| |
| |
| |
De Kerk in Spanje en Portugal
door L. Arts S.J.
De vreemdeling die thans het Iberisch schiereiland betreedt, langs Irun, of Port-Bou, of Valencia de Alcantara, komt dadelijk voor een groot nieuw stenen kruis te staan: het plaatselijk monument ter ere van de slachtoffers van den burgeroorlog, en tevens het teken van de nieuwe orde. Het nieuwe Spanje staat klaar en duidelijk, bijna grimmig, in het teken van het kruis. Geen kruis met gebroken armen als in Duitsland, noch een kruis met platte boorden als in Dolfuss-Oostenrijk, noch een kruis met dubbelen dwarsboom als in Lorrijnen; maar het simpele, duidelijke katholieke kruis.
Dit kruis is immers het zuiverste teken van de Hispanidad. Op den hoogsten top van het koninklijk paleis te Madrid, troont boven troon en kroon datzelfde kruis. Een vreemdeling, vooral wanneer die uit Frankrijk komt, zal wellicht even verrast of misschien zelfs geërgerd zijn de echte Spanjaard, ook al heeft hij zijn geloof verloren of sedert jaar en dag de katholieke praktijk verwaarloosd, vindt dit kruis vanzelfsprekend. Hoogstens zal hij zich misschien afvragen of dit kruis zijn armen uitsteekt, ook over de gesneuvelden van de linkerzijde.
Voor den doorsneelezer is Spanje en Portugal, wellicht nog meer dan Italië, het katholieke schiereiland: het land van kerken en kloosters, van Fatima en Montserrat, het land van de heiligen, van Theresia en Ignatius, van Vincentius Ferrier en Jan van het Kruis. Daar is inderdaad wellicht geen ander volk ter wereld, waar het katholicisme zo diep in 't bloed is doorgedrongen, geen land waar het als het ware met de lucht wordt ingeademd. Het bewustzijn van de Spaanse natie is ontwaakt, gegroeid en gestaald in en door den kamp tegen de Moren, tegen de heidenen. Behalve de Arianen (maar toen bestond er nog weinig of geen Spaans bewustzijn) hebben de Spanjaarden nooit ketterijen te bestrijden gehad. Toen het Concilie van Trente, tegen de protestantse Reformatie, de Katholieke hervorming doorvoerde in Europa, bleven de kroonlanden van de zeer christelijke Habsburgers in Spanje en Oostenrijk, en ook in Zuid-Amerika van die: hervorming
| |
| |
gespaard. Deze gebieden hadden, althans naar de mening van de zeer christelijke vorsten, geen hervorming nodig. Zo is het gedeeltelijk te verklaren, dat hier toestanden en wantoestanden bleven voort heersen, zoals wij er ten onzent alleen in de late Middeleeuwen hebben gekend.
Deze diep-gewortelde katholieke traditie is ontegensprekelijk een eer, een heil en een voorrecht van de Spaanse landen: maar meteen is zij ook een gevaar, en de diepe oorzaak van hun zwakheid en achterlijkheid.
Het Iberisch schiereiland, de hoge citadel van het katholicisme, is twee eeuwen lang ook een bolwerk van liberalisme geweest: virulent in het Portugal van Pombal; minder hevig maar niet minder diep in Spanje. Twee eeuwen lang werd de politiek en de kultuur, het private en het openbare leven, de wetenschap en de staatsmacht, de burgerij, de adel en het volk, doordrongen en doordrenkt met liberalisme en vrijzinnigheid, of zelfs met hevig en vinnig anti-klerikalisme. In Portugal brak de vervolging uit in 1910; in Spanje brandden kerken en kloosters in 1936.
