De Stem. Jaargang 9
(1929)– [tijdschrift] Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 759]
| |
Toestanden in Venezuela
| |
[pagina 760]
| |
moeten onderzocht worden. Niets gebeurde, ten slotte grepen de opstandelingen de wapens, en wie ze niet hadden, gingen, koelbloedige en verbeten desperado's, ze weghalen uit Curaçao. Het onverhoorde document ging over tot de historie. Doch het doet ook thans nog wonderlijk aan, te bemerken dat deze zelfde desperado's vrij dringend om hulp geroepen, geschreeuwd hebben, voordat zij tot de conclusie kwamen dat er niemand luisterde en dat men zich zelf moest helpen. Ook wij ontdekten het bestaan van dit document ten slotte bij toeval. Wij wilden het zelfs nu niet zonder eenige zekerheid citeeren, al achten wij het de plicht van een openbaar orgaan, dit te citeeren, wanneer men het aantreft. Weliswaar was de verschijning in ‘Europe’, een tijdschrift van hooge allure en betrouwbaarheid en wars van sensatie (het orgaan van Romain Rolland, Bazalgette e.a.) een garantie op zich zelf. Toch hebben wij nog nadere informaties genomen naar de bronnen waaruit deze berichten en deze ‘oproep aan het geweten der wereld’ voortkwamen. Wij ontvingen, o.m. van de Redactie van ‘Europe’ het volgend schrijven, dat wij in zijn geheel afdrukken:
Monsieur et Cher Confrère,
Je ne peux répondre qu'en quelques mots à la demande de renseignements que vous voulez bien me faire. L'article que nous avons publié en aoùt 1928 a été écrit par un hommeGa naar voetnoot1) ... en lequel nous avons la plus grande confiance; son absolu désintéressement, sa très grande liberté d'esprit, son souci de la vérité, ne lui ont certainement pas fait écrire dans ses articles plus que ce qu'il était sûr de pouvoir dire en toute vérité. Les faits qu'il rapporte peuvent être incroyables, personne ne les a démentis et personne ne peut les démentir, le manifeste qu'il a reproduit nous pouvons en garantir l'authenticité, sans doute la boursouflure assez commune aux espagnols peut en atténuer à nos yeux la portée; tel qu'il est cependant, il est la marque d'un profond mouvement de révolte que l'Europe ignore encore et qu'elle ignorerait sans doute toujours s'il n'y avait quelques journaux et quelques revues pour lui faire entendre des voix que l'Amérique à bien soin d'étouffer. (w.g.) Jacques Robertfrance
Ten slotte: het boek van Pocaterra, dat hier vermeld wordt, is verschenen bij den uitgever Delpeuch in Parijs. | |
[pagina 761]
| |
Ongeveer overal, in Europa zoowel als in Amerika, bestaan dictaturen die de persoonlijke vrijheid aanranden, maar geen enkele dezer heeft een staat van willekeur, barbaarschheid en monsterlijkheid bereikt als die in Venezuela. Dit is geen dictatuur meer, het is een tyrannie, en een der laaghartigste die de historie ooit heeft geregistreerd. Néro, Borgia en alle andere beroemde tyrannen zijn engelen van zachtheid vergeleken bij den generaal Gomez. Zij hadden zijn grove domheid niet van boosaardigen buffel. Zij hebben het ophangen bij de geslachtsdeelen niet uitgevonden. De tyrannie van Gomez duurt 20 jaar, dank zij de medeplichtigheid van andere gouvernementen: De Vereenigde Staten, Engeland. Er zijn handelsbelangen - de petroleum - die alle scrupules doen zwijgen. De volkeren der wereld, die van Europa ten minste, weten er niet van en Venezuela, in zijn boeien, kan geen beweging meer maken, geen kreet meer slaken, het heeft een prop in de mond. De roep van duizenden politieke verbannenen heeft tot nog toe geen enkele echo gevonden. De gebeurtenissen van deze laatste maanden: nieuwe moorden, nieuw stoeten onschuldigen in de gevangenis, nieuwe aanslagen op Venezuela's vrijheid, een tyrannie die zich steeds brutaler voortzet, heeft de Venezueleensche bannelingen gedrongen tot een beroep op de publieke opinie, op de opinie van Frankrijk vooral, die in het Latijnsche Amerika nog altijd geldt als het vaderland der vrijheid, van het recht en de rechtvaardigheid, en zij hebben in het FranschGa naar voetnoot1) een verhaal gepubliceerd van de gruwelen der dictatuur van Gomez, voornamelijk samengesteld uit de herinneringen van Pocaterra, die lange jaren doorgebracht heeft in de gevangenissen van Venezuela. José Rafael Pocaterra, een der merkwaardigste Spaansch-Amerikaansche schrijvers, romancier, journalist en pamflettist heeft met een absolute waarachtigheid het verhaal geschreven van de politieke worstelingen in Venezuela gedurende de laatste 40 jaren. De heerschappij van Castro en vervolgens die van Gomez, die Castro verraadde wiens vertrouweling hij was. Verscheiden keeren als politiek gevangene vastgezet, kent hij het régiem der Venezueliaansche gevangenissen. Het was dragelijk onder Castro. Onder Gomez overtreft het verhaal der martelingen en mishandelingen in verschrikking alles wat men zich voorstellen kan. Noch de cachotten van de Inquisitie, noch de looden daken van Venetië, noch Dante's hel bereiken dien graad van raffinement. Vooreerst: het ophangen bij de geslachtsdeelen, de schandelijkste marteling die ooit uit een krankzinnige verbeelding is voortgekomen. Bekennen! | |
[pagina 762]
| |
Wat zouden de ongelukkigen niet bekennen die vijf maal, tienmaal aan deze foltering onderworpen worden? Zij verzinnen elke leugen die men van hen eischt. En welk een bewondering moet men hebben voor hen die zwijgen, die sterven verkiezen boven spreken. Zij die niet bezwijken worden de geslachtsdeelen afgerukt, de beenen verscheurd, in de gevangenis geworpen. Men doet aan hun voeten een paar grillos. De grillos bestaan uit twee zware ijzeren ringen, die om de enkels sluiten, verbonden door een ijzeren staaf. Het geheel weegt 75 of 85 pond. De gevangenen kunnen alleen loopen, wanneer zij het ijzer met een touw oplichten dat over hun rug loopt. Zij vergaan in nauwe cellen, waarvan de eenige opening hermetisch is afgesloten door een dik gordijn dat zij niet mogen oplichten. Het voedsel is infect. Voor sommigen, van wien men zich bijzonder graag ontdoen wil, is het gemengd met een kleine dosis arsenicum. Vandaar de geheimzinnige dysenterieën die hen plotseling wegrukken. De anderen bezwijken langzaam aan alle ziekten die uit dit régime ontstaan en waarvan de ergste de tuberculose is. Sommigen worden onderworpen aan het hongerrégime. Generaal Delgado-Chalbaud, een der bijzonderste persoonlijkheden van Venezuela, die in 1913 een samenzwering organiseerde die mislukte, zag zich op deze wijze twee millioen afpersen. Wanneer hij uitgehongerd was, bracht men hem niet te eten, vóór hij een chèque geteekend had. Want in onze dagen is de tyrannie niet alleen een dronkenschap van macht en kracht, zij is ook een gelegenheid om zaken te doen. En Gomez heeft de zijne goed behartigd. Hij is meester geworden van al het bezit van Delgado-Chalbaud die 14 jaar in de Rotonde van Caracas gebleven is. Aan een ijzeren constitutie dankte hij het, dat hij alle mishandelingen te boven kwam. Toen hij diphteritus