er aan ten grondslag hebben gelegen en deze idealen tengevolge van het nog immer voortdurende isolement en de nationale verwarring aan een zekere bloedarmoede lijden, dreigt de grote waarde, welke in de jeugdbeweging aan haar vormen moet worden toegekend, niet tot haar recht te komen.
2. - De Sociale Atmosfeer. - Hoewel de Duitse jeugdbeweging bij haar her-ontstaan na de ineenstorting van het Derde rijk voor haar structuur en organisatievormen en zelfs voor vele van haar idealen als vanzelf teruggreep naar een oude en rijke traditie, hebben toch de tijdsomstandigheden niet nagelaten grote invloed uit te oefenen op de weder-opbloei. Behalve gezin en school (eventueel later vervangen door de beroepsomgeving) speelt bij de geestelijke groei der jeugd het resterende derde milieu,
Er zijn in het huidige Duitsland twee omstandigheden, waardoor de het werkterrein van de jeugdbeweging, een belangrijke rol. betekenis van dit derde milieu bijzonder groot wordt. In de eerste plaats: de geringe capaciteit van school en werkgelegenheid. Dit heeft tot gevolg, dat de jeugd over zeer veel vrije tijd beschikt en dus ruimschoots gelegenheid heeft tot georganiseerde activiteit, zich uitlevend in de jeugdbeweging, maar ook in bandietisme.
Ten tweede: de belangrijke factor van de geringe attractie van het huiselijk leven. Woonruimte zowel als gezinsverband hebben zeer sterk te lijden onder de gevolgen van de oorlog.Ga naar voetnoot(1) Dit drijft de jeugd nog meer naar het derde milieu, meestal de straat, de puingebergtes of het omringende platteland. Tengevolge van deze beide factoren mogen de jeugdgroeperingen zich in een bijzondere belangstelling verheugen: in de Britse zone nadert hun ledental reeds het drie kwart millioen ondanks de grote handicap van ruimte en materiaalgebrek.Ga naar voetnoot(2)
Deze kwantiteitsverhoudingen hebben echter hun kwalitatieve gevolgen: de snelle, improvisorische opbouw van het jeugdbewegingswezen is aan het peil niet ten goede gekomen: van selectie en opleiding van leidende jongeren is bij een dergelijke aanwas weinig sprake en daardoor evenmin van veel homogeniteit in de opvattingen. Anderzijds echter hebben deze moeilijke maatschappelijke omstandigheden alle jeugdbewegingen min of meer in één koers gedrongen, n.l. die der sociale verantwoordelijkheid, der sociale zorg.
Het huidige Duitsland kent legio sociale problemen, waartegenover geen of nog weinig sociale organisatie staat. Alle op dit gebied bestaande verenigingen werden als nazi-organisaties verboden en keren slechts zeer langzaam, nu op nieuwe leest geschoeid, terug: de animo bij de ouderen is nog gering.
Zoals gezegd breidden de jeugdbewegingen zich snel uit, met het gevolg, dat zij de organisaties waren, die voor diverse sociale acties in aanmerking kwamen en daartoe door de bezettingsautoriteiten zelfs werden aangezocht. Speciaal de iets oudere jongens leggen ten opzichte van hun jongere kameraadjes een groot verantwoordelijkheidsgevoel aan den dag. Het Hitlerregime, dat de jeugd voor de totale oorlogvoering en haar voorbereiding in ruime mate had ingeschakeld, heeft haar aan een dergelijke sociale houding gewend gemaakt. Wat de invloed betreft van de nationaal-politieke situatie op de jeugdbeweging moet hier kortheidshalve worden volstaan met te wijzen op het feit van de onderlinge verschillen, die het gevolg zijn van de zone-indeling en het daarmee corresponderende verschil
in opvattingen van de bezettingsautoriteiten t.a.v. het jeugdbewegingsvraagstuk. In de Russische zone spreekt dit het duidelijkst. Daar bestaat alleen de F.d.J. een soort Vrienden der Sovjetunie - jeugdbeweging, die weliswaar niet geheel en al communistisch is en bijvoorbeeld ook katholieke afdelingen telt, maar waarin de marxisten toch een leidende rol trachren te spelen.Ga naar voetnoot(1) Overigens ondervindt de Duitse jeugd in haar bewegingen de zone-indeling met haar contact-werende tendenz als een pijnlijke scheiding.
