naar creatieve on-onderworpenheid, en een koppig verzet tegen de lichtschuwe groezeligheid, die onder de benepenen der kerkschen inheemsch is. In zooverre is zij een moreel protest, geen religieus, in eerste instantie; zij raakt een zaak van katholieken en katholicisme, niet, als men dat scheiden kan, van katholiciteit; en wie zal zeggen in hoever zelfs zijn gebrek aan vergevingsgezindheid, die tegenover sommige (zijner) schepselen een onverzoenlijke wrevel wordt, een tekort aan geloof is?
* *
*
De bezwaren, die ‘Destins’ in het bizonder betroffen, heb ik aangeduid; ik veronderstel verder, dat de inhoud uit verschillende critieken voldoende bekend is, maar een quaestie, die het boek en den schrijver in engeren zin raakt, is deze:
Men heeft geschreven, dat de hoofdfiguur van dit boek, Elisabeth Gornac, de bijna vijftigjarige, die door een late, donkere drift verliefd wordt op den jongen Lagave, na deze troebelen, en het verdriet om zijn dood, langzamerhand weer tot haar vroegere vroomheid terugkeert. Tegen dit inzicht spreekt niet alleen de toon van het boek, maar zelfs de letter. Allereerst suggereert Mauriac een oogenblik, dat zij wellicht nooit meer dan schools-geloovig is geweest:
‘ - Epargne-moi tes sermons.
C'était sa mère qui parlait ainsi, sa pieuse mère. Ah! il comprenait enfin pourquoi leur foi commune n'avait créé entre eux aucun lien; il méprisait cette religion de vieille femme et qui n'intéressait pas le coeur. Un ensemble de prescriptions, une police d'assurance contre l'enfer dont Elisabeth s'appliquait à ne violer aucune clause, le pauvre souci d'être toujours en règle avec un être infini fatillon, comme on l'est avec le fisc, - tout cela pouvait-il compter plus qu'un fétu devant ce furieux raz de marée? Elle grondait: