Aesthetische beschouwingen. II. (Bij bijlage VI).
Door V. Huszar.
De meeste geschriften over kunst zijn vervaardigd door menschen, die geen kunstenaar zijn, vandaar al die valsche begrippen en beoordeelingen.
DELACROIX.
In de natuur (als tegenstelling tot artefact) bemerken wij, dat daar alles in organische, onverstoorbare orde bijeen is. Dit noemt men natuurorde.
Boom, gras. koe of schaap, zonder de organische functies (= leven) gezien zijn dingen, die men ook photografeeren kan.
Zoo ook met dit schilderwerk; kijkt men alleen naar de deelen, zonder meer, zoo ziet men: vlakjes op één vlak. Wil men hierin een organische orde zien, zoo moet dit in plaats van een natuurlijke een geestelijk-aesthetische zijn.
Het eerste wat de beschouwer opmerkt is: ‘dit is geen beeldende kunst meer, dit zijn maar losse vlakjes en - dit kan ieder even goed doen.’
Als een van hen, die zoo spreken, ook zoo iets maken kan, dan zullen wij dat in dit tijdschrift laten reproduceeren en vergelijken of het dezelfde beteekenis heeft. Als men beweert, dat dit werk met beeldende kunst niets te maken heeft, zoo moet eerst nog uitgemaakt worden of het beeldende en de kunst hier te vinden zijn. Is men gewend de beeldende kunst te bekijken uit 't oogpunt van individueele interpretaties van stemmingen welke zich manifesteeren in gevoelige lijnen, dan is deze uitdrukkingswijze hier niet aanwezig. De lijnen (hier snijdingsgrenzen der vlakken) zijn z.g. ongevoelig, want een gevoelige lijn, zooals wij in bovenbedoelde kunstwerken kunnen vinden, is bewegelijk; sterk of minder sterk, dit hangt van de maat der ontroering af. Door de ontroering gaat als reflexbeweging de hand de lijn neerschrijven. Dat proces is in dit werk niet te zien.
Over de kleuren kunnen wij geen zuiver begrip formuleeren, want in de grijs-wit-reproductie zijn deze niet zichtbaar. Men kan wel spreken over ‘kleuren’, ook al is de reproductie grijs-wit bij tonalistisch werk.
Ik ken het origineel van dit werk niet. Weet ook niet welk motief Mondriaan hiervoor als uitgangspunt genomen heeft. Ik sta tegenover dit werk zooals de lezer er tegenover staat.