De invloed der sociale structuur op de herlevende jeugdbewegingen samenvattend kan het volgende worden gezegd: wil de heroriëntatie van de Duitse geest een feit worden, dan zal tenslotte aan de Duitse mens iets moeten veranderen, een verandering die bij de jonge generatie de meeste kans heeft. Dienovereenkomstig dienen de idealen en de daaruit afgeleide vormen te evolueren van het wereldverbeterende naar het persoonlijkheidsvormende, van maatschappijbeschouwing naar levenshouding en daardoor de voorwaarden te scheppen voor een dieper liggend godsdienstig besef en een aanknopen aan de personalistische geestesgesteldheid. In dit kader biedt de sociale situatie aan de jeugdbeweging een grote kans om zich in positieve zin te ontwikkelen al zal anderzijds haar kracht er door negatief worden beïnvloed. De illusieloze toekomst, de constante massale ellende, die op alle gebieden zich onontkoombaar doet gevoelen, vraagt van de actieve jeugd grote volharding en vasthoudendheid tegenover de door de negatieve volwassenenwereld gevormde publieke opinie.
3. - Het Leiderskorps. - De jeugdbeweging blijft tot op zekere hoogte altijd een geestelijke elitebeweging onder de jeugd, waarbinnen zowel actieve voorgangers als passieve meelopers te onderscheiden vallen: de actieven vormen de kern die de leiding neemt. Hun overtuigingen en gevoelens drukken op de jeugdbeweging vooral het stempel van de stijl, hun inspiraties vinden zij niet enkel bij hun idealen maar soms eveneens in hun sympathie voor bepaalde grote figuren. Onder de thans levenden behoren hiertoe ongetwijfeld figuren als kardinaal Faulhaber en Ds Niemöller, al heeft men in het buitenland de neiging de betekenis van de duikboot-kapiteindominee te overschatten. Waarde als navolgingswaardige persoonlijkheden voor de jeugd hebben de politieke leiders zeer weinig, namen als Schumacher en Adenauer zeggen de jongeren zo goed als niets. Van grote leidende figuren in de jeugdbewegingen zelf is nog geen sprake.
Wel wordt door de jeugd aan de boven hen gestelde oudere leiders nog al eens autoritair optreden verweten, een bezwaar dat men merkwaardigerwijs ook van geallieerde zijde hoort. Scherper echter is de tegenstelling met de Wiederausgegrabenen, de figuren van het derde plan die om de een of andere, soms duistere reden niet actief waren in het Derde Rijk, en daaruit motieven destilleren waarmee zij zich nu op de voorgrond dringen. Bij het grote tekort aan mensen die geschikt zijn voor leidinggevende functies, nu vele ambtenaren 'uitgezuiverd' zijn, maken deze heren een
goede kans. Als gevolg van hun twijfelachtige verleden liggen ze er bij de oudere generatie uit en trachten nu bij de jeugd in het gevlei te komen. Een al te doorzichtige belangstelling, die vaak tot wrijving aanleiding geeft.
De ruggegraat van het huidige jonge Duitsland vormt het legertje der actieve jeugdbewegers, zij zijn het eigenlijke leiderskorps. Men vindt ze vooral onder de middelbare schooljeugd en onder de velen, die de school reeds hebben verlaten, maar voor wie voorlopig nog geen uitzicht bestaat op plaatsing in een beroep, op een kantoor of op voldoende werk in het zakenleven. Dit reservoir wordt bovendien nog vergroot door het grote aantal van hen, die om finantiële redenen of wegens het gebrek aan docenten, laboratoria, college- of woonruimte, niet tot studie aan een universiteit kunnen komen. De gelukkigen die hierin wel slagen, de studenten, vertonen op enkele incidentele uitzonderingen na, een opvallende apathie ten opzichte van het maatschappelijk leven en houden zich afzijdig, zowel van politiek als van jeugdbeweging. Zij staan het meest gereserveerd tegenover de bezetting en alles wat deze met zich mee heeft gebracht.
De jeugdleiders daarentegen, over veel vrije tijd beschikkend, vullen deze energiek vol toewijding, met de honderd en één activiteiten, waar hun typisch Duitse zin voor arbeidszaamheid en Gründlichkeit hen onder deze omstandigheden toe drijft. Bij hen vindt men veel belangstelling voor alles wat er op dit gebied gaande is in het buitenland, en een grote appreciatie voor de democratische gemeenschapsvormen. Deze appreciatie is daarom al begrijpelijk, omdat dit de voorwaarde is voor hun zelfbewustzijn ten opzichte van de ouderen en hun betekenis in het huidige Duitse sociale leven. De Slogan dat de ouderen het verprutst hebben, is geen dode letter gebleven.
