Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 189] [p. 189] [Doen ik lestmaals in de Boszen] Toon: Philis quam Philander tegen, &c. DOen ik lestmaals in de Boszen, In het schaduwrijk geboomt, Dicht om lommert, en bewoszen, Hadt mijn hygend' paart ontoomt; Hoorden ik een droeve zucht Dringen door de dunne lucht. 2 Wanneer zal mijn waarde koomen, (Sprak een Maagd) verheeven Goon? Aardtze Nimphen, en ghy boomen Weest getuigen voor de Troon Van Diana, dat ik nooit Heb mijn trouw in windt gestrooit. [pagina 190] [p. 190] 3 d'Eeden die 'k Rozander deede Heb ik nimmermeer verzaakt. 't Is nu ruim een jaar geleeden Dat hy van ons is geraakt; 'k Blijf hem nochtans eeuwig trouw, Als zijn Bruidt, en echte vrouw. 4 'k Hoop den Heemel zal ons geeven, Voor ons sterf-dag, dit geluk, Dat wy zaamen vreugdig leeven, Wel te vreên, en vry van druk; Doch ik wensch het meeste goet Hem, wiens oog mijn leeven doet. 5 'k Hoorde nauw dees zoete woorden Van mijn lieve Zilvia, Waar door zy mijn als vermoorden, Of ik viel haar even dra [pagina 191] [p. 191] Om haar hals, en riep: Godin, 'k Dank u voor uw' trouwe min. B.v.B. Vorige Volgende