De Stijl 2 1921-1932
(1968)– [tijdschrift] Stijl, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 376]
| |
een ‘fantasie’ beschouwen. Zij wordt tegenover de bouwkunst die men van praktisch, ‘sociaal’, belang acht louter een ‘levensveraangenaming’. Deze opvatting is vrij algemeen: in de dictionnaire Larousse vindt men onder het woord agrément ‘arts d'agrément: la musique, la peinture, la danse, l'êquitation, l'escrime’..Een voorbijzien van het ‘beeldende’ in de kunst, hetgeen het logische gevolg moest zijn van de vermomming van het zuiver beeldende. Dus een reactie op kunstmisbruik. De vertroebeling van het zuiver beeldende in vorm of grillig rythme maakt ‘kunst’ tot ‘spel’. De aldus ontstane ‘lyrische’ (d.i. bezingende of beschrijvende) schoonheid is een spel. De lyriek is een overblijfsel uit de kindheid der menschheid. Uit een tijd toen de lier maar niet de electriciteit bekend was. Wil men de lyriek in schilderkunst behouden zoo blijft deze een schoon spel Zoowel voor hen die het ‘praktische’ willen of moeten verkiezen als voor hen die het ‘zuiver beeldende’ in kunst verlangen. De eersten ‘willen’ spel, fantasie, naast het dorre praktische. De laatsten laat grillig spel in kunst ongeroerd. Is evenwel de tijd niet daar dat zij die spel, fantasie in kunst zoeken dit vinden in de cinema enz., indien zij het niet kunnen zien of hebben in het leven zelf. En dat de kunst zuiver ‘kunst’ wordt? Al wordt de bouwkunst niet als ‘spel’ gezien, zij is in onze dagen op andere wijze toch ook louter veraangenaming van het leven. De bouwkunst vertoont zich thans meestal als de praktische, de schilderkunst als de ideëele uitdrukking van subjectief menschelijk, inplaats van beeldend gevoel. Het beeldend gevoel is thans secundair in plaats van primair - evenals in de geheele oude kunst. Want alle vormplastiek houdt het zuiver beeldende op den achtergrond. Het zuiver beeldende is geen reproductie van het leven. Het is de tegenstelling ervan. Het is het onveranderlijke, volstrekte tegenover het grillige, veranderlijke. Het volstrekte beeldt zich door het rechte. Schilderkunst en bouwkunst is volgens de nieuwe esthetiek de consequente doorvoering van een compositie van het rechte in opheffende tegenstelling, dus een veelheid van de tweeheid van den onveranderlijken rechthoekigen stand. Een nieuwe esthetiek, een nieuwe kunst zijn noodig als voorbereiding van algemeene Schoonheidsrealiseering. De bouwkunst zuiverde zich in den praktischen bouw door invloed van veranderde eischen, techniek en materiaal. Noodzaak voert reeds tot meer zuivere beelding van evenwicht, tot zuiverder schoonheid dus. Maar, zonder nieuw esthetisch inzicht, blijft deze toevallig, onzeker. Of gaat verloren door onzuivere begrippen, door concentreeren op bijkomstigheden. De nieuwe esthetiek voor de bouwkunst is die van de nieuwe schilderkunst. En de zich zuiverende bouwkunst staat reeds gereed dezelfde consequenties te verwerkelijken welke de schilderkunst, na een zuiveringsproces van Futurisme en Cubisme in het Neo-Plasticisme realiseerde. Door de eenheid der nieuwe esthetiek kunnen bouw- en schilderkunst samen eèn kunst vormen en in elkander opgaan. G. RIETVELD
KINDERSTOEL (1923) |
|