De Stem. Jaargang 9

[p. 919]

Brief van de Venezuelaansche legatie - met naschrift

Wij ontvingen het volgende schrijven:

LEGACION DE VENEZUELA EN LOS PAISES BAJOS

La Haye, le 26 Octobre 1929

Monsieur le Rédacteur en Chef.

Par les infâmes reproductions qui ont été faites par ‘Het Vaderland’ et ‘De Nieuwe Courant’ de La Haye, en disant qu'ils le tirent de votre Revue, j'ai appris que vous avez reproduit un pamphlet méprisable et calomnieux d'un certain José Rafael Pocaterra.

Je vous exprime ma formelle protestation contre l'infamie qui a été commise dans votre Revue en reproduisant ce pamphlet méprisable, complètement calomnieux et nettement tendencieux contre le grand patriote Général J.V. Gómez, ancien Président de la République de Vénézuéla et actuel Commandant en Chef de l'Armée Nationale, dont la vie a été consacrée au service de son pays et qui a fait de Vénézuéla une Nation de paix, d'ordre, de prospérité et de travail, dans laquelle se développent de grandes industries et entreprises néerlandaises, protégées par un gouvernement sage et libéral et où la presse a le plus grand respect pour toutes les Hautes Autorités des autres Etats et pour tous les peuples du monde, comme démonstration de la vraie cordialité et noblesse internationales.

‘De Stem’ et sa rédaction, oubliant le plus élémentaire respect qu'on doit avoir pour une Nation amie de la Hollande et pour ses Hautes personnalités, n'hésite pas à se faire l'écho des perfidies de Pocaterra, pamphlétaire igno-

[p. 920]

ble et salarié et signataire d'un Manifiesto, daté du 24 Juillet 1929, qui loue les crimes de Rafael Simón Urbina. Au surplus, ‘De Stem’ en reproduisant les infàmes mensonges du pamphlet porte une grave atteinte au sentiment national d'un pays, dont la presse n'écrit que des éloges à l'égard des Pays-Bas.

Veuillez bien publier cette protestation, Monsieur le Rédacteur en Chef, comme il est de justice.

(w.g.) J.M. Clemente

Chargé d' Affaires ad-intérim de Vénézuéla aux Pays-Bas

Wij antwoordden daarop het volgende:

Aan de Venezuelaansche Legatie te 's-Gravenhage

Mijne Heeren,

Wij ontvingen Uw schrijven en zijn in beginsel bereid, om Uw protest in het eerstvolgende nummer van ons tijdschrift te publiceeren. Wij verzoeken echter wel Uw aandacht voor het volgende:

1e. Uw schrijven bewijst ons, dat U Uw protest geschreven hebt, zonder ons tijdschrift onder oogen te hebben gehad. Anders zoudt U weten, dat het artikel in ‘De Stem’ niet allereerst berust op een boek van M. Pocaterra, maar een citaat is uit een artikel in het tijdschrift ‘Europe’, - verschijnend te Parijs, (Rue St. Supice 7) - een tijdschrift van internationale reputatie en van erkende betrouwbaarheid, orgaan van M. Romain Rolland, Duhamel e.a. Het lijkt ons doeltreffender, Uw protest te richten tot het tijdschrift, waarin het geïncrimineerde artikel oorspronkelijk is verschenen. Ook in dit geval zullen wij Uw protest in ‘De Stem’ overnemen.

2e. ‘De Stem’, die het artikel uit ‘Europe’ overnam, Het Vaderland en de Nieuwe Courant, die het wederom uit ‘De Stem’ overnamen, zijn vrije en onpartijdige orga-

[p. t.o. 921]

PORTRET VAN DEN HEER EN MEVROUW BROM. 1929.

[p. 921]

nen in een vrij land. Zij hebben alle recht een artikel uit een ander blad over te nemen, mits dit blad te goeder naam en faam bekend staat. ‘Europe’ voldoet aan deze eisch volkomen. Een protest tegen deze vrijheid van citeeren zou het vrijheidlievende Nederlandsche volk zeer onaangenaam aandoen.

3e. Desniettemin hebben wij van dit recht tot citeeren niet ‘zonder aarzelen’ gebruik gemaakt. Integendeel: wij hebben de hoop uitgesproken, dat dit alles weerlegd zou kunnen worden. Wij zullen dus dankbaar zijn voor een gedocumenteerde opheldering en met ons, het Nederlandsche publiek, en wij zullen deze - zijnde in deze volkomen onpartijdig - evenzeer citeeren, als wij het artikel in ‘Europe’ geciteerd hebben.

(w.g.) Voor de Redactie: Dirk Coster

Wij hebben hieraan voorloopig niet veel toe te voegen. Dit alleen: in het protestschrijven van het Venezuelaansche gezantschap wordt niet gesproken van het manifest der Venezuelaansche studenten, dat zin en kern van ons citaat uitmaakte, en waarvan de authenticiteit ons bij schrijven van ‘Europe’ nog afzonderlijk verzekerd werd. Voorts wenschen wij te herhalen wat wij in de inleiding tot dit citaat opmerkten: klachten, oproepen als deze mogen desnoods en zoo mogelijk weerlegd worden, zij mogen nooit unaniem verzwegen worden. Anders zou geen klacht of kreet meer tot de wereld kunnen doordringen.

Dus hebben wij te wachten...

Redactie