was; altijd hoorde je haar stemmetje babbelen of liedjes neuriën door het huis... Een gelukkig leventje, tot nu toe...
- ‘Tot nu toe!’ dreigde de dame, die daarop zich in haar brochure isoleerde.
De moeder bloosde. Fanny praatte en vroeg een van haar duizend waaroms, maar kreeg geen antwoord. De moeder worstelde...
Ik peinsde.
In mijn verbeelding zag ik een groot, brutaal plakkaat bij een besterde koepel-kerk in Moskou: Godsdienst is Opium! Ik zag Mussolini, hevig oreerend vanaf het balkon van een streng, Romeinsch paleis: ‘Vrouwen, droomt niet langer! Weest niet sentimenteel! Weent niet om wat leed en valt niet in onmacht als ge bloed ziet. Maar ontwaakt in de werkelijkheid en baart kinderen, die hun roode bloed voor 't Vaderland weten te offeren!’
Ik herinnerde mij, wat een verstandig man, een begaafd man zelfs, mij eens zeide: ‘Mijn zoon heeft 't in zijn kop gezet geschiedenis te willen studeeren. Toch zal ik hem naar Delft sturen; want begrip van scheikunde en techniek is méér waard, dan filosofeeren over het wezen der Renaissance.’
Ook dacht ik aan Madame Bovary, die de leegte van haar dagdroomen vulde met den leugen harer liefdes...
De theorie is zoo dom misschien niet; al vrees ik, dat ze dom máákt... als elke theorie. Theorieën mogen interessant zijn, maar de fanatieke theoretici zijn het nooit. En 't noodlot wil, dat geen theorie bestaanbaar is zonder de theoretici, die de theorie in discrediet brengen.
Inderdaad. misschien danken wij Henriëtte Roland Holst's ‘Nieuwe Geboort’ en Baudelaire's ‘Fleurs du Mal’ en Rembrandt's zelfportretten aan een zekere... leegte. Tolstoï voelde een leegte... toen fantaseerde hij zich zijn ‘Oorlog en Vrede’. Later voelde hij die leegte opnieuw, maar thans als een ondragelijke pijn... Toen fantaseerde hij zich een goede wereld en werd hij apostel.
Misschien is alle poëzie en alle apostolaat een pathologisch verschijnsel. Misschien zou er niet meer gedroomd worden, indien de menschen genoeg realiteiten hadden, om hun geest mee ‘te voeden’. De droom een narcose... De droom der religie, de droom der kunst, de droom der fantasieën die ons de grenzen van het ‘ik’ doen doorbreken... in schijn! Het actieve, daadkrachtige, praktische leven der werkelijkheden, het leven dat de economische en de politieke wereld beheerscht, zal den modernen mensch van die narcose genezen.
Misschien waren de Chineesche en Christelijke mystici, die het leegzijn zoo dringend prezen, inderdaad de ‘ziekelijke uitwassen’, waarvoor het 19e-eeuwsch positivisme hen hield.