De Stem. Jaargang 19
(1939)– [tijdschrift] Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 994]
| |
De tijdelijke hartstochtenGa naar voetnoot1)
| |
[pagina 995]
| |
deel het aangeboren karakter van de menschen die de plaatsen bepaalt, waarheen de passioneele energie zal stroomen. Maar hiermede wil ik niet beweren dat de hartstochtelijke toestanden, die ik de ‘tijdelijke hartstochten’ noem, niet belangrijk zijn en de moeite van een beschouwing waard. En wanneer we onder hartstochten alleen de ‘tijdelijke hartstochten’ verstaan, moet toch ook zeker de genese daarvan een eerste plaats in deze beschouwing innemen. Als we niet aan de door mij beschreven karakterhartstochten, doch aan de tijdelijke denken, is er zelfs niets tegen om de definitie die Ribot in zijn ‘Essai sur les passions’ van de hartstocht gegeven heeft te aanvaarden: La passion est une émotion prolongée et intellectualisée. Laten wij echter een paar feiten op den voorgrond stellen. De tijdelijke hartstochten staan in een veel minder nauw verband met het karakter der menschen die erdoor bevangen worden, dan de continuë karakterhartstochten die ik in dit werkje heb besproken. De tijdelijke hartstochten kunnen het continuë passioneele leven van den mensch doorbreken en zelfs voor zekeren tijd geheel stopzetten. De tijdelijke hartstochten moeten steeds ter dege van de karakterhartstochten onderscheiden worden, al nemen ze er soms den vorm van aan. Want men kan tijdelijk eerzuchtig, tijdelijke alcoholist, tijdelijk zelfs een verkondiger (roepingshartstochtelijke) zijn. We zijn nu echter op een heel ander gebied aangeland. Terwijl de karakterhartstochten bepaald worden door het karakter, 't meest door ons z.g. aangeboren karakter, zijn de tijdelijke hartstochten afhankelijk van omstandigheden en vooral van een verhouding die er tusschen twee menschen is ontstaan. De hartstocht van Mijnheer A voor Mevrouw B blijft er het prototype van. Het tijdelijke, of liever nog het afzonderlijke, het apart-organische, dat tot uiting komt in de geboorte, den groei en het sterven van de passie (zie Ribot), is het wezen van het zielproces dat ik hier op het oog heb, hoewel dergelijke ‘tijdelijke’ of ‘aparte’ hartstochten weleens zeer lang kunnen duren, soms tot het einde van het leven van hem die erdoor bevangen is en die zich ten einde raad het leven beneemt. Misschien kan mijn novelle ‘Een Man van Aanzien’ in dit geval leerzaam | |
[pagina 996]
| |
zijn. De hoofdfiguur van dit boekje, Maurits Koster, had waarschijnlijk een zich aan zijn eerzucht ontworstelend beroepshartstochtelijke geworden als hij niet in zijn leven den heer Da Costa Senior ontmoet had, wiens bewonderende liefde hij met heel zijn verder bestaan veroveren wil, zonder hierin te slagen. Deze behoefte neemt een passioneelen vorm aan en verhindert Maurits Koster tot een normalen beroepshartstochtelijke te worden. Zoo kan zulk een passioneele toestand, doordat onoverkomelijke hinderpalen de bevrediging van den hartstocht in den weg staan, toch een heel menschenleven beheerschen. Mijnheer A die een passie heeft voor Mevrouw B kan om der wille van Mevrouw B die hij wil imponeeren, eerzuchtig worden. Wanneer Mevrouw B een politieke idealiste is, ziet men hem, ofschoon bankier van beroep, een arbeidersvergadering in socialistischen zin toespreken. Omdat Mevrouw B haar goede gunsten van hem afwendt, zal hij moede zijn troost zoeken bij de flesch. Hij zal dus tot allerlei hartstochten zijn toevlucht nemen, die alleen voorkomen uit den tijdelijken hartstochtelijken toestand, waarin Mevrouw B hem gebracht heeft, want heusch, Mijnheer A, een man die zich respecteerde en zich in zijn leven verlustigde, is noch een eerzuchtige, noch een profeet, noch een alcoholist. Het lijkt me dat ieder mensch, hoe ook zijn aard moge zijn, en de natuurlijke vorm van passioneel leven die hij had aangenomen, voor een tijdelijke passie vatbaar is. Is de verliefde vrek niet een altijd aanlokkelijk onderwerp voor romantische beschrijving! Of de roepingshartstochtelijke, de apostel, die wordt aangegrepen door hartstocht voor het vleesch eener deerne! De dramaturgie aller volkeren zoekt die tijdstippen in een menschenleven, waar een tijdelijke passie het continuë hartstochtsleven der menschen snijdtGa naar voetnoot1). Het is 't merkwaardige dat de tijdelijke hartstocht meestal en onmiddellijk een veel grooteren graad van passioneele intensiteit bereikt dan het ‘normale’ hartstochtsleven. Mijnheer C., die een hevige zakenhartstochtelijke is, loopt de conferentie met een Engelschen leider van een groot concern, op wiens komst hij sinds lang hoopte, mis, omdat hij zijn vriendin Alice, van wie hij in drie dagen niets heeft gehoord, | |
[pagina 997]
| |
juist op den avond dat anders de conferentie zou plaats vinden, nog net voor haar vertrek naar Trouville spreken kan. De tijdelijke hartstocht komt dikwijls voort uit een verhouding tusschen twee menschen, wat haar noodzakelijkerwijze een erotische kleur geeft of het tegenovergestelde daarvan, de kleur van den haat. Zoo kunnen uit vriendschap, uit vijandschap, uit liefde, heftige hartstochten ontstaan, die niet te verklaren zijn uit de verbintenis tusschen de hartstochtelijkheid der ziel en het aangeboren karakter. Het zijn kinderen van den persoonlijken levensweg, kinderen van het lot, en als echte kinderen worden ze verwekt door de ontmoeting van twee personen. Laten we zorgen overdrijving te vermijden, ook daar waar overdrijving ten goede zou komen aan een scherpe formuleering van dat wat men behandelt en aan een duidelijk zichtbare scheidingslijn der verschillende soorten van hartstocht. Ook mijn tijdelijke hartstochten, hoewel iederéén er vatbaar voor is, leven niet onafhankelijk van het karakter en het temperament van hen die ze opvatten. De één is ontvankelijker voor liefde, de ander voor vijandschap, een derde voor vriendschap. Het kan zelfs zijn dat er, voordat men een hartstocht voor Mevrouw B opvat, of zich het leven gaat vergallen door haat tegen den Heer N, veel passioneele energie onbenut was. Dan is men zonder het te weten reeds naar een hartstocht aan het zoeken. Dit zoeken echter geschiedt dan buiten het medeweten van de persoon. Bij de echte objectieve hartstochten kennen de hartstochtelijken hun eigen doel, en streven naar de verwerkelijking ervan. Bij velen die een tijdelijke hartstocht tegemoet gaan is hun dit onbewust. Laten we eens de tijdelijke hartstocht der tijdelijke hartstochten - de liefde - in dit licht beschouwen. Misschien is hij (zij) die plotseling op 't eerste gezicht in hartstocht voor een vrouw (een man) ontbrandt, die, zooals de Franschen het uitdrukken, door de coup de foudre wordt getroffen, op niets verdacht geweest. Misschien bezat hij niet het bewuste of onbewuste verlangen naar een hartstocht. Misschien had hij geen passioneele energie over en ontneemt hij nu de hartstochtelijkheid, waarmede de gedachte aan Mevrouw D hem vervult, aan zijn hartstocht voor zijn be- | |
[pagina 998]
| |
roep, aan zijn vermaaksnajagerij, ja zelfs aan zijn zelfgeluk in ijdelheid. Het kan echter ook zijn dat men wel degelijk passioneele energie te plaatsen had. Er zijn menschen die als het ware rondloopen, op zoek naar een hartstocht. Vooral bij rijken en niet door beroep gebondenen, komt dit voor. Zoo heeft men zelfs wel verklaard dat in het werk van Racine de ‘tijdelijke’ hartstocht zulk een groote rol speelt. De hovelingen van zijn dagen - tijdens de middaghoogte van de macht van den Zonnekoning - hadden geen andere afleiding dan hun passioneel leven, dan in liefde voor vrouw of man te ontbranden. De hartstochtelijke menschen die we in de werken van Schnitzler, Stefan Zweig, Marcel Proust ontmoeten, zijn ook reeds vóór het ontstaan hunner liefdeshartstocht min of meer op zoek naar zulk een levensvulling, naar zulk een nieuwe binding hunner passioneele energie. Verschillende psychologen hebben over het ontstaan en het vergaan van de ‘tijdelijke hartstocht’ geschreven. Ik geloof dat geen van hen dit proces zoo diep begrepen en met zijn fijnste adering weergegeven heeft als de romancier-essayist Marcel Proust. Door Proust's boeken leert men begrijpen dat zulk een tijdelijke passie een ware bouw is van ons zieleleven, die doet denken aan den nestbouw der vogels. Ik kan hier niet anders dan geheel in Prousts geest denken als ik uitspreek dat niet Mevrouw B, Mijnheer A's hartstocht voor haar gemaakt heeft, maar hijzelve. Zij is als het ware de stof, die, geworpen in 's mans ziel, het psychisch precipitaat dat we ‘passie’ noemen, heeft veroorzaakt. De hartstocht zelve kan men vergelijken met een weefsel rondom een kern, waaraan men zoolang weeft en weeft, dat de oorspronkelijke vorm van de kern, waarom het weefsel ontstaat, ten slotte verloren gaat en het weefsel een eigen vorm aanneemt. In de hartstocht van mijnheer A voor Mevrouw B kan men het portret van Mijnheer A ontwaren en slechts vaag, bij beter kijken, de half uitgewischte lijnen van een bijna niet meer reëele, niet meer objectief voor ons allen waarneembare Mevrouw B. Niet het object, de beginpersoon die men ontmoet heeft, maakt zulk een passie, zij is er slechts de aanleiding toe, maar wijzelven. Het is een psychische vorm van omsluiting, die ons in staat stelt ons met het object onzer liefde of van onzen haat te kunnen bezighouden. Wij denken denk- | |
[pagina 999]
| |
beeldige gevaren uit om toch maar een reden te hebben spoedig terug te keeren naar haar die onze hartstocht gewekt heeft, we denken beleedigingen uit, om nieuwe lijnen aan het patroon van onze haat te kunnen toevoegen. En de jalousie komt ons te hulp. De jalousie, die zelden als algemeene passie een menschenleven beheerschtGa naar voetnoot1), is een tijdelijke hartstocht die de menschen dikwijls bezoekt. Een Duitsch woordspel geeft aan dat men de jalousie als een echte hartstocht beschouwt: Eifersucht ist eine Leidenschaft die mit Eifer sucht was Leiden schaft. En toch is ze ook in haar tijdelijke gedaante meestal slechts een begeleidende passie van de liefde of van de haat. Eigenlijk alleen van de haat. Want men is niet jaloersch op de vrouw die men liefheeft, haar gunt men ieder geluk, maar op de andere mannen die naar haar gunst streven en op het goede wat ze van onze minnares te verwachten hebben. Er is een paradox die de jalousie met zich brengt. Jalousie is een soort haat en nijd, die nog vaker op de bodem der liefde dan op die der vijandschap groeit. Hiermede bedoel ik het volgende: Een fatsoenlijk, voornaam geordend karakter zal zijn vijand haten, doch die haat zal zelden domineeren in jalousie. Hij zal zijn vijand willen vernietigen, maar hoe nobeler hijzelf van aanleg is, hoe minder hij zijn vijand de détails van diens welvaart of van diens persoonlijk-huiselijk geluk zal misgunnen, hoogstens zijn onverdiend succes. Gaat echter dezelfde nobele persoonlijkheid die zelfs op zijn vijand niet jaloersch is, liefhebben, dan wordt hij wat de liefdesschat die zijn minnares te vergeven heeft, betreft, uiterst kleinzielig, en hij misgunt een goeden vriend de vriendelijke blik, waarmede zìjn minnares dezen begroet heeft. Een vrouw (een man) kan tot jalousie aanleiding geven. Doch doet hij (zij) 't niet, dan is de hartstochtelijke toch jaloersch. Soms aanschouwen we zelfs het verschijnsel dat de jalousie van een minnaar of van een minnares omgekeerd evenredig is aan de aanleiding die hem wordt gegeven. Men is jaloersch uit waakzaamheid, uit angst voor bezitsverlies. Men is ook jaloersch, zooals de hoofdfiguur Mr. André de Vries, uit mijn reeds genoemde novelle ‘De Zonderling van Boulevard Brand Whitlock’ opmerkte, om zijn hartstocht | |
[pagina 1000]
| |
vorm te geven en haar in leven te houden, haar te voeden, zich met haar bezig te houden. Zoo kan het gebeuren dat de jalousie die een bij-hartstocht was, welke de liefde vergezelde, tot een hoofdhartstocht uitgroeit. Mijnheer A bezoekt nu niet meer Mevrouw B om bevrediging te putten uit een benijdenswaardig bijeenzijn, maar om haar hartstochtelijk uit te hooren over de wijze, waarop zij hare voorafgaande avonden besteed heeftGa naar voetnoot1). Ondertusschen houdt onze Mijnheer A, die meer om Madame's B's bekentenissen dan om haar kussen smeekt, nog zeer veel van zijn minnares. Maar de jalousie is een zeer elastische hartstocht. Mevrouw B heeft réden tot jalousie gegeven. Zij heeft Mijnheer A zelfs op een ergerlijke wijze bedrogen. Mijnheer A houdt niet meer van haar karakter. Haar lichaam kwelt hem door de herinnering aan haar saamzijn met anderen in zijn gepijnigd denken op te wekken. Kortom in het groote geheel zijner passie slinkt de werkelijke affectieve liefde tot niets tesaam. Nu is de jalousie oppermachtig. Want zij handhaaft zich wel en weet zich nog lang te handhaven, als de liefde gestorven is, hard als een notendop waarvan de vrucht al lang verrot is. Liefde en haat zijn de typische verschijningsvormen van de tijdelijke hartstochten. Liefde zelfs nog meer dan haat. Haat als hartstocht wordt zelden geboren door de coup de foudre zooals liefde. Hij groeit meestal op het gewone, continue passioneele leven van een mensch, wanneer een ander hem in het verkrijgen van het doel zijner hartstochten dwarsboomt. (Eerzucht, beroepshartstocht, enz.) En dan nog wordt hij zeer zelden zoo dringend, zoo acuut, dat de door haat aangegrepene niet verder leven kan, voordat zijn vijand uit den weg geruimd of neergeveld is. Zijn eigen doel - de eer die hij ambieert - het beroep, dat hij in hevigheid dient - zullen hem nog meer waard zijn dan de bevrediging van zijn haat. Soms echter kan haat als tijdelijke hartstocht oppermachtig worden. Meestal als pendant van de liefdeshartstocht. Het gebeurt dat men niet rustig ademen kan en ook niet tot het smaken van zijn eigen liefdeshartstocht kan komen, voordat men den als onwaardig beschouwden min- | |
[pagina 1001]
| |
nares of een medeminnaar heeft neergestooten: Grime passionnel!Ga naar voetnoot1) Er zijn nog vele andere vormen van in wezen tijdelijke passies. Allerlei menschelijke verhoudingen, welke vooral door de psychoanalisten en de individual-psychologen dikwijls beschreven zijn, kunnen als tijdelijke hartstochten getypeerd worden. Ik denk b.v. aan de fixaties aan ouders, vrienden of familieleden; aan het inrichten van zijn leven ten opzichte van een ander mensch, die men wil overtuigen, verbluffen, veroveren, en die Künkel zoo scherp de ‘Beziehungsperson’ noemde! Doch aan den anderen kant vallen ook deze passioneele verhoudingen onder de begrippen liefde of haat, omdat ze meestal overwegend erotisch of overwegend agressief zijn. Zeer vaak ook het één en het andere, een gevoel dat de school van Freud ambivalent noemt. Doch deze variaties der tijdelijke haat- of liefdehartstochten vormen eerder een onderwerp dat tot de psychopathologie behoort dan tot de passionologie van den normalen mensch. Bij de groote karakter-hartstochten die ik behandeld heb, kan er eigenlijk geen sprake zijn van het sterven der hartstochten. We hebben hun meestal geleidelijke veranderingen besproken. Zij houden dan pas op, wanneer de mensch zelve sterft. Zij hebben geen leven dat onafhankelijk is van het geheele karakter van den mensch dien ze voedt, want ze komen voort uit de verbinding der passioneele energie met het aangeboren karakter van den mensch. Soms, wanneer de mensch oud wordt en zijn geheele vitaliteit terugloopt, slinkt ook de passioneele energie, de hartstochtelijkheid der ziel en met des menschen leven dooven ook zijn hartstochten. Soms zelfs zijn zij het die het langst blijven bestaan. De contouren der hartstochten verscherpen zich nog bij het naderen van den dood en zij doen denken aan de noklijnen der huizen die uitsteken boven het ondergeloopen land.Ga naar voetnoot2) | |