Beziet men de gehele pyramide van de hoogste geestelijke leiders tot de brede laag der talrijke actieve leidende jongeren uit de jeugdbeweging, dan moet men constateren dat deze pyramide niet geheel vrij is van innerlijke spanningen, een noodzakelijke voorwaarde voor een heroriëntatie van de Duitse mentaliteit. Een andere vraag rijst bij de bespreking van de verhouding tot andere categorieën van jeugdleiders. Hoe staan de jeugdleiders van nu tegenover die van de twintiger jaren?
Al worden vorm en inhoud van de vroegere jeugdbewegingen ten dele via de generatie van vóór 1933 naar de huidige geleid, toch wil dit niet zeggen, dat er daarom tussen de beide generaties opeens een grote geestverwantschap zou bestaan. Integendeel: 'Manchmal scheint die Verständnislosigkeit zwischen beiden Generationen unüberwindlich. Man hört dasz auf der andere Seite Frage laut werden aber man kann “der anderen Seite” nicht antworten, einfach weil eine gemeinsame Sprache fehlt'.Ga naar voetnoot(1) In ieder geval voelt de jonge generatie van nu zich vervreemd van die welke geheel uit de Weimar-republiek stamt.
Hoe staat vervolgens de jeugd van nu tegenover haar voormannen van weleer, de uitgesloten H.J. leiders die nu volgens de denazificatiebesluiten
gezuiverd moeten worden? Een eenstemmig votum contra hun wederopname in de jeugdbeweging zou misschien nog minder vertrouwen verdiend hebben dan een unaniem pro, het is echter een onderwerp van levendige debatten met vaak frisse argumenten, discussies die in veel opzichten een toon van waarachtigheid bezitten. Dat dergelijke kwesties discutabel, dus levend zijn, zegt meer dan de houding van onverschilligheid en afkeer tegenover de andere nazi-bonzen. Deze gezindheid is nog moeilijk te peilen omdat de portee van hun gedragingen en hun plaats in de nationale en internationale samenleving goeddeels buiten het bereik van het jeugdig oordeelsvermogen vallen. Anders dan b.v. in ons land ondervinden jonge mensen bij deze vraagstukken in de oudere kringen van hun omgeving veel minder positieve steun en leiding. Moet niet bijna iedere Duitse volwassene zich min of meer collaborateur voelen?
Is het dit gevoel van onvoldoende geestelijke steun te krijgen dat als oorzaak moet beschouwd worden van het verlangen naar contact met het buitenland? In het algemeen kunnen wij een tendens naar het Engelse systeem in de ontwikkeling van het jonge Duitse jeugdleiderskorps bespeuren, hoewel de jeugdleiders zelf daarentegen nog een zeer onzeker standpunt in nemen. Deze actieve jongeren zijn enerzijds bereid mee te werken en zij beschikken daartoe over tijd, energie en ambitie; anderzijds ontbreekt het hun voorlopig aan voldoende opleiding en inzicht om deze nieuwe vorm van een duidelijke en doelmatige stijl te voorzien. Als middelaars tussen idealen en vorm is men zich ook in de hoogste rangen van beider problematiek nog weinig bewust. Als bondgenoot bij de heropvoeding is dit leiderskorps ongetwijfeld een waardevolle kracht.
Doch anders dan in de jaren na het ontstaan van de oude Duitse jeugdbeweging, die ook op de wereld der volwassenen indruk maakte, richt het zich enkel tot de jongere jeugd en daardoor tot een generatie die pas na jaren aan bod komt. De positie van deze jongeren is te geïsoleerd om er meer van te verwachten. Uit de niet onvoorwaardelijke volgzaamheid ten aanzien van de ouderen, de houding tegenover het buitenland en de denazificatie in eigen gelederen blijkt, dat hier wel sprake is van een oprechte goede wil, essentiële voorwaarde voor gezonde en zuivere idealen.
