De Stem. Jaargang 4
(1924)– [tijdschrift] Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 800]
| |
Fechenbach
| |
[pagina 801]
| |
lander, en wij dus onmachtig zijn om in te grijpen. Het is onze plicht te protesteeren ook al zit deze man in het buitenland gevangen en niet in de streek tusschen Delfzijl en Sas van Gent. Het is onze plicht te getuigen, omdat ergens in de wereld een menschenleven in gevaar is, en wij de mogelijkheid hebben door een gezamenlijk protest dit te redden. Wij dienen te protesteeren omdat wij de waarheid dienen te steunen, steeds en overal. ‘Blieben wir stumm, wären wir Hunde’Ga naar voetnoot1).
Wie is Fechenbach? Waarom is hij veroordeeld? Hij was privé-secretaris van Kurt Eisner. Nadat Eisner in Februari 1919 door Graaf Arco vermoord werd, ontstond in April 1919 voor korten tijd de Beiersche Radenrepubliek. In deze periode bezocht de Zwitsersche journalist Payot, welke Fechenbach reeds enkele jaren kende, München. Hij verzocht als journalist aan Fechenbach mededeelingen over de politieke gebeurtenissen der laatste maanden. Aan de hand zijner notities verstrekte Fechenbach hem deze. Hij deelde Payot tevens mede dat den 9den April in de ‘Münchener neueste Nachrichten’ een memorandum van Erzberger verschenen was. Payot vroeg daarop of hij hem een exemplaar van dit blad kon bezorgen. Fechenbach had geen nummer bij de hand, wél een afschrift van het memorandum. Hij zag er geen bezwaar in Payot dit afschrift (van het reeds gepubliceerde memorandum) te overhandigen en verstrekte hem tevens eenige dagen later een afschrift van het zoogenaamde Rittertelegram dat 26 Juli 1914 (vijf jaar vroeger dus) door den Beierschen gezant bij het Vaticaan aan de Beiersche Regeering was gezonden. De inhoud van dit telegram was reeds eenige malen | |
[pagina 802]
| |
door Kurt Eisner op openbare samenkomsten besproken. Dit was reeds het geval geweest toen Fechenbach Payot een afschrift overhandigde. Het ‘Münchener Volksgericht’ veroordeelde 20 October 1922 den journalist Felix Fechenbach enkel en alleen naar aanleiding van deze handelingen wegens hoogverraad tot een tuchthuisstraf van elf jaar (waarvan twee maanden voorarrest zullen worden afgetrokken). Tot op heden is in dit vonnis nog geen enkele verandering gebracht en blijft Fechenbach gevangen. Ofschoon talrijke rechtsgeleerden het vonnis in de strengste bewoordingen afkeurden, de Rijksdag zich talrijke malen met dit proces bezighield, heeft de Duitsche regeering die de laatste jaren zoovele uitzonderingswetten in het leven wist te roepen nog steeds geen aanleiding gevonden bij het oordeel over Fechenbach (dat onherroepelijk is) hetzelfde te doen. Dit is een ten hemel schreiend onrecht, waartegen door ieder denkend mensch dient te worden geprotesteerd.
Het vonnis, dat het ‘Münchener Volksgericht’ over Fechenbach uitsprak is niet alleen misdadig - het is ook juridisch onhoudbaar. Deze rechters waren allen - zonder uitzondering - politieke tegenstanders van Fechenbach en lieten geen enkel moment onbenut om dit te toonen. Belangrijke getuigen (bijv. Payot) werden niet gehoord, terwijl ook het publiek geen toegang tot de zittingen had. Ik wil hier nog één punt naar voren halen. Van de elf jaren tuchthuis, waartoe Fechenbach veroordeeld werd, dankt hij er tien aan het zoogenaamde ‘Rittertelegram’. Baron Ritter was in Juli 1914 Beiersch gezant bij het Vaticaan. 26 Juli zond hij een telegram naar München. In het voorjaar 1919 gaf Fechenbach aan den Zwitserschen journalist een afschrift van dit | |
[pagina 803]
| |
