Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 223] [p. 223] Juffrouw H.R. aan mijn. Toon: A la Nopce, &c. WIe zal de vlammetjes sliszen Van 't Herdertje Celodon? De zuchjes van Melisze, Zijn gulde rijpe Zon; Het baasje’ dat haasje, Met hikken’ en snikken, Loopt altijdt uit en in. Zy vlucht wel; maar de liefde, Die haar woont in de zin, Hem loont met wedermin. [pagina 224] [p. 224] 2 Af-keerigheidt, ik laakje; By vryheidt is de rust; Hy kust met lust zijn snaakje, Hy streelt, en queelt, en kust. Melisze’ doet gisze De zinnen’ van 't minnen Te gaan dan binnen 't spoor; Dus breekt getrouwe heusheidt De liefdens rampen door, En staat de vryheidt voor. 3 Wie ruilde zulken blijdtschap Voor Koninglijk geslag? Hier staat men tot de strijdt schrap, Van lonkjes en gelag; Nooit zullen’ haar krullen Mijn zinnen’ in 't minnen, [pagina 225] [p. 225] Afloopen in de lijn; Maar liefdens vryheidt zoeken, Bevrijd van valsche schijn, Wanneer 't Meliszen zijn. Vorige Volgende