Jud Susz
door Joh. Slauerhoff
L. Feuchtwanger, Jud Susz. Vertaald door Victor v. Vriesland. Em. Querido, Amsterdam
Het boek van Lion Feuchtwanger schijnt velen te hebben geïmponeerd als een historische roman van groote evocatieve kracht. Het moge zijn dat het boeiend is, dat het een menigte heel en half historische personen ten tooneele voert. Maar het mist de fijne bouw, het directe dat een boek haast als in het verleden bestaand kan maken zooals bij Marie Grubbe van Jacobsen. We vergeten hier geen oogenblik de auteur; een 20 eeuwer die zijn geschiedenis goed kent. Het steekt er tegen af als een goedkoope veelkleurendruk tegen een fijne koperets.
De verbijsterend vele figuren blijven onwezenlijk; slechts een enkele gestalte steekt hier en daar het hoofd op. Feuchtwanger maakt het zich in 't uitbeelden te gemakkelijk; prelaten zijn corpulent en joviaal of fijn en dor, soldaten plomp en drankzuchtig of hoofsch en erotomaan, maitressen weeldrig en wulpsch of slank en geraffineerd.
Ook de couleur locale mist nuance; gezichten, uniformen, behangsel, alles is wijnrood tout court. Geen wonder dat de vorst van Thurn und Taxis, even slank en geraffineerd als Alexander grof en lomp, zich daaraan ergert.
De intrigues lijken op elkaar en liggen uitgestald als antiquiteiten in de vitrines van een museum. Feuchtwanger vertelt veel te graag dat hij 't weet, om ons iets te laten raden. Om het Wurtembergsche volk uit te beelden gebruikt hij eigenlijk maar één persoon: de koekebakker en tinnegieter Benz die altijd in de Blauwe Bok zit. De hertog is een bruut soldaat en vorstelijk brasser, zooals er ook velen zijn en dat Susz invloed op hem heeft, daaraan is niets bewonderenswaardigs. De oude Isaac Landauer, het pendant tot Susz, is ook een prentje: altijd in een oude kaftan, altijd krouwend in zijn touwigen baard. F. wordt niet moede dit te beschrijven. De kabbalistische rabbi Gabriel gaat oudmodisch gekleed, heeft een kraakstem en de rimpels op zijn voorhoofd vormen de hebreeuwsche letter Schin.
Geheel faalt F. als hij mystiek wil suggereeren, dan wordt het jammerlijk, niet eens grand Guignol. Zoo bv. het telkens herhaald motief