De Stem. Jaargang 9
(1929)– [tijdschrift] Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 299]
| |
Varia
| |
[pagina 300]
| |
jarenlang de haat der Fransche regeering op de hals gehaald zoodat het hem onmogelijk was naar Parijs terug te keeren. In Reims was hij 17 Juli 1736 geboren, had in Parijs gestudeerd, was er secretaris van den hertog van Zweibrücken geworden, had Polen, Rusland en Duitschland bereisd, daarna een zeepfabriek te Lyon opgericht, die echter bij gebrek aan kapitaal spoedig op de flesch ging. Als adjudant van den hertog van Beauvain maakt hij den oorlog van Frankrijk met Portugal mee, bereist Holland en België en schrijft enkele tooneelstukken die echter geen groot succes hebben. Hij vestigt zich als advocaat te Parijs, doch ook hier is de fortuin hem niet gunstig. Hij verdedigt er den chevalier de la BarreGa naar voetnoot1), die bij het voorbijtrekken eener processie het hoofd niet ontbloot had. Ondanks Linguet's bemoeiingen en krachtige verdediging werd de la Barre wegens godslastering onthoofd en daarna verbrand. Thans schrijft hij eenige historische werken ‘les Révolutions de l'empire romain’ en een tweede werk ‘l'Histoire impartiale des jésuites’ die zeer onder de aandacht vallen en zijn naam bekend maken. Zijn geschiedenis der jesuiten wordt echter door den beul in het openbaar verbrand - de beste kritiek die een boek in deze tijden krijgen kon. Linguet geraakt echter, nu met zijn roem als literator ook zijn praktijk als advocaat toeneemt, in conflict met den Parijschen deken der advocaten. Het gevolg van een heftigen strijd is dat Linguet uit de orde der advocaten geschrapt wordt. Ook met de Academie geraakt hij in conflict. Hij is van meening dat d'Alembert hem een uitnoodiging moet zenden doch deze weigert: ‘daar de heer Linguet zich een groot aantal vijanden gemaakt had en zelfs in de schoot der Academie een aanzienlijke partij tegen zich had.’ Linguet antwoordt met een woedenden brief die hem nog meer vijanden bezorgt. Hij wordt nu journalist en medewerker aan een paar bekende maandbladen. De redacties hiervan worden echter op bevel van den minister van justitie gedwongen geen bijdragen van Linguet te plaatsen. Deze neemt thans de wijk naar Engeland en geeft daar zijn blad ‘les Annales’ uit, waardoor zijn naam binnen korten tijd beroemd wordt. Linguet had thans alle reden tot tevredenheid. Hij had door de uitgave der Annales (‘Annales politiques, civiles et littéraires du dix huitième siècle’ zooals de volledige titel luidde) - alles teruggewonnen wat de Académie en de orde der advocaten hem ontnomen had. Hij was een macht in Europa geworden waarvoor zijn vijanden beefden. Wanneer hij echter ook de Engelsche wetten en toestanden aanvalt en de Engelsche regeering hem beleefd verzoekt een anderen toon aan te slaan, keert hij in 1778 naar | |
[pagina 301]
| |
het vasteland terug. Hij laat zijn blad te Brussel verschijnen. Men ontvangt hem er vriendelijk en hij vestigt zich voorloopig in de buurt van Ostende. Zijn vijanden zitten ondertusschen niet stil. Men stelt een uitvoerige aanklacht tegen hem op en besluit hem te arresteeren. Wanneer hij zich 27 September 1780 te Parijs bevindt - dat hij vanuit Brussel reeds dikwijls bezocht - wordt hij op straat gearresteerd en in de Bastille opgesloten. Hoewel talrijke vrienden de grootst mogelijke moeite deden hem in vrijheid te stellen, gelukt hem dit eerst na anderhalf jaar. De regeering meende toen hem tot zwijgen gebracht te hebben en besloot hem naar Réthel-Mazarin te verbannen. Linguet gaat echter niet naar Réthel doch naar - Londen. Terstond hervat hij de publicatie der Annales waarin ook zijn ‘Denkwaardigheden der Bastille’ verschijnen - een werk dat later zou blijken de eerste brandfakkel te zijn die tegen deze gevangenis geslingerd werd. Zeven jaren na de verschijning van deze reportage was de Bastille een puinhoop geworden. Terwijl in den tijd waarin het boek van Linguet verscheen, de Bastille een gebouw was dat slechts schrik en afgrijzen inboezemde, werd deze gevangenis thans voor het Volk een symbool van het despotisme. Geen wonder dan ook dat, toen de Bastille verwoest was, de revolutie een aanvang nam. Dit alles was mede het werk van den reporter Linguet. Hij had de drijfveeren getoond, die tot de instandhouding der Bastille leidden, haar wortels blootgelegd - de Bastille duidelijk voor alle menschen als een burcht der willekeur gebrandmerkt. Linguet was geen communist - geen revolutionair in de beteekenis die we thans hier aan hechten. Hij was een burger die nog aan de goedheid van den koning geloofde en voor dezen zelfs op de plaats waar eenmaal de Bastille stond een standbeeld wilde oprichten, wanneer hij er toe besluiten kon deze gevangenis af te breken. Linguet liet dan ook voor in de boekuitgave zijner Denkwaardigheden een kopergravure plaatsen waarin deze wensch werd uitgebeeld. Deze plaat vertoont de puinhoop van de Bastille met op den voorgrond het standbeeld van Lodewijk XVI met de scepter in de hand. Op het voetstuk staan de woorden: ‘Lodewijk XVI op de verlaten plek der Bastille’. Boven de poort der Bastille ziet men de klok die iederen gevangene op hoonende wijze aan zijn treurig lot herinnerde door dat de beide figuren die de wijzerplaat vast hielden ieder uur met groote kettingen luid rinkelden. Onder deze klok, die Linguet voorstelde als getroffen door de bliksem van 's konings genade schreef hij: ‘het onbekende lijden en de geheime straffen zijn vruchteloos voor de justitie omdat zij niet bekend worden en dus niet kunnen dienen als afschrikwekkend voorbeeld tot instand houden der | |
[pagina 302]
| |
orde’. Aan den voet van het standbeeld strekken gewezen gevangenen, een vrouw, een oude man en een jongeling hunne armen naar den koning uit, die zegt: ‘Weest vrij en leeft’. Natuurlijk is Linguets wensch, dat Lodewijk XVI de Bastille zou laten verdwijnen niet in vervulling gegaan. Had Lodewijk XVI dit gedaan, dan had dit tevens het einde van het koningschap in Frankrijk beteekent. De loop der geschiedenis was anders. De ‘grande reportage’ van den burgerlijken advocaat Linguet was een der oorzaken van de verwoesting der Bastille - koning Lodewijk XVI, die er niet aan dacht deze gevangenis te laten verdwijnen - stierf op het schavot. Bij het uitbreken der Fransche revolutie keerde Linguet terstond naar Frankrijk terug. Men wantrouwde hem echter daar hij, hoewel hij het despotisme bestreden had, steeds het absolute koningschap verdedigde en verdacht er hem van zich Lodewijk XVI als verdediger beschikbaar te hebben gesteld. Hij wordt dan ook veroordeeld en 27 Juli 1794 ter dood gebracht. Op weg naar de plaats der terechtstelling leest hij Seneca. Een maand later wordt Robespierre terechtgesteld. R. |
|