4. - De Idealen en Doelstellingen. - Daar in de oude Duitse jeugdbeweging het idealisme sterk op de voorgrond trad, is het gewenst de relatie tussen idealen en jeugdbeweging niet mis te verstaan. Een jeugdbeweging schept zelden zelf nieuwe idealen, wel nieuwe vormen. Haar zin als idealistische beweging ligt in de eerste plaats in de nieuwe orchestratie, de nieuwe bewerking van reeds lang of kort bestaande, soms zelfs vergeten idealen. Er kan echter tussen de formulering en eigenlijke bedoeling van idealen in een jeugdbeweging een discordantie bestaan, waarop men voortdurend bedacht moet blijven. Vooral bij de huidige ontwikkeling in Duitsland zou men, dit niet in het oog houdend, spoedig slachtoffer kunnen worden van een ernstige misvatting. Dit zij den lezer vooraf met nadruk gezegd.
Vertonen de Duitse jeugdbewegingen in de loop der afgelopen 50 jaar overeenkomst naar structuur en vormen door de voor allen min of meer,
gelijkelijk geldende voorwaarden van traditie, sociale atmosfeer en de recrutering van de leidende kern, bij de vaststelling der idealen begint de variatie. Slechts in de Hitler-tijd werd de jeugd een centraal, zij het verwerpelijk, vastomlijnd ideaal geleerd.
Op het ogenblik is de situatie op dit gebied verwarder dan ooit. En het ziet er naar uit, dat alles meewerkt om deze heterogeniteit nog te bevorderen. De Duitse jeugdbeweging is reeds van huis uit zwak in haar ideaalomschrijving. Nu hebben daarenboven de bezetters nog hardhandig het mes in het Duits-nationale organisme gezet en verdeelden het land in zones, waarin zij, als Geallieerden, voor eigen standje propaganda maken. In een jeugdtijdschrift werden deze zones vergeleken met vier schoolklassen, waarin vier leraren ieder op eigen manier en naar eigen inzicht les geven in democratie. Met betrekking tot de jeugdbeweging betekent dit, dat ieder der bezettende mogendheden tracht eigen jeugdbewegingsvormen en idealen te recommanderen, in de Russische zone blijft het zelfs niet bij een aanbeveling. De verhouding van de jeugdbeweging tegenover de bezetter is over het algemeen goed, al voelen de jonge Duitsers vooral in de Amerikaanse en Russische zones zich zeker niet de minderen van hun instructeurs in jeugdbewegingszaken. Wat zij in de Britse zone zien van de aldaar onder militairen voorkomende Voortrekkersgroepen, is niet in staat om hun ten aanzien van hun eigen groeperingen, die over de gehele linie op een hoger cultureel peil staan, de mening bij te brengen als zouden deze de mindere van de buitenlandse zijn, integendeel.
Wanneer wij dus zien dat de democratische cultuur aldus door de bezetters aan de Duitse jeugd wordt getoond, dan rijst de vraag: hoe zit het dan met het collectieve schuldgevoel bij de jeugd? Men wil het al of niet aanwezig-zijn van schuldbesef als criterium zien voor opname in de volkerenfamilie. Hierover make men zich geen illusie, van schuldgevoel is bij de jongeren zo goed als geen sprake. Schuldbewustzijn veronderstelt een ontwaakt geweten en indien de jeugdbeweging in Duitsland ook maar enigerlei taak zou hebben dan zou dit in de eerste plaats zijn juist het helpen wekken van het geweten ten opzichte van de misdaden door het Duitse volk begaan. Men kan dit aanwezig-zijn van berouw dan ook niet als voorwaarde - sine qua non - stellen.
Want deze jeugd ziet enkel de gevolgen, mist echter nog de innerlijke vergelijkingsmogelijkheid tussen hoe het had moeten zijn, d.w.z. volgens hun ideaalvoorstelling, en hoe het nu eigenlijk gegaan is.
Deze tegenstelling schept de voorwaarde tot activering van het geweten, maar de afstand tot het verleden is zeker voor de jongeren nog te kort, terwijl de idealen noch voldoende duidelijkheid noch voldoende kracht bezitten om een dergelijke meditatie vruchtbaar te maken. Zonder een krachtig appèl op wat er nog aan Christelijke waarden in het Duitse volk leeft, zal dit onmogelijk zijn; hiervan dient de jeugdbeweging zich terdege bewust te worden.
In het algemeen beweegt het idealisme der huidige Duitse jeugd zich nationaal naar een bereidheid op te gaan in een groter internationaal geheel, wat echter bij hen nog geen prijsgeven van de nationale eenheid impliceert.