[pagina 1002]
| |
Met de tijdelijke hartstochten is dit anders. Die vormen geen geheel met het karakter van hem, waarin ze ontstaan. Die staan tot de ziel gelijk een gezwel tot het lichaam. Gezwellen behooren ertoe maar zijn buiten het lichamelijke plan geschoven. De tijdelijke hartstochten worden geboren door een ontmoeting, komen vlug of langzaam tot rijpheid en sterven. Hoe ze sterven, dat heeft dus de classicus der Fransche psychologische school Théodule Ribot in zijn ‘Essai sur les passions’ beschreven. Soms sterven ze door uitputting, na langdurige bevrediging, zooals een kaars opbrandt. Soms sterven ze doordat een andere tijdelijke hartstocht hen verdringt of doordat de aan hen onderhevige menschen terugkeeren tot hun normaal passioneel leven. Zoo zal de ongelukkig verliefde clinicus op den duur in zijn geliefde klinische werkzaamheden zijn hartstocht voor een vrouw kunnen vergeten. Soms verdringt de ééne aanwezige hartstocht de ander. Het Fransche spreekwoord zegt het nuchter: ‘L'un clou chasse l'autre’. In sommige gevallen sterven hartstochten uit berusting. Het gevoel van onmacht dat men heeft, wetend dat men haar die men liefheeft, toch niet kan winnen, of hem die men haat, toch niet kan overwinnen, kan op zichzelve het begin van de genezing zijn. Er zijn menschen die het gegeven is, voor het onmogelijke te kunnen capituleeren en die dan langzamerhand vergeten. En soms sterft een tijdelijke hartstocht op dramatische wijze, doordat de onbevredigde zich niet in zijn lot kan schikken en een eind aan zijn leven maakt, of doordat de hartstocht, gelijk Ribot opmerkt, overgaat in een zielsziekteGa naar voetnoot1). Ook de tijdelijke hartstocht kent allerlei graad-verschillen: passionnette; passion; crime passionnel! Wat in het bijzonder de liefde als tijdelijke hartstocht, de amour passion, betreft, zij kan volledig sterven of genormaliseerd, gekanaliseerd worden in een echtelijke liefde of een duurzame verhouding. Zulke huwelijken of verhoudingen blijven soms ‘passionnable’, als men mij de vorming van dit woord toestaat Er zijn gevallen dat deze wederopstanding geschiedt via de gezonde jalousie. Wij | |
[pagina 1003]
| |
moeten nu niet alleen denken aan de jaloersche echtgenoote, die de lippen spijtig minachtend op elkaar bijt en haar man den rug toedraait; aan den jaloerschen echtgenoot die met de vuist op tafel slaat en roept om een verklaring. Hun jalousie is niet van liefdespassioneelen aard. Men heeft slechts aan hun bezit durven raken. Talrijk zijn echter de tragische gevallen. Nu dient de jalousie van den ongelukkigen echtgenoot of echtgenoote weer als de stof die het passioneele precipitaat doet ontstaan. De man (vrouw) merkt dat hij (zij) zonder het te weten toch nog een felle liefde voor zijn vrouw (haar man) had, die tot een nieuwe hartstocht wordt, zoodra deze liefde door gevaar wordt bedreigd. Er is een hinderpaal gesteld op den weg van een slechts schijnbaar gekanaliseerd gevoel. En het wordt weer tot een waren stroom. Alle hartstochten, zoowel de continue (karakter-hartstochten) als de tijdelijke hartstochten nemen in kracht en vehementie toe, wanneer zij gedwarsboomd wordenGa naar voetnoot1). En zoo zijn er gestorven liefdes en bestaat er gestorven haat die slechts schijndooden zijn en die ‘passionnable’ blijven.