Wie thans het nationalistisch Spanje en Portugal rustig doorreist, en hier en daar nog de puinen ontwaart van uitgebrande kerken en kloosters, vraagt zich telkens af: hoe zijn die ontzettende uitbarstingen van wilden haat mogelijk geweest, hier, in een katholiek land? Op deze vraag zou zeer veel te zeggen zijn; maar de laatste en diepste oorzaak van het verschijnsel moet o.i. twee- of zelfs vijfhonderd jaar terug gezocht worden. Spanjaarden en Portugezen met een zekere ontwikkeling begrijpen vrij gemakkelijk hoe die uitbarstingen mogelijk waren. Sociale wantoestanden lagen hier opgestapeld als droog poeder, zowel op den buiten als in de steden: tartende tegenstellingen tussen onmatige rijkdom en schreeuwende armoede; krasse onwetendheid op elk gebied bij een massa ongeletterden; bijna volkomen gemis aan de meest elementaire sociale organisatie; ophitsing van het buitenland; de aanwezigheid van de vreemdelingen-legioenen aan beide zijden, hebben voorzeker de hevigheid en de bitterheid van den strijd verhoogd, en den duur ervan verlengd. Voeg daarbij den vulkanischen aard van het Iberisch karakter: een explosief mengsel van warm bloed, felle zon en sterke drank. Eindelijk de bedwelming van den strijd zelf: machtsroes bij de jonge nieuwe meesters, en voor de massa de feërie van laaiende branden, en de prikkelende geur en kleur van bloed. Dit alles samen verklaart heel wat uitbarstingen en revoluties in dit vulkanisch schiereiland. Toch blijft het een raadsel hoe dit bij uitstek katholiek volk zijn
| |
| |
priesters en kloosterlingen bij tienduizenden doodmartelde, kerken en kloosters bij honderden moedwillig in brand stak. Dit is eerst grondig te verklaren, wanneer men het speciaal soort van katholicisme onderzoekt, dat hier door twee eeuwen liberalisme geschapen werd.
| |
Van Pombal tot Salazar.
Pombal heeft diep en sterk het stempel van zijn genie op het moderne Portugal gedrukt. Hij is een zeer omstreden figuur: hij moet in elk geval een man van talent, misschien wel een man van genie geweest zijn; maar dan was het zeker een satanisch genie: de voorloper van de Franse revolutie; een typisch produkt van het achttiende eeuwse Portugal. In het zonnig stadje Pombal, waar hij geboren werd en waarnaar hij later Markies van Pombal werd genoemd, troont zijn borstbeeld in een vreedzaam prettig tuintje, temidden van cypressen en palmbomen. Men vraagt zich af hoe in deze rustige vrome omgeving zulk een geest kon ontluiken. Even buiten het stadje, op de steile rots, hoog boven het oude vervallen kerkje uit, troont en waakt, grimmig en trots de oude citadel. Te Lisboa in het hart van de stralende en pralende hoofdstad, prijkt zijn beeld te voeten uit, hoog op zijn voetstuk. Die heerlijke, enig-mooie moderne hoofdstad is zijn werk. Met het bezit van onteigende kerken en kloosters bouwde Pombal, na de aardbeving van 1785, het moderne Lisboa, met zijn straten in winkelhaak, zijn heerlijke tuinen en lanen en pleinen, met zijn bloemen en palmen. Het is ontzettend te constateren hoe 'grondig' het werk van dezen antiklerikaal geweest is. De revotionnairen van 1910, zowel als de wrokkende vrijzinnige universiteitsprofessoren of de saboterende communistische arbeiders nu, zijn authentieke zonen van zijn geest. De grote onsterfelijke tegenstrever van Salazar is en blijft de oude markies.
Wel ging het achttiende eeuwse katholicisme van Portugal gebukt onder den last van vele eeuwen en zwakheden. Pombal heeft de Kerk in Portugal lam gelegd om haar daarna volkomen afhankelijk te maken van den liberalen staat. De Portugese clerus, door de regering benoemd, toonde zich meer bezorgd om de regeringen in het gevlei te komen, dan om de richtlijnen van Rome te volgen. Het onvermijdelijk gevolg was een deerlijk verval. Portugal geraakte op religieus gebied nagenoeg op het peil van Frankrijk. Het volk werd langzamerhand heidens: in Lisboa waren ongeveer 40% van de mensen niet gedoopt. Nu nog blijven kerken gesloten bij gemis aan priesters om ze te bedienen. De
| |
| |
heerlijke votiefkerk van de Hieronimieten te Belem, bij Lisboa, wordt bediend, of juister gezegd bewaard, door een tachtigjarigen prelaat, die verantwoordelijk is voor 18.000 zielen die tot de parochie behoren. Op het platte land moet vrij-algemeen één priester instaan voor vier tot acht en negen dorpen. Anderzijds telt men ettelijke adellijke families die er een huispriester op nahouden. De kloosterorden, door Pombal met tak en wortel uitgerukt, zijn tot op heden nog niet heropgebloeid, en schijnen in Portugal moeilijk te aarden. Het schoolregiem is nog tamelijk achterlijk. Het lager onderwijs bestaat uit vier studiejaren, en wordt meestal door dames gegeven. In den zomer vooral is het absenteïsme nog vrij aanzienlijk. De intelligenza, aan liberale universiteiten gevormd, was nog al diep aangetast. Alleen de universiteit van Coimbra had de katholieke tradities hoog gehouden. Tengevolge van de koerswending van Salazar moesten meerdere professoren verbannen, geweerd of op pensioen gesteld worden.
