De consequentie van de pen en de teekenhaak
Als gevolg van een in het populaire weekblad ‘De Bouwwereld’ afgedrukte lezing des heeren Jan Gratema, waarin de heer J.J.P. Oud werd voorgesteld als voorganger der kubisten in de bouwkunst (en dat nog wel op een oogenblik dat de heer Oud, om zeer bedenkelijke redenen, een propaganda begon voor de, destijds door hem zoo gehoonde duitsch-expressionistische architectuurmarmelade [men zie zijn fraai geillustreerde artikel in het Bouwk. Weekblad, no. 43]) werd ik verplicht in een kort artikel Oud's ware plaats In de moderne architectuur aan te duiden. Naar aanleiding daarvan repliceerde Oud o.a. met de bewering dat hij geen Stijlopvattingen aanhing, maar dat de denkbeelden welke hij over bouwkunst in ‘De Stijl’ ontwikkelde, met wat anderen In het midden brachten (sic!) tot Stijlopvattingen werden. De redactie sloot het debat met de bewering dat ik mij vergiste, hetgeen aanleiding werd tot onderstaande notitie, welke door willekeurigheid der redactie gecastreerd werd. We publiceeren het hier, met kleine wijzigingen in détails (daar het origineel niet werd teruggestuurd) In zijn geheel.