Sociaal valt onder indruk van de bittere nationale armoede een sterke neiging tot radicalisme waar te nemen. De honger naar culturele waarden lijkt bijna een geestelijke vlucht, godsdienstig tendeert ook de jeugd naar verdieping en verinnerlijking. Welke waarde men voor als nog echter aan deze verschijnselen dient toe te kennen, zal pas op den duur kunnen worden vastgesteld als blijkt in hoeverre zij onrijpe reacties of werkelijke krachten in de Duitse Jeugdbeweging zijn geweest.
5. - De Katholieke Jeugdbeweging. - Het meest einheitlich is, zeer zeker wat haar idealen betreft, de katholieke Jeugdbeweging. Wij willen aan haar dan ook in kort bestek een en ander ter illustratie releveren. Organisatorisch is zij diocesaan opgebouwd, de diocesen echter vertonen onderling zowel als inwendig nog een grote verscheidenheid in vormgeving en practisch idealisme. Over de organisatorische hoofdlijnen en het interdiocesaan contact wordt geregeld gesproken op de Hauptkonferenzen, waarvan de eerste werd gehouden te Soden-Salzmünster van 29 April tot 3 Mei 1946. Tot algemeen hoofdaalmoezenier voor het katholieke jeugdwerk in Duitsland is aangewezen Mgr. Wolker die op de abdij Altenberg bij Keulen resideert, vanouds een centrum voor de katholieke jeugd. Godsdienstig is een koers waarneembaar, welke van de vooroorlogse meer dogmatische-formalistische tendens wil afwijken naar een innerlijk bewogener levenshouding, die ook in het persoonlijke leven meer wil getuigen van de rijkdom der kinderen Gods. De ontzaglijke tragedie van de voorbije jaren heeft de godsdienstige mens voor zeer grote problemen gesteld die hem diep hebben beroerd.
Voor de jeugdbeweging biedt dit een mogelijkheid tot een loutering van idealen en daardoor tot versterking van haar innerlijke kracht. Het voortreffelijke jeugdblad Der FährmannGa naar voetnoot(1) weerspiegelt deze geest in haar schoonste uitingen, bijv. in de gepubliceerde gedeelten uit het dagboek van de op 19 jarige leeftijd gesneuvelde Konrad Deufel.Ga naar voetnoot(2)
De hiermee aangekondigde uitgave doet vermoeden dat dit fijnzinnige meditatieve werk een waardig pendant is van het meer brillante boekje van Guy de Larigaudie dat bij de Franse jeugd opgang gemaakt heeft.Ga naar voetnoot(3)
Nationaal is de katholieke jeugdbeweging zich bewust van haar grote taak en zij heeft zich dan ook op de eerste Hauptkonferenz duidelijk uitgesproken ten aanzien van haar nationale medeverantwoordelijkheid: 'Die Katholische Jugendorganisation......... sieht ihre Aufgabe auch über den katholischen Raum in das Ganze des Volkes und seiner Jugend'.Ga naar voetnoot(4) Met twee factoren heeft zij ernstig rekening te houden bij de vervulling van deze grote nationale taak welke voor het Duitse volk van beslissende betekenis kan zijn. Op de eerste plaats de mogelijkheid zich onbelemmerd door materiële noden tot de Duitse jeugd te kunnen wenden ondanks de negatieve invloed van de ellendige sociale situatie.
Want deze sociale ellende eist vóór alles de aandacht van de Duitse jeugd voor de materiële nood en plaatste het katholieke deel aanvankelijk voor een dilemma want ook daar leefde uiteraard een sterk radicalisme. Doch hoever kon men hierin gaan? De sociale maatregelen in de Russische zone maakten niet alleen indruk in het overige Duitsland, maar stelden het eigenlijk voor een fait accompli. Zou de katholieke jeugd in de conservatieve achterban moeten geraken?
Dat was een grote vraag. De oplossing heeft zich vanzelf aangeboden. Een gedeelte der C.D.U. en het Katholiek Episcopaat geven beide aan de Katholieke jeugd voldoende ideële armslag, zodat zij op sociaal-programmatisch gebied bij de andere jeugdbewegingen niet achter behoeven te staan. De radicale richting, speciaal van de Berlijnse C.D.U., sluit aan op de daad van het Duitse episcopaat, dat vrijwillig alle kerkelijke landgoederen ter beschikking stelde van een nieuwe grondverdeling en de daartoe eventueel nodige onteigening. Dat de katholieke jongeren in werkelijkheid ook deze armslag gebruiken, blijkt uit het feit, dat in de Britse zone de katholieke Jeugdbeweging de leiding heeft bij samenwerkende jeugdorganisaties.