telegram. Resultaat: tien jaat tuchthuis. Waarom? Welke uiterst belangrijke staatsgeheimen bevatte dit telegram waardoor het verstrekken van een afschrift ervan betaald moest worden met tien jaren tuchthuis en verlies der burgerlijke rechten? Tot voor korten tijd was aan niemand, buiten de leden der rechtbank, de inhoud van dit telegram bekend. Fechenbach's advocaat Freymuth heeft echter voor eenige maanden de nauwkeurige tekst gepubliceerd. Deze luidt aldus: ‘Baron Ritter an die Bayerische Regierung. Der Pabst billigt ein scharfes Vorgehen Oesterreichs gegen Serbien. Der Kardinalstaatssekretär hofft, dasz dieses Mal Oesterreich standhalten wird. Er fragt sich, wann es denn sollte Krieg führen können wenn es nicht einmal entschlossen wäre, mit den Waffen eine ausländische Bewegung zurückzuweisen, die die Ermordung des Erzherzogs herbeigeführt hat, und die in Rücksicht auf die gegenwärtige Lage Oesterreich's dessen Fortbestand gefährdet. In seinen Erklärungen enthüllt sich die Furcht der römischen Kurie vor dem Panslawismus’. Men kan onmogelijk begrijpen hoe een dergelijke uitlating van den Paus in 1914 (die in 1919 gepubliceerd werd), in 1922 - onder een andere regeering aanleiding kan zijn, iemand wegens hoogverraad tot tien jaar tuchthuis te veroordeelen. Hoe kon Duitschland hiervan ook maar de geringste schade ondervinden? Misschien was deze publicatie onaangenaam voor den Paus. De Paus van 1919 is echter niet meer dezelfde als die van 1914. Bovendien, zou het niet verregaand zijn, wanneer het katholieke Beieren een Duitsch staatsburger, wegens een ‘misschien’ voor den Paus onaangename publicatie - tot tien jaar tuchthuis veroordeelde? Nimmer kan de publicatie van een staatstelegram, stammend uit den tijd der oude monarchie strafbaar zijn, | |
[pagina 804]
| |
wanneer ze onder een nieuw republikeinsch regime gepubliceerd wordt. De Duitsche regeering heeft eenigen tijd geleden bevel gegeven de archieven te openen - haar inhoud te publiceeren. De publicatie dezer documenten door Karl Kautsky was een daad. Wordt dit grootsche gebaar echter niet waardeloos wanneer de publicatie van een telegram gedateerd 26 Juli 1914 bestraft wordt met tien jaren tuchthuisstraf? Ondanks al deze antecedenten, ondanks de talrijke door de aan de rechtbank toegewezen deskundigen verstrekte verklaringen dat het telegram in geen enkel opzicht Duitsche belangen geschaad had - ondanks het feit dat Kurt Eisner de inhoud van dit telegram in talrijke openbare vergaderingen had medegedeeld, handhaafde het Münchener Volksgericht tot op heden het uitgesproken vonnis.
Het is mijn taak niet Fechenbach's onschuld hier juridisch te bewijzen. Degeen die de door mij medegedeelde punten van aanklacht heeft gevolgd zal zijn onschuld terstond duidelijk zijn. Over de onjuistheid van dit vonnis zijn de meeste Duitsche rechtsgeleerden het thans eens - al blijft Fechenbach gevangen. Een volledig overzicht van het proces-materiaal vindt men in de brochure van Fechenbach's verdediger A. Freymuth ‘Das Fechenbach Urteil’ (Verlag der Neuen Gesellschaft, Berlin Fichtenau). Ik citeer uit deze brochure (waarin men onder de punten van aanklacht niets anders zal vinden dan hetgeen ik hier vermeldde) twee uitspraken: 1. ‘Das Ergebnis ist furchtbar. Es liegt hier, jedenfalls in den mit 10 Jahren Zuchthaus bestraften Falie des Ritter-Telegramms ein Fehlurteil schlimmster Art vor. Zu erklären ist es nur dadurch, dasz die politisch ganz anders als der Angeklagte eingestellten Richter einen | |
[pagina 805]
| |
aus der verruchten Schar derer treffen wollten, die im Jahre 1918 den ‘Dolchstosz’ gegen das Vaterland geführt haben. Der Spruch ist am letzten Ende aus dem Gefühl tiefster politischer Gegnerschaft erwachsen. Dies wird den Richtern nicht zum Bewusztsein gekommen sein. Es mag sie subjektiv entschuldigen, kann aber nicht daran hindern, das von Ihnen gefällte Urteil auf das schärfste anzugreifen. Ein solches Urteil wie das Fechenbach-Urteil war überhaupt nur vor dem Bayerischen Volksgericht möglich, niemals wäre es von dem Reichsgericht gefällt worden, vor das die Sache von Rechtswegen gehörte. Alle Richter, alle Menschen, die Wahrheit und Gerechtigkeit suchen, müssen sich vereinigen in dem Rufe: ‘Fort mit den Bayrischen Volksgerichten! Fort mit dem Fechenbach-Urteil! Heraus mit Fechenbach aus dem Zuchthaus!’ (Freymuth). 2. ‘Im Verlauf der Prozeszverhandlungen trat wiederholt hervor, dasz der Prozeszleiter Oberlandsgerichtsrat Hasz seine Aufgabe darin sah, den “Novemberverbrecher” Fechenbach als Exponenten der Revolution und des Marxismus an den Pranger und in den Kerker zu bringen. Mich hat es während der zehntägigen Gerichtsverhandlungen förmlich erschüttert wieder und wieder feststellen zu müssen wie Oberlandsgerichtsrat Hasz von einer politischen Voreingenommenheit und einer Animosität gegen den Angeklagten Fechenbach erfüllt war, die ihn gleichsam blind und taub gegen alle Stimmen der Vernunft der Logik und sogar der elementarsten Menschlichkeit machte.... Ja, nicht einmal soviel guten Willen besasz der Vorsitzende, um meine eigene Ausführungen vor Gericht die von dem höchsten Willen zur Objektivität getragen waren, sinngemäsz zu verwerten. Vor aller Welt musz ich nochmals die Klage erheben, dasz das Münchener Volksgericht meinen Bekundungen vielfach Gewalt angetan, sie förmlich ver- | |
[pagina 806]
| |
zerrtund gelegentlich geradezu in ihr Gegenteil verkehrt hat.’ (Uitspraak van den deskundige Dr. Thimme.) Uit deze twee citaten blijkt dus duidelijk waarom Fechenbach veroordeeld werd - veroordeeld moest worden. Dit proces is een proces van politieke haat. Fechenbach was privésecretaris van Kurt Eisner. Het was dezen Beieren dus niet genoeg deze waarachtige eerbiedwaardige verschijning te hebben vermoord. Eiszner, de revolutie, moest nogmaals worden vermoord, thans in de figuur van zijn vroegere privésecretaris Felix Fechenbach. En graaf Arco, die Kurt Eiszner vermoordde en daarvoor door de rechtbank tot levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld? Hij is eenige weken geleden op vrije voeten gesteld, zijn straf is hem kwijt gescholden. Dit is het antwoord dat de Beieren gaven, toen eenige Duitsche intellectueelen van hen de invrijheidsstelling van den ten onrechte veroordeelde Fechenbach, eischten.
Het proces-Fechenbach heeft natuurlijk meer dan enkel politieke beteekenis. Het heeft zelfs, in het stadium waarin het thans gekomen is een cultuurhistorische tendenz. Toen Zola zijn ‘J'accuse’ schreef, ontwaakte het Fransche intellect - ontbrandde deze hevige strijd die met de ‘Zegetocht der waarheid’ (zooals Zola zijn essayband die hierop betrekking had, noemde) eindigde. Het hedendaagsche Duitschland bezit geen Zola. Duidelijker uitgedrukt: de leiders van beteekenis missen den moed tot een krachtig protest. Ze zijn nog steeds in een sfeer van intellectueele lafheid gehuld, missen nog altijd een instinctieve moraal, waardoor ze zich ook in 1914 bijna zonder uitzondering compromitteerden. Het is dus onze taak de kleine schare dapperen die onophoudelijk den strijd voert tegen het onrecht Fechenbach aangedaan, te steunen. Het is onze plicht dit te doen, omdat | |
[pagina 807]
| |
wij hiermede het beste steunen wat een Volk bezit: zijn zin voor Waarheid en Recht. Ik ken Fechenbach niet, weet niet of hij een goed of een slecht journalist is. Misschien zal niemand in ons land hem kennen. Met dit vonnis werd echter niet één enkel individu - doch alle waarachtige Duitsche intellectueelen getroffen. Dit vonnis zou tenslotte uitgesproken kunnen worden over elk Duitsch onderdaan, die aan zijn verlangen naar politieke zuiverheid - naar een beter leven, uiting durft geven. Dit deel van het Duitsche volk, zijn beste elementen dus, - werden in den persoon van Fechenbach tot elf jaar tuchthuis veroordeeld. Het Dreyfusproces was een schande voor Frankrijk, Zola heeft Frankrijk echter gered. Het Fechenbach-proces is een schande voor Duitschland en schijnt dit te zullen blijven, - tenzij men in binnen- en buitenland deze kleine schare dapperen zóó steunt, dat ook hun stem weldra de volheid en diepte van die van Zola kan krijgen. Hun leuze zij dus ook de onze: Vrijheid voor Fechenbach. |
|