Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt
(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt– Auteursrechtvrij
[pagina 228]
| |
[pagina 229]
| |
Die een Zybele is gelijk;
Die, met 't swieren van de penne,
Komt berenne
Minos hooge Hemelrijk.
3 Als ghy schreef op 't wit Pampiere,
En doet swiere
Schoone letters, die ghy maalt
Met uw' lely-witte hande,
Vol çierande,
Daar ghy al de prijs meê haalt.
4 Overschoone Erigonne,
Die de Zonne,
Door uw' aardig brein, verdooft;
En het tintel star-gewemel,
Van den Hemel,
Door dit schijnzel, heel berooft.
| |
[pagina 230]
| |
5 Junóós schijnzel is vervloogen
Door de oogen
Van u lonkjes, die ghy straalt;
Doen ghy gingk een weinig verder,
Van u Herder,
Die tot in mijn boezem daaldt.
Haasje.
|
|