De Stem. Jaargang 18

[p. 162]

Quatrijnen
Door Rein van Genderen Stort

Het leven is gestadig worden,
De menschheid blijft verdeeld in horden,
Die rusteloos elkaar bestoken,
Daarginder heerschen andere orden.

*

De zee is eender en alom,
Op aarde tieren drom na drom,
Hun zot misbaar schreit staag ten hemel,
Maar eenmaal is het al weer stom.

*

De kiel van ieder schip is broos,
Haar sloopt de zee allengs, altoos,
Zoo sloopt de tijd een ieders lichaam
En schijnt het al vaak zinneloos.

*

De liefde is de nederige bloem,
Die overgeurt de lauweren van den roem
Der hoogstgestegen helden hier op aarde
En ijdel is het, dat ik namen noem.

*

Zoodra een slang bijt in heur staart,
Ontstaat de cirkel en ontwaart
Men weer den kringloop in het Al,
Waar bijna elk zich blind op staart.