Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 200] [p. 200] Het wachten’ teelt gedachten. Toon: Verdwaalde Koninginne, &c. WAar toeft ghy schoon Diane, En laat men wachten hier? Ik kom, op u vetmaane, By deeze klaar' Revier; Ey! toeft niet lang’ want ik, in dwang, Alleenig u moet wachten; Ach! Rozemondt’ elk uur en stondt Bekommert mijn gedachten. 2 Ey! Echo, voert mijn klachjes [pagina 201] [p. 201] Over aan schoon Diaan: Ik die zoo meening nachjes Heb uwe stem verstaan; Doet mijn 't geval’ hier in het dal, En klaagt het mijn beminde, Ghy Echo meldt’ en haar vertelt Waar datze mijn zal vinde. 3 Waar toeft ghy nu zoo lange, Mijn zoete Rozemondt? Want ik naar u verlange, Hier in de morgen-stondt; Ey! komt treedt aan’ mijn schoon Diaan, En zoet Ariames wezen; Treedt rasjes voor’ hier langs het spoor, De zon die is gerezen. 4 De Vogels, op de boomen, [pagina 202] [p. 202] Die zingen overluit, Booven de water-stroomen, Lieflikke deuntjes uit; Ghy pluim-gediert’ 't geen tiereliert Met zoetelijk gezangen, Op boom en tak’ die waggelt swak, Waar aan de blaaders hangen. 5 Daar kommeze bey te gaader, Diana en Arjaam. O! Jupiter, mijn vaader, Zijt wellekom al t' zaam; O! zoete twee’ mijn min vol deê. Ik die hier by de Linde, In zoetigheidt’ mijn tijdt verbeidt, En dat om uw' beminde. A. Le Lievre. Vorige Volgende