Een zeer eigenaardige vorm van de tijdelijke hartstochten zijn tenslotte de tijdelijke politieke of meeningshartstochten. In onzen tijd zijn wij er weer eens getuige van hoe menschen, die ons niet hartstochtelijk schenen en zich ook niet bijzonder door den aard van hun karakter voor het politieke leven interesseerden, tot hevige partijmenschen worden. Menig rustig burger zou in staat zijn, wanneer hij in zulk een toestand is geraakt, zijn ambt, zijn werk, zijn familie op te offeren aan de triomf van de leuze, die hem gepakt heeft. Nu links en rechts weer zoo fel tegenover elkaar staan, heb ik politieke doctrines als pièce de milieu op burger tafels zien stellen, waar voordien slechts kalme praat rondom de gevulde soepterrine het voelbare centrum was. Zachtzinnige huisvaders slaan met de vuist op tafel om hun dochtertjes en zoons den omgang met andere oorspronkelijk rustige families, bij wie maandelijks, laten we zeggen de bode van de S.D.A.P. komt, te verbieden, hoewel hen vroeger het aanschouwen van genoemden bode nooit gegriefd heeft. Wanneer we zoo | |
[pagina 1004]
| |
straks in het kort het vraagstuk van de inwerking van den hartstocht op de geschiedenis zullen bespreken, komen we allicht deze tijdelijk hartstochtelijken, doch die het des te heviger zijn door haar tijdelijkheid, weer tegen. Het ontstaan van deze hartstochten op bepaalde tijden heeft zonder twijfel haar politiek-economische redenen. De sociale psychologie - de psychologie van de massa - kan ons antwoord geven op de vraag hoe het komt dat plotseling duizenden en duizenden in één drift ontstoken raken, bezield worden door slechts één idee, waarvoor ze alles vergeten, zoo hevig alsof ze allen plotseling hartstochtelijk verliefd waren geworden. Het zal ons dan vooral opvallen dat er onder die lieden die bezield worden door een tijdelijke politieke of meeningspassie heel velen zijn, die ik onder de rubriek der subjectief-hartstochtelijken, der gewoonte-hartstochtelijken rangschikte. Het zijn menschen die vóórdien rustig nestelden op hun aangewezen plaatsen. Zouden zij in zulk een passioneele vervoering kunnen geraken, wanneer de hartstochtelijkheid hunner ziel niet bestond? En zouden juist zìj niet zoo hevig te velde trekken, omdat zij over niet-geactiveerde passioneele energie beschikken, omdat hun hartstocht als het ware een rustende was? Het komt me zelfs voor dat deze lieden zich met wellust lieten wekken, dat zij zich gelukkig voelen in den gloed hunner tijdelijke hartstocht - en dat de sociale psychologie dit verschijnsel niet mag voorbijgaan. Er bestaat bij de groote massa der gewoonte-menschen, wier hartstochtelijkheid vastligt in koestering van hun gewoonteleven, het onbewuste verlangen om eens die hartstochtelijkheid te wekken en te metamorphoseeren tot een tijdelijke politieke doel-hartstocht. Doen ons die volwassene, rustige middenstanders en anderen die tegenwoordig fascistische vergaderingen liefhebben, niet denken aan den jongeling, die in zijn jeugd toch zoo graag ééns een heftige liefde zou willen meemaken? |
|