De tweede voorname factor is het vraagstuk der kaderopleiding. Hun recrutering uit de schooljeugd die in de Westelijke zones de helft van de katholieke jeugdbeweging vormt, maakt weliswaar het leidersvraagstuk minder urgent maar stempelt haar tegelijk tot een typisch burgelijke beweging. Dit brengt met zich mee dat men er, waarschijnlijk minder echter dan in de Evangelisch-protestantse jeugdbond, rekening dient te houden met het vraagstuk van het militairisme. Theoretisch wordt het op allerlei wijze scherp bestreden, als exponent hiervoor geldt vooral kardinaal Faulhaber, die steeds een fel antimilitairist is geweest. Maar in de praktijk blijven er de vele jonge aspirant-officieren en onderofficieren uit burgelijke milieu's die in de jeugdbeweging een zekere schadeloosstelling zoeken voor wat ze gehad hebben of gehad zouden hebben. In de kleinere plaatsen hebben de oudere geestelijken nu en dan zelf de leiding en zij zijn ook niet vrij van de traditionele militair angehauchte Duitse geest.
Dit gaf vooral in het begin aanleiding tot onderlinge wrijvingen en maakt nog steeds het gevaar niet denkbeeldig dat ook deze militaire geest niet geheel buiten de jeugdbeweging zal blijven.
Een ander gevaar is, dat de opvattingen van de ouderen en het streven van de jonge ex-militairen, die meer door hun organisatorische handigheid dan door hun inspiratieve geestelijke invloed prevaleren, de figuren van groter geestelijke diepgang naar de achtergrond dringen door de neiging tot durchaus organisieren en de beweging geheel bloedarm dreigen te maken. De katholieke jeugd zal goed doen op deze beide belangrijke punten de aandacht niet te laten verslappen.
Daarnaast ware het te hopen dat de katholieke jeugdbeweging vooral tot een innig contact zou kunnen komen met de Franse, want slechts een grote geestelijke spankracht is in staat haar op den duur tot de Christelijke agens te maken, waaraan de Duitse samenleving zo zeer behoefte heeft. Wij zullen verder moeten afwachten, of aan datgene, wat wij bij de Duitse jeugd sentimentaliteit en dweepzucht plegen te noemen een naar compensatie
zoekende burgermoraal ten grondslag ligt, ofwel een waarachtig heimwee naar volmaaktheid. In het laatste geval zal de Duitse jeugd noch bij haar Engelse of Amerikaanse, noch ook voorlopig bij de Nederlandse kameraden de weg vinden tot een Christelijk idealisme van voldoende diepgang en een gelijkwaardig cultuurpeil.
Oude tradities in eigen land zijn weer aangeboord. De meisjesbeweging Der Heliand Bund en de Quickborn zijn teruggekeerd. Zo ook Neudeutschland, de Scholieren-organisatie, de Sankt Georg-Pfadfinder en de Jungscharen.
Minder dan naar de practische idealen kan men ook bij de katholieke jeugdbeweging spreken van homogeniteit naar de vorm: de nomenclatuur is nog vrij willekeurig; wat hier Pfarrjugend of Wandergruppe heet, heet in het andere dekenaat of bisdom Sportjugend of zelfs Pfadfinder. Het jeugdherbergwezen, dat in Duitsland voor alle jeugdbewegingen van meer betekenis was dan elders, begint ook in katholieke kringen wederom belangstelling te trekken, nu hier en daar weer jeugdherbergen worden opengesteld voor trekkers, in groepverband. In Beieren reeds 23 van de 81 die er in 1933 waren.Ga naar voetnoot(1)
Langzaam voltrekt zich in Duitsland het herstelproces van de Jeugdbeweging, misschien wel het snelst bij de Katholieken. Met 220.000 leden van de 680.000 van het totaal op het einde van het vorig jaar, is zij in de westelijke zones kwantitatief de belangrijkste. Kwalitatief is haar start in menig opzicht fris en hoopvol geweest, met een gezond radicalisme, zoals spreekt uit de dialoog tussen Frits, de teruggekeerde krijgsgevangene en zijn Pastoor in 'Der Fährmann'; een herontdekking van de juistheid der eeuwige jonge idealen van het Christendom.Ga naar voetnoot(2)
6. - De afgelopen twee jaren. - Voor de kennis en het goed begrip van de huidige Duitse jeugdbeweging is het niet voldoende zich te bepalen tot een beschouwing over haar idealen om daaruit de positieve waarde van een jeugdbeweging in het kader van de heropvoeding van een geheel volk af te leiden. Christelijke of sociale programma's zijn daarvoor op zichzelf waarborg noch maatstaf. De mooiste idealen, zoals bv. die van de evangelische groepen, blijven vruchteloos, wanneer datgene wat uit de traditie werd geput, de mentaliteit en samenstelling van het leiderskorps en het sociale milieu deze groepen maken tot formaties waarvan de invloed nihil of soms zelfs negatief is.