De inzichten voor de toekomst zijn ontegensprekelijk gunstiger. De kleine seminaries - want nagenoeg alle priesters worden van kindsbeen af opgeleid in kleine seminaries - zijn thans beter bevolkt, en de vorming is er degelijker. Toch blijft de clerus, behalve aan zijn aanzienlijk numeriek tekort, nog lijden aan een soort minderwaardigheidskomplex: gemis aan initiatief, aan durf, aan doorzicht. Een vreemdeling kenmerkte hem vrij juist als 'goede kinderen'. De achting van de ontwikkelden voor den doorsnee-priester is eerder gering te noemen.
Het volk, in de steden vooral, is grotendeels volslagen onwetend, en tengevolge daarvan, a-moreel en a-religieus. De jeugd, de volksjeugd vooral, is erg verwaarloosd. De nieuwe orde, met haar hogere christelijke idealen, heeft enkel zeer geringe kernen geraakt. Uiterlijk geeft het volk weinig aanstoot: blijkbaar is de vrouw hier minder geëmancipeerd dan bij ons: vreemdelingen vinden haar houding en gedraging doorgaans minder uitdagend of ergerlijk dan in onze gewesten. De schooljeugd leeft op straat: kranten en loterijbriefjes worden bijna uitsluitend rondgevent door knaapjes van 12 of 13 jaar.
De politieke omwenteling door Salazar ingeluid, heeft ontegensprekelijk voor de kerk onmetelijke mogelijkheden geschapen. Officieel is alles katholiek; de moeilijkheid is echter, zowel voor de regering als voor de kerk, bekwame en betrouwbare mensen te vinden om die mogelijkheden uit te buiten, en die kaders te vullen. Zo werd b.v. het godsdienstonderricht verplichtend in alle lagere en middelbare scholen alsmede in de jeugdorganisaties van
| |
| |
de partij. Maar wie zal het verstrekken? Katholieke normaalscholen zijn er niet. Zo moest men in de middelbare scholen te Lisboa, voor het godsdienstonderricht priesters aanstellen, die ofwel te oud waren, ofwel overlast met parochiële of andere bezigheden; met het jammerlijk gevolg dat in vele gevallen de godsdienstcursus elken ernst en prestige miste.
Salazar behield de scheiding van Kerk en staat. Dit heeft sommigen in het buitenland, en ook priesters in het land, verwonderd of geërgerd. Toch bleek het een wijze en de enig-mogelijke oplossing te zijn. Enerzijds zou het voor de kerk in Portugal een bedenkelijke zegen wezen, werd zij ineens weer in het genot gesteld van al hare vroegere voorrechten en bezittingen. Anderzijds moet Salazar steeds rekenen met het ondergronds verzet van het binnenlandse en buitenlandse antiklerikalisme: van de liberale loge die uit haar machtposities verdreven werd, en van het atheïstisch communisme, dat er nog steeds op uit is de sociale wantoestanden bij het volk, en de ontevredenheid van vele bedienden en middenstanders uit te buiten voor zijn revolutionnaire doeleinden. Nog steeds is scherpe waakzaamheid geboden en moeten soms harde en voorbeeldige straffen toegepast: dit jaar nog werden, naar aanleiding van stakingspogingen, op de scheepstimmerwerven van Lisboa, van de 2500 arbeiders, 1200 ontslagen. Ongeveer tegelijkertijd werden vijf professoren van de universiteit van Lisboa afgezet en op pensioen gesteld.