had en men hem de geneesmiddelen weigerde, is hij gered door de doortastendheid van een vriend die hem met de nagels de vellen uit de keel schrapte. Het verhaal van Pocaterra, van een ontroerende eenvoud, van een waardigheid, boven alle discussie dat enkel steunt op wat hij zelf zag of hoorde van geloofwaardige getuigen, dat alle namen der slachtoffers vermeldt, is verschrikkelijk. Men leze de agonie van den 2de luitenant Luren Aranguez Moreno, of die van Jorge Ramirez, of die der broeders Parra Entrena of zooveel anderen, - zij zijn hartverscheurend. Enkele dier ongelukkige officieren waren 17, 18 jaar. Er was zelfs een jongen van 14 jaar bij, die gevangen genomen was, omdat hij de broer van kapitein Felix Andrea Mora was, die stierf terwijl men hem voor de negende maal aan de geslachtsdeelen ophing. De willekeur der gevangennemingen overtreft alles wat men zich | |
[pagina 763]
| |
voorstelt. Twee dokters hebben een client die niet betaalt, zij vervolgen hem gerechtelijk. Zij ontmoeten elkaar op straat, de een vraagt den ander: - Weet je al wat naders over den man? Een spion hoort dat, denkt dat het over Gomez gaat, en ze zijn denzelfden avond in de gevangenis. Ze bleven er ettelijke jaren. De priester Monteverde houdt een preek over de echtbreuk. Men rapporteert het aan Gomez die enkel bastaards heeft, en deze gelooft dat het een toespeling op hem is. Monteverde brengt 8 jaar in de Rotonde door. Maar men hoore deze anecdote: Kolonel Julio Saavedra verkeerde in ernstige toestand (een complicatie van dysenterie en darmtering). - De gouverneur wist er niet van, want hij had nadrukkelijk order gegeven, hem het sterven van de gevangenen alleen te melden wanneer alles voorbij was. Maar het gebeurt dat een andere gevangene bij den gouverneur geroepen wordt. Deze ondervroeg hem over zijn metgezellen in het lijden, - de gevangene onderbrak hem: Generaal Médina, wij hebben allen meer of minder ons kruis te dragen, maar degeen die niet meer kan, die de morgen niet meer zal halen waarschijnlijk, want hij ligt reeds in den doodsstrijd, dat is Julio Saavedra. Toch! Arme Saavedra. En 't ergste is in zijn geval, dat hij volkomen onschuldig is. Hoe. Waarom zegt u dat? Omdat men ontdekt heeft dat alles laster is geweest van de kant van kolonel Aranjuez, die zich wreken wilde over een persoonlijke twist - die zij hadden in de Andes. En generaal Gomez weet dat? Wel zeker. Wij hebben 't er dikwijls over gehad. Maar waarom hebt u hem dan niet losgelaten, temeer daar de ongelukkige in zoo'n ellendige toestand is? Waarop de gouverneur antwoordde, alsof het de natuurlijkste zaak der wereld was: U bent te argeloos, mijn vriend. Hoe wilt u dat wij nu iemand loslaten die wij onschuldig, zonder eenige reden, met een paar grillos aan de voeten, twee, drie jaar hebben opgesloten? U begrijpt toch dat Saavedra daardoor onze doodsvijand is geworden, en dat maakt zijn invrijheidstelling onmogelijk. Eenige dagen daarna vertrok Saavedra's lichaam naar het kerkhof. Het boek van Pocaterra loopt over van trekken die de bestialiteit der instincten, door de tyrannie van Gomez ontketend, kenschetst. Een overvloedige propaganda heeft de wereld doen gelooven dat | |
[pagina 764]
| |