Bij enkele Bündische groepen welke inmiddels weer werden verboden, was dit laatste het geval. Op de mogelijkheid van discordantie tussen formulering en innerlijke beleving van een ideaal in de jeugdbeweging is hierboven reeds gewezen. Toch heeft de jeugdbeweging in Duitsland zich in de twee jaar die na de catastrofe zijn verlopen gunstig ontwikkeld, zij is ongetwijfeld de krachtigst groeiende beweging. Zij is in staat gebleken uit eigen kracht reeds enige kinderziektes te overwinnen en naar buiten tredend honderdduizenden jongens en meisjes tot enthousiasme te wekken.
Het grootste gevaar is op het ogenblik het isolement, waardoor vormen en opvattingen in haar kringen vaste voet krijgen die weliswaar geen direct gevaar betekenen, doch haar op zijn minst nodeloos kunnen vervreemden van de overige wereld. Dit klemt te meer omdat in de Duitse jeugdbeweging zich een proces voltrekt ten opzichte waarvan zij zich de ervaringen en inzichten van anderen zo zeer ten nutte zou kunnen maken nu haar bemoeienis zich meer dan vroeger uitstrekt over een groter deel der jeugdperiode. Deze omschakeling brengt vraagstukken met zich mee die nog afgezien van de nodige morele steun tegenover de ongunstige invloed der volwassenen pleiten voor een contact met de buitenwereld.
Cultureel heeft de Duitse jeugdbeweging het hoge peil der traditie overgenomen. Dit zal aan de jeugdbeweging van andere landen bijzondere eisen stellen, wil dit contact zijn volle effect hebben en niet omslaan in een steriel superioriteitsgevoel van Duitse zijde. Voorlopig dient het internationaal contact daarom beperkt te blijven tot de topleidingen en met voorzichtigheid te worden uitgebreid. Wanneer de jongeren zelf tot contact zullen beginnen te komen, moet worden gelet op de kwaliteit van de personen en groepjes die men hiertoe uitkiest. Hetzelfde geldt voor het voorbereidend schriftelijk contact waarnaar de Duitse jeugd reeds reikhalzend uitziet: ook dit dient centraal te worden geregeld.
Een bijzondere plaats, neemt bij dit alles het Spel van Verkennen in, ten eerste omdat zij de Duitse jeugdbeweging het best kan oriënteren bij haar koers naar een ander systeem met de accentverschuiving naar een gemiddeld jongere leeftijdsgroep. Ten tweede om de grote mogelijkheden die het biedt voor een zich in internationaal verband opgenomen voelen van de Duitse jeugd, de beste remedie tegen de dreiging van een nieuw nationalisme en de beste voorbereiding tot betere onderlinge verhoudingen.
Bij de Duitse jeugd bestaat een grote interesse voor het Verkennen. Ziet men echter hun plannen in dan wordt het duidelijk, dat ook hier het signaal 'Weest op Uw hoede' moet worden gegeven, want men wil aansluiten op het Pfadfindertum van voor 1933, dat zeer begrijpelijk door het Internationaal Hoofdkwartier niet werd erkend.Ga naar voetnoot(1)
Dit is dus een argument te meer voor gezond internationaal contact, dat deskundig en toch tactisch moet zijn en bij de jonge Duitsers in de smaak moet vallen. Wie bijvoorbeeld het bezoek van een groep Engelse jeugdleiders, meest oudere dames en heren die geen Duits kenden en cultureel slechts zeer matig geïnteresseerd bleken, aan Duitse jeugdgroepen meemaakte, ervoer welk een geheel andere voorstelling deze jonge mensen zich van een ideale jeugdleider maken.