Blijven kerk en staat juridisch gescheiden, het hoofd van de kerk, de jonge en ijverige patriarch van Lisboa en het staatshoofd werken in volmaakte verstandhouding, al voelen beiden hoe hun plannen en pogingen ten dele verijdeld worden door het gemis aan gave hulpkrachten. Van de regering kan de kerk elke hulp en elken steun verwachten, die haar werkelijk dienstig kan zijn; harerzijds schenkt de kerk onverholen aan de regering den vollen steun van haar zedelijk gezag. De heiligverklaring van Johannes de Britto, een Portugees Jezuïet, was een nationaal feest: heel de plechtigheid te Rome werd over de officiële zenders uitgezonden. Een feitje kenschetst de verhoudingen tussen kerk en staat; een deel van het patriarchaal seminarie van Lisboa was sedert jaar en dag bezet door een rijkslyceum. Salazar bouwde een mooi nieuw lyceum; zo dat het seminarie, zonder veel omhaal van wetten en teksten, vrij gegeven werd voor het patriarchaat.
Wat Portugal op het ogenblik, zowel politiek, sociaal als zedelijk en religieus zou baten is een grondige 'durchmissionnierung'. Helaas! hiervoor ontbreken vooralsnog de nodige werkkrachten, en wellicht ook de werkkracht. Ook lijkt de huidige
| |
| |
generatie hiervoor nog niet vatbaar. Een poging tot een algemene missie in Lisboa vorigen winter is jammerlijk mislukt.
Ondertussen wekt het wonder van Fatima in heel het land een grote hoop en een zekere beroering. Al boekt men totnogtoe te Fatima zelf geen opzienbarende en wetenschappelijk controleerbare wonderen, het verschijnsel van Fatima is op zichzelf een niet minder verbazend wonder dan de verschijningen zelf. Wat den vromen bedevaarder te Fatima treft is het zuiver-religieus, het bijna ascetisch karakter. U moet om te beginnen twee of drie uur klimmen, langs een slingerbaan die thans tot kruisweg herschapen is, om het uiterst-verlaten oord van de Cova de Iria te bereiken. Ter plaatse zelf zijn thans meerdere kleine kloosterkes opgebouwd; maar geen enkel hotel. De bedevaarders worden zoveel mogelijk ondergebracht in twee grote 'gasthuizen', die uiterst eenvoudig maar keurig in orde gehouden worden door zusters, en beheerd door den ouden bisschop van Leiria. Die hospitalen leven van vrije, overigens milde giften en aalmoezen.
Wie den vromen volkstoeloop, vooral op de grote bedevaartdagen aanschouwt, zal niet langer twijfelen aan de echtheid van de verschijningen, en al evenmin zin hebben om lange discussies te houden over het essentiële en de min of meer vreemd-aandoende bijkomstigheden van de gebeurtenissen. Onze Lieve Vrouw van Fatima wekt in elken Portugees het oude christendom weer op: zijn ingeboren liefde en godsvrucht voor Nossa Signora. Toen het genadebeeld te Lisboa werd rondgedragen, enkele maanden terug, waren minstens een half millioen geestdriftige toeschouwers van stad en omgeving op de been. Bij de gelovige Portugezen groeit de devotie tot O.L. Vrouw van Fatima uit tot het bewustzijn van een wereldzending: zij willen met het genadebeeld heel Europa doorkruisen. Op dit ogenblik heeft het genadebeeld de gesloten Frans-Spaanse grens overschreden: een stroom van geestdrift heeft van beide kanten der grens de politieke barrikaden doorbroken. De stoet beweert geen halt te zullen maken voor het stalen gordijn. Zal de Koningin van de vrede doordringen in Rusland? Wie weet? Mochten de verwachtingen van de vrome bedevaarders verwezenlijkt worden voor de glorie van Maria en voor het heil van het Russise volk. Fatima bewijst eens te meer en op wonderbare wijze hoe God het kleinste en zwakste kan gebruiken om het grootste en machtigste uit te werken. Zal het kleine, verzwakte Portugal, dat eens met zijn koloniale expansie de blijde boodschap naar de oude heidenen droeg, nu andermaal de boodschap en den wereldvrede dragen naar onze moderne heidenen?
| |
| |
God weet het en God geve het. Ondertussen verwachten de bisschoppen en de christenen van Portugal van Fatima op de eerste plaats een heropleven van het oude geloof in het hernieuwde vaderland.
| |
Hispanidad en christendom.