Juan Vicente Gomez in Venezuela de stichter van een tijdperk van welvaart en vrede is, het hoofd van een patriarchaal bestuur wiens gezag erkend en geëerbiedigd wordt door alle burgers, - terwijl hij in werkelijkheid zijn land vervuld heeft met de gruwelijkste barbaarschheid en hij het moreele peil ervan diep heeft neergedrukt. Alle geesten die de vrijheid liefhebben zijn dood of verbannen, of zwijgen, wetend dat 't minste woord hen de gevangenis injaagt. Onlangs nog hebben enkele studenten durven spreken van rechtvaardigheid en vrijheid en zij zijn gevangen genomen. Hun kameraden, vierhonderd 97 in getal, hebben hun bevrijding gevraagd of anders verlof hen in de gevangenis te volgen. Zij zitten gevangen op hun beurt. Vreedzame bijeenkomsten, waaronder een van vrouwen, zijn door mitrailleuses uiteengejaagd. Als gevolg van deze gebeurtenissen heeft den 25ste Febr. van het jaar '28 de Vereeniging van Venezueliaansche Studenten, de Arbeiderspartij, het Comité van moeders en zusters der slachtoffers, de volgende oproep gelanceerd:
Aan de Studenten der geheele wereld. Aan de Arbeiderklasse:
De recente gebeurtenissen van deze eeuw hebben op tastbare wijze bewezen, dat de volken solidair zijn en dat de ruïne of het welzijn van het ééne volk een noodwendige weerslag heeft op alle andere volkeren. Iedere dag dringender toont zich de noodzakelijkheid, dat de volkeren elkander naderen om te worstelen tegen den oorlog en tegen de tyrannie. Het Venezuelaansche volk, dat van het vrije Amerika, gastvrij toevluchtsoord voor allen die werken kunnen, is thans het slachtoffer van de meest verschrikkelijke aanslag op de rechten van den mensch. Bij gelegenheid van de Studentenweek durfden vier jonge menschen van Vrijheid en Recht spreken. Eenige uren daarna waren zij gegrepen, geketend en levend begraven in de cachotten van het fort Puerto Cabello. Alle studenten vroegen de bevrijding der gevangenen en toen deze geweigerd werd, begaven zij zich in een schoon gebaar van broederschap, ongewapend in de gevangenis om het lijden der slachtoffers te deelen. Op dit moment lijden 497 studenten en scholieren de gruwelen van den honger in verpeste kerkers. Tegen deze ongehoorde aanslag heeft het geheele Venezualiaansche volk zonder onderscheid van klasse zich in een verontwaardigd protest verheven. De militaire cadettenschool heeft zich solidair verklaard, evenals het college der advocaten, zij zijn gegrepen en aan de ellende overgeleverd. Het | |
[pagina 765]
| |
proletariaat roept de staking uit en dit anti-constitutioneele bestuur van moordenaars dat sinds 20 jaar de natie plundert en verdrukt, wapent de dwangarbeiders der gevangenissen, belooft hun belooningen, en werpt ze op het ongewapende volk. De gewonden en dooden zijn bij honderden te tellen. Het ontwapende volk ziet deze misdaden machteloos aan en vraagt als een genade het verlossende geweerschot. Studenten der wereld, intellectueelen, arbeiders, laat een weerloos volk niet zoo verschrikkelijk omkomen. Hebt medelijden, kom ons te hulp, eisch van uw regeeringen de afvaardiging van Commissies van Onderzoek. Volkenbond, wanneer gij geen mythe zijt, helpt ons en zendt een commissie die de waarheid der misdaden, die wij aanwezen, kan vaststellen. Latino-Americanisme, Pan-Americanisme, genoeg vage phrasen en welklinkende redevoeringen; bescherm dit volk dat lijdt onder de handen van ongeletterde moordenaars.’ Zal die oproep gehoord worden? Zal de wereld eindelijk eenige belangstelling toonen in het rampzalig lot van Venezuela? De puplieke opinie begint een groot gewicht te krijgen bij de misdadige staatsbesturen. Het is tijd dat zij bij Gomez tusschenbeide kom en hem de gansche schande van zijn regime doet gevoelen. |
|