Vooral echter in ons land, in België en Frankrijk, zal voor dit opnemen van contact met Duitsland grote weerstand te overwinnen zijn. De tegenwerpingen zullen misschien niet allen ongemotiveerd zijn, maar men kan
steeds poneren dat men door passief te blijven de zaak er niet beter op maakt, en dat voor de heropvoeding van het Duitse volk de jeugdbeweging op den duur van een bijzondere waarde kan blijken te zijn, in ieder geval voorlopig van meer waarde dan gezin en school. 'Youth is one of the most important latent spiritual resources for the revitalization of our society'.Ga naar voetnoot(1)
In gezin en school zal de jeugd over het algemeen minder gelegenheid vinden zich de nieuwe geesteshouding eigen te maken dan in haar bewegingen, want voor een wezenlijke heroriëntatie ligt de bijdrage van de jeugd vooral hierin, dat 'They will live the new values which the older profess in theory only'.Ga naar voetnoot(2)
De materiële nood en de eventuele nationale vernedering door het vredesverdrag zullen daartegen de grootste tegenkrachten blijken te zijn, en in hoeverre de jeugdbeweging hiertegen zal kunnen oproeien is nog een open vraag, niet voor de eerste jaren maar voor de tijd daarna als ook het 'andere' Duitsland zich weer zal durven te roeren en de internationale verhouding het hiertoe in staat zal stellen.
Ten aanzien van het vraagstuk van de bemoeienis met de jeugdbewegingen vertonen de diverse officiële diplomatieke instanties een allengs onverantwoordelijk wordende laksheid en ongehoord gebrek aan begrip. Met enige fantasie en heel bescheiden middelen echter bezit het buitenland hier de mogelijkheid tot een geestelijke export, die voor de toekomst uiterst vruchtbaar kan worden.Ga naar voetnoot(3)
- voetnoot(1)
- Merkwaardig is, dat tot de snelle opbloei van de oude jeugdbeweging naast het verzet tegen het schoolwezen met zijn Pruisische drilmethoden ook een soortgelijke reactie tegen de gezinssfeer heeft bijgedragen, waarvan de Pruisische inslag ons Nederlanders indertijd soms zelfs bij Joodse emigranten is opgevallen.
- voetnoot(2)
- In de Amerikaanse zone bedroeg het aantal groeperingen op 1 Sept. 1946, 2545 met 247.000 leden. In de Russische zone telde de enige erkende organisatie de F.d.J. op het einde van 1946, 440.000 leden.
- voetnoot(1)
- Blijkens krantenberichten zijn onlangs enige jeugdleiders gearresteerd (Times, 25 Maart 1947.)
- voetnoot(1)
- Der nächste Schritt, Juli 1946 Lüneburg.
- voetnoot(1)
- Uitgave Christoforus Verlag, Herder, Breiburg i. B.
- voetnoot(2)
- Der Fährmann, Nov. 1946.
- voetnoot(3)
- Etoile au grand large, ed. Du Seuil.
- voetnoot(4)
- Bericht an die Diözessen, Mei 1946 pag. 9.
- voetnoot(1)
- Der Grosze Jäger, 1947 pag. 39.
- voetnoot(2)
- Nov. '46 en Jan. '47.
- voetnoot(1)
- Het voorlopig ontwerp van de 'Bund Deutscher Pfadfinder' van 1947 bijv. wil patrouilles van 15 tot 20 jongens. Welpenleeftijd (Wölflinge) is van 12 tot 15 jaar, daarna 'Knapen' tot 20 jaar. De diversen overgangseisen zijn willekeurig en sluiten in bijna geen enkel opzicht aan bij de officiële Internationale.
- voetnoot(1)
- Diagnosis of our time, Karl Mannheim, 3e dr. pag. 46.
- voetnoot(2)
- id. pag. 33.
- voetnoot(3)
- Ook elders ontwaakt de belangstelling hiervoor, in Esprit (Mrt '47) verscheen een pleidooi voor een positieve Duitsland-politiek en daarop aansluitend een bijdrage over de Duitse jeugd met vrijwel gelijke strekking als in het bovenstaande is neergelegd.
'C'est le rôle des mouvements de jeunesse, qui pourraient avoir une place de premier plan dans l'avènement d'une jeune démocratie' (H. Humblot pag. 391).