Menigmaal is Portugal in de geschiedenis Spanje voor geweest: het lijkt of het kleine land bij de zee gevoeliger en ontvankelijker is voor wereldstromingen. Portugal maakte zijn goddeloze revolutie door in 1910, voor den anderen oorlog. Spanje onderging zijn krisis in 1934-39. Ook in het herstel is Salazar Franco voor geweest.
Vergeleken met Portugal is Spanje een groot land, met nogal sterk gemengde bevolking en zeer verscheiden en afgebakende gebieden: daarom is het veel lastiger te regeren en minder beweeglijk dan Portugal. Toch lijkt het katholicisme er dieper met de lucht en met het bloed vermengd te zijn dan in Portugal: waarschijnlijk wel omdat die lucht minder bewogen en het bloed zuiverder gebleven is. Kultureel, b.v. in zijn architektuur is het katholicisme van Spanje wellicht minder schitterend en pralerig dan in Portugal; toch staat het hoger en zit het dieper. Over het algemeen is de religieuze toestand, bij volk en clerus, er beter dan in Portugal. Franco is zeker minder knap en schrander, minder voorzichtig en soepel dan Salazar; in diepe vroomheid en stevig geloof hoeft hij zeker niet onder te doen voor zijn Portugesen collega. De persoonlijke vroomheid van deze twee grote katholieke voormannen, typeert enigszins de religieuze psyche van beide volkeren. De Spaanse katholiek is heviger, feller, fanatieker, soberder ook en steviger; maar ook minder soepel en hoofs dan de, Portugese geloofsgenoot: wellicht is hij ook dieper, ernstiger, tot het grimmige toe.
Ook in Spanje was de katholieke kultuur, op sociaal gebied vooral, ten achter. Voor de revolutie van 1934 stonden tegenover meer dan twee en een half millioen links-gesyndikeerden, amper 60.000 arbeiders christelijk gegroepeerd. Sedert tientallen jaren had Rome de kerk in Spanje gepraamd en aangezet om christelijk sociale werken op te richten. Vergeefs! Het leek de katholieke leiders in Spanje doelloos: immers, in hun land was alles katholiek: de pers en de school, de adel en de koning en ook de arbeidersstand: waren de meeste werklieden niet sedert jaar en dag opgeschreven in de congregatie?
Onder het uiterlijk vertoon van dit traditionele en populaire
| |
| |
katholicisme, ontwikkelden zich gevaarlijke sociaal-economische wantoestanden. Op het platte land sloofden landbouw-proletariërs zich af om het karige brood, terwijl de grote eigenaars, in heerlijke stadspaleizen hoofs en luisterrijk, en overigens ook 'katholiek' leefden. Het haast-ongelooflijk ellendig uitzicht van vele dorpen, steekt scherp af tegen de pralerige weelde van de steden.
De meeste en voornaamste bisdommen leden, voor de revolutie reeds, aan priester-tekort. Ook in Spanje geschiedt de recrutering van den clerus haast uitsluitend langs de kleine seminaries. De clerus vertoonde weinig socialen ijver. De meeste vrije instellingen, b.v. al de vrije scholen, waren aangewezen op de liefdadigheid van aanzienlijke en overigens vrijgevige families. Zelfs nu nog, onder het Franco-regiem, wordt geen enkele volks- of vakschool door den staat gesteund. De idee van een staatssubsidie aan vrije instellingen komt niet eens op, en zou eventueel ook door de katholieke regeerders worden afgewezen. Zowel als in Frankrijk hebben hier twee eeuwen liberalisme het staatsmonopolie van de Universiteit tot een politiek axioma gemaakt.
De revolutie heeft in de reeds dunne rangen van den clerus verschrikkelijke slachtingen aangericht. De koerswijziging van Franco heeft, ook aan vele katholieke sociale leiders of politieke voormannen (nationalisten van Catalonië of Biskaie), intellectuelen en priesters zelfs, het leven of de vrijheid ontnomen, of althans hun bedrijvigheid stil gelegd. Daarenboven eisen de vele partij-organisaties en politieke administraties vele gave katholieke krachten op.
| |
Het Franco-regiem en het nationaal socialisme.
Het is opvallend te zien hoe het Franco-regiem, in zijn politieke, sociale, kulturele en administratieve instellingen het Nationaal-Socialisme bijna slaafs gecopieerd heeft. Men kan bezwaarlijk veronderstellen, dat de invloed van Duitsers hier enkel onrechtstreeks zou geweest zijn; heel het apparaat draagt onmiskenbaar en onverholen het stempel van zijn oorsprong. Salazar is tegenover het fascisme veel onafhankelijker en persoonlijker geweest.
En toch beweert het Franco-regiem radikaal van het Nationaal-Socialisme te verschillen. Dit is inderdaad het geval; ondanks de uiterlijke gelijkenissen is de geest totaal verschillend. De weltanschauung die hier alles bezielt is de Hispanidad: dit betekent op de allereerste plaats: katholicisme. In dezen zin verschilt het Spaans regiem zo sterk van het N.-S., als Franco van Hitler.
| |
| |
Heel scherp en nadrukkelijk hebben de Spanjaarden de N.-S. weltanschauung van het politiek apparaat onderscheiden. Een volbloed nazi zal al even sterk gehinderd en geërgerd worden door dit katholicisme als een Franco-partisaan door het racisme van Rosenberg. Of de Phalanx volkomen gevrijwaard is gebleven van den heidensen invloed van het N.-S. mag een vraag blijven. Maar in de mate dat zij zich door dezen geest liet aantasten, lijkt zij thans voor het Spaanse volk onsympathiek en onassimileerbaar. Men mag op het ogenblik den invloed en het belang van de Phalanx niet overschatten. Haar verdienste bij de bevrijding wordt erkend, maar sympathiek is zij niet, evenmin bij het volk als bij het leger. Het grimmig en stram gedoe van de Phalangisten stoot eerder af, als niet-Spaans en uitheems. De nuchtere Sancho, die in elken Spanjaard voortleeft, haalt de schouders op voor den verren naneef van Don Quichotte. Spanje's traditioneel symbool is nu eenmaal geen bloedige arend of geen briesende leeuw, maar een bruine beer: die kan ook wel eens woest worden, doorgaans laat hij zich wel makkelijker behandelen.
De nazis die werkzaam of behulpzaam waren in de Spaanse organisaties, zagen dit katholicisme aan als een der tekenen van achterlijkheid van het Spaanse regiem. Feitelijk heeft deze christelijke geest het Franco-regiem in zijn practische toepassingen veelal gemilderd, en de niets-ontziende voortvarendheid van het Nationaal-Socialisme steeds in toom gehouden.
Wat de kerk onder het Franco-regiem bedreigt is niet antiklerikalisme, maar misschien wel klerikalisme. Het heeft namelijk voor de kerk in Spanje onmetelijke mogelijkheden geschapen. In al de politieke, sociale, kulturele organisaties van partij en regiem, worden priesters als geestelijke en zedelijke adviseurs gevraagd, gewenst en aanvaard. In Juni ll. congresseerden 180 aalmoezeniers van de Phalangisten te Montserrat. Aan alle universiteiten doceren priesters godsdienst en zedenleer. Een Jezuïet bestuurt op het ogenblik het muziekconservatorium van Madrid. 160 Priesters bieden geestelijke en zedelijke hulp in de Auxilio Social (de tegenhanger van de Duitse Winterhilfe): sedert April 1944 konden zij in de homes van Moeder en Kind 49.341 doopsels toedienen, 273.890 eerste communies uitreiken, 26.748 huwelijken regulariseren, 210.087 kinderen catechiseren, en daarbij 50 priesterroepingen, oogsten (vermoedelijk candidaten voor de kleine seminaries). Waar het Frente de Juventud actief is, vindt men doorgaans een priester als bezieler. De Obras sindicales (de Spaanse repliek van het Arbeitsfront) vragen priesters, om in haar kaders sociale, zedelijke en zelfs apologetische en religieuze conferenties te geven.
| |
| |
De sociale doctrien van het regiem is de leer van Rerum Novarum en Quadragesimo anno. In 1946 waren 157 kerken en katholieke scholen op staatskosten heropgebouwd, en 201 in aanbouw. Honderden en zelfs duizenden arbeiders van de spoorwegen, waaronder vroeger het communisme en anarchisme zijn talrijkste en vurigste aanhangers telde, hebben in de twee laatste jaren een gesloten retraite meegemaakt. Priesters en kloosterlingen kunnen, als zij een zendingsbrief van hun oversten kunnen tonen, 40% prijsvermindering bekomen op de spoorwegen, enz.
De grote moeilijkheid op het ogenblik is al die mogelijkheden voor het katholicisme te benutten, en mensen te vinden om al die posten te bezetten. Doorgaans was de Spaanse clerus voor deze sociale taken gebrekkig voorbereid. En toch beweren de beste sociale leiders onder de priesters, dat er vroeger meer aan sociaal werk werd gedaan dan nu. Nu gaat alles te gemakkelijk. Staat en partij bedisselen alles en bekostigen alles. De arbeiders en de priesters krijgen alles gaar en klaar voorgeschoteld. Er is een massa arbeid uit te voeren; maar voor persoonlijk initiatief en inspanning is er weinig plaats. De sociale kamp, die vroeger wel eens in ordeloze anarchie en heilloze revolutie ontaardde, is nu vervangen door een soort spiegelgevecht; men heeft den indruk te strijden tegen draken, die in een kooi zitten, of storm te lopen tegen open deuren.
Onverholen betuigt de kerk, bij monde van priesters en bisschoppen, haar erkentelijkheid en haar trouw aan het regiem. Voor het laatste referendum werd in alle kerken een brief van de bisschoppen voorgelezen, om de katholieken te wijzen op hun gewetensplicht aan de stemming deel te nemen, en ja te antwoorden. Wat veruit de meeste katholieken dan ook zullen gedaan hebben, met oprechte overtuiging, maar zonder eigenlijke geestdrift. Daar zijn immers nog teveel verse wonden en te veel onvermijdelijke wantoestanden om met onvermengde gevoelens 'ja' te zeggen.
Niet iedereen ondervond van het regiem zoveel weldaden als de katholieke kerk. Catalaanse en Baskische nationalisten zwijgen, maar lijden; bloedverwanten van gefusilleerden, verbannenen of geïnterneerden laten zich moeilijk verzoenen. Zakenlui die door de officiële administraties werden verongelijkt, of bedienden die hongerlonen trekken, voelen zich minder geneigd om te juichen. Op economisch en sociaal gebied is de politiek van de regering niet altijd zo handig en gelukkig geweest als op het terrein van den godsdienst. Daarbij worden de voordelen aan de kerk geschonken,
| |
| |
door vele oude vrijdenkers en anti-klerikalen aangezien en aangevoeld als tergende en uitdagende voorrechten.
Dit alles kan niemand verwonderen. Een volk uit de diepte langs hoogten opvoeren is altijd en overal een ondankbare taak. Op het ogenblik voelen de meesten meer de offers die het nieuwe regiem van hen vraagt dan de voordelen die het biedt. Wellicht is de regering wat al te kwistig geweest met beloften en toekomstvizioenen: dit is onvermijdelijk, vooral in een autoritair en populair regiem. Daarenboven waren die beloften van de regering niet ongegrond: maar zij sloegen op een verdere toekomst, en konden alleen door edelmoedige offers van het heden verwezenlijkt worden. Had de tweede wereldoorlog het herstel van de naweeën van den burgeroorlog niet vertraagd, menige belofte zou waarschijnlijk reeds ingelost zijn. Tot slot heeft het internationaal gestook van vrijmetselaars en communisten den op- en uitbouw van het nieuwe regiem in Spanje op allerhande wijzen gedwarsboomd.
Op het ogenblik nochtans schijnt het Franco-regiem wel stevig in het zadel te zitten. Het jongste referendum is hiervan wel een bewijs. Sommige nationalisten hebben den uitslag van het referendum willen opblazen tot een weergaloze triomf: dit lijkt ons overdreven; cijfers zijn niets meer dan cijfers, en stemmen openbaren nog de stemmingen niet. Toch is het referendum meer geweest dan een plechtige comedie. Een aanzienlijke meerderheid, en het beste deel van de natie aanvaardt het huidig regiem als de enig-mogelijke oplossing op het ogenblik. Alleen onverantwoordelijke avonturiers, vooral in het buitenland, kunnen zich bekwaam achten om de successie met meer succes over te nemen.
Toch blijft, voor wie enigszins vooruitziet, de vraag gewettigd: 'zou vroeg of laat, door inwendige of buitenlandse drijverijen, de regering omslaan, wat dan?' Op deze vraag antwoorden jongeren boutweg: 'Onzin! onmogelijk! die vraag is zonder grond. Overigens in Spanje is alles katholiek'. Die zelfzekerheid, na alles wat er gebeurd is, doet wel enigszins tragisch aan, en typeert de geestesgesteldheid van een deel der katholieke bevolking. Ouderen, die de prae-revolutionnaire tijden hebben meegemaakt, antwoorden minder voortvarend. Momenteel vrezen zij geen omkeer: en zij hopen, dat het regiem mettertijd zal evolueren in een democratischen zin. Ondertussen trachten zij van de aan de kerk geboden voordelen een zo nuttig en bescheiden mogelijk gebruik te maken. Die bescheidenheid lijkt hun ook geboden, om elken vorm of schijn van klerikalisme te vermijden. Typerend is doorgaans de reactie van de werklieden, wanneer priesters-voordrachtgevers in het kader van de officiële organisaties spreek- | |
| |
beurten gaan houden. De werklieden komen doorgaans vrij goed op: vooral op den buiten. Zij luisteren aandachtig; maar zeggen en vragen weinig of niets. Van eigenlijke geestdrift is zelden of nooit een spoor.
Spanje kan enkel leven en gedijen onder een katholiek regiem: twee eeuwen liberalisme hebben het gevoerd naar den afgrond van anarchie en revolutie. Maar dit katholiek regiem zal pas stevig gevestigd zijn, wanneer het steunen kan op een gezond-christelijk volk. En dit veronderstelt een grondige, alzijdig vertakte katholieke aktie, in alle standen en op elk gebied. Zij alleen kan en moet den geest en de ziel scheppen die het regiem levend en leefbaar maakt. Van officiële zijde zal aan de katholieke aktie niets in den weg gelegd worden: integendeel: alle kaders staan open en vragen dringend om geestelijken invloed. Nu blijkt het voor echte katholieke aktie wel enigszins ongunstig, te moeten werken in vreemde kaders, die daarbij dikwijls en onvermijdelijk ook politieke kaders zijn. Daarenboven, om katholieke voormannen te vormen, die als kernen in de officiële kaders kunnen werken, zijn zelfstandige katholieke aktie-organismen onontbeerlijk. Ook deze groeperingen mogen er zijn, en bestaan... althans op papier. Ook op het gebied van de katholieke aktie ondervindt men de naweeën van twee eeuwen liberalisme; de tweespalt tussen geloof en leven, tussen christendom en beroep.
De katholieke groepen die thans feitelijk en praktisch aan eigenlijke katholieke aktie, of althans aan katholiek lekenapostolaat doen, zijn de Maria-congregaties, vooral die van jonge mannen uit den midden- en burgerstand. Toch blijft deze vurige aktie tot kleine en bescheiden kernen beperkt: parochiaal dispensarium, E.K.-groepjes, catechismus-groepjes in volkswijken, enz.
Samenvattend zou men kunnen besluiten: de toestand van Portugal en Spanje is onder het huidig regiem ontegensprekelijk gunstig. In vele opzichten stonden die landen ten achter: zij trachten hun achterstand in te halen: dit gaat niet zonder overhaasting. Daarbij hebben zij een zware en hevige krisis doorgemaakt; onvermijdelijk blijven de naweeën over. Maar de operatie is gelukt. Communisten en anarchisten hadden het zieke lichaam bewerkt met opium: op het ogenblik ondergaat het een kuur van peniciline. Daar is gegronde hoop dat in een gunstig geestelijk klimaat, het eeuwenoude traditionele katholicisme tot levend en modern christendom gedijt.
Van Rusland schreef Berdjaeff, dat het geen Middeleeuwen gekend heeft: van Spanje en Portugal zou men, met een greintje overdrijving kunnen zeggen, dat hun christendom nog enigszins
| |
| |
middeleeuws is. Dit biedt voordelen, maar ook gevaren en bezwaren.
De kaders zijn klaar: de grote kwestie op het ogenblik is, mannen te vinden, priesters en leken, om die posten te bezetten en die mogelijkheden te benutten. Dan pas zullen Spanje en Portugal, met hun ziel, de ware vrede en gezonde welvaart terug gevonden hebben.
Lisboa - Madrid - Barcelona, Juni 1947.
|
|